Home | Chr. Huygens | Oeuvres IV | < Constantijn Huygens jr >

1660-61  |  1662:  oktober , nov.  |  1663:  april , mei , juni , juli , aug. , sept. , okt. , nov. , dec.  |  1664



Vertaling van de

Briefwisseling met Constantijn Huygens jr.

1662 - 1663



[ 253 ]
No 1071.

Christiaan Huygens aan [Constantijn Huygens jr.].

26 oktober 1662.

Brief in Leiden, coll. Huygens.

A Zulichem ce 26 Octobre 1662.  

  Ik stuur je de brief die ik schrijf aan Vader 1) open, opdat je ziet in welke toestand hier*) de zaken zijn waarvoor ik er heengegaan ben 2). Het is ook al het nieuws wat ik je zou kunnen melden vanuit deze plaats, die me al begint te vervelen. Morgen ga ik voor 2 of 3 dagen naar Den Bosch en dan zal ik ook opdracht geven


kasteel Zuylichem 1)  Het concept van deze brief is niet gevonden.

[ *)  In Zuilichem. Figuur rechts: het kasteel van Zuilichem naar een tekening van A. Rademaker, zie eind van T. 7.]

2)  Zie de brieven No. 1030, 1031 [n.5] en 1036.

[ 254 ]
het werk van die van Herwijnen 3) af te breken, want om verscheidene redenen wil ik niet hier zijn terwijl dit exploot wordt nagekomen. Ik ben verbaasd dat er in Gorcum nog geen brieven voor mij zijn; vergeet alsjeblieft niet die zo spoedig mogelijk te sturen.

In Den Bosch zal ik een glas 4) laten maken voor het luchtledige waarin men zijn arm kan steken*), en ook enkele stukken om te proberen of het materiaal voor kijkers zal kunnen dienen.
Toen ik van Den Haag kwam ontmoette ik op de boot van Delft juffrouw Duyck 5) met een oude tante 6). Ze deelde me mee dat onder anderen Rotgans lange tijd omgang had gezocht met die juffrouw op wie jij het nu hebt gemunt, evenwel zonder dat zij er iets van wist. Adieu.


3)  Enkele constructies in Herwijnen, dichtbij Gorsum, opgericht op bevel van Cornelis van Brederode van Wieringen (zie No. 1031, n.5).
4)  Zie over de glasfabriek van Den Bosch brief No. 1030, n.3.
[ *)  Zie No. 1013 van Moray: de hand van Brouncker ging in de klok van de luchtpomp.]
5)  Waarschijnlijk Maria Duyck, dochter van Adriaan Duyck en Clara van Berchem.
6)  Waarschijnlijk Alida Duyck, dochter van Johan Duyck; ze trouwde met Johannes Halling, burgemeester van Den Haag.



No 1072.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

9 november 1662.

Brief in Leiden, coll. Huygens a).

A Zulichem ce 9 Novembre 1662.  

  Je eerste en tweede pakket zijn aan mij geleverd, hoewel vrij laat. In het eerste zat alleen een brief 1) van de heer du Portail, en bijgevolg niets waarop ik haastig antwoord moet geven.

  Ik zou echter eerder hebben geschrevn om je in te lichten over wat hier gebeurt, als ik niet elke dag had gedacht dat ik zelf zou terugkeren. Maar nu, wegens het Exploot tegen Herwijnen 2) dat nog niet heeft willen slagen, zoals je zult zien in wat ik heb geschreven aan Vader 3), ben ik verplicht langer hier te blijven dan ik had gedacht. Uit dezelfde brief zul je ook ook de toestand van de rest van onze zaken te weten komen.


a)  Rc. 15 Novembre 1662. [Constantijn Huygens jr., datum van ontvangst.]
1)  Zie brief No. 1064. 2)  Zie brief No. 1071. 3)  Deze brief is niet gevonden.

[ 255 ]
Ik ben in Den Bosch geweest, zoals ik je berichtte 4) dat ik van plan was, en ik heb 3 of 4 dagen vrij goed doorgebracht in Haanwijk 5), waar meneer Crommon 6) met zijn vrouw 7), maar niet juffrouw de Geer 8), even tevoren waren aangekomen. Je weet hoe men zich vermaakt als de waarde Neef er is, daarom zal ik je er niets over zeggen.
De fonteinen liepen heel goed, met emmertjes vastgemaakt aan een ketting, en toegegeven moet worden dat het een groots ornament is bij een landhuis. Met nicht Marie 9) ging het niet al te goed, zoals meestal, en ze had veel te lijden van neef Crommon voor wie alles is toegestaan.

  Het is te geloven dat meneer van Leeuwen niet de methode kent om jongens te maken, en ik stel me voor dat hij als er een dochter komt boos wordt evenals wij, wanneer we een slechte lens hebben gemaakt.

Myn Heer
Myn Heer van Zeelhem, ten huijse
vande Heer van Zuylichem.
In 's gravenhage.


4)  Zie brief No. 1071.
5)  Haanwijk was toen het landhuis van de familie Suerius (zie No. 1030, n.4).
6)  Zie brief No. 11, n.3.  [G. van Crommon, geboren in Zeeland, trouwde in 1650 met Christine de Geer (1630-1654); zie ook No. 1073, bij n.6.]
7)  [Niet: Aletta Maria de Geer, geb. 1652, die in 1676 trouwde met een Gerard Crommon, geb. 1652, zoon van Gerard van Crommon en Christina de Geer, zie: Het geslacht de Geer (Oisterwijk 1893), p. 90.]  Zie No. 71, n.4 (in het Supplement van T. 2), waar 'fille' moet zijn 'petite-fille'.
8)  Een van de vijf dochters van Laurens de Geer en Margaretha van Crommon.
9)  Maria Suerius, dochter van Jacob Suerius en Johanna Lopez.



[ 258 ]
No 1074.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

13 november 1662 [maandag].

Brief in Leiden, coll. Huygens.

A Zulichem ce 13 novembre 1662.  

  In de bijgaande brief 1), die ik je verzoek aan Vader te sturen, zul je zien hoe onze onderneming tegen die van Herwijnen is geslaagd, het zal nodig zijn er nog een keer voor terug te keren. Dit plan zou me evenwel niet langer hier houden, als ik niet zou wachten tot meneer van Loenen 2) terug is in Bommel, met wie ik graag zou willen praten en aan wie ik onze zaken wil toevertrouwen alvorens te vertrekken.

Ik geloof dat het nodig zal zijn dat ik hier nog deze week doorbreng, al is het nogal met tegenzin, want nu begint het slechte weer al te komen en het maakt dit verblijf ondraaglijk.
Gisteren waren er geen brieven voor mij in Gorcum. Mijn laatste van hier waren van de 9e 3).

Myn Heer
Myn Heer van Zeelhem ten huyse
vande Heer van Zuijlichem.
In 's gravenhage.


1)  Deze brief is niet gevonden.
2)  Van Loenen was 'ambtman' van Zuilichem.
3)  Zie brief No. 1073.  [Met: "enkele malen bij hen geweest in Bommel en ik ben samen met hen dronken geworden om kennis te maken."]



[ 331 ]
No 1107.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

12 april 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Chr. Huygens' antwoord:
No. 1108.

A la Haye le 12. Avril 1663.  

  In de eerste plaats feliciteer ik je met de aankomst, en nu je er bent verlang ik er zeer naar iets te horen hoe je die grote Kijkers vindt, bewerkt op die grote slijpplaten van Petit en d'Espagnet*); je zult me er wel over willen berichten in je volgende brief.

  Sedert jouw vertrek ben ik begonnen een beetje te broddelen in miniatuur onder leiding van Blavet 1), en ik geloof dat ik stapje voor stapje zou kunnen slagen als ik genoeg tijd had. Ik ben zo goed als klaar met het kopiëren van hetzelfde portret van Zus 2) dat onze kleine miniaturist heeft gemaakt en men vindt het niet zo slecht. Wanneer Hanneman 3) dat van mij zal hebben gemaakt, zal ik het ook kopiëren en aan Vader sturen.


[ *)  Zie No. 1058, n.15: niet Jean d'Espagnet (1564 - c. 1637) maar zoon Étienne, genoemd bij Fermat.]
1)  Blavet was tekenmeester in Den Haag. [Zie J. F. Heijbroek (red.), Met Huygens op reis (1982), p. 30: Raymond Blavet.]
2)  Susanna Huygens.     3)  Zie brief No. 812, n.6.

[ 332 ]
Ik zou willen dat je me zou willen voorzien van het kleinste stuk van die porfiersteen om fijn te stampen die je hebt en die bij het midden gebroken is. Ik zal je ervoor geven wat je zelf vindt dat het waard is, en ik zal proberen het een bepaalde vorm te laten geven door Blondel 4) of iemand anders, om het te gebruiken voor het fijnstampen van kleuren. Ik bevind dat het veel sneller te doen is op een platte steen dan in die kleine holle zoals ik er een heb.

  Als je Nanteuil 5) ziet of iemand anders van het vak, verzoek ik je niet na te laten van hen te weten te komen, als ze het tenminste willen zeggen, hoe zij hun pastellen of pastelkrijt maken. Of ze pleister gebruiken voor de consistentie en waarmee ze het geheel binden. Ik heb vroeger Gom gebruikt, verdund met water, maar Blavet zegt dat je daarvoor lijm moet maken van gekookt leer, die men hier parkement-lijm 6) noemt. Mijn pastels hadden nog dit gebrek, dat daar waar het papier ermee was ingewreven het zwarte lazuur niet goed wilde dekken, alsof het papier een beetje vettig was.
Tenslotte zou ik willen weten of ze de kleuren heel dun en fijn stampen alvorens die te mengen in het pleister; omdat Sanderson 7) in zijn Art of Painting 8) zegt dat het volstaat ze alleen te breken, waarvan ik niet zou kunnen geloven dat het goed is om interessante dingen te bewerken. Probeer ook iets te vernemen over het papier dat ze gebruiken en als het niet wit is, wat daarvan dan de reden is.

  Ik heb geen nieuws. Die dwaas van een Nieuwerkerk 9) is vertrokken naar Indië. Drie of vier dagen voor zijn vertrek was hij aan tafel in het Heeren-logement met enkele Bewinthebbers 10), ze dachten in lachen uit te barsten toen hij hun met een heel ernstig gezicht zei dat hij had getracht zich in staat te stellen hun van dienst te zijn 11), door tweeduizend man elke dag oefeningen te laten doen; dat het wel leek of ze van lood waren, maar dat het toch hielp om te leren.

Pour le Frere.


4)  Blondel was natuurkundig werktuigkundige in Den Haag.
5)  Zie brief No. 803, n.26.
6)  Traduction: colle de parchemin.
7)  William Sanderson werd geboren in 1590. Hij was tekenmeester in Londen.
8Graphice, the Use of the Pen and Pensil, or the most Excellent Art of Painting, In two Parts. By William Sanderson, Esq., London. 1658. in-folio. [Zie p .53-57.]
9)  Adriaan Pauw (zie brief No. 828, n.7).
10)  Traduction: Directeurs de la Compagnie des Indes Orientales.
11)  Adriaan Pauw had dienst genomen bij de VOC. Op 3 april 1663 benoemden de 'Heren XVII' hem tot vaandrig; op 6 april daarna werd hij bevorderd tot luitenant.


[ 333 ]
No 1108.

Christiaan Huygens aan [Constantijn Huygens jr.]

20 april 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1107. Const. Huygens' antwoord: No. 1110.

A Paris ce 20 Avril 1663.  

  Om te voldoen aan wat je me vraagt betreffende kijkerglazen zal ik je zeggen dat men weinige dagen nadat ik in deze stad was aangekomen een algemene vergadering over kijkerbouw bijeenriep bij meneer Auzout waar aanwezig waren de heren d'Espagnet, Petit, Monconys met zijn telescoop met 5 glazen van Divini, van 10 voet, en veel toeschouwers.
Er waren opschriften vastgemaakt tegen de klokkentoren van St. Paul, op een afstand van de woning 1) van meneer Auzout (die broer Lodewijk je zal kunnen laten zien op de kaart) van ongeveer 180 toises, of 1080 Franse voeten. Maar het was donker weer, en met enkele rokende schoorstenen er tussen deed dit de kijkers geen goed en verhinderde het dat we kleine letters konden lezen die het best doen uitkomen hoe goed lenzen zijn, maar alleen hoofdletters van ongeveer deze grootte  AB.
Deze waren echter even goed te lezen met mijn glas van 22 voet*) als met dat van meneer D'Espagnet van 32. En de oorzaak ervan is dat noch zijn glas noch de opening die hij het gaf groter was dan die van het mijne. We konden ook dezelfde letters lezen met een glas gemaakt door meneer Auzout, waarvan hij echter zelf bekende dat het niet zo goed was als het mijne.

  Zolang we geen nauwkeuriger proefnemingen hebben gedaan bij een gunstiger gelegenheid, zou ik je niet goed kunnen zeggen wat de glazen van die heren waard zijn. Toch kan ik je wat betreft die van meneer d'Espagnet verzekeren, dat ze verbazend goed bewerkt en gepolijst zijn, zodat je er niet het kleinste puntje of krasje op ziet. Enkele ervan zijn groter dan de onze, waarover hij me zei dat hij ongeveer 4 uur bezig is ze te vormen en mat te slijpen, en nog 3 of vier uur om ze te polijsten, maar zonder papier of iets dan ook tussen het glas en de vorm te doen.
Die slijpvormen die hij gebruikt zijn van koper en heel precies naar wat hij zei, gemaak door een vakman in deze stad, aan wie hij daarvoor instructie heeft gegeven. Als ik geloofde dat wij met hem te maken zouden kunnen krijgen, zou ik er een van 50 of 60 voet kunnen aanschaffen, maar ik geloof dat hij er goed voor laat betalen.
De stof waarmee meneer d'Espagnet de glazen aan het eind mat slijpt is verschillend van de eerste naar hij zegt. Sommigen denken dat het gewassen amaril is, maar ik heb moeite te geloven dat het dienst kan doen.


1)  Auzout woonde op het Ile Nôtre Dame. Zie brief No. 962.
[ De bijeenkomst was op 12 april, zie brief van Seb. Chièze aan Lodewijk Huygens, 13 april 1663.
Nog zo'n kijkertest in de brief aan Constantijn jr van 4 mei 1663, zie hierna.

letters Auzout beschrijft zulke proeven in een Lettre a Monsieur l'Abbé Charles (1665), p. 3-5. Hij noemt op p. 4: "M. Despagnet Conseiller du Parlement de Bourdeaux" (dit zal zijn, Étienne d'Espagnet, zoon van Jean d'Espagnet, zie bij Fermat), en hij geeft voorbeeldletters aan het eind, zie de figuur.
Zie ook T. 5, p. 500 en bij IMSS de video 'Telescope competition'.]

[ *)  Misschien de lens die hij aan Boulliau had gegeven, zie No. 591, 593; nu pas in gebruik: BNF, Ms. Fr. 13026, f.126r-v, Boulliau aan Hevelius, 6 juli 1663.]


[ 334 ]
Ik ga meneer d'Espagnet een dezer dagen bezoeken om te bezien wat ik uit hem kan halen, hoewel hij naar wat ik al heb kunnen oordelen weinig mededeelzaam is.

  Bij meneer Auzout had hij 8 van zijn glazen, opgesloten in een doos die hij steeds onder de arm hield, en bewaakte alsof die vol pistoles was geweest.

  De Kijker van Divini maakte alle objecten wit, zoals alle grote verrekijkers voor overdag, en hij gaf maar een middelmatige spreiding of opening.

  Ik heb Nanteuil tot dusver niet thuis kunnen vinden om hem te vragen wat jij graag wilt weten over pastel; maar ik zal er nog eens heengaan en je melden wat ik erover heb vernomen. Ik verlang zeer naar het zien van jouw kopie naar het schilderij van Hanneman, en of je al zoveel geprofiteerd hebt van deze nieuwe opleiding als je jezelf wijsmaakt.

  Ik verleen je dat stuk van mijn porfiersteen op voorwaarde dat je voor mij ook de andere helft laat vormen, zoals die van jou; omdat ik van plan ben het bij mijn teruugkeer te gebruiken zoals jij voor miniatuur-kleuren.

  Vanmorgen stuurde meneer de Montmor me een wiskundige en een werkman in koper, met het verzoek hen te instrueren om een toestel voor het luchtledige te maken zoals het mijne dat ik heb gemaakt.

  Tot dusver heeft zich nog geen gelegenheid voorgedaan om onze tele- en microscopen te slijten, hoewel het me bijna geen dag ontbreekt aan mensen die komen kijken.




[ 336 ]
No 1110.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

26 april 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1108. Chr. Huygens' antwoord: No. 1111.

A la Haye le 26 d'Avril 1663.  

  Hier is mevrouw van Monbas 1) die me het hoofd komt breken om ervoor te zorgen dat ze hier via jou een kistje kan ontvangen waarin een kledingstuk zit dat zij of haar echtgenoot 2) in Parijs heeft laten maken. Ik verzoek je het te adresseren aan van Asten 3) en mij te melden of er bij de douane iets betaald zal moeten zijn om het hier op te vragen, en aan van Asten opdracht te geven als hij het hierheen stuurt, me te zeggen hoeveel de porto van Parijs naar Brussel is, om verlies te vermijden dat gewoonlijk met dit soort bestellingen gepaard gaat.


1)  Cornelia de Groot [geb. 1611], dochter van Hugo de Groot en Maria van Reigersberch.
2)  Jean Barthon, burggraaf van Montbas, cavalerie-kolonel in Frankrijk, kwam naar Den Haag [1648], waar hij in grote luxe leefde. Hij ging in het leger van de Verenigde Provinciën, en werd in 1672 beschuldigd van verraad bij de Franse inval; hij vluchtte naar Frankrijk.
3)  Zie brief No. 1103, n.3 [rentmeester in Zeelhem].

[ 337 ]
  Ik verzoek je aan Vader te zeggen dat Broer 4) en ik beginnen te praten met Buysero 5), om een middel te vinden onze goede dienaar 6) van Zuilichem te promoveren naar een vacante plaats in de Baronie van Cranendonck; het zou goed zijn als hij er ook een woordje over sprak met de genoemde Griffier. Als we daarmee de zaak van Zuilichem met die schurk achter ons zouden kunnen laten, zou het een groot winstpunt zijn en werkelijk een middel om de zaken van Zuilichem weer op orde te krijgen.

  Ik hoop dat je sinds je laatste brief de heer Espagnet hebt bezocht, ik verlang er buitengewoon naar echt te weten wat zijn lenzen kunnen doen. Als je ze in goede volmaaktheid vindt, waarover ik nog steeds veel twijfel heb, zou je kunnen proberen iets van zijn geheimen te weten te komen in ruil voor de onze, waarvan ik niet kan geloven dat ze voor de zijne onderdoen.

  Sinds de kopie naar Hanneman heb ik er nog een gemaakt naar het portret van Mistris Limon 7), en nu wil ik proberen hoe ik zou kunnen slagen naar de natuur, wat de hoofdzaak is.

  Hanneman heeft mij twee keer geschilderd en ik zal er nog minstens twee keer heen moeten gaan voordat hij klaar is; hij vond eerst de grootte van het doek zo klein, dat ik besloot een iets groter doek te nemen, dat wil zeggen ongeveer de breedte van een hand, zoiets als de drie van van Loo 8). Dat is geen bezwaar, gezien het feit dat het portret van Sus 9) nog groter is en dat het mijne in het midden zal zijn en geen onregelmatigheid zal veroorzaken. Met de volgende gewone post zal ik de maat sturen, om te worden gebruikt in het geval dat Vader besluit de lijsten in Parijs te laten maken.

  Voor handel moet gewacht worden op gelegenheden. Chieze bericht dat je hem twee oculairen moet geven, of dat het weinig scheelde.

  Gisteravond werd de verloving gesloten van juffrouw Beaumont 10) met Tilenus 11). Tante Dorp 12) nam deel aan het festijn en aan de ceremonie.


4)  Lodewijk Huygens.     5)  Adriaen Buysero, zie brief No. 996, n.2.
6)  Johannes Agricola, geb. 1613 in Zeeland, studeerde in Leiden en werd dominee in Zuilichem, waar hij de belangen van Constantijn Huygens sr. slecht verzorgd lijkt te hebben.
7)  Dit portret van Mistr. Limmon en dat van Mistr. Tufton [No. 1144] bevonden zich in het kabinet van Const. Huygens sr.
8)  Zie brief No. 1104, n.16.
9)  Het portret van Susanna Huygens geschilderd door Hanneman. Zie No. 1123 en 1125 [hierna].
10)  Aernoudina van Beaumont, dochter van Aernoud van Beaumont en Johanna van Gogh.
11)  Johannes Thielen (Tilenus) ... [1639-1692] ... zijn broer was getrouwd met Susanna van Baerle [1633-1674], nicht van mevr. van Dorp.
12)  Ida van Baerle, weduwe van Arend van Dorp (zie No. 72, n.3).

[ 338 ]
  Ik verzoek je de inlichting over pastel niet te vergeten en als je ernaar informeert goed te kijken naar de vragen die ik in mijn voorgaande brief 13) voorleg. Ik zou ook willen weten of ze bij het vermalen van kleuren deze heel fijn stampen.

Pour le Frere.


13)  Zie brief No. 1107 [bij n.7].


[ 338 ]
No 1111.

Christiaan Huygens aan [Constantijn Huygens jr.]

4 mei 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1110. Const. Huygens' antwoord: No. 1112.

A Paris ce 4 May 1663.  

  Als men mij het pakket voor mevrouw de Monbas 1) heeft geleverd, want tot nu toe weet ik niet van wie of wanneer het moet komen, zal ik proberen het bij de eerste gelegenheid te versturen, geadresseerd aan van Asten, en ik zal zorg dragen voor wat je zegt.

  Aangaande wat je bericht over de dominee van Zuilichem 2) zal Vader je antwoord geven en hij heeft beloofd erover te schrijven aan meneer Buysero.

  Zwager van Moggershil en meneer van Leeuwen kwamen hier 3 dagen geleden in goede gezondheid aan en ze verrasten Vader zeer, die niets minder verwachtte. Ik zou wel blij geweest zijn als ze hier waren blijven logeren, maar Vader maakte bezwaar, omdat men er op het Noordeinde 3) misschien iets op aan te merken zou hebben, en daarom heeft hij zich niet verzet tegen wat zij bij aankomst van plan waren, namelijk in de buurt een pension te nemen. De 3 weken die ze hier willen blijven zullen gebruikt worden voor wandelingen, zoals je kunt bedenken, waarvan je bij hun terugkeer uitgebreide verhalen zult horen en niet zonder overdrijving.

  Sinds mijn laatste brief hebben we onze kijkers een tweede keer getest bij meneer Auzout, met alleen meneer d'Espagnet en ik. Er was er een van


1)  Zie brief No. 1110, n.1.     2)  Zie over J. Agricola No. 1110, n.6.
3)  Huygens duidt hier de prinses-weduwe aan, Amalia van Solms, die woonde op het Noordeinde in Den Haag; Const. Huygens sr. was voor haar op reis.

[ 339 ]
meneer Auzout die minstens zo goed was als de mijne, en iets langer. Vier of 5 glazen van meneer d'Espagnet ook heel goed, en onder andere een van 32 voet en 5 duim middellijn, zeer uitstekend omdat het een grote opening verdroeg met dezelfde oculairen als het mijne. Hij heeft me beloofd in mijn aanwezigheid te werken, wanneer ik zou willen, en me de manier te laten zien waarvan hij zich bedient voor het mat slijpen, maar niet die om te polijsten, waaruit echter zijn mooiste geheim bestaat.
Ik blijf hopen dat we desondanks weldra het geheim zullen kennen, omdat meneer Auzout sedert die dag van de test heeft nagedacht over dit polijsten zonder papier, en hetzelfde heeft gevonden of althans iets dat er zeer dichtbij komt, en hij heeft me zelfs een glas getoond dat hij naar zijn zeggen op die wijze had gepolijst, en het was vrij goed voor een eerste keer. Deze houdt niets geheim en heeft me beloofd me mee te delen wat hij heeft gevonden.

  In afwachting van mijn bezoek aan den heer Nanteuil 4), zal ik je zeggen wat meneer Bosse 5) me heeft geleerd over pastelkrijt, waarover hij, evenals over Miniatuur-kunst, binnenkort een boek 6) gaat publiceren dat hij erover geschreven heeft, opdat je niet denkt dat hij er weinig deskundig in is.
Hij zegt dan dat de massa moet zijn van heel fijn pleister, alleen met water bevochtigd zonder gom of enige lijm, en dat men bij het rollen van de stukken een beetje sterk moet drukken, opdat ze er steviger en vaster van worden. Dat de kleuren vooral heel fijn moeten worden gestampt alvorens ze er in te doen. Wat betreft blauw of wit papier zegt hij dat het van geen belang is, mits men er niets langs heeft laten gaan om het glad te maken.


  Ik moet met meneer Thevenot spreken voordat ik antwoord geef aan broer Lodewijk. Draag er alsjeblieft zorg voor, het bijgaande naar de heer Vossius te laten brengen.


4)  Zie brief No. 803, n.27.
5)  Zie brief No. 367, n.1. [Abraham Bosse, ca.1604-1676, beroemd etser, leerling van Desargues; genoemd in Dagboek 1660, 29 okt. e.a.]
6)  Misschien het werk dat later verscheen: Le peintre converty aux precises et universelles reigles de son art ..., Paris 1667. De schrijver gaat in tegen zijn collega's van de Academie de Peinture [waaruit hij zich in 1661 moest terugtrekken], Jacques le Bicheur, pater Augustin Bourgoing en Charles Le Brun.
[ Eerder: Leçons ... Traité des pratiques geometrales et perspectives, Paris 1665.
 
Zie ook over pastels, in navolging van Bosse, Philippe de La Hire, 'Traité de la pratique de la peinture', in Memoires de l'Academie royale des sciences depuis 1666 jusqu'à 1699, T. IX (1730), p. 662.  Gevonden via: Jaap den Hollander, Rood tekenkrijt, deel III, 2021.]



[ 340 ]
No 1112.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

10 mei 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1111. Chr. Huygens' antwoord: No. 1115.

A la Haye le 10me May 1663.  

  Veel dank voor het nieuws over de Kijkers, en de instructies voor het pastelkrijt. Over het laatste zal ik je echter zeggen dat het pleister dat ze gebruiken geheel vers moet zijn en nooit gebruikt, niet zoals dat waarmee ik mijn pastellen heb gemaakt, dat nooit aaneen wilde blijven tenzij er iets lijmachtigs mee werd vermengd, ik verzoek je enigszins te weten te komen wat waar is.

  Het zou ook de moeite waard zijn d'Espagnet te zien werken. Wat je zegt in je voorgaande brief 1), dat hij er vier uur over doet om een groot glas mat te slijpen, en nog eens vier om het te polijsten, moet dat niet begrepen worden voor één enkele kant? Ik denk van wel; of de duivel moet zich ermee bemoeien.
Vergeet niet iets van hem erover te weten te komen, hoe hij de juiste vorm geeft aan zijn slijpschalen en of hij niet genoodzaakt is er opnieuw overheen te gaan, nadat hij een of twee glazen gemaakt heeft. Ik verlang er ook naar te weten welke soort Looper 2) hij heeft en of hij op ons geheim is gekomen.

  Volgt het nieuws dat verscheidenen hebben zien aankomen, en dat zich steeds meer ontrolt, van de escapade van juffrouw vander Meyden 3), afgelopen zaterdag 4): nadat ze de gelegenheid had afgewacht van een wandeling die de Signor Padre ging maken in zijn tuin die tegen de wallen is en waar ze beloofde hem te volgen zonder dit van plan te zijn, en nadat ze had kunnen ontsnappen uit het huis, waar ze toch onder geducht toezicht stond, naar dat van haar buurman die kuiper was, liet zij zich verpakken in een grote ton en zo werd ze op een slee tot aan de poort van Ter Goude 5) gebracht, waar de minnaar 6) zich bevond en een wagen die klaar stond die ze heeft meegenomen, men weet niet waarheen. Men zegt dat de Vader 7) niet veel ophef maakt, maar dat hij het hoog opneemt. Mevrouw Vlooswijk 8) en haar echtgenoot 9)


stok met loper voor slijpen 1)  Brief No. 1108.
2)  Traduction: curseur. [Zie T. 17, p. 299-300 met figuur.]
3)  Leonora van der Meyden, dochter van Johan van der Meyden.
4)  Het was op 5 mei 1663.
5)  De poort naar Gouda van Rotterdam.
6)  Nicolaas van Vlooswijk, heer van Papekop ...
7)  Johan van der Meyden was burgemeester van Rotterdam.
8)  Anna van Hoorn ...
9)  Cornelis van Vlooswijk ...

[ 341 ]
daarentegen weren zich sterk en doen alsof ze boos zijn en houden niet op kwaad te spreken over vander Meijden en haar huis. Adio.

Pour le Frere.




[ 344 ]
No 1115.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

25 mei 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1112. Const. Huygens' antwoord: No. 1118.

A Paris ce 25 May 1663.  

  Sinds ik je brief van de 10e heb ontvangen heb ik de heer Bosse 1) niet bezocht om bij hem te informeren naar het pastel­pleister, maar ik ben verbaasd dat je er zelf over twijfelt; want je weet heel goed dat nieuw pleister vrij hard en stevig wordt in de vorm die men eraan geeft, en dat het na eenmaal gebruikt te zijn daarna onbruikbaar wordt, doordat het niet meer houdt. Proefondervindelijk was het ook heel makkelijk te doen, maar ik zal toch niet nalaten er bij de eerste gelegenheid naar te informeren aangezien je het wenst.
Je had ons een miniatuur­stuk 2) van jou beloofd, waarvan tot dusver niets verschijnt, en het lijkt me toch dat jouw portret 3) dat je wilt kopiëren allang klaar moet zijn 4).

Van Loo 5) is nog niet begonnen aan het mijne, en ik spreek er niet over, omdat ik liever ook door Hanneman 6) zou worden geschilderd als we terug zijn.

  Ik geloof dat zwager 7) met zijn metgezel 8) al aangekomen zullen zijn als deze brief je gegeven wordt, ze zijn afgelopen zaterdag 9) vertrokken. Voor de korte tijd 10) waarin ze deze reis hebben gedaan zullen ze niet weinig te vertellen hebben, en het lijkt me dat ik de eerste met zijn gewone gebaren en uitweidingen al hoor oreren over de rijkdommen van het Palais Mazarin, van het Louvre en van Vincennes, en over de schoonheid van Saint Cloud en van Issy; die zijn alle inderdaad bewonderens­waardig.

  Sinds hun vertrek (want zolang zij hier waren heb ik niets anders gedaan dan met hen meelopen) ben ik onze heren Kijkerbouwers weer gaan bezoeken, maar ik vind ze minder gevorderd met hun grote plannen, van kijkers van 80 en 100 voet, dan ik had gedacht.


1)  Zie brief No. 367, n.1 [en No. 1111, n.5].     2)  Zie No. 1107.
3)  Het portret door Hanneman. Zie No. 1107 en 1110.     4)  Zie No. 1110.
portret van Lodewijk 5)  Zie over van Loo's portretten: No. 1104 en 1110. [Rechts; Lodewijk H.]
6)  Zie No. 812, n.6.     7)  Philips Doublet.
8)  D. van Leyden van Leeuwen. Zie brief No. 237, n.1.
9)  Dat was op 19 mei.
10)  Ze waren op 1 mei in Parijs aangekomen.

[ 344 ]
  Kardinaal Antonio 11) beloofde mij gisteren dat hij Venetiaans glas zou laten maken van een zodanige grootte en dikte als ik zou willen, zodat ik hem de maten ga geven, en misschien zullen we dan iets goeds maken. De slijpvormen van meneer d'Espagnet zijn alleen van koper, waarin hij zijn buitengewoon goede glazen voltooit, en die 4 uur die hij naar ik zei 12) besteedt aan polijsten zijn voor slechts één kant.
Ik heb hem nog niet thuis kunnen vinden, en zelfs zegt men me dat het vrij moeilijk is, omdat hij niet woont naar zijn stand en niet zo blij is als men hem komt bezoeken, dan laat hij zeggen dat hij er niet is.
De machine voor het luchtledige die meneer de Montmor laat maken is voor de helft klaar 13), dat wil zeggen de buis met de kraan.

  Draag alsjeblieft zorg voor deze 2 bijgaande brieven.

A Monsieur  
Monsieur de Zeelhem &c.
A la Haye.  


11)  Antonio Barberini, zie brief No. 1078, n.5 [en No. 1104, n.8].
12)  Zie brief No. 1108.     13)  Zie No. 1127.



[ 349 ]
No 1118.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

30 mei 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1115. Chr. Huygens' antwoord: No. 1121.

A la Haye le 30. May. 1663.  

  God weet of deze brief je nog ter plaatse 1) zal vinden waar je kunt informeren naar pastel, als het niet zo is dat er in Londen ook liefhebbers 2) van deze soort zijn. Ik verlang er sterk naar de brieven te zien van de gewone post van volgende dinsdag, om te zien welk besluit Vader heeft genomen over de orders van Mevrouw 3) en of hij zich op weg begeven heeft, of dat hij een of andere belemmering heeft gevonden.

  Hanneman heeft twee keer gewerkt aan mijn Portret 4), en volgens zijn gewoonte houdt hij me aan het lijntje voordat hij het afmaakt. Daarna moet nog de kleding gedaan worden; als hij tenslotte over zes weken klaar is zal dat goed zijn afgelopen. Maar om je te laten zien dat ik begonnen ben met broddelen in miniatuur, stuur ik je dit prtret van Sus 5) dat mijn eerste werk is, na een kladwerkje dat niets waard was. Sindsdien heb ik het portret van Mistris Limmon gekopieerd, en nog een van de kleine Berkhout 6), naar een origineel*) van


1)  Chr. Huygens vertrok pas naar Londen op 7 juni 1663, met zijn vader Constantijn.
Jacoba Teding van Berkhout
Jacoba Teding van Berkhout
2)  In Parijs: "Maistre Girard, demeurant Rue de l'Evesque qui faisait de ces crayons" (Adversaria).
3)  De prinses-weduwe, Amalia van Solms.
4)  Zie de brieven No. 1107 en No. 1110.
5)  Susanna Huygens.
6)  Waarschijnlijk Jacoba Teding van Berkhout [1645-1711], die in 1674 trouwde met Lodewijk Huygens.
[ *)  Portret door Johannes Mijtens (RKD), afbeelding rechts.]

[ 350 ]
Mytens 7) waarvan je de kleurenrijkdom kent, en vervolgens een van de mooie brunette 8), aanwezig in het kabinet van Vader, dat ik nog niet af heb; het miniatuur-schilderen is, vooral als je begint, een werk dat veel tijd vraagt en die kan ik er maar soms aan besteden en met tussenpozen.

  Ik zou willen dat je zorg zou willen dragen om voor mij een pruik te laten maken, een hele zonder kalotje en van dat soort haar dat van nature een beetje krult zonder gekookt te zijn. Broer Lodewijk heeft zo'n kalotje en een hele pruik en meneer Chieze zal je de meester kunnen noemen die hem bediend heeft. Ik verzoek je de haren te laten tonen voordat ze eraan beginnen te werken om niet bedrogen te worden.
Ik stuur je hierbij de maat van mijn hoofd in twee linten, waarvan het langste de omtrek van mijn hooft aangeeft, en het andere de lengte, te rekenen vanaf waar het haar op het voorhoofd begint tot waar het eindigt bij de nek van de kraag; meester Frans zegt me dat ze geen andere maten behoeven te nemen. Je moet hun zeggen dat ik een gezicht heb dat niet zeer groot en niet zeer klein is.
Het lijkt me dat de pruik van Broer zestig pond heeft gekost. Vraag alsjeblieft aan Vader jou het geld te geven voor deze, tegen evenzoveel minder voor mijn uitkering van dit jaar.

  Er was onlangs wanorde in de Comedie Française. Meneer Verdpré 9) bracht er de twee meisjes van Marets 10) en Ida 11), La Provenchère 12) de twee oudste van Aersens 13). Deze twee hofmakers kregen ruzie over de plaatsen en kwamen van woorden tot klappen. Verdpré had geen degen, en toen de ander de zijne getrokken had, nam Verdpré hem deze af volgens degenen die het in zijn voordeel uitleggen, anderen zeggen dat de mensen van de hertog van Lunenburg deze hadden afgepakt, en aan hem gaven.


7)  Er was een familie van portretschilders: Daniël Mijtens [1590-1647/48], Isaac Mijtens [1602-1666] ..., Johannes Mijtens [1614-1670], mede-oprchter van de Confrerie PicturaDaniël Mijtens (II) [1644-1688], zoon van Johannes ..., Martin Mijtens [1648-1736], zoon van Isaac ...
8)  Het portret van Mistriss Tufton. Zie brief No. 1144 [hierna].
9)  De Verdpré was waarschijnlijk attaché bij de Franse legatie.
10)  [Add. p. 586:]  Twee dochters van Samuel Maresius: Anna Catherina [1637-1697] ... en Abigail [1638-].
11)  Ida van Dorp. Zie No. 1139, n.8.
12)  La Provenchère was waarschijnlijk attaché bij de Franse legatie in Den Haag.
13)  Zie over de juffrouwen Aerssen No. 829, n.9-10.

[ 351 ]
De dames begonnen naar het zoveel geprezen voorbeeld van de Sabijnse maagden samen te gillen, zoals je kunt geloven; men liet de wacht roepen en de volgende dag werden ze tot overeenstemming gebracht door bemiddelijng van zijne excellentie Borri 14).

  Ik heb me bedacht over het sturen van mijn portretje, omdat ik twijfel of deze brief de kans loopt een beetje vooruit te lopen alvorens aan jou gegeven te worden. Daarom zal ik wachten totdat je een vaste verblijfplaats hebt, ik hoop dat we hierover bericht zullen krijgen met de volgende gewone post.

Pour le Frere Chrestien.


14)  Zie over F. G. Borri de brieven No. 881, n.2 en No. 1031, n.16.



[ 356 ]
No 1121.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

15 juni 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1118. Const. Huygens' antwoord: No. 1123.

A Londres ce 15 Juin 1663.  

  Je had niet gedacht, naar wat ik zie, dat Vader zo bereid zou zijn de reis te ondernemen die men 1) hem oplegde, en ik dacht ook vanaf het begin dat hij zou willen wachten op een tweede order. Maar het schijnt dat hij er zin in had dit land nog eens te zien, en dat heeft hem des te makkelijker een besluit doen nemen. Als jij er niet als eerste over gesproken had met meneer Beaumont 2) zouden we van deze moeite ontheven zijn, die misschien de zaken van de Prins niet veel zal dienen, en die mij enig nadeel zou kunnen toebrengen in een zaak die ik in Parijs heb 3), waarover ik je nog niets wil zeggen.
Voor jou zal het zo zijn dat je pruik niet zo spoedig klaar zal zijn als hij zou zijn geweest zonder die reis, want je zou niet willen dat ik hem hier zou laten maken, daarvan ben ik overtuigd. Ik zal je monster en maten dus bewaren totdat we weer zijn overgestoken naar Frankrijk en dan beloof ik je dat ik er zorg voor zal dragen. Ik geloof dat er voor mij weldra eveneens een nodig zal zijn, omdat de haren me beginnen te ontbreken op een plek die de overige haren niet zouden kunnen bedekken.

  Hoewel ik niet geloof dat we hier lang zullen moeten blijven, zullen we toch niet zo spoedig vertrekken dat je niet gerust mij het portret zou kunnen toesturen dat je aan het laatste pakket niet hebt durven toevertrouwen. Ik zou heel blij zijn het te zien, en het lijkt me dat ik daaruit ongeveer zou kunnen opmaken met welk succes ik me aan hetzelfde vak zou kunnen overgeven 4).

  De strijd van die twee hofmakers in de Komedie, met de 4 Sabijnse maagden ertussen, moet iets moois geweest zijn om te zien en was vast wel zoveel waard als een van de betere bedrijven. Ik zou wel willen weten of de vredestichter zijne excellentie Borri nog tante Dewilm 5) gaat bezoeken en of hij er nog steeds op dezelfde manier wordt ontvangen.

  Ik weet niet of ik aan broer Lodewijk heb bericht dat ik voor mijn vertrek naar Parijs de Chinese figuren 6) naar meneer Thevenot gestuurd heb. Ik heb niet kunnen zien dat ze


1)  De prinses-weduwe, Amalia van Solms. 2)  Herbert van Beaumont, zie No. 240, n.3.
3)  Zie No. 1123 [hierna] en No. 1126 [n.5]. 4)  De miniatuur-kunst. Zie ook No. 1107.
5)  Constantia Huygens, weduwe van David le Leu de Wilhem. 6)  Zie No. 1113.

[ 357 ]
beter gemaakt waren dan de eerste die we lang geleden kregen, maar ik twijfel er in elk geval niet aan dat hij er zeer tevreden mee zal zijn.

Pour Mon Frere de Zeelhem.




[ 360 ]
No 1123.

Constantijn Huygens jr. aan [Christiaan Huygens].

22 juni 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1121. Chr. Huygens' antwoord: No. 1125.

A la Haye le 22 Iuin 1663.  

  Ik ben bang dat jullie niet zo spoedig vandaar zullen oversteken als we beiden wel zouden willen, om redenen die ik meld aan Vader. De zaak waarin je vreest voor nadeel en waarover je niets wilt zeggen was ons verscheidene dagen voor je brief bekend uit berichten die Gentillot 1) en Copes 2) zeggen uit Parijs te hebben ontvangen, ik hoop dat ze waarheidsgetrouw zijn.

  Ik stuur hierbij het kleine portret van Sus dat je me wel zult willen terugsturen wanneer jullie het bekeken hebben. Je moet erop letten het met de goede kant tegen het licht houdt en zoals het gemaakt is. Dat wat ik heb gemaakt na die mooie brunette 3) is het beste van alle, maar het is niet klaar. Er gaat zoveel tijd zitten in dit soort werk dat ik moeite heb me er weer toe te zetten.

  Alle kijkermakers klampen me aan gedurende jouw afwezigheid, onder anderen heb ik een onnozele Engelsman gehad die Moray met een brief naar jou stuurde, de armste jongen van de wereld die door het land loopt met behulp van een Reisgids die dertig jaar geleden is gemaakt, en die toch lid is van de Royal Society.

  Ik heb niet de tijd om je meer te zeggen.


1)  Zie over de Gentillot brief No. 920, n.8.
2)  Hendrik Copes ... [1643-1708] ... had veel connecties in het buitenland.
3)  Het portret van Mistress Tufton. Zie brief No. 1144 [hierna].


[ 361 ]
No 1124.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

23 juni 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Const. Huygens' antwoord
: No. 1142.

A Londres ce 23 Juin 1663.  

  Deze brief zal je worden geleverd door meneer de Monconys 1), een van mijn vrienden, en een zeer eerbaar man en heel belangstellend naar alle mooie dingen. Hij is hier uit Parijs gekomen met de zoon 2) van meneer de hertog van Luines 3), die hij zal begeleiden op zijn reizen naar Duitsland en Italië, en nu hij van hier naar Holland oversteekt heeft hij mij verzocht hem een adres bij ons te geven. Hij zal jou vragen mijn machine voor het luchtledige te mogen zien, evenwel zonder dat het nodig is die in werking te stellen, en zelfs geloof ik dat die daarvoor niet zo in goede staat is.
Je zult hem ook mijn slingeruurwerk kunnen tonen, het kabinet van Vader en zijn bibliotheek, zonder in het kabinet te vergeten de holle spiegel en de tekening van Gendt 4). Hij zal je kunnen vertellen over de staat van de Academie die hier is in Gresham College en de experimenten die men er doet, die we samen hebben gezien 5).
Hij heeft ook goed kennis gemaakt met Divini 6) in Rome, en je zult je misschien herinneren dat hij dikwijls vermeld wordt in het boekje 7) dat de genoemde Divini tegen mij schreef.

  Ik was gisteren op bezoek bij meneer Lilly 8), de schilder, en toen ik in zijn kabinet de portretten zag die hij met pastel gemaakt heeft, vroeg ik hem waaruit het zijne was samengesteld, en hij beloofde mij me het recept ervan te geven. Hij neemt papier dat een beetje grijsachtig is en gebruikt geen kleuren anders dan in het gezicht en dat nog lichtjes,


1)  Balthasar de Monconys, zie brief No. 765, n.8.
2)  Charles Honoré d'Albert, duc de Luynes, duc de Chevreuse [1646-1712] ...
3)  Louis Charles d'Albert, duc de Luynes, zie No. 470, n.3 [in Dagboek Parijs, o.a. 22 nov. 1660].
4)  Joris van Ghendt (Gendt), leerling van de schilder Frans Floris, leefde eind 16e eeuw ... [Of: tekening van de stad Gent, volgens I. Broekman, 'Constantijn Huygens, de kunst en het hof' (2010), p. 120, zie brief van Hendrick Hondius, 26 juni 1640.]
5)  Zie brief No. 1122 [n.8].     6)  Eustachio Divini. Zie No. 395, n.2.
7Brevis Annotatio, zie brief No. 765, n.1.  [Ned., Monconys wordt één keer genoemd.]
8)  Pieter van der Faes (zie No. 967, n.8) vestigde zich in 1641 in Engeland en heette er Lilly, naar zijn bijnaam Pieter de Lely, zoals Chr. Huygens schrijft in zijn 'Dagboek' [T. 22, p. 596].

[ 362 ]
zeggend dat de andere manier te lastig is en minder bevallig. Alles wat hij doet is zeer mooi en ik zal proberen er iets van te krijgen om het te imiteren en het jou te laten zien bij onze terugkomst.

A Monsieur  
Monsieur de Zeelhem
A la Haye.  



No 1125.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

29 juni 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1123.

A Londres ce 29 Juin 1663.  

  Jouw miniatuur-portret zat in je brief die gewoon open was, en zo heeft Il Signor Padre zich er als eerste over ontfermd en hij is niet van zins zich ervan te ontdoen, daarom moet je mij er niet de schuld van geven als ik het niet terugstuur. Ik vind dat het heel goed geslaagd is, gezien het feit dat het je eerste werk is, en je zult het weldra even goed doen als je meester, als je het geduld hebt ermee door te gaan. Maar aangezien je zegt dat er zoveel tijd in gaat zitten, geloof ik niet dat je dit zult bereiken.
Het lijkt me dat je op een of andere manier hebt willen corrigeren wat niet goed is in het schilderij 1) van Hanneman 2), zoals de lengte van het gezicht, de trek om de mond, en dat is je helemaal niet slecht gelukt, maar aan de andere kant heb je het linkeroog een beetje te lang gemaakt, zodat het portret beter gelijkend is wanneer men dit oog bedekt. Het is helemaal niet beschadigd door de reis; daarom kun je me even goed ook de mooie brunette 3) sturen wanneer ze klaar is, en ik beloof je dat ik je mijn mening erover even vrijuit zal zeggen als hierover.
Ik heb de afgelopen dagen een gedeelte gezien van de tekeningen van Lanier 4), en onder andere een groot aantal van Rafaël, die onvergelijkelijk zijn.


1)  Zie over het portret van Susanna Huygens door Hanneman brief No. 1110 [en 1107].
2)  Zie over Adriaen Hanneman No. 812, n.6.
3)  Mistress Tufton. Zie No. 1144 [hierna].
4)  Nicholas Lanier ... [1588-1666], verzamelaar voor Karel I; werd hofmusicus.

[ 363 ]
Lilly 5) heeft me nog niet zijn recept voor pastel gegeven, omdat ik hem sindsdien niet thuis heb kunnen vinden, of als hij er was, there was a Lady sitting.

  Ik zal vragen aan meneer Moray, wie die bekwame man is die hij naar mij had gestuurd. Wat betreft lid zijn van de Royal Society, je behoeft niet te denken dat dit iets buitengewoons moet zijn. Want ik zie dat iedereen makkelijk wordt toegelaten. 2 dagen geleden 6) ben ik ook toegelaten, zonder dat ik merk dat ik slimmer ben dan daarvoor, in wat dan ook.


Draag alsjeblieft zorg voor de bijgaande brief 7) aan meneer van Leeuwen. Die 7) welke je me van zijn kant hebt gestuurd was meer dan 15 dagen ouder dan de jouwe.

A Monsieur  
Monsieur de Zeelhem
A la Haye.  


5)  Zie over Lilly brief No. 1124, n.8.
handtekening Chr. Huygens
Handtekening in 'Charter Book'
(Signatures ... Fellows,
1e blz, 1e kolom, 6e van onder)
 
B. Bryson (ed.), Seeing further, 2010.  
6)  Dit komt niet overeen met de datum 22 juni die Thomas Birch geeft in: The History of the Royal Society of London ..., 1756.
[ Vol. 1, p. 259 (17 juni oude stijl): "draught of the statute for subscribing"; p. 263 (22 juni, o. st.): "The council elected ... Monsieur Huygens and Monsieur de Sorbiere"; p. 265 (24 juni o. st.): "Monsieur Huygens presented to the society from his father a written account of earths found in a water-pit bored at Amsterdam in the year 1605".]
Uit brief No. 1128 [Oldenburg aan Boyle, p. 366] volgt dat Birch zich een zitting vergist heeft. [Zie ook T. 22, p. 599, n. 27.]

7)  Deze brieven zijn niet gevonden.



[ 370 ]
No 1130.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

13 juli 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.

Londen den 13 July 1663.*)  

  Ik was deze morgen bij de man naar wie meneer Lilly 1) de schilder mij had verwezen om te zien op welke manier hij de het Pastelkrijt maakt. Ik zag hoe hij daarin te werk ging en informeerde verder over alles zoveel als ik kon, en ik heb het als volgt onthouden.

  De stof van het Pastelkrijt is omtrent 3 delen van een zeker wit, dat ze hier Spaans wit of witsel noemen, waarmee men ook de muren wit. Het is in grote klompen, breekt zeer makkelijk en is zo fijn dat het niet knarst tussen de tanden. Hierbij komt een deel tabakspijp­aarde, die me fijner en vetter leek


[ *)  Deze brief is in het Nederlands geschreven, hier gemoderniseerd.]
1)  Zie over Lilly brief No. 1124, n.8.

[ 371 ]
dan die ik in Den Haag heb gezien. Maar ten eerste breekt men het wit op een wrijfsteen met een mes, met schoon water erbij, en als het zo wat gekneed is, mengt men de verf daarin, die eerst apart met water gewreven is, maar niet fijn. Als dit goed door elkaar gemengd is, met zo weinig water als nog te doen is, dan doet men daarna de tabaks­pijpaarde erbij en men kneedt die met de rest, steeds het mes en niets anders gebruikend.
Daarna rolt men pennetjes van deze samengestelde stof op een schoon papier, eerst de punt vormend met de vingers, omdat er anders allicht een holte in het midden blijft. Als ze na 5 of 6 uur vanzelf gedroogd zijn (want men moet ze niet in de zon of bij het vuur leggen, omdat ze dan te hard worden), rolt men ze nog eens, om ze rechter en ronder te maken, en dan legtt men ze verder te drogen; daartoe zijn in de zomer wel 6 of 7 dagen nodig, en 's winters wel 6 maal zo veel, en daarom is men ook niet gewend ze dan te maken.

  Om de donkere kleuren te maken heeft men van hetzelfde wit, maar met een bepaalde andere stof erin, zwart gemaakt, dat hier zo wordt verkocht. Indigo, Schijtgeel en Lak zijn ongeschikt voor deze krijtstiften, en in plaats van Lak gebruiken ze Indiaans rood, waarvan ik niet weet of het in ons land bekend is.
Men schrijft gemakkelijk met deze pennetjes op papier, en ze worden nooit hard. Het Papier dat Lilly gebruikt en voor het beste houdt is lichtgrijs en niet hard. Ik heb een doos van deze stiften laten klaarmaken, waarvan ik je bij gelegenheid iets zal meedelen.


[ 372 ]
Gisteren toonde de genoemde Lilly zijn mij Italiaanse tekeningen die allemaal in kleur zijn, en ze zijn voor het merendeel gekomen uit het kabinet 2) van Van der Voort 3). Hij zegt dat hij de beste daaruit gekozen heeft en de rest aan Uylenburgh 4) heeft gelaten die ermee naar Holland ging. Er is een slapende Jacob van Rafaël die wonderbaarlijk is.

  Op bijgaand papier 5) heb je de verschillende verven die in de pastel gebruikt worden.

Au Frere de Zeelhem.


2)  De opmerkelijke collectie van de schilder C van der Voort werd in 1625 in Amsterdam verkocht.
3)  Cornelis van der Voort [1576-1624], uit Antwerpen, vestigde zich als schilder in Amsterdam, waar hij een groot schilderijen­kabinet samnestelde, dat na zijn dood werd verkocht.
4)  Zie over Uylenburg brief No. 819, n.1.
5)  Zie Aanhangsel No. 1131.



[ 379 ]
No 1135.

Christiaan Huygens aan [Constantijn Huygens jr.]

20 juli 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.

A Londres ce 20 Juillet 1663.  

  Ik stuurde je met de laatste gewone post 1) het recept voor pastel. Met die uit Holland heb ik niets ontvangen, en bijgevolg ben ik niet verplicht antwoord te geven.


1)  Zie brief No. 1130.

[ 380 ]
Hier is niets nieuws behalve de zaak van meneer de Kanselier 2) en Milord Bristol 3), van wie deze laatste vanmorgen de ander heeft beschuldigd, in het Hogerhuis, van hoogverraad, maar tot zijn eigen verwarring, en misschien zijn ondergang 4), want hij was al eerder bij de Koning in ongenade gevallen, en nu zal hij na deze mooie actie naar alle schijn worden opgesloten in de Tower.

  Nu Milord Holles 5) is vertrokken, 3 dagen geleden, zal Vader zijn best doen hem zo spoedig mogelijk te volgen, zodat we binnenkort onze bagage zullen kunnen inpakken, zo zij het.

  Vergeet alsjeblieft niet dit antwoord 6) aan meneer van Leeuwen te adresseren.


2)  Edward Hyde, graaf van Clarendon ... [1609-1674] ...
3)  George Digby. Zie brief No. 558, n.1.
4)  De beschuldiging werd ingebracht op 20 juli 1663, maar trof geen doel. Toen Digby er later op terugkwam beval de koning zijn arrestatie. Hij hield zich 2 jaar verborgen. Na de val van Hyde verscheen hij weer aan het hof en in het parlement.
5)  Denzil Lord Holles ... [1598-1680] was tegen het koningshuis, Cromwell belastte hem vaak met de diplomatieke betrekkingen tussen Engeland en Frankrijk [Karel II benoemde hem in 1663 tot ambassadeur].
6)  Van deze brief is niets gevonden.



[ 389 ]
No 1140.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

3 augustus 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Const. Huygens' antwoord
: No. 1142.

A Londres ce 3 Aoust 1663.  

  Ik zou je nog niet de moeilijkheden kunnen oplossen die voor je overblijven 1) aangaande de pastel, omdat ik sinds de ontvangst van je brief de heer Lilly niet heb gezien, noch zijn knecht die ze maakt. Ik heb je gezegd dat het Indian Red een kleur is die men hier uit Indië meebrengt, en dat de genoemde maker betwijfelde of die bij ons te vinden zou zijn 2). Wat betreft de verhoudingen tussen de pasta en de kleuren: ik heb gezien dat hij er verder niet op let, maar er alleen zoveel bijdoet dat de kleur van het mengsel hem bevalt.
De reden waarom hij de kleuren niet lang fijnstampt is dat de pastel anders te hard en stevig wordt en niet wil dekken op het papier. Toen ik er een proef van nam tussen de vingers, vond ik dat ze toch zo fijn waren dat er geen enkel restje korrels te voelen was. Dit pastel is geenszins vet, en er is heel goed op te schrijven met de zwarte stift. Hij dekt ongeveer zoals de witte stift voor de nuancering van trekken. Ik ben er niet heel zeker van wat het blauw is dat hij gebruikt, maar ik geloof dat het Blaeuwe Assche 3) is.

  Hij heeft me een doos vol verkocht waarin deze heel mooie kleur zit met alle andere. Ik heb er 10 shilling voor betaald, wat om de waarheid te zeggen een beetje duur is; maar ik kan er ook wat van verkopen, omdat ik van elke kleur twee stuks heb, en er zijn 54 verschillende kleuren.

  Ik heb jouw miniatuur van Mistris Limmon 4) gezien en ik vind dat je er heel goed in geslaagd bent, en veel beter dan in dat van zus 5). Als je het zo goed naar de natuur kunt doen zul je een grote meester zijn. De heer van der Does*), aan wie ik het heb laten zien, vond er op aan te merken dat je in de schaduwen een beetje te veel zwart had gebruikt; ik weet niet hoeveel waarde jij zult hechten aan zijn kritiek.

  Eergisteren liet ik mijn gezicht afdrukken in pleister°), wat heel goed lukte, en een uur later bracht men me het portret dat leek, zoals je kunt geloven. Vanmorgen heeft men de ogen geopend en over een dag of twee zal het helemaal klaar zijn. Ik wilde niet dat er een hoofd en een bovenlijf bij zou zijn, omdat het teveel moeite zou kosten het heel te houden op reis, en bovendien is deze meester niet zo goed in het maken van haren.


1)  Over deze moeilijkheden is geen brief gevonden na No. 1130.
2)  Zie brief No. 1130.     3)  Traduction: cendre bleue.
4)  Zie brief No. 1118.     5)  Zie brief No. 1125.
[ *)  Waarschijnlijk: Johan van der Does (1621-1704, kleinzoon van Janus Dousa), heer van Bergestein (Berkesteyn in T. 8 - T. 10), die in 1660 naar Engeland ging, behorende tot de hofhouding der Prinses royale. Zie ook No. 962, n.4; en 'Dagboek' Londen, 4 april 1661: Whitehall.]
[ °)  Zie No. 1139: n.a.v. vaders wens een kopie van het hoofd van Cromwell te krijgen.]

[ 390 ]
Je voelt helemaal geen pijn onder dit masker, zelfs niet bij het aftrekken, en de grootste moeite is wel, je lachen in te houden. Als jij deze kunst in praktijk wilt brengen, zal ik je een andere keer alles vertellen waarop je moet letten, want het lijkt me dat ik er nu evenveel van af weet als de meester zelf.


  Met dit laatste pakket heb ik een brief van Sluzius 6) ontvangen, waarbij hij een boek 7) had gevoegd, dat je te groot zult hebben gevonden om me langs deze weg te worden toegestuurd. Maar als zich een andere voordoet van een of andere reiziger of anders, zul je me een genoegen doen het me te laten toekomen.

  Er is een huis voor aen inde Speuystraet 8) waarnaar je deze bijgaande brief 9) voor Luik kunt sturen.

Pour mon frere
De Zeelhem.


6)  Zie brief No. 1137 [René François de Sluse].     7)  Het boek van No. 1137, n.2.
8)  Traduction: au commencement de la Spuistraat.
9)  Het concept van deze brief aan de Sluse is niet gevonden.



[ 392 ]
No 1142.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

10 augustus 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1124, 1140. Chr. Huygens' antwoord: No. 1143.

A la Haye le 10 d'Aoust 1663.  

  De heer Monconys 1) heeft me jouw brief van 23 juni drie dagen geleden gebracht. We hebben gesproken over verscheidene onderwerpen en zelfs een test gedaan met zijn Kijker van Divini [<], waarvan ik het voornaamste glas zeer goed vind, maar hij is niet vrij van de gebreken


1)  Zie over Balthasar de Monconys brief No. 765, n.8 [hierboven No. 1108, 1124].
[ Bezoek vermeld in Journal des Voyages, II (1666), p. 136: de 6e 's morgens ('s middags naar Borri);  p. 145: de 8e 's morgens, o.a. schilderijen en tekeningen van China, vogelnest (vgl. No. 1132: 'nid de laine', wolnest), kijkers;  p. 150: de 13e 's morgens, 6 h tot 7 h 30, bibliotheek.]


[ 393 ]
die alle kijkers van die lengte hebben wanneer men er overdag gebruik van wil maken. Ook zijn in de Oculairen die hij gebruikt alle punten van het glas op te merken; verder is de buis zo dik en zo zwaar dat ik niets bijzonders zie aan dit werkstuk. Is de meester geleerd, heeft hij kennis van Wiskunde of wat voor soort man is het?
In de discussies die we hadden over Borri 2) vind ik hem sterk gefascineerd door de Steen der wijzen, die hij noemt de filosofie bij uitnemendheid. Eén van die filosofen heeft in heel weinig dagen de moeder van Bisschop 3) naar de andere wereld geholpen, tot grote tevredenheid van haar erfgenamen.

  Als je de mogelijkheid hebt om nog te spreken met die maker van pastel 4) verzoek ik je me opheldering te laten krijgen over de twijfels die ik je heb voorgelegd in mijn laatste brief 5), over wat die woorden betekenen: Bice, blacblew, Russet 6), en verder van hem te weten te komen of bij bepaalde kleuren niet meer Whiting gemengd moet worden dan bij andere. Hanneman 7) heeft mij beloofd me indian red te laten krijgen, en zegt dat Whiting hier Cryt-wit 8) heet, waarnaar ik heb laten vragen en ik stuur je een stukje om te zien of dit hetzelfde is als wat zij daar gebruiken. Van het blac blew denkt Hanneman dat het Ceulsche aerde is, gebrand in een smeltkroes, en hij zegt dat daarvan een kleur blauw komt die zeer bruin is en gedekt. Het is ook nodig echt te weten welk blauw hij gewoonlijk gebruikt.
Die Whiting lijkt me zo zacht dat, als de Tabax aerde 9) het niet verhelpt, ik niet kan begrijpen waarvan deze pastel zoveel hardheid kan hebben als nodig is. Geef alsjeblieft opheldering over deze bedenkingen en stuur me in een brief twee of drie stukjes van jouw pastel om een beetje te zien hoe die dekt en van welke consistentie en hardheid die is.
Je zegt 10) ook dat er in de Tekening van Lilly alleen pastel is in de gezichten, en dit heel lichtjes. Dit heel lichtjes begrijp ik niet zo goed, hoe gaat dat, volgt hij niet de hele kleurmenging zoals die is in de schaduwen, halfschaduw en overal? Of is er alleen zwart in de dieptes? Ik zou het samenstellen van de pastel al hebben geprobeerd, maar ik heb hier geen Tabackaerde kunnen krijgen. Het zal ook beter gaan, wanneer je mij antwoord hebt gegeven op al deze vragen hier.

  De pleisterafdruk zullen we je weer opzetten bij je terugkeer. Adio.

  Vander Does heeft gelijk als hij zegt dat er nog teveel zwart is in de schaduwen


2)  Zie over de alchemist G. F. Borri brief No. 881, n.2.
3)  Zie over Jan de Bisschop No. 790, n.8.
4)  Zie No. 1143 [hierna].     5)  Deze brief is niet gevonden [zie No. 1140].
6)  Zie stuk No. 1131.     7)  Zie over Hanneman No. 812, n.6.
8)  Traduction: blanc de craie.     9)  Traduction: terre de pipe à tabac.
10)  Zie brief No. 1124.

[ 394 ]
van mijn portret, ik heb het zelf wel erkend. Hoe gaat het met hem als hofmaker; heeft hij zijn verzameing schilderijen nog, waarover we hier gesproken hebben?

Au frere



No 1143.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

24 augustus 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1142.

A Londres ce 24 Aoust 1663.  

  Ik heb meneer Lilly 1) nog eens geraadpleegd over jouw moeilijkheden, de maker van de pastel kon ik niet vinden, hij woont ver van hier in Londen. Hij zegt dat Bice bij ons is assche. Blacblew is Coolswart. Van Russet weet hij niet hoe men het noemt. Whiting is Crijtwit zoals Hanneman je heeft gezegd. De Tabaxaerde is hetgene dat de pastel het meest versterkt; die toch zeer zacht is, zodat als ik je er stukken van zou sturen zoals je wenst, ze geheel in poedervorm zouden aankomen, net zoals jouw stukje Crijtwit.
Lilly gebruikt pastel maar lichtjes zoals ik je heb gezegd, en in de dieptes is er alleen zwart. De halfschaduw is de kleur van het papier zelf, wat het mijns inziens echter niet zo goed doet voor gezichten van vrouwen, omdat men niets ziet van de schoonheid van de gelaatskleur met dit middel.
Ik ben vandaag bij hem begonnen het portret te kopiëren van één van de grote schoonheden 2) hier, op velijn met pastel, op de manier waarop ik de lachende jongen van Hanneman heb gedaan, en ik vind dat het vrij goed houdt.
3 dagen geleden trakteerde de genoemde Signor Pittore ons zeer luisterrijk op een diner.

A Monsieur  
Monsieur de Zeelhem
A la Haye.  

portret door Lely


1)  Zie over Lilly brief No. 1124, n.8.
2)  Dat van Mistress Middleton ['Dagboek', T. 22, p. 600, n.30].

[ Rechts: Portret van Jane Needham, Mrs Myddleton (1646-92) door Peter Lely, genoemd in A Hand-book to Hampton Court, London 1892, p. 59, met op p. 58: in 'King William III.'s State Bedroom'.]



[ 395 ]
No 1144.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

24 augustus 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Chr. Huygens' antwoord
: No. 1145.

A la Haye le 24 d'Aoust 1663.  

  Het is wel verschrikkelijk dat je zo vooraan staat in Gresham College dat je geen moment hebt om mij een briefje te schrijven en er twee of drie stukken van je pastel in te doen. Drie of vier dagen geleden probeerde ik deze te maken volgens het recept uit Engeland. Ik weet niet of hij al goed droog is, maar ik vind hem te zacht en bovendien breekt hij heel snel. En opdat jij hem ook ziet stuur ik er een monster van, en twee andere van die welke ik onlangs met pleister maakte.

  Ik ben bezig het portret in miniatuur af te maken van Lady Tufton, die mooie brunette 1) onder de portretten van Signor Padre. Dit portret zal beter zijn dan de andere ervoor, aangezien men al doende leert, en ik zou het je wel toesturen om te bekijken, maar her voorbeeld van het eerste schrikt me af 2).

  Monconys heeft zo graag van Borri 3) willen leren de Steen der wijzen te maken en heeft het hem met zoveel gretigheid gevraagd dat Borri er heel geërgerd door is en zegt dat hij geen discretie heeft. Overigens denk ik dat hij veel moeite zou hebben hem te leren wat hij zelf niet weet. Ik heb het vonnis 4) gelezen van het onderzoek tegen Borri, dat heel lang is en vol staat met bijzonderheden, en als alles inderdaad waar is laat het zien dat hij plannen heeft gehad die veel betrekking hebben op die van wijlen Jan van Leiden 5). Er komen veel verschijningen in voor en gesprekken met Engelen, vooral met de Aartsengel Michael,


1)  Zie de brieven No. 1118, 1123 en 1125.
2)  [Lat.: "me vestigia terrent", Horatius, Epist. I, 1, 74, de vos tegen de leeuw, "voetsporen schrikken me af".]  Const. Huygens sr. had het portret van zus Susanna in beslag genomen, zie No. 1125.
3)  Zie over G. F. Borri brief No. 881, n.2. [Monconys, Journal des Voyages, II, p. 135-154.]
4)  Zie over deze 'Sententie en Executie' [1662] brief No. 1031, n.16.
5)  Jan Boekelszoon Buitenwegh, Jan Beukelsz. of Jan Bochelszoon ... [1509-1536] ...

[ 396 ]
van wie hij zegt dat hij van de eenvoudige Engel, die hij was zoals de andere, voor de goede diensten die hij verrichtte toen Lucifer werd verjaagd tot Aartsenegel was verheven, met dergelijke mooie denkbeelden.

Pour mon frere.



No 1145.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

31 augustus 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1144.

Ultimi Augusti 1663.  

  Ik heb je niets meer te melden aangaande pastel dan wat ik je schreef met de laatste gewone post 1). Een beetje beoefenining zal je de rest leren. Ik vind ook dat hij een beetje te snel breekt, en bovendien dekt de zwarte stift niet goed waar geschilderd is met de donkere pastel. In Parijs zal ik informeren bij de heer Nanteuil hoe hij de zijne maakt.

  Het portret van de schone 2) dat ik bij Lilly heb gekopieerd is heel goed gelukt en lijkt niet alleen op het origineel maar op de dame zelf, met wie ik onlangs dineerde bij meneer Brereton 3).
Ik zou willen dat je mij jouw laatste werk 4) toestuurde om te zien of je het beter gedaan hebt wat betreft de kleurenrijkdom, die om de waarheid te zeggen teveel zwart had, zoals ik zag bij vergelijking met enkele portretten van Couper 5).


1)  Zie brief No. 1143.     2)  Mistress Middleton. Zie brief No. 1143.
3)  Zie over Brereton [William, 1631-1680] No. 123, n.1.     4)  Zie No. 1144.
5)  Er waren twee broers die portretten maakten, beiden leerling van hun oom John Hoskins: Alexander Cooper ... en Samuel Cooper ...

[ 397 ]
Als je het me toestuurt onder de voorwaarde dat je het terugkrijgt, zal ik me sterk maken om te zorgen dat Signor Padre er niet de hand op zal leggen zoals bij het vorige 6).

  We zullen binnenkort het einde hebben van onze zaken aan dit Hof, en ik geloof dat we over 15 dagen kunnen vertrekken.

  Gisteren zei men me dat Bart van Vlaerdingen 7) naar mij was komen vragen en dat hij buiten de stad verblijft, zodat ik misschien niet het geluk zal hebben hem te zien. Meneer Swann 8) is vanavond vertrokken naar ons land, en vandaar zal hij naar zijn Residentie in Hamburg gaan.

A Monsieur  
Monsieur de Zeelhem
A la Haye.  


6)  Zie brief No. 1125.
7)  Albartus van Ruytenburg [1630-1688], zoon van Willem van Ruytenburch, trouwde met Emilia van Nassau-Beverweert. Zijn dochter trouwde met een Engelse graaf en werd hofdame van de koningin van Engeland.
8)  William Swann, zie brief No. 11 a, n.5 (T. 2, Supplement).



[ 401 ]
No 1148.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

14 september 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Const. Huygens' antwoord
: No. 1149.

A Londres le 14 Septembre 1663.  

  Hier is jouw Mistriss Tufton 1) die ik je terugstuur, na haar te hebben getoond aan meneer Couper 2) en aan Lilly 3) die allebei evenals ik er op vonden aan te merken dat je de kleuren te sterk hebt aangebracht, zowel in de schaduwen als in de rest van de gelaatskleur; dat rood van de wangen en dat zo opvallende geel bederven alle zachtheid ervan. In het portret van Mistriss Limmon 4) ben je er beter mee omgegaan, en daar was alleen overdaad in de schaduwen.
Bovendien heb je de neus bovenaan te dik gemaakt en te krom, de ogen een beetje te hard, omdat het bovenste ooglid teveel geopend is, wat allemaal samen maakt dat jouw kopie niet sterk lijkt op het origineel. De haren, kleding en al het overige zijn heel goed gedaan.
Meneer Cooper heeft me een adres gegeven om Karmijn te krijgen, maar omdat we al bijna gaan vertrekken 5)


1)  Zie de brieven No. 1144 en 1145.     2)  Zie over Cooper brief No. 1145, n.5.
3)  Zie over brief Lilly No. 1124, n.8.     4)  Zie brief No. 1140.
5)  Chr. Huygens vertrok tegen eind september van Londen naar Parijs, waar hij aankwam op 1 okt.

[ 402 ]
en nog veel te doen hebben, weet ik niet of ik tijd zal hebben erheen te gaan.
Ik heb 2 of 3 keer mijn kopie naar Lilly 6) verbeterd naar het origineel, waarna het nu veel beter lijkt dan het zijne.
Ik vertrouw je deze brief toe aan nicht Constantia 7), die komt van Mistriss Faris.

Mijn Heer  
Mijn Heer van Zeelhem
In sgravenhage.


6)  Het portret van Mistress Middleton. Zie brief No. 1143.
7)  Constantia le Leu de Wilhem.



No 1149.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

20 september 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1148. Chr. Hugens' antwoord: No. 1151.

A la Haye le 20 Septembre 1663.  

  Ik bedank je zeer voor de lessen en verbeteringen die je me hebt verschaft van meneer Cooper en ik vind dat ze 1) gelijk hebben. Ik ben op die ongelegenheden uitgekomen doordat ik wilde maken dat het portret ook aantrekkingskracht had op enige afstand, maar ik ben er te ver in gegaan. Onder een meester als Cooper zouden we ongetwijfeld gauw klaar zijn maar in dit land hier hebben we minder geluk.

  Als je geen tijd hebt gehad om in Londen Karmijn te zoeken denk ik dat je het ook in Parijs zult kunnen vinden, waar Blavet 2) het vroeger heeft gekocht naar hij me zegt. Ik verzoek je ernaar te kijken; het is iets dat bij miniaturen niet kan worden gemist en dat hier met geen mogelijkheid te krijgen is. Er is maar weinig van nodig aangezien het een kleur is die sterk spreekt.

  Ik stel me voor dat je wel de nieuwsgierigheid zult hebben om te informeren naar de methode van pastel maken die Nanteuil 3) gebruikt, die waarschijnlijk wel de beste van alle zal zijn.


1)  Dat wil zeggen Cooper en Lilly.
2)  Zie over Blavet brief No. 1107, n.1 [hierboven].
3)  Zie over Nanteuil brief No. 803, n.26.

[ 403 ]
  Ik heb het portret gemaakt van meneer Maarten 4) maar met alleen zwarte stift, en het is heel goed gelijkend.
Toot 5) ging een maand geleden naar Sluis 6) om onze achterstallige betalingen te vragen van de Parentes 7). Bij zijn terugkomst vertoefde hij in Middelburg, om zijn opwachting te maken bij juffrouw Thibault 8), van wie hij zeer gecharmeerd is. Deze dwaasheid duurt nog, en juffrouw van Nieuwveen 9) schreef onlangs van daar dat hij nog in goede gezondheid was, toen we hier dachten dat hij al enige tijd in Munnikenland was. Hij heeft mij maar één enkele keer geschreven, ongeveer vijftien dagen geleden, en ik weet niet wat ik moet doen met die jongen, die niets tegen mij zegt, en die bij zijn terugkomst veel geld zal hebben opgemaakt. Als we veel van zulke Maenders 10) daar hadden zouden we heel weinig inkomsten krijgen. Ik wil hem evenwel niet aanklagen bij Signor Padre, ook al verdient hij het wel
  Adieu.


  Wanneer je in Parijs bent verzoek ik je mijn pruik niet te vergeten en de haren goed te bekijken voordat men eraan werkt, om te zien of ze op natuurlijke wijze gekruld zijn. Anders zou het niet de moeite waard zijn ze van zo ver te laten komen.

Pour mon frere.


4)  Waarschijnlijk Martin Suerius [zie No. 1066, n.7].
5)  Lodewijk Huygens.
6)  Het gaat om de bezittingen van Const. Huygens sr. te IJzendijke, genaamd Gaternisse of Oranje-polder. Er waren veel problemen met de inkomsten.
7)  Joost Parente, die zijn vader Andries Parente was opgevolgd, als ontvanger voor Constantijn Huygens sr. in IJzendijke.
8)  Zie over juffrouw Thibault brief No. 910, n.3.
9)  Elisabeth Maria Musch. Zie No. 196, n.5.
10)  Traduction: porteurs de sommations [Ned,: aanmaners].



[ 410 ]
No 1151.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

5 oktober 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1149. Const. Huygens' antwoord: No. 1153.

A Paris ce 5 Octobre 1663.  

  Toen ik afgelopen maandag 1) aankwam in deze stad vond ik je brief van 20 september, waarin je er blijk van geeft tevreden te zijn over de verbeteringen die ik je uit Londen heb gestuurd. Er zijn heel wat schilders die ze niet zo goed zouden opnemen, omdat iedereen blind is voor wat zijn eigen werk betreft, en ik evenzeer als wie dan ook.
Ik heb het nooit duidelijker erkend dan vanmorgen, bij vergelijking van mijn oude portretten waarvan ik eerder dacht dat ik ze vrij goed had gemaakt, met die welke ik uit Engeland heb meegenomen; een daarvan is de kopie naar Lilly en het andere het profiel van dit zelfde mooie gezicht 2) waarover ik je eerder heb geschreven, dat ik naar de natuur heb gemaakt met kleurstift. Ik verzeker je dat er van


1)  Dat was op 1 oktober.
2)  Dat van Mistress Middleton. Zie de brieven No. 1143, 1145, 1148.

[ 411 ]
die oude zijn, zoals dat van Miek Z. 3) naar Mijtens 4), Mistriss Boyle 5) naar Hanneman 6) en juffrouw Petit 7) naar haarzelf, die mij nu zo vreselijk slecht gedaan lijken dat ik in lachen uitbarst als ik ze bekijk. Wat me laat zien dat als ik een beetje dikwijls zou oefenen, ik weldra tot meer volmaaktheid zou kunnen komen in deze kunst, daar ik bij dit ene gezicht mezelf heb verbeterd.

  Zodra onze noodzakelijke bezoeken afgelegd zullen zijn, en ik vrijer gebruik kan maken van de karos, zal ik denken aan jouw bestellingen van de pruik, het Karmijn en de pastel. Het Karmijn is in deze stad uitgevonden, daarom valt er niet aan te twijfelen dat het hier te vinden is, en goedkoper dan in Londen.

  Ik geloof dat broer Lodewijk ongelijk heeft als hij jou zijn plannen niet meedeelt 8) die hij in Zeeland heeft, aangezien hij het heel goed aanpakt, zoals je zult zien in wat Vader je erover zal schrijven. Ik heb het hele verhaal van zijn verliefdheden gezien in een lange brief die hij hem erover geschreven heeft, waarin hij er blijk van geeft goede hoop te hebben dat hij succes zal hebben met zijn aanspraken. Il Signor Padre gelooft dat hij het niet slecht zal doen als hij kan slagen en daartoe stuurt hij hem de brieven aan de ouders van het meisje 9), die hij gevraagd had, zodat je hem weldra opnieuw zult zien vertrekken om zich erheen te begeven. Zeg niet dat je iets van mij hebt vernomen. Adieu.


  Zeg alsjeblieft tegen broer Lodewijk dat hij de 80 pond die meneer Chieze hem heeft geleverd, doet toekomen aan de klokkenmaker op het Spui, meneer Severyn 10), en dat hij het zo spoedig mogelijk doet, want het is meer dan 4 maanden geleden dat meneer Boulliau mij daartoe dit geld heeft gegeven en ik het meneer Chieze in handen heb gegeven.

  Geef ook opdracht aan de Klokkenmaker een uurwerk te maken met een slinger van 3 voet


3)  [T. 8, p. 184, n.5 en zie No. 1016, n.12:]  Miralinde Suerius ...
4)  Zie over Mijtens: brief No. 1118, n.7.
5)  Elisabeth Clifford, enige dochter van Henry Lord Clifford, graaf van Cumberland, en Lady Francis Cecil. In 1635 trouwde ze met Richard Boyle [1612-1698] ...
6)  Zie over Adriaan Hanneman brief No. 812, n.6.
7)  Zie over dit portret van Marianne Petit brief No. 878.
8)  Zie brief No. 1149.     9)  Juffrouw Thibault, zie brief No. 910, n.3.
10)  Zie over Severijn Oosterwijck brief No. 1104, n.18.

[ 412 ]
zoals het mijne, maar dat een week loopt, met contragewicht, en eenvoudig, zonder slagwerk. Het is voor Milord Brouncker in Engeland. Ik verzoek je dit niet uit te stellen.

Pour le frere de Zeelhem.



[ 413 ]
No 1153.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

12 oktober 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1151. Chr. Huygens' antwoord: No. 1155.

A la Haye le 12 Octobre 1663.  

  Ik verlang er zeer naar jouw pastels te zien die je hebt gemaakt naar die Engelse schoonheid 1). Miniatuur is toch iets dat mijns inziens nog meer betovert voor wie het volmaakt kan doen. Barlaeus 2) heeft mij een hoofd geleend dat Joris Hoefnagel 3) vroeger heeft gemaakt, en dat heel uitstekend is; hij heeft het heel goedkoop gekocht terwijl alleen het gezicht ervan af was, Blavet 4) heeft de rest ervan gedaan, en nu schat hij het op tien pistoles en hij geeft er de voorkeur aan boven de werken van Cooper 5), waarvan ik nooit iets gezien heb naar wat ik me herinner om te kunnen vergelijken. Hierin zit een buitengewone fijnheid, en zodanig dat het zo goed als onmogelijk is de punten op te merken, maar wat betreft de kleurenrijkdom lijkt me dat het mogelijk is het nog beter te doen.

Uylenburg 6) heeft heel mooie schilderijen uit Italië gebracht van Palma Vecchio 7) en anderen. Barlaeus heeft er een van geruild waarop een naakte vrouw te zien is die inderdaad heel uitstekend is, en hij is er zo blij mee dat ik bang ben dat hij er gek van wordt.

  Tenslotte heb ik openinig gekregen van de zaak van Zeeland waar onze broer 8) opnieuw heengaat tegen het eind van de komende week, hij staat helemaal in vuur en vlam. Chieze zal hem er wel iets goeds van zeggen als hij de wind mee heeft in de liefde.

  Ik heb het portret van lady Tufton verbeterd volgens jouw aanwijzingen 9) en het is beter dan tevoren.

  Ik verzoek je zorg te dragen voor mijn pruik, en van meneer Chieze te weten te komen wie degene is die de pruik met kalotje heeft gemaakt van meneer van Leeuwen


1)  Mistress Middleton. Zie brief No. 1143, n.2.
2)  Jan van Baerle, oudste zoon van David van Baerle en Rachel Godin.
3)  Joris Hoefnagel ... [1542-1601] ... Geleerde, dichter en miniatuurschilder ...
4)  Zie brief No. 1107, n.1.     5)  Zie brief No. 1145, n.5.
6)  Zie brief No. 819, n.1.     7)  Giacopo Palma. Zie No. 803, n.6.
8)  Lodewijk Huygens.     9)  Zie brief No. 1148.

[ 414 ]
die is van haren die op natuurlijke wijze gekruld zijn, waar hij nooit iets aan doet en toch zijn ze altijd goed in orde. Van deze meester zou ik de mijne willen, maar geheel zoals ik je in de voorgaande brief 10) heb bericht toen ik je ook heb verzocht je eerst de haren te laten zien, anders zullen we ongetwijfeld bedrogen worden.

Pour mon Frere


10)  No. 1149.



[ 415 ]
No 1155.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

19 oktober 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1153. Const. Huygens' antwoord: No. 1157.

A Paris le 19 Octobre 1663.  

  Ik stuur vandaag je pruik met de post, met twee gewatteerde jassen die broer Lodewijk heeft besteld bij meneer Chieze. Je kunt het pakket openmaken in het geval dat hij al vertrokken is; en om de valse plooien er uit te laten gaan die hij zal hebben, nu hij zo ingedrukt is geweest, kun je hem een dag lang in het venster aan de lucht blootstellen, goed gekamd, en dan zal hij zich herstellen zoals het behoort. Dat is wat de meester me heeft verzocht je te berichten, die dezelfde is die het kalotje voor meneer van Leeuwen maakte, en hij heeft me verzekerd dat de haren hier de beste zijn die er te krijgen zijn. Meneer Chieze heeft ze gezien voordat hij eraan werkte, en hij zei dat ze natuurlijk gekruld waren.
Het zal je misschien toeschijnen dat hij er teveel heeft opgedaan, maar weet wel dat men ze hier zo draagt, en in elk geval wenst de meester dat je, liever dan er iets af te laten knippen, de pruik naar hem terugstuurt, opdat hij er een kleinere van maakt. Ik heb er 4 en een halve Louis voor betaald, en toen ik ze aan Signor Padre terugvroeg zei hij me dat hij nu geen geld had 1).

  Ik zal zien of hij ze me zal willen geven zonder dat ze worden afgetrokken van je uitkering, en ik zal je berichten wat er van komt. Ik laat bij dezelfde vakman een pruik voor mezelf maken omdat ik zie dat het uitstaoje me alle haren in de war brengt.

  De heer Bosse 2) gaf me gisteren een adres om Karmijn te krijgen, maar ik heb er nog niet heen kunnen gaan. Hij sprak me ook over een uitstekende schilder in miniatuur, die in deze wijk woont, genaamd Werner 3), die ik zal gaan bezoeken. Hij gelooft dat Jul. Clovio 4) niet te vergelijken is met deze Zwitser, maar de goede man heeft er niet zoveel verstand van.

  Het schijnt dat onze broer 5) zou kunnen slagen in die zaak 6) die hij heeft ondernomen in Zeeland.


1)  Er zijn drie regels doorgestreept in het origineel.     2)  Zie brief No. 367, n.1.
3)  Joseph Werner ... [1637-1710] kwam als schilder aan het hof van Lodewijk XIV ...
4)  Zie No. 810, n.5.     5)  Lodewijk.     6)  Zie No. 1151.

[ 416 ]
Het enige bezwaar dat ik vind is hetzelfde als jij hebt, aangaande de goederen van de schoonvader, maar het aantal en de kwaliteit van de rivalen maakt dat ik er een betere mening over heb.

A Monsieur  
Monsieur de Zeelhem
A la Haye.  



[ 417 ]
No 1157.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

25 oktober 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1155. Chr. Huygens' antwoord: No. 1161.

A la Haye le 25 Octobre 1663.  

  Ik bedank je zeer voor de gedane moeite om me mijn pruik te bezorgen, die je met de Post hebt gestuurd naar je zegt, en die toch nog niet verschijnt. Ik geloof dat je hem zult hebben geadresseerd aan de Unicus 1) en dat ik hem zal kijgen met de boot van Antwerpen die morgen komt. Als Signor Padre ermee instemt die te betalen zal ik hem veel verplicht zijn; overigens, het zij onder ons gezegd, was ik niet zo van plan hem iets terug te geven wanneer hij eenmaal het geld gegeven zou hebben. Ik voorzie wel dat het maar voor één keer kan zijn, en dat als ik hierna dergelijke verzoeken zou doen ze niet gunstig ontvangen zouden worden, maar het is in elk geval alvast gewonnen, en ik maak er een punt van je geld te sturen in het pakket als het nodig is dat ik je lastig val voor andere bestedingen.
Zoals ik je nu verzoek voor me te kopen twee van die boekjes of liever bandjes die men Agenda noemt, en waarin men


1)  Philips Doublet.

[ 418 ]
blanco papier doet wanneer het eerste vol is. Ze sluiten met twee slotjes, en als ik me goed herinner is er op de rug iets om een potlood in te doen. Monconys had er een met papier, ingewreven met tripoli, waarop men kan schrijven met een zilveren stift, maar ik houd meer van Potlood. Ik wil dat er zo weinig mogelijk bewerking aan is, en ik verzoek je ze voor mij in het volgende gewone pakket te doen, zonder papier erin, dat kan ik er hier in laten doen. Zeg me wat ze kosten en ik zal het je terugzenden in mijn brief. Het valt me nu in gedachten dat als je er een van segrijnleer kunt krijgen, met massief zilveren slotjes, dan zou ik aan één genoeg hebben, want dat leer gaat lang mee.

  Severyn 3) werkt al enkele dagen aan de klok die je bij hem hebt besteld voor lord Brouncker. Maar omdat je zegt dat hij zoals de jouwe moet zijn en je er twee hebt, waarvan de laatste met twee wijzerplaten is, weet ik niet welke a) je bedoelt; en je zult je wel zo spoedig nader willen verklaren. Hij zal het zo doen dat elk van de drie wijzers draait om de as van een groot rad, wat maakt dat ze niet waggelen.

  Afgelopen zaterdag vertrok onze verliefde broer 4) met goede voortekenen en ik wacht erop te vernemen welk gevolg de onderneming zal hebben.

  Het hoofd loopt hem ervan om en hij is druk in de weer, chagrijnig en somber, en er wordt nog meer dan gewoonlijk om Champagne geroepen. Anderen passen de liefde aan hun belang aan, maar hij past zijn belang aan zijn liefde aan en bouwt bepaalde luchtkastelen waarvan ik vrees dat ze pas verdwijnen wanneer de liefdeskoorts hem verlaten heeft. We moeten er maar het beste van hopen, en de gebeurtenissen afwachten.

Pour mon Frere Huijgens.


2)  Traduction: un crayon.     3)  Zie No. 1104, n.18 [Severyn Oosterwijck].
a)  Comme mon vieux horologe; s'il a estè payè [Chr. Huygens].
4)  Lodewijk Huygens.


[ 419 ]
No 1158.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

26 oktober 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Const. Huygens' antwoord
: No. 1159.

Paris 26 Octobre 1663.  

  Meneer van Loo 1) de Schilder heeft me deze morgen een beetje Karmijn cadeau gedaan, waarvan ik je hier de helft stuur. Ik geloof dat dit proefstukje lange tijd voldoende zal zijn voor je, maar als je er meer van wenst zal ik het je doen toekomen.

  Ik had je verzocht een uurwerk te laten maken met een slinger van 3 voet. Denk er alsjeblieft wel aan.

  Van Dalen vraagt me het geld voor een rekening van 85 pond. Ik verzoek je hem 70 pond op rekening 2) te betalen, nadat hij de genoemde rekening voor je heeft geschreven en de kwitantie voor 70 pond. Ik zal je voor de rest van het geld schuldig zijn door dat van de pruik te verminderen, en ik zal het besteden aan wat je me zult opdragen.
Mijn geschenk van de Koning van 1200 pond is me enkele dagen geleden gebracht 3).

  Adieu. Er staat iemand te wachten op deze brief.

A Monsieur  
Monsieur de Zeelhem
A la Haye.  


1)  Zie brief No. 1104, n.16.     2)  Traduction: pour acompte.
3)  Zie brief No. 1150.


[ 420 ]
No 1159.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

31 oktober 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1158. Chr. Huygens' antwoord: No. 1164.

A la Haye le 31 Octobre 1663.  

  Veel dank voor het Karmijn, zoals je zegt zal dit voor lange tijd dienen met een beetje dat ik nog heb van Blavet 1).

  Aangaande het Uurwerk heb ik je geschreven met de vorige gewone post 2) en ik wacht op antwoord; wanneer ik het heb zal het na korte tijd gedaan zijn.

  Ik zal aan van Dalen geld van Signor Padre tot 70 francs betalen, zoals je opdraagt, en geef jij hem dan alsjeblieft de waarde in Parijs; een van de redenen waarom ik het niet met het mijne betaal heb je wel begrepen uit mijn voorgaande brief. Die is, dat daardoor de steek die ik hem wil toedienen zou worden afgehouden, en die zou hij inderdaad niet hardnekkig moeten willen afweren, gezien het feit dat, toen we met hem onze jaarlijkse uitkering aanpasten, er geen rekening is gehouden met de haardracht, en nu zou men deze niet kunnen weglaten.

  De tweede reden is dat wanner ik voor jou 70 pond zou hebben betaald, daarvan 30 onbenut in jouw handen zou blijven, en nietsdoen is een fout waartoe mijn geld niet in staat is, dat is goed voor jullie als rijke pensionarissen van de Koning, zulke grote sommen op de bank te hebben, maar wij maken er doorgaans gebruik van naar het voorbeeld van de wijze Bias. Alles welbeschouwd moet Signor Padre die vier en een halve Louis d'or voor mijn pruik ofwel als vrije gift geven, ofwel in de vorm van een lening, en dan zullen we wel zien over de teruggave.

  Ik heb zojuist bericht gekregen van de Unicus 3) dat de Koerier hem de Watten jassen en mijn pruik had bezorgd en dat hij ze de volgende dag zou sturen.

  Ik verzoek je mij te zeggen wat van der Does 4) in Engeland deed en of het waar is wat men hier heeft gezegd, dat hij een besloten winkel in Whitehall had waar men Rafel*) ging spelen.


  Je spreekt wel heel lakoniek over het Vorstelijk Geschenk. Is het een uitkering voor elk jaar, of is het alleen voor deze keer?


1)  Zie brief No. 1107, n.1.     2)  Zie No. 1157.     3)  Philips Doublet.
4)  Zie brief No. 807, n.13. [Daar noemt Const. H. jr. "een schilder van hier, genaamd vander Does"; hier zal het gaan om Johan van der Does, zie hierboven No. 1140, extra noot]
[ *)  Encyclopédie méthodique. Dictoionnaire des jeux familiers (Paris An V), 'Rafle', p. 134: 3 gelijke stenen behalen alles; en ... Jeux mathématiques (Paris An VII), 'Rafle de Dez', p. 195: kansberekening.]



[ 423 ]
No 1161.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

2 november 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
: No. 1157. Const. Huygens' antwoord: No. 1162.

A Paris ce 2 Novembre 1663.  

  Hoewel ik je in mijn voorgaande brief 1) heb verzocht voor mij aan van Dalen de 41 pond te betalen die ik heb uitgegeven voor jouw pruik, en nog 29 pond meer, zal dit niet beletten dat je die krijgt op de manier zoals je van plan was, mits Signor Padre ermee instemt, waaraan ik niet twijfel. Maar tot dusver hen ik noch de teruggave van mijn 4 en een halve pistoles kunnen krijgen, noch het geld voor mezelf. Als ik ze ontvangen heb zal ik ze jou doen toekomen met een wisselbrief als je wilt met de rest van wat ik je verschuldigd zal zijn.
Vanmiddag zal ik bandjes van segrijnleer voor je zoeken zoals je ze wilt en ik zal ze je sturen via meneer Elveston, gouverneur van de heren van Gent 2), die morgen naar Holland vertrekt.


1)  No. 1158.
2)  Waarschijnlijk Johan van Gent, Otto van Gent, Willem Joseph van Gent, zonen van Nicolaas van Gent en Johanna van Oyen.

[ 424 ]
  Het uurwerk voor meneer Brouncker moet zijn zoals het oude dat ik heb, dat wil zeggen wat beteft de vorm en de ene wijzerplaat. De wijzers waren goed in orde gebracht in het uurwerk dat hij 3) verkocht aan meneer Boulliau 4), met een lange slinger. En laat hij dit in alles namaken, tenzij hij er heel zeker van is het beter te kunnen doen. Ik hoop dat hij tenslotte zijn geld heeft gekregen voor het andere uurwerk dat meneer Boulliau heeft gekregen 5). Broer Lodewijk had beloofd het te doen, en ik zou graag willen weten of hij het heeft voldaan.

  Ik heb het Paleis en alle winkels gesloten gevonden wegens de feestdag 6), hoewel men me gezegd had dat ze na de middag open zouden zijn. Je zult de bandjes dus pas met de volgende gewone post krijgen.

tekening buste
Tekening op achterkant
(HUG 45)

A Monsieur  
Monsieur de Zeelhem.
A la Haye.  



3)  Severyn Oosterwijk.
4)  Tijdens het bezoek van Ism. Boulliau aan de Nederlanden in 1662. Zie brief No. 1015 [n.3].
5)  Zie brief No. 1079.
6)  De vorige dag was het feest van Allerheiligen.



No 1162.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

8 november 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1161. Chr. Huygens' antwoord: No. 1166.

A la Haye le 8 Novembre 1663.  

  Ik zei je in mijn vorige brief 1) dat ik aan van Dalen zou betalen van het geld van Signor Padre en dat jij hem er teruggave voor kon vragen. Als je echter liever wilt dat ik het geef, wil ik dat wel, mits je het me hier binnenkort doet toekomen per wisselbrief of in munten in een pakket dat een beetje dik is, bericht het me dan. De betaling van die deugniet heeft niet zoveel haast.


1)  No. 1158.

[ 425 ]
  Het uurwerk van milord Brouncker zal weldra klaar zijn; aan wie moet het in bewaring worden gegeven en wie zal de betaling ervoor doen?

  Het uurwerk van meneer Boulliau is nog niet betaald. Toot 2) heeft tot dusver verzuimd het geld in Amsterdam te laten ontvangen, en zei enkele dagen voor zijn vertrek dat hij een rekening had tussen Chieze en hemzelf en dat hij van plan was het te betalen van wat deze hem verschuldigd was, maar met het hoofd vol Zeeuwse wind 3) heeft hij er niets mee gedaan, dat is toch niet zo best.

  Ik zal die Agenda dus verwachten met de volgende gewone post; ik hoop dat hij zal zijn zoals ik je had gevraagd, dat wil zeggen om er papier in te doen en niet met bladen om er met zilver op te schrijven.

  Juffrouw vander Nisse 4) is hier sinds zeven of acht dagen. Watervliet 5) en meneer van Odijk 6) sloven zich zeer uit om haar het hof te maken en deze laatste met alle mogelijke ijver en toewijding, en niettemin is zijn affaire nog heel onzeker.

  Nicht Ecberg 7) heeft naar men zegt een aanbidder 8) die haar alle goeds wenst. Hij komt van Groningen en is hier afgevaardigde in de Rekenkamer.

Pour mon frere Huygens.


2)  'Toot' was de naam voor Lodewijk in het gezin.     3)  Zie No. 1157.
4)  Cornelia Elisabeth van der Nisse, dame van Waarde en Nisse, dochter van Gillis van der Nisse ... en Geertruyd van Alteren. In 1669 trouwde ze met Emmery van Watervliet.
5)  Zie over Emmery van Watervliet brief No. 835, n.16.
6)  Willem Adriaan van Nassau, zie No. 909, n.8.
7)  Waarschijnlijk een dochter van Johan Eyckberg (zie No. 230, n.3) en Petronella van Campen (zie No. 234, n.11).
8)  Sicco Eeck, zoon van Johan Eeck, heer van Loppersum en Wirdum, curator van de Universiteit in Groningen; geboren in 1626, studeerde in 1647 rechten in Leiden ...



[ 427 ]
No 1164.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

[9 november 1663] 1).

Samenvatting in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
: No. 1159.

Samenvatting: Goede bandjes voor een Louis d'or 2).
Uurwerk verstuurd, niet betaald 2).
Van der Does 3).
Vorstelijk Geschenk viermaal; sommigen een pension. 
Point de Venise 4) voor juffrouw van Dona 5).
S. Rijckaert 6).


1)  Deze samenvatting, geschreven op de achterkant van brief No. 1159, behoort bij een brief van 9 november die verloren is gegaan.
2)  Zie brief No. 1161.
3)  Zie over Jacob van der Does brief No. 807, n.13.  [De in No. 1140 hierboven genoemde van der Does (in Engeland) is waarschijnlijk Johan van der Does.]
4)  Zie No. 1166 [n.1].
5)  Christophorus Delphicus, graaf von Dohna — zoon van de stadhouder van het prinsdom Orange, Christoffel, graaf von Dohna en Ursula von Solms [dus broer van Frederik] — werd ca. 1620 geboren en overleed in Londen. Hij trouwde met Anna gravin van Oxenstierna en ze kregen twee dochters: Carolina Eleonora en Amalia Ludovica. Eén van deze twee wordt in de brief genoemd.
6)  Zie over Susanna Rijckaert brief No. 820, n.14.



[ 430 ]
No 1166.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

16 november 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
: No. 1162. Const. Huygens' antwoord: No. 1168.

A Paris ce 16 Novembre 1663.  

  Aan jou die Pistoles naar Holland te sturen is iets dat me teveel moeite zou kosten om ertoe te besluiten. Betaal er maar 7 aan van Dalen zonder gewetensbezwaar van het geld van Signor Padre en ik zal het hem zeggen, opdat hij ze mij kort op de eerste uitkering die hij me zal geven, als hij ze me niet cadeau wil doen, zoals hij wel zou moeten, aangezien hij het jou doet. Eén erbij die je me schuldig bent maakt 8.

  Je meldt me niets over je pruik, die je toch moet hebben ontvangen, aangezien we nieuws hebben over het Venetiaanse kant 1) dat in dezelfde doos heeft gezeten. Ik wil dus geloven dat je er tevreden over bent.

  Ik schrijf naar Engeland 2) om te weten te komen aan wie het uurwerk van Milord Brouncker moet worden geadresseerd. Meester Severyn moet zeggen wat de prijs ervan is, opdat ik het aan de genoemde Milord kan laten weten. Meneer Boulliau heeft voor een dergelijk uurwerk maar 72 pond betaald, maar ik geloof dat hij er niet minder dan 80 voor wil hebben.

  Bij de heer Pascal 3) zijn 2 slingeruurwerken die meneer Chieze heeft laten maken voor Signora Anna en een andere bevriende Italiaan. Ze zijn al voltooid en broer Lodewijk had zich ermee belast ervoor te zorgen ze te versturen; maar nu hij afwezig is zou ik wel willen dat jij ze zou adresseren aan de Unicus 4), en via hem aan juffrouw van der Elst, die ze naar Parijs zal sturen met de vrachtrijders. Als broer 5) in Den Haag zou zijn, zou hij ze ook wel over zee naar Rouen kunnen sturen, naar meneer Cordier 6), maar deze weg is langer.

  Als er een mogelijkheid zou zijn mij met de uurwerken een pond of een half pond goede Thee te sturen, zou je mij een groot genoegen doen, omdat ik er sinds enkele weken


1)  Dit kant was bestemd voor juffrouw van Dohna; zie No. 1164.
2)  Zie brief No. 1167.
3)  Zie over de klokkenmaker Pascal brief No. 955, n.7.
4)  Bijnaam van Philips Doublet.
5)  Lodewijk Huygens.
6)  Jean Cordier ... [1597-1673] was Jezuïet ...

[ 431 ]
een verbazend welbevinden bij heb gehad door de blaadjes gewoon in de mond te nemen, als ik me door hoofdpijn gehinderd voel, want dit geneest me ervan zonder mankeren.

  De naam alsjeblieft van de aanbidder 7) van nicht Ecberg 8).

Au frere de Zeelhem.


7)  Sicco Eeck. Zie No. 1162, n.8.
8)  Zie No. 1162.



[ 434 ]
No 1168.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

22 november 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1166. Chr. Huygens' antwoord: No. 1175.

A la Haye le 22 Novembre 1663.  

  Ik zal met geld van Signor Padre 8 pistoles aan van Dalen betalen, maar ik kan niet begrijpen waarvoor ik je er één schuldig ben, tenzij je misschien de bandjes voor me hebt gekocht waarover je me niets hebt gemeld. In je voorlaatste brief van de 2e van deze maand 1) zeg je wel dat je ze mij zult sturen met de gewone post, maar die heeft me niets van jou gebracht 2), noch brieven, noch bandjes. Als je ze hebt gekocht bedank ik je voor de moeite, zo niet, doe het dan maar niet; ik heb hier iemand gevonden die vrij goed kan inbinden om ze voor me te maken. Laat me weten waarvoor ik je de pistole schuldig ben en ik zal hem meteen sturen.

  Het uurwerk van Milord Brouncker is bijna klaar, ik heb hem 3) de lagere prijs gevraagd, en hij zei me dat als een ander het bij hem had besteld, hij het niet zou doen voor minder dan 120 francs, maar om je niet de lust te benemen zal hij dit voor 110 geven; en dat is echt het laatste woord. Hij zei bovendien dat het uurwerk van meneer Boulliau maar van 29 uur was, terwijl dit van 8 dagen zal zijn en bovendien zeer goed afgewerkt in al zijn onderdelen, met de bol, of het anker daarvoor in de plaats, verguld.

  Pascal 4) heeft de twee slingeruurwerken gebracht die men hem heeft laten maken en Toot 5) zal ze via Rouen versturen.

  Severyn 3) zou graag betaald willen worden voor het andere waarover je mij in het verleden hebt geschreven 6). Toot heeft de wisselbrief teruggestuurd die hij daarvoor had van Chieze, en gezegd dat hij het geld verschuldigd was en daarvoor moest betalen. Nu ik hem sommeer het te doen zegt hij dat Chieze hem niet de rekening stuurt die ze samen hebben en dat hij niets kan doen voordat dit is gebeurd. Ik verzoek je hem eraan te herinneren dat het schandalig is arme mensen achter hun geld te laten aanlopen voor zulke goederen.

  Als je mij bandjes stuurt verzoek ik je ze tussen twee stukken karton te doen, opdat niemand weet wat erin zit, uit vrees voor verleiding.


1)  Brief No. 1161, van 2 november.
2)  Brief No. 1164 die verloren is gegaan. Zie No. 1175.
3)  De klokkenmaker Severyn Oosterwijk. Zie No. 1104, n.18.
4)  Paschal, klokkenmaker in Den Haag, zie No. 955, n.7.
5)  Lodewijk Huygens.     6)  Zie No. 1161, 1162 en 1164.

[ 435 ]
  Ik zal naar Amsterdam schrijven om jou Thee te laten krijgen en ik zal het versturen met de uurwerken.

  De minnaar van nicht Ecberg 7) heet Eeck 8), men zegt dat hij van niet zo hoge afkomst is en ook niet zo veel beladen met vergankelijk bezit.


7)  Zie over juffrouw Eyckberg brief No. 1162 [n.7].
8)  Zie over Sicco Eeck brief No. 1162.



No 1169.

Christiaan Huygens aan Constantijn Huygens jr.

23 november 1663.

Brief in Leiden, coll. Huygens.

A Paris ce 23 Novembre 1663.  

  Ik heb je niets anders te zeggen, daar ik van jouw kant niets heb ontvangen, dan dat ik er heel ontstemd over ben dat je mijn pakket niet hebt ontvangen, waarin jouw bandjes zaten met mijn brieven aan jou en aan meneer van Leeuwen, en nog een van meneer Chieze aan zwager van Moggershil. Ik hoop dat men het je inmiddels gebracht heeft, want ik kan me niet voorstellen hoe het verloren zou zijn geraakt; het zat in een aparte envelop, met opschrift aan meneer Vastric 1).
Hoewel je me niets hebt geschreven over je pruik, twijfel ik er toch niet aan dat je die al draagt, omdat Nicht 2) aan Signor Padre onder andere schrijft:
datter nu een nieuwe mode is dat de jongeluy al haer haer doen afsnijden en setten dan paruquen op die haer bijkans het heele aensicht bedecken, en achter op staet een hoedtie 3).
Daaraan zie ik dat we helemaal gelijk zijn.

A Monsieur  
Monsieur de Zeelhem.
A la Haye.  


1)  Hendrik Vastric was een rijke handelaar in Amsterdam. in 1650 werd hij luitenant van de burgerwacht, in 1666 kapitein.
2)  Waarschijnlijk Catharina Suerius [<].
3)  Traduction: que maintenant il y a une nouvelle mode, que les jeunes gens font couper tous leurs cheveux et se mettent alors des perruques qui leur couvrent presque tout le visage et sont surmontées par derrière d'un petit chapeau.



[ 451 ]
No 1175.

Christiaan Huygens aan [Constantijn Huygens jr.]

30 november 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
: No. 1168. Const. Huygens' antwoord: No. 1177.

A Paris ce dernier Novembre 1663.  

  Ik heb je in mijn laatste brief 1) laten weten dat het pakket onderschept is waarin jouw bandjes [<] zaten, met twee brieven van mij 2) en een van de heer Chieze. We waren gisteren samen op het postkantoor om ons beklag in te dienen over deze gemene streek of nalatigheid, en men heeft ons beloofd dat men erover zou navragen door te schrijven aan degenen die er aan schuldig zouden kunnen zijn; het is alles wat ik kan doen. Je weet overigens voor wie het risico is voor iets dat op bestelling gekocht is wanneer het verzonden is, zelfs als alle nodige voorzorgs­maatregelen genomen zijn.

  Toen ik de prijs van het uurwerk van Milord Brouncker stelde op 80 pond, heb ik me niet herinnerd dat het er een van 8 dagen was. Ik zal hem die van 110 laten weten, en afwachten tot hij bericht langs welke weg het naar hem moet gaan, waarna ik het je zo spoedig mogelijk zal berichten.
Wat betreft de 2 slingeruurwerken van Pascal 3), als ze nog niet zijn vertrokken, verzoek ik je ze niet langs die lange weg via Rouen te versturen, maar via Antwerpen, waar je het slechts behoeft aan te bevelen aan Don Diego 4) opdat hij ze geeft aan de vrachtrijders die vandaar naar Parijs vertrekken. Dat zou voor jou of voor broer Lodewijk even makkelijk zijn als ze naar Rotterdam te sturen,


1)  Deze brief, van na 23 november, is niet gevonden.
2)  Brief No. 1164 en een brief aan van Leyden van Leeuwen.
3)  Zie over Paschal No. 955, n.7.
4)  Duarte. Zie No. 381, n.3 [en No. 1103, n.4].

[ 452 ]
en onze vrienden die er heel ongeduldig op wachten zullen er drie keer eerder door bediend worden. Signor Padre wenst het ook zo en heeft me opgedragen het je te schrijven.

  Meneer Chieze en ik weten niet wat het verweer is van broer 5), die beweert niet te kunnen betalen aan de klokkenmaker voordat hij de rekening heeft ontvangen die ze samen hebben, want hij weet toch heel goed dat hij, na die 80 pond voor hem te hebben betaald, hem verder nog heel wat geld schuldig is. Maar opdat hij niet meer aarzelt stuurt hij hem in dat pakket deze rekening die hij vraagt. Hij moet dus deze goede man 6) niet langer zijn geld onthouden, dat meneer Boulliau al bijna 6 maanden geleden aan mij heeft betaald.

  Het spijt me erg dat met de bandjes ook mijn vrij lange brief verloren is gegaan, waarin ik je onder andere bijzonderheden had geschreven over de Kijkers die hier gemaakt worden; over het maaksel van de slijpvormen die ze gebruiken; over de manier om de glazen te mat te slijpen, die perfecter is dan de onze, en over de grootte daarvan, die gaat tot 6 en 7 duim voor kijkers van 45 en 55 voet.
Ik had je ook verteld over de proef die we gedaan hebben bij de heer Thevenot te Issy 7), om een kijker op te stellen zonder buis*), die goed slaagde bij die welke we daar hadden van 35 voet, en die het even goed zou doen bij welke andere lengte dan ook. De manier die men daarbij gebruikt is dat er iemand is dichtbij het objectief-glas, die kijkt naar de bedoelde ster door een smal buisje dat onder een rechte hoek is vastgezet op dezelfde plank waarin het objectief­glas is ingezet; want zo is men er zeker van dat dit glas in de juiste positie is. Daarna vindt men gemakkelijk waar men het oculair stil moet houden, dat geplaatst is op een draagbare voet.

  Ik had je ook nog bericht dat ik goed nieuws had ontvangen betreffende de slinger-uurwerken van de heer Bruce 8), die een reis naar Portugal hebben gemaakt, en die er weldra nog een gaan maken naar West-Indië 9). Sindsdien heeft men 10) mij een uittreksel 11) gezonden van het Verslag van de Stuurman die voor deze uurwerken zorg had gedragen, waaruit blijkt dat het ene onderweg nooit heeft stilgestaan, hoewel er zo grote stormen zijn geweest als ze nooit hadden gezien, en dat het andere alleen soms is gaan stilstaan omdat de bol van de slinger de kast van het uurwerk raakte.
Zolang ze allebei hebben gelopen zijn ze heel goed in overeenstemming geweest, en tenslotte is met het goede uurwerk dat nooit stilstond, namelijk dat van Severyn, heel goed de lengtegraad genoteerd van de plaatsen waar men zich bevond, die tegelijk werd berekend op de gewone manieren.


5)  Lodewijk. Zie No. 1162, 1168.     6)  Severyn Oosterwijk. Zie No. 1104, n.18.
7)  Daar was het landhuis van M. Thevenot
[ *)  Zie ook No. 1167 en No. 1178, aan R. Moray, 18 nov. en 9 dec. 1663.]
8)  Alexander Bruce.
9)  Zie No. 1173; zie over de waarnemingen tijdens deze reis de briefwisseling van 1665.
10)  R. Moray. Zie No. 1173.
11)  Zie stuk No. 1174. [Holmes, 'An account of the going of two watches at Sea'. Moray deed verslag in de Royal Society, October 21 (oude stijl), zie Birch, p. 320.]

[ 453 ]
Op grond hiervan hebben die van de Royal Society van Gresham bepaalde verwachtngen gekregen van het succes van deze uitvinding, en die hebben ze mij ook gegeven, zodat we niet meer delibereren, behalve over de maatregelen die genomen moeten worden om de Privileges aan te vragen.

  Ik beklaag de koortsige broer 5), want ik heb het ook een keer gevoeld 12). Hij kan echter hopen op Kin Kina waarvan we een mooi effect zien bij Signora Anna.

  Vergeet mijn brief 13) aan meneer van Leeuwen niet.


12)  Zie No. 998 [en No. 1190].     13)  Deze brief is niet gevonden.



[ 456 ]
No 1177.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

6 december 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
No. 1175.

A la Haye le 6. decembre 1663.  

  Aangezien mijn arme bandjes verloren zijn gegaan en er geen andere remedie is, zal ik de pistole aan van Dalen betalen met nog 7 van het geld van Signor Padre zoals ik hem in mijn brief bericht. Als je evenwel de zorg had gehad ze in het pakket van de genoemde Signor Padre te laten doen, zouden ze ongetwijfeld niet hetzelfde gevaar hebben gelopen. Ik houd het voor vast en zeker dat ze de weg van het horloge*) zijn gegaan en dat de Koerier zichzelf heeft bestolen.

  De twee slingeruurwerken zullen volgende week verstuurd worden volgens wat je wenst, via Antwerpen met de pennen en de snaren die Vader noemt.

  Toot 1) heeft beloofd de klok 2) van Boulliau te betalen.

  Ik ben heel boos over het verlies van jouw brief, om de bijzonderheden waarnaar ik zo nieuwsgierig ben, probeer wat tijd te vinden om mij er een ander verhaal over te schrijven. Je hebt het over Kijkers van 55 voet alsof het niets is. Als ze naar verhouding goed zijn zouden ze een groot effect moeten geven. Bericht me iets over wat men meer ontdekt dan met de onze, en in het kort welke slijpvorm ze hebben voor mat slijpen en polijsten; of je nu het geheim weet waar d'Espagnet enige tijd geleden zo omzichtig mee omging 3).

  De verslagen over het slingeruurwerk maken me heel blij en Severyn 4) ook. Hij zegt dat hij iets nieuws denkt te hebben gevonden om ze nog beter op te hangen dan bij de andere het geval was.

  Breng je niet iets moois in wat betreft tekenen? Bij de weelde waarin de koninklijke vrijgevigheid je heeft gezet, zou je iets moeten besteden aan dergelijke beziens­waardigheden. Ook al zijn we hier armoedzaaiers, je zult mijn verzameling niet alleen vergroot zien, maar ook zichtbaar verbeterd. Je zou ook niet moeten nalaten in Parijs het kabinet van de heer Jabach 5) te bezoeken, een van de mooiste van de wereld


[ *)  Misschien een verwijzing naar de in No. 1092 genoemde diefstal, van januari 1663.]
1)  Lodewijk Huygens.     2)  Zie No. 1168 en No. 1175.
3)  Zie No. 1108, 1111 en 1115.     4)  Severyn Oosterwijk.
5)  Everhard Jabach ... [1618-1695], een rijke kunstverzamelaar ...

[ 457 ]
voor schilderijen evenzeer als voor tekeningen. Ik zou het graag willen om een bijzondere reden. Hij heeft naar men zegt onder andere een vijftigtal land­schappen*), getekend met de pen van Annibal Caracci 6), en Uylenburg 7) zegt dat er daaronder een is met veel water en kleine figuurtjes van mensen die aan het baden zijn. Ik zou willen dat je, als je het ziet, er vlug een schetsje van zou maken, hoe slecht ook, als maar enigszins te onderscheiden is waar de figuren zijn en hoeveel het er zijn, om een beetje naar waarheid te weten of dat van Rembrandt 8) in Amsterdam, waarop eveneens badende mensen staan van dezelfde meester, niet een kopie is, wat ik echter niet denk, vanwege de gewaagdheid van pen.

  Heb je nog je kijkers en de microscoop?

Al Signor fratello.


[ *)  In plaats van 'passages' blijkt in het origineel (HUG 45) te staan: 'paisages'.]
6)  Annibale Carracci, zie No. 810, n.1.
7)  Gerard Uylenburgh, zie No. 819, n.1.
8)  Rembrand Harmenszoon van Rijn ... [1606-1669] ...



[ 475 ]
No 1188.

Constantijn Huygens jr. aan Christiaan Huygens.

20 december 1663.

Brief en kopie in Leiden, coll. Huygens.
Chr. Huygens' antwoord
: No. 1189.

A la Haye le 20 Decembre 1663.  

  Ook al heb je het nog zo druk, ik vind dat ik verplicht ben jou weer te belasten met de bestelling van een pruik met Kalotje. Ik heb tot dit moment uitgesteld de andere te nemen, maar nadat ik sinds kort zeer veel last heb gehad van kiespijn, die me zes dagen geleden tegelijkertijd een aanhoudend koortsje bracht, dat ik nog niet helemaal kwijt ben, heb ik besloten me aan het pakket te wagen en me te laten scheren zodra ik uit kan gaan; en aangezien men niet genoeg heeft aan één pruik, en er voor buiten de stad noodzakelijk een met kalotje moet zijn, verzoek ik je mij er zo een te laten krijgen van dezelfde meester die de andere heeft gemaakt 1), en wat het belangrijkste is, van haren die een natuurlijke krulling hebben zoals het kalotje van meneer van Leeuwen en zoals ik wil hopen dat die pruik die ik heb ook is, want de ene meester-pruikenmaker hier garandeert me dat die zo is, een ander geeft zich over aan de duivel als het waar is. De ondervinding zal het leren.

Ik stuur je een proefstuk van mijn haren en de drie noodzakelijke maten. Ik verzoek je de meester aan te zetten tot spoed, want je ziet dat het voor me ongemakkelijk zou zijn, en als hij klaar is hem weer met de post te sturen naar de Unicus 2)


1)  Zie brief No. 1155.     2)  Philips Doublet.

[ 476 ]
na de prijs te hebben vastgesteld met de Koerier en gezegd te hebben wat het is, opdat hij niet voor de derde keer in verleiding komt. Als je wilt zal ik hier aan zus 3) betalen wat je voor mij zult hebben uitgegeven, met zoveel minder als wat jij haar verschuldigd bent voor het kant dat ze voor jou heeft betaald, of elders waar je het me opdraagt.

  Ik verlang er bijzonder naar te weten wat jij kunt hebben toegevoegd aan de nauwkeurigheid van het uurwerk; als het er is zou het geheim van de lengtebepaling je moeilijk kunnen ontsnappen. Je zou het ons evenwel niet zo beknopt moeten melden 4), zonder te zeggen aan welk onderdeel van het uurwerk deze verbetering is gedaan, aan het raderwerk of aan de slinger of aan de hoorns of waaraan dan.

  Ik verzoek je te denken aan wat ik je heb bericht 5) over het kabinet van Jabach 6).

  Een mooi gezelschap is zojuist uit de kamer van Toot 7) gekomen: Buat 8), Cabiljau 9), de oudste juffrouw van Dorp 10) en juffrouw van Nieuwveen 11) in jongenskleren, denk je eens in.

  In mijn vorige brieven 12) heb ik je enkele malen verzocht mij iets te zeggen over het vak dat van der Does 13) in Engeland beoefent en of hij een winkel houdt voor nette belangstellenden. In een brief aan Bisschop 14) belooft hij hem jou kort in te lichten over het geheim dat prins Rupert 15) heeft om te graveren in sterk water 16) zoals je weet, en dit opdat jij het aan de genoemde Bisschop zou laten zien, waartoe hij al lang geleden de instrumenten ervan heeft gestuurd.

Pour mon Frere.


3)  Susanna Huygens.     4)  Zie No. 1186 [n.9] aan broer Lodewijk.
5)  Zie brief No. 1177.     6)  Zie No. 1177, n.5.
7)  Lodewyk Huygens.     8)  Henry de Fleury de Coulan. Zie No. 808, n.7.
9)  Jan Willem Cabeljauw was militair; in 1673 majoor bij de cavalerie.
10Dorothea van Dorp. Zie No. 72, n.4 [dochter van Frederik, ca. 1547-1612].
11)  Elisabeth Maria Musch. Zie No. 196, n.5.     12)  No. 1159 [en No. 1142, eind].
13)  Jacob van der Does, zie No. 807, n.13. [Johan van der Does (1621-1704), zie No. 1140.]
14)  Jan de Bisschop, zie No. 790, n.8.
15)  Prins Ruprecht von Bayern, zie No. 1046, n.8.     16)  No. 1046 [n.7: mezzotint].


[ 477 ]
No 1189.

Christiaan Huygens aan [Constantijn Huygens jr.]

28 december [1663].

Brief in Leiden, coll. Huygens.
Antwoord op
: No. 1188. Const. Huygens' antwoord: No. 1198.

A Paris ce 28 Decembre 1663.  

  Ik verzoek je mij met zo weinig bestellingen lastig te vallen als mogelijk is, vooral met die waarbij het nodig is geld uit te geven, anders ga ik zweren dat ik er nooit meer een zal aannemen.

  Ik ben verbaasd dat je in Den Haag niet een pruikenmaker zou kunnen vinden die bekwaam genoeg is om voor jou een kalotje te maken, aangezien meneer de la Lecque 1) en zoveel andere mensen die er goed uitzien er best tevreden mee zijn. Maar goed, voor deze keer dan, mits je niet te gehaast bent, want de meester is sinds enige tijd ziek, ik ben er meer dan 6 weken geleden geweest om hem zover te krijgen een dergelijk kalotje te maken, dat ik nog niet heb.

Draag dan ook zorg voor wat ik onder jouw aandacht breng, dat is in de eerste plaats een goed slingeruurwerk te verschaffen met veer en slagwerk, van 24 uur, voor de maarschalk van Gramont 2), maar het moet iets heel goeds zijn en goed afgewerkt, en de veer moet krachtig zijn, wat je makkelijk kunt beoordelen als je het ziet lopen. Als er klaar gemaakte zijn bij Severyn 3) of Paschal 4) zul je het meteen kunnen versturen, geef anders de opdracht dat men er een maakt, en breng het goed onder de aandacht, want ik zou er eer mee willen behalen.
Ik had je bericht 5) de 2 andere te doen toekomen aan Unicus 6), met de opdracht ze op vrachtwagens te laden die van Antwerpen naar Parijs vertrekken, en toch bericht hij mij dat hij ze vandaar naar Brussel heeft gestuurd, waarbij er meer drukte is, daarom zou ik willen dat je ze een andere keer langs de andere weg zou laten gaan.

Ten tweede verzoek ik je zo spoedig mogelijk aan Severyn te zeggen dat hij bij de eerste gelegenheid het uurwerk opstuurt dat hij voor Milord Brouncker heeft gemaakt, dat hij als volgt moet adresseren: To Alexander Blair at the signe of St. Andrews Cross in Roodlane. London 7), en dat hij het je laat weten wanneer het vertrokken is


1)  Maurits Lodewyk, graaf van Nassau la Lecq. Zie brief No. 863, n.8.
2)  Zie brief No. 999, n.13.     3)  Severyn Oosterwijk, zie No. 1104, n.18.
4)  Zie over Pascal No. 955, n.7.     5)  Zie No. 1175.
6)  Philips Doublet.     7)  Zie brief No. 1173.

[ 478 ]
opdat ik er daar bericht van geef. Meld me ook of de genoemde Severyn betaald is voor het uurwerk van meneer Boulliau 8).

  Wat betreft mijn nieuwe uitvinding, je moet me toestaan deze geheim te houden totdat ik terug ben om eraan te laten werken; weet evenwel dat ik niets verander aan de slinger, en dat deze nieuwigheid niet zal kunnen worden toegepast op reeds gemaakte uurwerken.

  Ik weet nog niet wie mij bij Jabach 9) zal kunnen brengen, maar ik zal proberen iemand te vinden. Er zijn nog heel wat dingen die ik wil zien in deze stad, maar de dagen zijn zo kort en mijn plannen zo onzeker omdat ik niet beschik over de wagen, dat ik zo goed als niets kan verrichten.

  De heer van der Does 10) heeft aan het Hof van Engeland het privilege als enige de waren te mogen leveren waarmee men er speelt, die hij van hier laat komen, en soms zelf komt inkopen. Men zegt dat dit hem geld opbrengt, maar aan de andere kant lijkt me dat de eer er veel onder te lijden heeft. Hij heeft mij nooit gesproken over deze handel, maar genoeg anderen.

  Ik geloofde dat hij bij het sturen van de instrumenten aan meneer Bisschop 11) tegelijk had geschreven op welke manier die gebruikt moeten worden. Prins Rupert 12) heeft het mij zelf geleerd 13) en de hoofdzaak is, het werktuig goed te hanteren dat de hele zwarte achtergrond van de plaat uitkerft: men verplaatst het snel heen en weer terwijl men het met twee vingers tegen de plaat gedrukt houdt, en het beetje bij beetje laat voortgaan; dat doen ook de sweertvegers als se het yser hacken om op snee te vergulden 14).


8)  Zie No. 1175 [n.5] en 1177 [n.1].     9)  Zie No. 1177, n.6.
10)  Zie No. 807, n.13. [Waarschijnlijker dan Jacob, de schilder, lijkt: Johan van der Does (1621-1704), zie No. 1140.]
11)  Zie brief No. 790, n.8.     12)  Zie No. 1046, n.8.
13)  Zie No. 1046. ['Dagboek' Londen, T. 22, p. 602, n.49.]
14)  Traduction: les fourbisseurs quand ils hachent le fer pour le dorer sur tranche [de wapensmeden als ze het ijzer inkerven om op snee te vergulden].




1664




Home | Christiaan Huygens | T. IV
Briefwisseling met Constantijn Huygens jr., 1662-1663 (top) | vervolg