De vorm van een detector
Natuurkundigen zijn nieuwsgierig naar de gebeurtenissen tijdens en na een botsing van een deeltje. Daarom plaatsen ze detectoren in de gebieden waar lawines van deeltjes zullen ontstaan. De detectoren zijn verschillend gebouwd, afhankelijk van het type botsing dat er mee geanalyseerd wordt.
Trefplaat: bij een experiment met vast doelwit vliegen de geproduceerde deeltjes in voorwaartse richting, dus de detector is kegelvormig, en staat "stroomafwaarts".
Botsende bundels: in een experiment met twee botsende bundels worden deeltjes in alle richtingen uitgestraald, dus de detector is bolvormig of, zoals meestal, cylindrisch.
|