Home | Chr. Huygens | < Oeuvres IV >

Slijptoestel , Saturnus , Horrocks , wet van Boyle , wagens , tonen , toverlantaarn , atmosfeer ,
spiegels , Mira Ceti , geluid in vacuüm? , kijkers , luchtdeeltjes , lengtebepaling


Parels uit brieven 1662 - b

Oeuvres Complètes T. IV, 1662-63


[ 144 ]
No 1020.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

Den Haag, 1 juni 1662.

  L'on ne m'avoit pas encore envoyè d'Angleterre le recit de l'experience que Monsieur Thevenot vous a racontée qui est notable, quoyque l'on ait bien pu s'imaginer a peu pres l'effect qu'elle a produit. car il n'y avoit rien de si certain, que cette enflure de bras dans le vuide, ou il est hors du pressement ordinaire de l'air d'alentour, et dans les vantouses l'on en avoit desia veu l'essay.     Men had mij uit Engeland nog niet het verhaal gestuurd van het experiment [<] dat meneer Thevenot je vertelde, dat opmerkens­waardig is, hoewel men zich het effect dat het produceert ongeveer wel kon voorstellen. Want niets was zo zeker als deze opzwelling van de arm in het luchtledige, waarin hij buiten de gewone druk van de buitenlucht is, en men had de proef ervan al gezien bij laatkoppen.
. . . La raison pourquoy je n'ay pas encore fait l'experience de la salade et quelques autres, est que la pompe dans ma machine s'est mise en desordre . . . j'ay envie de la mettre en ordre bien tost, quand ce ne seroit qu'a fin de vous fournir matiere de discours, avec Messieurs les beaux esprits. Je ne scaurois me souvenir de faire l'essay avec le garnaet, pour avoir peut estre la memoire als een garnaet, aussi n'est il pas de consequence, et si vous croyez le contraire il y a longtemps que vous l'auriez pu faire avec une de ces petites ecrevisses.   . . . De reden waarom ik nog niet de proef met de salade heb gedaan, en enkele andere, is dat de pomp in mijn machine in het ongerede is geraakt . . . ik heb zin hem weldra in orde te brengen, al was het maar om jou gespreks­stof te verschaffen met de talentvolle heren. Ik zou me niet kunnen herinneren hoe de proef met de garnaal gaat, misschien doordat ik het geheugen van een garnaal heb; het is ook niet van belang, en als je het tegendeel gelooft had je hem allang kunnen doen met een van die rivierkreeftjes.
  Je suis apres au jourdhuy a faire une machine pour tailler les verres des grandes lunettes, sans que l'on y emploie la main autrement que pour tourner une roüe, de sorte que nos valets desormais feront les meilleurs verres du monde et j'ay envie de vous en envoier quelque jour de la fabrique de David. slijptoestel   Vandaag ben ik een toestel aan het maken voor het slijpen van glazen voor grote kijkers, zonder dat men de hand anders gebruikt dan om een wiel te doen draaien, zodat onze bedienden voortaan de beste glazen van de wereld zullen maken en ik heb zin je op een dag er wat van te zenden gefabriceerd door David*).
Il y a 2 jours que le frere de Zeelhem et moy en fismes un modelle qui succeda fort bien, en suite de quoy nous la faisons construire avec la perfection requise et elle sera achevée encore ce soir. Elle n'est pas de grand volume, mais portative, de sorte qu'on la peut mettre sur une table la ou on veut, et si je ne me trompe elle abbregera de deux tiers le temps que nous avions accoustumè d'employer a faire un de ces grands verres.   Het is 2 dagen geleden dat broer Zeelhem°) en ik er een model van maakten dat heel goed gelukt was, ten vervolge waarvan we het met de vereiste perfectie laten bouwen en het zal nog deze avond klaar zijn. Het neemt niet veel plaats in, maar het is draagbaar, zodat we het op een tafel kunnen zetten daar waar we willen, en als ik me niet vergis zal het met twee derde de tijd verkorten die we gewoonlijk gebruikten om een van die grote glazen te maken. [>]

[ *)  Een David wordt ook genoemd op p. 285, en op p. 375 hierna.]
[ °)  Constantijn jr.]



[ 145 ]
No 1021.

Christiaan Huygens aan J. Chapelain

juni 1662.

  Je vous demande pardon de ce que je respons si tard à deux des vostres. . . .     Ik vraag u vergeving voor het feit dat ik zo laat antwoord op twee van uw brieven*). . . .
Vous faisiez mention dans la dite premiere lettre de la response que Monsieur Frenicle estoit resolu de faire à Monsieur Wren . . .   U vermeldt in de genoemde eerste brief het antwoord°) dat meneer Frenicle had besloten te geven aan meneer Wren . . .

*)  No. 982 [<] en No. 1008 [p. 118-124, 30 april].
°)  No. 970 [p. 40-4, met 2 figuren van Saturnus.]

[ 146 ]
. . . que le debat entre ces deux scavantes personnes ne se pouvoit eschauffer qu'a mon avantage, car en effect il y en a d'estre citè par eux, et de tous les deux partis avec eloge. Je devrois les prier et particulierement Monsieur Frenicle d'en estre moins liberal; mais je prevoy que le combat se terminera bien tost apres qu'ils auront connu la veritable phase de Symbool Saturnus qui est a present, ou par leur propres observations, ou en adjoutant foy au mienes; car elle ne favorise non plus l'une que l'autre de leur hypotheses, mais confirme entierement la miene estant telle que voicy, et je la peindray un peu mieux que de coustume, a fin qu'elle ne cause pas des abus comme celle de l'an passè.   . . . dat het debat tussen deze twee geleerde personen slechts verhit kon worden tot mijn voordeel, want inderdaad is het iets om door hen geciteerd te worden, en van beide kanten met lof. Ik zou hun, en in het bijzonder meneer Frenicle, moeten verzoeken er minder vrijgevig mee te zijn; maar ik voorzie dat de strijd weldra beëindigd zal worden nadat zij de echte fase van Saturnus hebben leren kennen, die er tegenwoordig is, hetzij met hun eigen waarnemingen, hetzij door geloof te hechten aan de mijne; want die is niet gunstiger voor de ene dan voor de andere hypothese, maar bevestigt de mijne geheel, daar het deze is, en ik zal hem wat beter tekenen dan gewoonlijk*), opdat er geen misverstanden°) van komen zoals van die van vorig jaar.
Saturnus
  Les anses comme vous voiez sont bien larges aux endroits ou elles sont attachées au globe, contre ce qui devroit estre selon Monsieur Wren, qui les supposoit là fort estroites. Vous voyez aussi qu'il s'en faut encore beaucoup que l'interieure ellipse des anses ne passe par dessus le globe et par dessous sans le toucher, comme Monsieur Frenicle l'avoit attendu, ou du moins qu'il s'en faudroit tres peu.     De oren zijn zoals u ziet heel breed op de plekken waar ze aan de bol vastzitten, in strijd met wat het zou moeten zijn volgens meneer Wren, die veronderstelde dat ze daar heel smal zouden zijn. U ziet ook dat het er nog ver vandaan is dat de binnenste ellips van de oren boven de bol langs gaat en onderaan zonder hem te raken, zoals meneer Frenicle had verwacht, of althans dat het weinig zou schelen.

[ *)  Vgl. p. 151.]
°)  Zie No. 927 [III, 402 (figuur)], en No. 873 [III, 296 (figuur)].



[ 148 ]
No 1022.

Christiaan Huygens aan R. Moray

Den Haag, 9 juni 1662.
Antwoord op No. 993, 994, 997 en 1013. Moray's antwoord: No. 1034.  

  J'ay honte quand je regarde a la date de vostre longue lettre . . . pour avoir trop de choses de quoy vous entretenir j'ay eu tres grand' peine a m'y mettre, voyant qu'il n'y faloit pas moins d'un jour entier; . . . vous estes chargè d'affaires, et moy qui n'en ay point, j'ay pourtant des petites occupations qui souvent je ne quite qu'avec regret. . . . quant a vos lettres elles me sont d'autant plus cheres qu'elles sont longues, et si j'escrivois avec tant de plaisir que j'en ay en les lisant, il ne m'eust point fallu maintenant de tout ce prologue.     Ik voel me beschaamd als ik kijk naar de datum van uw lange brief . . . doordat ik teveel zaken had waarover ik met u wilde spreken had ik zeer veel moeite me ertoe te zetten, daar ik zag dat er niet minder dan een hele dag voor nodig was; . . . u bent met werk belast en ook al heb ik dit niet, ik heb toch kleine bezigheden die ik vaak alleen met tegenzin in de steek laat. . . . wat uw brieven betreft, ze zijn me des te liever naarmate ze langer zijn, en als ik met evenveel genoegen schreef als waarmee ik ze lees, zou ik nu dit hele voorwoord niet nodig gehad hebben.

[ 150 ]
. . . l'hypothese de Monsieur Boile dans l'experience ... que j'estime tres importante, je voudrois que vous m'esclaircissiez ce doute, a scavoir si a chaque fois en versant d'avantage de mercure dans le tuyau vous entendez qu'on y en mette encore autant qu'il y en a, ou si l'on y adjoute seulement a l'infiny la quantitè qui demeure dans l'experiment de Torricellius. . . . je ne voy pas encore qu'il soit fort aisè d'en deduire la hauteur de l'athmosphere, mais je croy qu'on auroit besoin encore d'autres experiences, comme celles qu'on a fait en France sur les montagnes d'Auvergne.   . . . de hypothese van meneer Boyle bij het experiment [<,>] ... dat ik zeer belangrijk acht, ik zou willen dat u voor mij deze onzekerheid zou ophelderen, te weten of u met "elke keer meer kwik in de buis gieten" bedoelt dat men er nog zoveel bij doet als er is, of dat men tot in het oneindige alleen de hoeveelheid toevoegt die overblijft in het experiment van Torricelli. . . . ik zie nog niet dat het heel gemakkelijk is er de hoogte van de atmosfeer uit af te leiden, maar ik geloof dat er nog andere experimenten nodig zouden zijn, zoals die welke men in Frankrijk gedaan heeft op de bergen van Auvergne*).

*)  Blaise Pascal en Florent Perier, Recit de la grande experience (1648): Verhaal van het grote experiment van het evenwicht van vloeistoffen op een van de hoogste bergen van Auvergne.

[ 151 ]
. . . la veritable phase de symbool Saturnus comme elle paroit cette année . . . Je l'ay observè ces jours passez fort souvent et encore hier au soir avec Monsieur Bullialdus . . .   . . . de echte fase van Saturnus zoals die dit jaar verschijnt [<] . . . Ik heb hem de laatste dagen heel vaak waargenomen, en nog gisteravond met meneer Boulliau . . .
  J'observe aussi le satellite de symbool Saturnus et remarque qu'il parcourt une ellipse semblable a celle que represente la couronne ainsi.   Ook de satelliet van Saturnus neem ik waar, en ik merk op dat hij een ellips doorloopt gelijkvormig met die van de kroon, als volgt.
satellietbaan
Hier au soir je le trouvay avec Monsieur Bouillaut dans cette situation, et encore en ce mesme lieu le 16e jour d'auparavant. Gisteravond vond ik hem met meneer Boulliau in deze positie, en ook de 16e dag ervoor op deze zelfde plaats.
. . .   Je fais encore tous les jours des essais avec une horologe a petit pendule, et je trouve que son cours est assez juste estant en repos pour pouvoir servir aux Longitudes, et aussi qu'elle souffre sans s'arrester le mouvement que je luy donne en ma chambre ou elle est suspendue par des cordes de 5 pieds de long, mais je n'ay pas encore fait l'espreuve sur l'eau . . .   . . .   Ik doe nog elke dag proeven met een uurwerk met kleine slinger, en ik vind dat de gang ervan, als het in rust is, voldoende nauwkeurig is om te kunnen dienen voor lengtemeting, en ook dat het zonder stil te staan de beweging verdraagt die ik er aan geef in mijn kamer, waar het is opgehangen met touwen van 5 voet lengte, maar ik heb nog niet de test op het water gedaan . . .



[ 152 ]
No 1023.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

Den Haag, 15 juni 1662.

  J'ose dire sans me vanter que la machine pour tailler les verres est aussi bien inventée qu'elle scauroit estre, et vous le verrez a vostre retour; la seule faute est que par la celeritè du mouvement qu'elle donne au verre, le sable se brise trop viste et le fait reluire devant qu'il soit bien net et uni.     Ik durf te zeggen, zonder te bluffen, dat het toestel voor het slijpen van glazen [<,>] zo goed uitgevonden is als maar kon, en je zult het zien bij je terugkomst; de enige fout is dat — door de snelheid van de beweging die het aan het glas geeft — het zand te snel breekt en het glas glimmend maakt voordat het goed glad is en zonder oneffenheden.
J'en fis hier la derniere espreuve et suis assurè maintenant qu'il n'y a point de machine qui puisse servir en cette affaire, si non celle du baston avec la pointe, qui proprement n'est pas une machine mais dont la maniere est fort seure et commode ainsi que nous l'avons ajustè maintenant. hand aan slijpstok Ik deed gisteren de laatste proef ermee, en ben er nu van overtuigd dat er geen toestel is dat in deze zaak kan dienen, behalve dat van de stok met de punt, wat eigenlijk geen toestel is, maar op die manier gaat het heel betrouwbaar en makkelijk zoals we het nu hebben ingericht*).
. . . ce verre de Monsieur Petit de 16 pieds . . . Pressez le je vous prie qu'il vous face veoir Saturne avec son compagnon que nous observons icy, presque tous les soirs, et tres distinctement. Sa peur est ridicule qu'avec des Lunettes de 50 ou de 100 pieds l'on ne verroit pas peut estre une estoile a la fois et s'il se sert d'une lentille convexe je m'estonne qu'il n'en connoist pas mieux l'effect. Assurez le qu'avec ma lunette de 22 pieds je voy toute la Lune a la fois, non pas pourtant avec une simple lentille aupres de l'oeil, mas par cette maniere nouvelle dont j'ay fait mention cy devant; de sorte que s'il me procure un bon verre de 100 pieds, nous verrons encore pour le moins le quart du diametre de la Lune.   . . . dat glas van meneer Petit van 16 voet . . . Dring er alsjeblieft bij hem op aan dat hij je Saturnus laat zien, met zijn begeleider die we hier bijna elke avond waarnemen, en heel duidelijk. Zijn vrees is lachwekkend, dat men met kijkers van 50 of van 100 voet misschien maar één ster tegelijk zou zien, en als hij een bolle lens gebruikt verbaas ik me erover dat hij het effect ervan niet beter kent. Verzeker hem ervan dat ik met mijn kijker van 22 voet heel de maan tegelijk zie, echter niet met een enkelvoudige lens bij het oog, maar met die nieuwe manier°) waarvan ik hiervoor melding heb gemaakt; zodat, als hij me een goed glas van 100 voet verschaft, we nog minstens een kwart van de middellijn van de maan zullen zien.

[ *)  Zie de notities 'Lenzen slijpen' in T. 17, p. 299-301.]
[ °)  Voor dit 'oculair van Huygens' zie XIII, 253; eerdere vermelding ontbreekt (er is geen brief van 8 juni). Zie ook p. 242 hierna.]

[ 153 ]
. . . Monsieur van Beuningen arriva . . . Il me dit grand bien de monsieur Thevenot et venant a parler la dessus de la relation de la Chine il tesmoigna qu'il estoit marry qu'apres l'avoir entretenu si longtemps d'esperance, il ne pouvoit pas luy procurer cette satisfaction, la cause estant que Messieurs de la Compagnie des Indes ne vouloient pas que cet escrit fut divulguè. Qui est pourtant un scrupule de rien, et je suis seulement marry de n'en avoir pas prie copie, quand je l'eus entre mes mains.   . . . meneer van Beuningen is aangekomen . . . Hij zei me veel goeds over meneer Thevenot, en toen we daarbij kwamen te spreken over het reisverhaal van China*) gaf hij er blijk van dat het hem speet dat hij, na hem zo lang in de hoop gelaten te hebben, hem deze voldoening niet kon verschaffen; de oorzaak was dat de heren van de Indische Compagnie niet wilden dat dit geschrift werd verspreid. Wat echter een bezwaar van niets is, en het spijt me alleen dat ik geen kopie gemaakt heb toen ik het in handen had.

*)  Zie de brieven No. 962 en No. 996 [p. 92] en stuk No. 1039 [een uittreksel in het Nederlands, in juli alsnog gestuurd door Huygens (p. 169: "ik wist niet dat ik het had, vond het tussen andere papieren").  In druk: Nieuhof, 1665.]




No 1025.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

22 juni 1662.

[ 159 ]

. . .   Q'aprenez vous touchant le livre de Vossius, je dis de ces Cartesiens, qui tesmoignent avoir si grande envie de le refuter? Je voy qu'il est fort empeschè de quelque 14 ou 15 objections que Monsieur de Wit le Pensionnaire luy a mises par escrit, aux quelles il sera obligè de respondre de mesme et s'embarassera assurement de plus en plus.   . . .   Wat verneem je over het boek*) van Vossius, ik bedoel van die Cartesianen, die er blijk van geven er zoveel zin in te hebben het te weerleggen? Ik zie dat hij zeer in verlegenheid is gebracht door zo'n 14 of 15 tegenwerpingen die meneer de Witt de pensionaris hem op schrift heeft gestuurd, waarop hij wel eveneens zal moeten antwoorden, en hij zal zeker meer en meer in verwarring raken.
  Je viens de recevoir un nouveau livre de Hevelius qui contient son observation de Mercure dans le symbool zon. et celle d'un Anglois Jeremias Horroxius de Venus dans le symbool zon que je luy ay fait avoir. de plus quelques observations de Parelies et Paraselenes pour les quelles j'avois extremement desirè de l'avoir. . . .     Ik heb pas een nieuw boek°) van Hevelius ontvangen dat zijn waarneming bevat van Mercurius voor de zon, en die van een Engelsman Jeremiah Horrocks over Venus voor de zon die ik hem heb doen toekomen [<]; bovendien enkele waarnemingen van bijzonnen en bijmanen, die ik buitengewoon graag wilde hebben. [>] . . .
  Monsieur Chapelain m'escrit la plus douce et obligeante lettre du monde, et entre autres fait mention de ma machine pour les verres, il faut donc que vous luy en avez parlè, dont je suis marry. Nous croions maintenant estre assurez de nostre art sans cette aide.     Meneer Chapelain schrijft me de meest vriendelijke en welwillende brief van de wereld, en maakt onder andere melding van mijn toestel voor lenzen [<], je moet er dus met hem over hebben gepraat, wat ik vervelend vind. We denken nu voldoende zeker te zijn van onze kunst zonder deze hulp.

*)  Isaac Vossius, De lucis natura et proprietate (1662).
°)  Johannes Hevelius, Mercurius in sole visus ... Venus in sole pariter visa anno 1639 Liverpoliae a Jeremia Horroxio (1662)  [met op p. 82 een vermelding van Huygens' waarneming in Londen, zie reisjournaal (>)].
[ A. B. Whatton, Memoir of the life and labors of the rev. Jeremiah Horrox, London 1859, heeft op p. 109-216 een vertaling van het stuk dat Hevelius via Huygens ontvangen had: 'The Transit of Venus over the Sun'; recenter: W. Appelbaum, Venus seen on the Sun, Leiden 2012.]



[ 165 ]
No 1029.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

29 juni 1662.

  Je puis juger a peu pres maintenant de la force des lunettes de Monsieur Petit, et je vous assure que la miene de 12 pieds vaut bien d'avantage. La mesme figure de Saturne que vous me peignez a estè observee par Gassendi et autres, et j'ay expliquè dans mon systeme comment elle se raporte a l'hypothese de l'anneau, a scavoir en substituant au lieu des 2 taches qui sont dans l'ovale, deux demilunes ainsi. car alors cela fait la phase que j'observe maintenant.     Ik kan nu ongeveer oordelen over de sterkte van de kijkers van meneer Petit, en ik verzeker je dat de mijne van 12 voet wel meer waard is. Dezelfde figuur van Saturnus die je voor me weergeeft is waargenomen door Gassendi*) en anderen, en ik heb in mijn Systeem uitgelegd°) hoe die in verband staat met de hypothese van de ring, te weten door in plaats van de 2 vlekken in de ovaal twee halve manen te zetten, als volgt. Want dan geeft dat de fase die ik nu waarneem.
Saturnus
Le satellite se voit assez difficilement, mesme avec mes grandes lunettes, c'est pourquoy je ne m'estonne pas que le dit Sieur le cherche en vain avec les sienes. Il ne s'eclipse pourtant jamais derriere Saturne en ce tems icy, parce qu'il parcourt a l'entour de luy une ellipse comme celà.   De satelliet is nogal moeilijk te zien, zelfs met mijn grote kijkers, en daarom verbaast het me niet dat de genoemde heer hem met de zijne tevergeefs zoekt. In deze tijd verschuilt hij zich echter nooit achter Saturnus, omdat hij daar omheen een ellips doorloopt zoals deze.
satellietbaan

[ *)  Christiaan Huygens, Systema Saturnium, nr. XII in de figuur bij p. 35 [Ned.].  Zie ook 'Gassendi dessine Saturne', en Opera omnia (1658) IV, 418, 459, 464.]
[ °)  Zie de figuur van blz 55 van Systema Saturnium, Ned.]



[ 171 ]
No 1032.

Christiaan Huygens aan R. Moray

Den Haag, 14 juli 1662.
Moray's antwoord: No. 1055, Boyle: No. 1056.  

. . . vous prier de remercier en mon nom Monsieur Boile du present qu'il vient de me faire de son dernier livre . . . les objections si frivoles que celles de ses deux adversaires . . . J'ay estè sur tout bien aise d'y trouver les deux experiences touchant la condensation et rarefaction de l'air, qui prouvent assez clairement cette proprietè remarquable a sçavoir que la force de son ressort suit la proportion contraire des espaces ou il est reduit.   . . . u te verzoeken uit mijn naam meneer Boyle te bedanken voor het feit dat hij me zijn laatste boek*) cadeau heeft gedaan . . . de zo onbeduidende tegenwerpingen als die van zijn twee tegenstanders°) . . . Ik was vooral blij er de twee experimenten te vinden over verdichting en verdunning van lucht, die deze opmerkelijke eigenschap duidelijk genoeg bewijzen, te weten dat zijn veerkracht de omgekeerde verhouding volgt van de ruimte die hem gegeven wordt.
Quand je considere cecy, je trouve plus de difficultè que jamais a rendre raison de ce qui se voit dans mon experience de l'eau purgée d'air qui ne descend point de la phiole renversée bien que le Recipient ou elle est soit vuidè d'air.   Wanneer ik dit overweeg, vind ik het moeilijker dan ooit te verklaren wat te zien is in mijn experiment met het water dat gezuiverd is van lucht [>] dat niet zakt uit de omgekeerde fles hoewel het vat waarin het is luchtledig is. #)

*)  A defence of the doctrine touching the spring and weight of the air ... against the objections of Franciscus Linus; wherewith the objector's funicular hypothesis is also examin'd, London 1662.  [Tabel in OC IV, 178: wet van Boyle.]
°)  Francis Hall/Line en Thomas Hobbes.  [ Zie Hobbes, Tracts (1682) IV ("dedicated to the King in 1662, but never printed before"), 15-25 en: R. Boyle, An examen of Mr. T. Hobbes his Dialogus physicus, 1662.]
#)  Volledige beschrijving (met figuur) in No. 1033 [Ned.].

[ 172 ]
. . . l'attraction du doigt dans le siphon ouvert des deux costez: mais il me reste une difficultè dans cette experience a la quelle je ne voy pas que ni l'hypothese de Linus ni celle de Monsieur Boile satisface, qui est, pour quoy le siphon demeure attachè au doigt, en sorte qu'il faut quelque peu de force pour l'en tirer. . . .   . . . de aantrekking van de vinger in de buis die aan beide kanten open is; maar er rest me een moeilijkheid in dit experiment waaraan ik niet zie dat òf de hypothese van Line òf die van meneer Boyle voldoet, namelijk: waarom blijft de buis vastzitten aan de vinger, zodat er enige kracht nodig is om hem er af te trekken.*) . . .
  L'Hypothese des ressorts de l'air est fort ingenieuse et satisfait a la pluspart des phenomenes, il n'y a que cettuicy que je ne scay comment on y pourroit rapporter a scavoir que l'air quoy que comprimè dans un vase retient sa fluiditè. . . .     De hypothese over de veren van de lucht is heel ingenieus, en voldoet aan de meeste verschijnselen, er is alleen dit waarvan ik niet weet hoe men het zou kunnen verklaren, te weten: ook al is de lucht samengeperst in een vat, hij behoudt zijn vloeibaarheid.°) . . .
  Je suis marry que dans l'experience qu'il a faite au haut de l'Eglise de Westminster, il y a cet inconvenient du chaud et du froid . . .     Het is jammer dat er bij het experiment dat hij deed bovenop de kerk van Westminster dat bezwaar van warmte en koude is . . .

[ *)  A defence..., p. 9-12 en de vertaling van het Latijn op p. 110: kwikbuis korter dan 76 cm.
In een antwoordbrief (p. 218-9) geeft Boyle niet echt een oplossing van het probleem:
why in the Torricellian Experiment, the finger that stops the orifice of the tube when it has neer 29½ inches of Mercury, should lift it up ...
the glass being unequally blown .../ ... if the pressure of the air can sustein a cylinder all of Mercury ... to be able ... to sustain such a Cylinder ... of glass .../ ... spring of the pulp [vlees van vinger].
Er volgt meer discussie (>).]
[ °)  De hypothese was van Robert Hooke ('England's Leonardo'), en deze zelf geeft antwoord, zie p. 221-2.]



[ 179 ]
No 1036.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

Den Haag, 20 juli 1662.

  . . . A Hofwijck il y a aussi quantitè de fruit, pommes, cerises et melons, dont hier nous mangeames le premier. Je croiois que ma Cousine informoit Mon Pere de tout cela par ses missives.     . . . In Hofwijck is er ook veel fruit, appels, kersen en meloenen, waarvan we gisteren de eerste aten. Ik dacht dat Nicht*) met haar brieven Vader informeerde over dit alles.

*)  Catharina Suerius [<].

[ 180 ]
  Je m'estonne, que ce bon duc de Roanes ait estè si longtemps sans vous rendre la visite. il me venoit veoir 3 et 4 fois la sepmaine quand j'estois à Paris. Pour ce qui est de la proposition qu'il fait que je demandasse a Amsterdam le mesme privilege qu'ils ont là pour les carosses, je croy premierement qu'on n'y trouveroit pas son conte comme a Paris, parce que les ruës y sont assez nettes et aisees; et que le magistrat ne permettroit pas aussi ce tracas par la ville, ayant a peine concedè a la fin aux particuliers d'avoir des carosses. Et quand il n'y auroit aucun obstacle, ce seroit une belle affaire pour moy de m'embarasser dans un parti comme cettui là, et d'avoir le divertissement de quelques proces. Il faut estre fort avide d'argent et estimer peu le temps, pour entreprendre des choses de cette nature.     Ik ben verbaasd dat de goede hertog van Roannez zo lang heeft gewacht met je te bezoeken. Toen ik in Parijs was kwam hij me 3 of 4 keer per week opzoeken*). Wat betreft het voorstel dat ik in Amsterdam het zelfde privilege zou vragen dat zij hebben voor de karossen°), ik geloof ten eerste dat men er geen baat bij zou vinden zoals in Parijs, omdat de straten er vrij netjes zijn en gemakkelijk; en dat de magistraat ook niet die drukte over de hele stad zou toelaten, nu ze tenslotte nauwelijks aan particulieren heeft toegestaan een karos te hebben #). En als er geen enkele belemmering was, zou het wel een mooie zaak zijn voor mij om in verward te raken zoals die andere [<], en de afleiding van enige processen te hebben. Je moet wel erg op geld belust zijn en weinig bezorgd om je tijd, om zulke dingen te ondernemen.

[ *)  Zie Dagboek, p. 534: 4 nov. 1660 (kennismaking), 13 en 30 nov., 3, 5, 13 dec. ... 18 maart 1662. Karossen worden daarbij niet genoemd; wel in brieven aan Lodewijk (12 april en 25 mei 1662), zie p. 137.]
[ °)  Voor een lijndienst met de 'Carosses à cinq sols', vanaf 1662. Zie Oeuvres de Pascal, X (1914) p. 282-289 en ook 271 e.v.  Officiële publicaties: De par le Roy. ... Route des carrosses publics pour la commodité des bourgeois (1662), 3e, 5e.]
#)  Het was in Amsterdam verboden, op straffe van 100 gulden boete, zich te verplaatsen met een karos; uitzondering was er alleen in bijzondere gevallen. Zo kreeg vader Const. Huygens in 1669 toestemming voor 2 dagen; en Nic. Tulp mocht toen hij burgemeester was een karos gebruiken.  



[ 192 ]
No 1041.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

Den Haag, 10 augustus 1662.

  Vous n'avez rien receu de ma part par le dernier ordinaire a cause du voiage d'Amsterdam, ou je fus avec le frere de Moggershill pour assister a l'enterrement du cousin J. de Vogelaer, et aussi par ce que j'y avois affaire. nous partismes le mercredy a 6 heures du matin avec le chariot de poste et arrivames a Amsterdam une demie heure devant midy, qui est une grande commoditè et a pris raisonnable, car on ne paie que 4 francs. . . .     Je hebt met de laatste gewone post van mij niets ontvangen door de reis naar Amsterdam, die ik maakte met zwager Moggershil [<] om de begrafenis bij te wonen van neef J. de Vogelaer, en ook omdat ik er zaken te doen had. We vertrokken op woensdag [2 aug.] om 6 uur 's ochtends met de postwagen*), en kwamen een half uur voor de middag in Amsterdam aan, wat een groot gemak is en voor een redelijke prijs, want men betaalt maar 4 francs. . . .

gevelsteen met postwagen *)  De '"Haagsche postwagendienst"' begon in 1660; het was de eerste dergelijke onderneming in de Nederlanden. De wagens kwamen in Amsterdam aan op de Singel bij de Korsjespoortsteeg, waar een huis is met een wagen als gevelornament [Singel 74].

[ 193 ]
  Je fus aussi veoir le Sieur Hemoni pour la premiere fois, avec qui j'eus longue conference touchant les choses de son mestier, et tons de la musique, ou il est tres scavant. Le 3me jour nous nous remismes sur le mesme chariot a 3 heures et demie et fumes un peu apres 9 heures a la Haije. Le frere comme je croy vous fera une relation plus particuliere de ce voyage, et ce que j'en ay dit n'est que faute d'autre matiere, car en veritè je n'ay rien a vous mander si non que les melons a Hofwyck sont tresbons, et des nouvelles de pareille importance.     Ik ben ook voor het eerst op bezoek geweest bij de heer Hemony, met wie ik lang gesproken heb over dingen van zijn vak, en muziektonen, waarin hij heel deskundig is. De 3e dag namen we weer plaats op dezelfde wagen, om half vier, en we waren even na 9 uur in Den Haag. Zwager zal je naar ik geloof meer in het bijzonder verhaal doen van deze reis, en wat ik ervan gezegd heb is maar bij gebrek aan andere stof, want in werkelijkheid heb ik je niets te berichten, behalve dat de meloenen op Hofwijck heel goed zijn, en nieuws van dergelijk belang.



[ 197 ]
No 1044.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

17 augustus 1662.

. . .   Je ne scay pas encore quand Monsieur Chieze partira, tantost Busero tantost Ketting le lanterne. il semble au moins qu'il fait ce qu'il peut pour se faire depescher. J'avois dessein de le lanterner encore a son depart, c'est a dire de le charger de la Lanterne, que j'ay fait faire pour Mon Pere. mais il en sera delivrè, par ce que malgrè toute mon industrie et science je n'en puis venir a bout. Je parle tout de bon, et le frere de Zeelhem peut tesmoigner combien j'ay pris de peine en vain, sans que je l'aye pu ajuster de mesme qu'a estè la premiere que j'avois cy devant de la quelle ayant ostè les verres il y a long temps, je ne scaurois retrouver a cet heure quels ils ont estè.   . . .   Ik weet nog niet wanneer meneer Chieze zal vertrekken, nu eens houdt Buysero en dan weer Ketting*) hem aan het lijntje. Hij schijnt tenminste te doen wat hij kan om zich te laten afvaardigen. Ik was van plan nog een lijntje te leggen bij zijn vertrek, dat wil zeggen hem te belasten met de toverlantaarn [<], die ik voor vader heb laten maken; maar hij zal ervan verlost worden, want ondanks al mijn ijver en kennis kan ik het niet klaarspelen. Ik spreek in ernst, en broer Zeelhem kan getuigen hoeveel moeite ik tevergeefs gedaan heb, zonder dat ik hem zo kon inrichten als de eerste was die ik vroeger had, waarvan ik de glazen lang geleden eruit genomen had; ik zou nu niet kunnen terugvinden welke het geweest zijn.
Peut estre que il Signor Padre ne s'en souviendra plus, mais en cas que si, vous luy ferez scavoir ces raisons susdites, et au reste que je suis prest de luy fabriquer Lunette d'approche, microscope et tout ce qu'il voudra, exceptè la Lanterne, dont il faut compter l'invention inter artes deperditas.   Misschien dat signor padre het zich niet herinnert, maar als het wel zo is laat je hem de bovengenoemde redenen wel weten, en overigens ben ik bereid voor hem een verrekijker, een microscoop en alles wat hij wenst te fabriceren, uitgezonderd de lantaarn, waarvan de uitvinding gerekend moet worden tot de verloren kunsten.°)

*)  Adriaan Buysero was secretaris [p. 91], en Ketting ondersecretaris van de prins van Oranje.
[ Sebastien Chieze: OC III, 276 n4; en Worp, Briefwisseling, deel 5, p. xxix (1657-'60 lid van het parlement van Orange), en deel 6, p. vii (later heen en weer reizend).]

[ °)  Hieronder: Chr. Huygens' tekening van de 'Laterna magica' (1694), in T. 13, p. 786.]
toverlantaarn
[ 198 ]
. . .   Quand vous ferez part a Monsieur le Duc de Roanes de mes experiences, dites luy aussi que j'ay trouvè une regle pour scavoir a quelque hauteur donnée combien du poids de l'atmosphere il y a encore depuis là vers en haut, et par consequent a quelle hauteur y doit demeurer le mercure dans l'experience de Torricellius, comme par exemple, quand on est a la hauteur de 22873 pieds, je dis qu'on a encore la moitiè du dit poids par dessus la teste; et quand on est à la hauteur de 100 mille pieds, seulement 1/21: Et a la hauteur de 380000 pieds 1/100000.   . . .   Wanneer je mijn experimenten meedeelt aan de hertog van Roannez [<], zeg hem dan ook dat ik een regel*) heb gevonden om bij een zekere hoogte te weten hoeveel van het gewicht van de atmosfeer er nog is van daar af omhoog, en dientengevolge op welke hoogte het kwik in het experiment van Torricelli er moet blijven staan, zoals bij voorbeeld: wanneer men op een hoogte van 22873 voet is, zeg ik dat men nog de helft van het genoemde gewicht boven het hoofd heeft; en wanneer men op een hoogte van 100 duizend voet is slechts 1/21; en op een hoogte van 380000 voet 1/100000.

*)  Zie No. 1048 [p. 205-6; geen rekening is gehouden met de 'warmtegraad', eerder wel genoemd (<); de juiste waarde voor de helft is ongeveer 5,5 km, zie de grafiek bij 15° C, die een rechte zou geven in de standaardgrafiek].



[ 199 ]
No 1045.

Constantijn Huygens jr aan Lodewijk Huygens

Den Haag, 17 augustus 1662.

. . . d'interposer vostre credit du Pere de la Signora Marianne a ce qu'il veuille nous faire largesse d'encore un morceau ou deux de ces miroirs d'acier comme vous avez envoyé au frere dont l'un a esté si excellent que je n'en ay quasi jamais veu de si beau de ma vie. La bonté consiste dans la solidité de la matiere et qu'il n'y ait pas des petits pores comme pour la plus part il y en a tousjours, et afin que vous en voyiez un exemple je vous envoye icy un petit miroir fait d'un de ces deux morceaux que nous avons de luy, auquel si vous y prenez garde vous remarquerez ces pores. L'autre n'en avoit point . . . Il a une fort bonne maniere de leur donner un poly vif et brillant, et il vaudroit la peine de la scavoir de luy, comme je ne croy pas qu'il en voudroit faire un secret.   . . .   het krediet dat je hebt bij de vader van signora Marianne [Petit] aan te wenden opdat hij ons de gulheid wil betonen van nog een of twee van die stalen spiegelstukken [<,>] zoals je gezonden hebt aan broer, waarvan het ene zo uitstekend was dat ik zo goed als nooit van mijn leven zo'n mooie gezien heb. Het goede bestaat uit de vastheid van de stof, en dat er geen kleine porieën zijn zoals meestal, en om je een voorbeeld te laten zien stuur ik je hierbij een spiegeltje gemaakt van een van die stukken die we van hem hebben, waarop je als je er goed op let die porieën zult opmerken. Het andere had er geen . . . Hij heeft een heel goede manier om ze een heldere en blinkende glans te geven, en het zou de moeite waard zijn die van hem te weten te komen, daar ik niet geloof dat hij er een geheim van zou willen maken.

[ 200 ]
. . . je voudrois bien que vous sceussiez un peu de mon Pere s'il trouve que nous habillions nos valets icy des couleurs qu'il donne aux siens à Paris veu qu'il leur faudra des habits de necessité. Je croy que ceux que les vostres ont sont tels qu'on pourroit bien les faire un peu moindres icy encor que des mesmes couleurs. Adio.   . . . ik zou graag willen dat je bij vader nagaat of hij vindt dat we onze bedienden hier moeten kleden in de kleuren die hij aan de zijne in Parijs geeft, aangezien ze nodig nieuwe kleren moeten hebben. Ik geloof dat die welke ze bij jullie hebben zo zijn dat we ze hier wel wat eenvoudiger kunnen maken met nog wel dezelfde kleuren. Adio.




No 1046.

Christiaan Huygens aan Robert Moray

Den Haag, 18 augustus 1662.
Antwoord op No. 1034. Moray's antwoord: No. 1055.  

[ 201 ]
. . . J'eusse a peine creu qui m'auroit dit que je trouverois mon anneau de Saturne mentionè dans un livre d'un suject si fort eloignè.   . . . Als iemand me gezegd had dat ik mijn ring van Saturnus genoemd zou vinden in een boek*) met een onderwerp dat er zo ver vanaf staat, zou ik hem nauwelijks hebben geloofd.

[ *)  John Evelyn noemt Const. en Chr. Huygens in Sculptura (1662) op p. 74, bij Rubens.]




[ 208-9 ]
No 1050.

Christiaan Huygens aan Ism. Boulliau

24 augustus 1662.

  Je vous rends graces tres humbles tant de ce que vous me faites l'honneur de me mander de vos nouvelles, que du present de vostre Traitè*), que je viens de recevoir. Quand il sera reliè j'en considereray de plus pres le contenu, car je n'ay encore fait que le feuilleter, et je remarque que vous disputez en plusieurs endroits contre les opinions d'Aristote et de ses sectateurs, qui est tousjours une bonne chose.
Sed utinam tam facile esset vera invenire quam falsa redarguere, principalement dans cette matiere si difficile et profonde.
les 2 Exemplaires à Messieurs Vossius et Hudde ont estè rendus.
    Ik bedank u zeer ootmoedig zowel voor de eer die u me aandoet door mij nieuws van u te melden, als voor het cadeau doen van uw Verhandeling*), die ik zojuist ontving. Wanneer deze is ingebonden zal ik de inhoud ervan nader beschouwen, want ik heb de bladen alleen nog maar bekeken, en ik merk op dat u op verscheidene plaatsen ingaat tegen de meningen van Aristoteles en zijn aanhangers, wat altijd een goede zaak is.
Maar ach, was het maar even gemakkelijk het ware te vinden als het onware te weerleggen, vooral in deze zo moeilijke en diepzinnige stof.
De 2 exemplaren voor de heren Vossius en Hudde zijn verstuurd.
  Apres l'avis que vous m'avez donnè de l'Estoile in Collo Ceti, je l'ay observée pour la premiere fois le 15 de ce mois, et la trouve au mesme lieu ou la met Monsieur Hevelius, et presque egale en clartè a celle de la Mandibula. C'est une chose merveilleuse si elle souffre tous les changemens que raconte ledit Hevelius, comme je n'en doute point, et il me tarde de les remarquer moy mesme.     Na het bericht dat u me gaf over de ster in de hals van de Walvis°), heb ik hem voor de eerste keer gezien op de 15e van deze maand, en ik vind hem op dezelfde plaats waar meneer Hevelius hem zet, en in helderheid bijna gelijk aan die in de kaak. Het is verbazend als hij al die veranderingen ondergaat die de genoemde Hevelius vertelt #), waaraan ik niet twijfel, en ik verlang ernaar ze zelf op te merken.

*)  Zie No. 1040 [p. 190]: De natura lucis, Par. 1638.
[ Het exemplaar van The Wellcome Library heeft op de titelpagina: "Clarisso. ac Doctissimo Viro Dno. Martino Hortensio Mathematicarum artium in Academia celebri Amstelod. Professori, donat Ismael Bullialdus". Meer over Martinus Hortensius hier.]

Mira Ceti volgens Hevelius °)  Ster in de hals, zie p. 191Mira Ceti (naam van Hevelius voor omikron Ceti) was in 1596 ontdekt door David Fabricius, verdwenen, maar in 1609 door hem teruggevonden; Holwarda (<) toonde in 1640 de periodiciteit aan.
[ Boulliau's waarnemingen van 1661-64 staan in zijn Ad astronomos monita duo, 1667, p. 6.]

Ster in de kaak: nu 'α Ceti', van tweede grootte [zie T. 15, p. 77].
[ Figuur: 'CETUS. Diversae novae Stellae facies'. Anno 1660 ... 1661, Oct. 20 ... Feb. 20.]

#)  In zijn Mercurius in Sole visus ... Historiola illius, ac mirae Stellae in collo Ceti, Ged. 1662.




No 1054.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

31 augustus 1662.

[ 215 ]

. . .   Des deux pieces de miroir que vous avez envoièez au frere de Zeelhem il en a cassè l'une en voulant l'arrondir si bien qu'il m'a fallu luy rendre l'autre qu'il m'avoit donnee. Priez de ma part Monsieur Petit de me donner encore 2 ou 3 pieces de cette mesme etoffe s'il en a, car elle est fort belle. et remerciez le de l'instruction qu'il nous a donnée pour le poliment quoy que je m'imagine qu'il y scait encore quelque autre finesse, car son poli est plus beau, que celuy que nous puissions effectuer suivant sa recepte: mais nous tascherons de la perfectioner.   . . .   Van de twee spiegelstukken [<] die je gezonden hebt aan broer van Zeelhem heeft hij er een gebroken toen hij het rond wilde maken, zodat ik het andere dat hij me gegeven had aan hem moest teruggeven. Vraag namens mij aan meneer Petit me nog 2 of 3 stukken te geven van deze zelfde stof als hij ze heeft, want die is heel mooi; en bedank hem voor de instructie die hij ons heeft gegeven voor het polijsten, hoewel ik me voorstel dat hij nog een andere kunstgreep kent, want zijn polijsting is mooier dan wat wij volgens zijn recept kunnen teweegbrengen; maar we zullen proberen het te perfectionneren.
  Je voudrois bien scavoir de quelle grandeur sont les verres de Monsieur d'Espagnet qu'il a essaiez et quelle ouverture ils souffrent.
    Ik zou graag willen weten van welke grootte de glazen van meneer d'Espagnet*) zijn die hij geprobeerd heeft, en welke opening ze toelaten.
  Les questions que vous m'avez envoiees ne meritent pas qu'on s'y amuse n'estant aucunement belles ny utiles a rien. cela vient de quelque arithmeticien et non pas d'un Geometre.     De vraagstukken°) die je me gezonden hebt verdienen het niet dat men zich ermee vermaakt, ze zijn helemaal niet mooi en hebben geen nut; het komt van een of andere rekenkundige, en niet van een Meetkundige.

*)  Zie p. 127, n2  [niet Jean d'Espagnet (1564 - c. 1637), want er was een ontmoeting met Huygens (p. 333); de voornaam Jean blijkt nergens; in 1675 zond een Mr. d'Espagnet een waarneming van bijzonnen (>) in Bordeaux aan Huygens].
°)  Zie No. 1052 [p. 211].



[ 225 ]
No 1059.

R. F. de Sluse aan Christiaan Huygens

Luik, 8 september 1662.
Huygens' antwoord: No. 1065.  

  Librum, de quo me monueras, ab aliquot diebus accepi, et continuâ lectione, ut ita dicam, devoravi. Gratias igitur ago pro indicina, eo ampliores, quo maiorem, quam speraveram, voluptatem ex eo sum consecutus. . . .
Machinam vero illius ingeniosam, sed quam ni fallor industria tua aptiorem reddes.
    Het boek [Boyle, 1661], waarop u mij opmerkzaam had gemaakt, heb ik enige dagen geleden ontvangen, en onafgebroken lezend om zo te zeggen verslonden. Ik bedank u dus voor de aanwijzing, en des te meer omdat ik daaraan een groter genoegen heb ontleend dan ik had verwacht. . . .
En die Machine van hem is ingenieus, maar als ik me niet vergis zult u deze met uw nauwgezetheid geschikter maken*).
Boyle-pomp  
[ *)  Zie 'Het luchtledige', bij 7 okt. 1662, figuur:]
Huygens-pomp
Cum essem Romae . . . phaenomeni Torricelliani . . . aerem soni vehiculum ac medium esse tuetur . . .
Cum vero Maggiottus 'ho makaritès' in eâ esset sententia, quae aerem soni vehiculum ac medium esse tuetur . . . nec Kircheri experimento fidem haberet, ut rem accuratius examinaremus, in tubo vitreo, in cuius extremitate bulla satis ampla et aperta erat, nolam inclusimus duos tresue digitos latam et valde sonoram, obstructoque, quantâ fieri potuit diligentiâ superiori, cui annectebatur foramine, tubum hydrargyro implevimus. ac, ut experimentum exigit, non sine labore propter Mercurij pondus deplevimus.
  Toen ik in Rome was . . . het verschijnsel van Torricelli . . .
En daar Magiotti zaliger van mening was, dat lucht is te beschouwen als middel voor overbrenging van geluid . . . en geen vertrouwen had in het experiment van Kircher, hebben we om de zaak nauwkeuriger te onderzoeken in een glazen buis, met aan het eind een vrij grote en open bol, een belletje ingesloten, twee of drie vingers dik en luid klinkend, en na deze zo zorgvuldig mogelijk tegen het bovenstuk, waarmee hij met een opening verbonden werd, te hebben aangehecht, hebben we de buis met kwik gevuld; en we hebben hem, niet zonder moeite wegens het gewicht van het kwik, leeg laten lopen zoals het experiment vereist.
Stetit ille in altitudine consuetâ, concusso vero tubo tam debilis e nolâ sonus auditus est, ut incertos nos dimiserit an non ex ipsius tubi tremore oriretur, a nolâ scilicet, cui ut dixi, arcte colligabatur, impresso. Nosti enim in longissima etiam trabe, si una sui extremitate pulsetur, sonum ad alteram ratione continuitatis partium subitò deferri.   Dat kwik is op de gewone hoogte blijven staan, en bij schudden van de buis is een zo zwak geluid van het belletje gehoord, dat het ons onzeker heeft gelaten of het niet van de trilling van de buis zelf kwam, door het belletje, dat er zoals gezegd nauw mee verbonden was, erin gedrukt. U weet immers dat ook in de langste balk, als er aan het ene uiteinde op geklopt wordt, het geluid meteen naar het andere eind wordt gebracht op grond van de samenhang der delen.




No 1065.

Christiaan Huygens aan R. F. de Sluse

25 september 1662.

[ 239 ]

  Literas quas Parisiis ad te dederam intercidisse doleo. In ijs quod de Cycloide scripseram erat hujusmodi,     Dat de brief, die ik u uit Parijs had gestuurd, verloren is gegaan betreur ik. Wat ik daarin over de Cycloïde had geschreven was als volgt:
cycloide, rollende bolletjes
nempe si per superficiem secundum Cycloidis cavum inflexam, qualis hic ABC, ita ut axis BH situs sit perpendiculariter, si inquam mobile per eam descendat, id eodem tempore ad punctum imum B pervenire e quocumque puncto Cycloidis ut E vel D vel A, dimissum fuerit.   Als over een oppervlak, gebogen volgens de holte van een cycloïde, zoals hier ABC, zodanig dat de as BH een loodrechte stand heeft, als zeg ik een beweeglijk voorwerp daarlangs afdaalt, zal het in dezelfde tijd in het onderste punt B aankomen, uit welk punt van de cycloïde, zoals E of D of A, het ook was losgelaten.
Hoc porro inventum ad emendandum penduli motum ita adhibeo, suspenso nimirum pendulo, puta FB, inter lamellas FGA, FKC medio, quorum occursu dum se inflectit filum FB, plumbum B, per arcus cycloidis ABC feratur. Quod sic fieri inveni si duae dimidiae cycloides fuerint FGA, FKC, ipsi ADB pares.   Verder gebruik ik deze vondst voor het verbeteren van de beweging van een slinger, namelijk met de slinger als FB opgehangen midden tussen de plaatjes FGA en FKC, waar de draad FB tegenaan komt en zich buigt, zodat het loodje B langs boog ABC van de cycloïde gaat. Ik heb gevonden dat dit zo gebeurt als FGA en FKC twee halve cycloïden zijn, gelijk aan ADB.
  Soleo autem ad horologia adhibere particulas duntaxat exiguas FG, FK, quia penduli ipsius oscillationes modicae sunt. Ita ut ad hunc usum facta a natura linea ista videtur, fateorque hisce animadversis non parum me fuisse delectatum postea quam et experientia comprobatum est.     Doch gewoonlijk gebruik ik voor uurwerken slechts de kleine gedeelten FG en FK, omdat de uitwijkingen van deze slinger niet zo groot zijn. Zodat die lijn door de natuur voor dit gebruik lijkt te zijn gemaakt, en ik beken dat ik na dit te hebben opgemerkt niet weinig blij was nadat het ook door ondervinding bevestigd is.
. . .
  Quod de nolae recipiente conclusae sono refers idem ipse quoque expertus sum . . .
  . . .
  Wat u vertelt over het geluid van een in een kolf ingesloten belletje, dat heb ik zelf ook ondervonden [>] . . .



[ 242 ]
No 1067.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

5 oktober 1662.

  Je suis bien aise de veoir que l'on s'eschauffe de plus en plus par de là au fait des Lunettes, et qu'on y fait quelque chose de bon. Il n'y a point de raison pour quoy ils n'y pussent reussir aussi bien que moy puis que je leur ay communiquè ma methode, a la quelle ils auront encore adjoutè leurs propres observations. je dis pour ce qui est des grands verres objectifs, qui est le principal; car pour les oculaires vous voyez bien que j'y ay trouvè quelque chose de nouveau, qui cause cette nettetè dans les lunettes de jour, et de mesme dans les plus longues, leur     Ik ben wel blij te zien dat men daar meer en meer warm loopt voor de zaak van de kijkers, en dat men er iets goeds doet. Er is geen reden waarom zij er niet even goed in zouden kunnen slagen als ik, daar ik hun mijn methode heb meegedeeld*), waarbij ze nog hun eigen waarnemingen zullen hebben gevoegd. Ik bedoel voor wat betreft de grote objectieven, wat het voornaamste is; want wat betreft de oculairen: je ziet wel dat ik iets nieuws gevonden heb°), dat die scherpte in de dagkijkers veroor­zaakt, en eveneens in de langere, en

*)  Zie Dagboek, 8 jan. 1661.
[ °)  A. van Helden, 'The Development of Compound Eyepieces, 1640-1670', JHA 8 (1977) 26-36.]

[ 243 ]
donnant en mesme temps une grande ouverture. Si vous prenez bien garde combien grossissent celles de Monsieur Chieze à 4 verres, en regardant des lettres de loin, ou par la maniere que je diray apres, vous trouverez sans doute qu'elles n'en font pas tant que les petites de nostre façon, quoy que d'abord elles vous ayent semblè presque egales. Pour ce qui est des grandes de 25 pieds de Monsieur Petit, puis que ses 500 pas ne font que 800 pieds, elles ne font pas plus grand effet que les mienes de 22 pieds. car ayant fait afficher les characteres, qu'il m'a envoiez, au costè d'un piedestail qui est sur le milieu du frontispice du Doelen je les lis facilement. Mais parce que la distance de nostre fenestre jusques la n'est que de 732 pieds j'y ay mis des caracteres encore plus petits . . .   het geeft ze tegelijk een grote opening. Als je er goed op let hoeveel die van meneer Chieze met vier glazen vergroten, door letters in de verte te bekijken, of op de manier die ik hierna zal zeggen, zul je ongetwijfeld vinden dat ze niet zoveel doen als de kleine van onze bouwwijze, hoewel ze je eerst bijna gelijk hebben toegeschenen. Wat betreft de grote kijkers van 25 voet van meneer Petit, aangezien zijn 500 passen maar 800 voet zijn, geven ze niet meer effect dan de mijne van 22 voet. Want nadat ik de lettertekens, die hij me had gezonden, had laten vastplakken op de zijkant van een sokkel die midden op de voorgevel van de Doelen*) staat, kan ik ze gemakkelijk lezen. Maar omdat de afstand van ons venster tot daar maar 732 voet is, heb ik er nog kleinere lettertekens op gezet . . .

Doelen, driehoekig fronton *)  De 'Nieuwe' of 'St. Sebastiaansdoelen' bevond zich op de hoek van de Vijverberg en het Tornooiveld. Nu is in dit gebouw het Haags Historisch Museum gevestigd. Foto rechts (1923): driehoekig fronton.
[ Suppl. I, plattegrond: boven rechts naast de 'Viver', nieuw Huygens' huis midden onder, nr. 7 en 8; zie ook bij T. 22, p. 568.]


[ 245 ]
. . .  que je luy fis veoir les experiences du vuide . .  Si je ne disois tousjours que la machine n'est pas en estat, je serois importunè tous les jours de quelque spectateur; quoy que je ne mente pas la pluspart, car elle ne peut jamais demeurer guere dans sa perfection a cause du piston qui se gaste facilement.   . . .  dat ik hem [de Keurvorst] de experimenten met het luchtledige liet zien . . . Als ik niet steeds zou zeggen dat de machine niet in goede staat is, zou ik dagelijks lastig gevallen worden door een kijkgraag iemand; hoewel ik meestal niet lieg, want het in staat van volmaaktheid blijven is nauwelijks ooit mogelijk, doordat de zuiger makkelijk onbruikbaar wordt.
Deux jours apres la visite de l'Electeur, l'une de ces venerables princesses de Portugal vint icy le matin a 8 heures dans son carosse et fit dire au frere de Zeelhem qui estoit au lict, qu'elle avoit ouy parler de plusieurs raretez qu'il avoit a veoir, le priant de les luy monstrer. Sans doute elle avoit ouy parler des experiences susdites; mais le Seigneur de Zeelhem s'en excusa, comme vous pouvez croire, en faisant dire qu'il se portoit mal et qu'il gardoit le lict. tout le monde trouva cette visite rare et plaisante tout ce qui se peut.   Twee dagen na het bezoek van de Keurvorst kwam één van die eerbiedwaardige prinsessen van Portugal*) 's morgens om 8 uur hier in haar karos, en ze liet aan broer van Zeelhem°), die nog in bed lag, zeggen dat ze had horen praten over verscheidene curiositeiten die hij kon laten zien, met het verzoek haar die te tonen. Ongetwijfeld had ze horen praten over de genoemde experimenten; maar de heer van Zeelhem excuseerde zich, zoals je wel kunt geloven, door te zeggen dat hij zich niet goed voelde en dat hij het bed hield. Iedereen vond dit bezoek uiterst merkwaardig en grappig.

*)  Emanuel, zoon van de troonpretendent, kwam in 1595 naar de Nederlanden en trouwde clandestien met Emilia van Nassau, dochter van prins Willem I en Anna von Sachsen; ze overleed in 1629 en had zes dochters: Maria Belgica, Emilia Louisa, Anna Louisa, Juliana Catharina, Eleonora Mauritia, Sabina Delphica, die allen protestants waren.
°)  Constantijn Huygens.



[ 252 ]
No 1070.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

19 oktober 1662.

. . . La gibeciere et la trompette marine avec toutes les autres pieces du bagage de la belle M. seroient fort bien au commencement de quelque Roman Comique, et peut estre que les adventures qu'elle aura dans ce voyage donneroient de la matiere assez pour l'achever.   . . . De tas en de tromba marina*) met alle andere bagage van de mooie Marianne zouden het heel goed doen als begin van een komische roman, en misschien dat de avonturen die ze zal hebben op deze reis genoeg stof zouden geven om die te voltooien.
  Vos avis et ceux de Don Sebastian touchant la vertu mirifique des draps de la Pucelle sont tout a fait contraires, car selon les siens, ils vous contraignent de sortir du lict 3 ou 4 fois la nuict, au lieu que vous dites qu'aussi tost vous avez estè gueri de ce mal, ce qui me semble aussi plus naturel.     Jouw berichten en die van Don Sebastian [Chieze] over de wonderbaarlijke werking van de lakens°) van de maagd zijn geheel tegengesteld, want volgens hem dwingen ze je 3 of 4 keer per nacht het bed te verlaten, terwijl jij zegt dat je meteen genezen bent van die kwaal die je had, wat me ook natuurlijker lijkt.

[ *)  Zie dagboek Parijs 30 jan. 1661: "M.le Petit bezocht, ik liet haar spelen op de tromba marina, en leerde dat dit instrument niet meer en niet minder tonen heeft dan de trompet."]
[ °)  Lodewijk sliep in het bed van Marianne Petit (zie p. 215), die op reis was — tot 18 nov., zie p. 265. ]




No 1073.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

Zuylichem, 9 november 1662.

[ 257 ]

. . . il est clair comme le jour qu'on nous fait tort, et s'il y a de la justice pour nous dans la Banque de Zuylichem, nous devons gaigner nostre cause. Pour ce qui est de regaler ces gens d'icy comme vous dites, je n'en ay pas encore eu l'occasion. J'ay pourtant estè quelque fois dans leur compagnie a Bommel et me suis soulè avec eux pour faire connoissance.   . . . het is overduidelijk dat men ons benadeelt, en als er voor ons een geding is bij de rechtbank van Zuylichem, moeten we onze zaak winnen. Wat betreft het onthalen van de mensen hier zoals je zegt, ik had er nog geen gelegenheid voor. Ik ben evenwel enkele malen bij hen geweest in Bommel en ik ben samen met hen dronken geworden om kennis te maken.
Mais ce sont la les plus facheuses courvees pour moy et pour les quelles principalement je vous souhaite icy en ma place. Tout de bon si Mon Pere vous veut laisser aller vous m'obligerez fort de venir, et les choses n'en iront que mieux, mais qu'il ne me demande pas en eschange.   Maar dit zijn voor mij de meest onaangename karweien en vooral daarom wens ik dat jij hier bent in mijn plaats. Echt, als Vader je wil laten gaan, zul je me zeer verplichten als je komt, en de zaken zullen er slechts beter door gaan, maat laat hij in ruil daarvoor niet mij vragen.




No 1080.

Christiaan Huygens aan R. Moray

Den Haag, 1 december 1662.
Antwoord op No. 1055, 1076. Moray's antwoord: No. 1093.  

[ 275 ]
. . . touchant l'hypothese des petits corps qui composent l'air. La quelle est si bien expliquee par l'autheur dans sa lettre, que vous m'avez envoiée que si j'ay apportè (car je ne m'en souviens point) quelque autre difficultè à l'encontre, outre celle que j'avois d'admettre un mouvement interieur et inherant aux corps, je croy que j'ay eu tort. mais cette supposition quoy qu'authorisèe par Epicure me semble tousjours fort peu recevable.   . . . over de hypothese van de kleine lichamen die de lucht samenstellen. Die is zo goed uitgelegd door de bedenker*) in zijn brief die u me stuurde, dat ik denk dat ik ongelijk had als ik (want ik herinner me het niet) enige andere moeilijkheid er tegenin heb aangedragen dan de aanname die ik had van een inwendige en bij de lichamen behorende beweging. Maar deze veronderstelling, hoewel bedacht door Epicurus, lijkt me nog altijd zeer weinig aannemelijk.

*)  R. Hooke, zie No. 1057 [p. 221-2].

[ 276 ]
  Quant a l'experience du tuyau de Linus ouvert par les deux bouts, qu'il dit s'attacher au doigt, quand on le remplit de Mercure et qu'on l'enfonce dans la mesme liqueur par le bout d'en bas, je croy qu'il est superflu d'en disputer tant qu'on n'aura pas essayè ce qui en arrive en effect. Cependant je suis fort trompè si en faisant la dite experience, il ne s'observe ce que je m'en vay dire. . . .     Over de proef van Line [<,>] met de aan beide kanten open buis, die volgens hem aan de vinger vast gaat zitten wanneer men hem met kwik vult en met de onderkant in dezelfde vloeistof steekt, ik geloof dat het onnodig is er over te twisten zolang we niet beproefd hebben wat er echt mee gebeurt. Toch moet ik me sterk vergissen als er bij het doen van de genoemde proef niet waargenomen wordt wat ik ga zeggen. . . .




[ 278 ]
No 1082.

Christiaan Huygens aan Lodewijk Huygens

Den Haag, 14 december 1662.


. . . Monsieur Brus, qui ne me quita point toute l'apresdinée. Et c'est ce qu'il fait assez souvent, depuis que nous nous sommes mis a perfectionner l'invention des Longitudes. J'en escris au long a Mon Pere, ce que nous en esperons et comment nous en sommes desia si avant, que nous disputons sur le partage du proufit qui en reviendra, parce que Monsieur Brus soutient qu'il n'y a pas contribuè peu de son invention, en adjustant tellement le pendule qu'il est capable de resister au mouvements d'un vaisseau. Cependant donnez vous bien garde d'en dire rien a personne, parce qu'on se mocqueroit trop de nous, en cas que nous n'eussions rien à partager.   . . . Meneer Bruce, die me de hele middag niet alleen liet. En dat doet hij vrij vaak, sinds we aan de slag zijn gegaan met het vervolmaken van de Lengtebepaling. Ik schrijf er uitvoerig over aan Vader, wat we ervan verwachten en hoe we er al zo ver mee zijn, dat we het hebben over de verdeling van het profijt die ervan zal komen, omdat meneer Bruce volhoudt dat hij er niet weinig aan heeft bijgedragen dat door hem is uitgevonden, door de slinger zo in te richten dat hij in staat is de bewegingen van een vaartuig te weerstaan. Let er echter goed op dat je er niemand iets over zegt, omdat men ons teveel zou bespotten in het geval dat we niets te verdelen zouden hebben.

[ Zie voor de relatie met Bruce de (vertaling van de) Biografie, p. 577 e.v.]




Home | Christiaan Huygens | IV | Parels uit brieven 1662 - b (top) | 1663