Chr. Huygens | Oeuvres II | Brontekst

[ 193 ]

No 498.

B. Conradus *), Rondzendbrief.

17 juli 1658 1).

De brief 2) is gepubliceerd in G. Schott 3), Technica Curiosa 4).

Aan alle eerwaardige, nobele, weledele,
of onder andere titel in Europa aanzienlijke Wiskundigen
wenst Balthasar Conradus S. I. veel geluk.

  Enige dingen aan te bieden aan u, illustere geesten, weliswaar weinige, maar die van zeer groot belang en gewicht in onze gehele republiek van de letteren lijken te zijn, is mij al lang geleden ingegeven, ik weet niet welk vuur ertoe aanzet. Laat mij daarom niet zonder reden gehoopt hebben dat het zo zou zijn, dat hoe groter de gemeenschappelijke zorg voor het goede is die u raakt, des te gewilliger u aan uw verheven gedachten de tijd ontrukt voor deze brief van mij aan u.

  Sedert ik dan voor het eerst (en het zijn niet weinig jaren) ben begonnen de telescoop door en door te leren kennen, en ik geleerd heb dat niet alles ervan het stempel van goedkeuring had — en dat het meeste zeer ver verwijderd was van de hoogste volmaaktheid — heeft mij de gedachte en de wens in bezit genomen, ja zelfs ook de hoop, eens zo ver te komen, dat ik een betrouwbare en onfeilbare methode zou bereiken voor de hoogste volmaaktheid in het samenstellen van een telescoop. Ik ben dus in de eerste plaats begonnen met het doorlezen van zoveel schrijvers als ik over deze soort van instrumenten heb kunnen vinden; toen met zelf te verkennen, en veel bij mezelf te rade te gaan; en tenslotte tot het handwerk over te gaan, niet achteloos of onverschillig, en verschillende dingen te proberen die


[ *)  Balthasar Conradus (1599 - 1660). ]
1)  Chr. Huygens ontving deze brief in jan. 1659. Zie zijn brief van 22 febr 1659 [>].
2)  Epistola ad omnes Europae mathematicos, Operis Teledioptrices nuntia, missa à R. P. Balthasare Conrado Societatis Jesu.
3Gaspar Schott [1608 - 1666].     4Technica curiosa sive Mirabilia Artis, 1664, p. 854-6.

[ 194 ]

betrekking hebben op de materie zelf van het werk, of op de manier. Maar ook daar drongen zich van alle kanten moeilijkheden op, en niet zo weinig, en niet licht te overwinnen; in elk geval zoveel en zo groot, dat als God niet een bijna ijzeren volharding in de zware arbeid had verleend, het niet te verwonderen zou zijn geweest, als ik duizendmaal als een lafaard aan succes gewanhoopt had. Toch heb ik tenslotte met goddelijke gunst alle moeilijkheden die opgetreden waren overwonnen; en ik heb de kundigheid zover gebracht, dat ik aan de volgende eisen kan voldoen:

  I.  Een volmaakt bolvormig oppervlak, hetzij hol in schotels, hetzij bol op bollen aanbrengen; en dit zonder moeite en grote kosten.
  II.  Glazen volmaakt bolvormig uithollen, of bolvormig bol maken.
  III.  Een bolvormig oppervlak, zowel hol als bol, zeer volmaakt polijsten, zonder gevaar de vorm te bederven.
  IV.  Gebreken van een aangeboden schotel of bol, ook de meest verborgene, terstond ontdekken.
  V.  Zonder mankeren altijd, van geschikt materiaal, een goede telescoop tot stand brengen, tot welke lengte dan ook.

  En van hoe groot belang de oplossing van deze problemen is in alle wiskundige vakken, en vooral de sterrenkunde — en waarom niet ook tot nut van de gehele mensheid — zal niemand beter kunnen schatten dan u; zodat het daarom allerminst noodzakelijk is, u deze zaak met een langere omschrijving aan te tonen en te verklaren.

  Dat ik voor mezelf van deze kennis gebruik maakte, heb ik tot nu toe evenwel (en niet zonder reden) geheim gehouden, en dat had ik ook in het vervolg kunnen doen — of althans die alleen zo aan het licht brengen, dat ze zich niet buiten onze gemeenschap zou verbreiden — ware het niet dat de reden van het algemeen belang mij tot andere plannen had doen besluiten. En daarom ben ik bezig aan een degelijk en volledig werk, waarin ik deze gehele kunst omvat, en wat er maar over de telescoop gezegd of gevraagd kan worden; en ik zal helder en duidelijk, zonder duisterheden, alle kennis openbaren die ik tot nu toe op dit gebied bereikt heb met mijn verstand (hoe beperkt ook), met onvermoeide ondervinding, en niet geringe kosten.

  Omdat het echter nauwelijks te doen is voor één persoon, een werk in het licht te brengen dat in alle onderdelen zo volmaakt is als de zaak van de letteren eist, en ik ook zelf zou wensen, daarom lijkt het volkomen billijk dat ook u, illustere geesten, om zo te zeggen uw bijdragen op tafel legt. En daarom vraag ik u allen met nadruk, als iemand van u op dit gebied iets zelf heeft gevonden, of van elders te weten is gekomen, boven wat bekend gemaakt is door Sirturus 4) of Scheiner 5), of Rheita 6), of Hevelius 7), of Maignan 8), of Schott 9),

[ 195 ]

of Borel 10), of datgene wat ik beloof, dat hij zich verwaardigt mij dit mee te delen, overeenkomstig zijn streven naar het algemeen belang. Van mijn kant beloof ik te goeder trouw, dat ik een zodanige welwillendheid en vriendelijkheid zal aanwenden, dat voor niemand iets aan zijn lof en goede naam verminderd wordt. Overigens vertrouw ik uw stralen van harte toe aan de straal van de alwetende goddelijke macht, tot bespiegelingen die onze wetenschap, en de eeuwigheid waardig zijn.
Het ga u goed, en weest u mij genegen. Warschau, 17 juli 1658.

    Uwer heren

Dienaar in Christus    
Balthasar Conradus.  


4Telescopium, 1618.         5Rosa Ursina, 1630.
6Oculus Enoch et Eliae, 1645.     7Selenographia, 1647.
8)  Emanuel Maignan [1601 - 1676].  Cursus Philosophicus, 1652 ['53].  [Perspectiva horaria, 1648, p. 687.]
9Magia universalis, 1657.       10De vero telescopii inventore, 1655.




[ 356 ]

No 590.

Christiaan Huygens aan B. Conradus.

22 februari 1659.

Aan de weledele en zeer voortreffelijke heer Balthasar Conradus
wenst Chr. Hugenius veel geluk.

22 Februar. 1659.  

  Uw brief aan de wiskundigen heb ik laat ontvangen, namelijk toen de maand januari pas afgelopen was, terwijl hij op 17 juli van het voorbije jaar gedateerd is 1), waardoor ik bijna ben gaan vrezen dat intussen dat uitnemende werk uitgegeven was waarop u ons hebt doen hopen 2). Maar hoe het ook zij, ik heb u in elk geval er niet onkundig van willen laten, weledele heer, hoeveel genoegen u mij onder anderen zult doen, door dat in het licht te brengen wat u belooft. Niemand heeft die uitnemende kunst van de telescopen tot nu toe nauwkeurig uiteengezet, en geen wonder, daar werkelijk niemand (naar ik meen) deze door oefening goed heeft leren kennen.
Mij zijn eertijds door Gerard van Gutschoven [<], een zeer geleerd en zeer oprecht iemand, enkele voorschriften verschaft, en deze volgend heb ik me vrij grote telescopen gemaakt, waarmee ik de satelliet van Saturnus en de verschillende vormen van deze planeet heb bekeken. Maar hoewel ik ook vrij wat al doende heb geleerd, tot nu toe heb ik toch niet zoveel kunnen bereiken dat ik uit goed materiaal met zekerheid een goed glas zou durven beloven. Daar u dus zowel dit beheerst, als bovendien andere dingen waarmee dit handwerk tot de hoogste volmaaktheid gebracht wordt, zie ik niet wat dit in deze zaak nog verder kan verlangen. Mijn bekwaamheid heeft zeker niets dat groter is dan dat.
Al enige tijd geleden heb ik stellingen opgeschreven [<], waarin ik omvat heb wat betrekking heeft op de theorie van kijkers van elke soort, en wat door niemand nog (voorzover ik weet) voldoende doorzien is of met ware bewijzen vastgesteld. Ik had besloten bij dit werk iets in te voegen over de methode om bolvormige lenzen te vervaardigen, wat ik evenwel tot zover niet op schrift gesteld heb; nu echter zal deze inspanning naar ik meen overbodig zijn, zodra uw zeer nauwkeurige en zeer complete werk in het licht gekomen zal zijn. Maar toch, als ik iets zal hebben dat ook daarna het weten waard is, zal ik niet weigeren dat aan allen mee te delen, met dezelfde eerlijkheid als die welke u zult betonen naar ik me beloof.
Doch dit tegelijk met het uwe naar voren te brengen is niet noodzakelijk, en als ik het wil kan ik me nu, door andere dingen afgeleid, niet dat voor de geest halen en afzonderlijk beschrijven, wat me onmiddellijk invalt als ik maar het werk in handen heb om erbij aan te tekenen. Overigens, wanneer u besloten hebt ons te verblijden met die uitgave, ik verlang er zeer naar te weten, en als het tenminste ook wat lang op zich laat wachten vraag ik, of u er geen bezwaar tegen hebt over de grootte van uw telescopen, en de werking, iets althans alvast aan te duiden. Het ga u goed, zeer voortreffelijk heer.
1)  De vertraging is waarschijnlijk veroorzaakt door moeilijkheden die Conradus met zijn superieuren had.
2)  Conradus had al enkele boeken van dit werk geschreven, toen sijn supeieuren hem op reis stuurden. Op 12 dec. 1658 was hij nog te Warschau; op 7 jan. 1660 te Glatz, waar hij stierf op 17 mei.




Home | Christiaan Huygens | II | B. Conradus (top)