1 | L. Boëllmann | Suite Gothique, Op. 25: - Introduction-Choral - Menuet gothique | (1862 - 1897) | |||
2 | G. Giordani | Arietta | (1743 - 1798) | |||
3 | F. Mendelssohn | - Andante religioso (uit Sonata IV, Op. 65 Nr. 4) - Auf Flügeln des Gesanges, Op. 34 Nr. 2 | (1809 - 1847) | |||
4 | R. Schumann | - Träumerei, Op. 15 Nr. 7 - Widmung, Op. 25 | (1810 - 1856) | |||
5 | L. Vierne | Berceuse, Op. 31 Nr. 19 | (1870 - 1937) | |||
6 | Fr. Schubert | An die Musik, Op. 88 Nr. 4 | (1797 - 1828) | |||
7 | L. v. Beethoven | - Nr. 1 in C-groot uit Fünf Stücke für Flötenuhr - Ich liebe dich | (1770 - 1827) | |||
8 | J.P. Martini | Plaisir d'amour | (1741 - 1816) | |||
9 | L. Boëllmann | Suite Gothique: - Prière à Notre Dame - Toccata |
Wie was eigenlijk St. Valentinus? Een heilige uit de 3e eeuw, die al in de 4e eeuw op 14 februari in Rome en omstreken als martelaar werd vereerd. Waarschijnlijk is hij bisschop van Terni geweest. Hij werd als beschermheilige vereerd door de lijders aan epilepsie; mischien wel omdat zijn naam, Valentinus, is afgeleid van "valens" [gezond, sterk]. Zijn feestdag werd bekend als Valentijnsdag. In Angelsaksische landen ontstond het gebruik dat verliefden dan liefdesverklaringen stuurden aan hun uitverkorene. Tegenwoordig vindt ook buiten deze landen het gebruik om jegens geliefden via kleine geschenken uiting te geven aan gevoelens van dankbaarheid en respect steeds meer ingang. St. Valentinus
Het concert begint met een pontificale "entree" ter ere van Valentinus. Het eerste deel van Boëllmanns Suite Gothique is daarvoor zeer geschikt. Ook de andere delen van dit populaire orgelwerk komen in het concert tot klinken: Menuet, Prière en de befaamde Toccata - de laatste als "sortie". Sonja Roskamp zingt een muzikaal en tekstinhoudelijk gevarieerd programma van liefdesliederen, op muziek gezet door Giordani, Mendelssohn, Schumann, Schubert, Beethoven en Martini. Van de laatste het bekende "Plaisir d'amour". Vooraf zal zij een toelichting geven op de liederen. Enkele kleine orgelwerken van Mendelssohn, Schumann, Vierne (een wiegeliedje) en Beethoven (een werkje voor speelklok) dienen als intermezzi tussen de liederen. En wellicht wacht u na afloop van het concert in het koor van de kerk nog een kleine valentijnssurprise. Het Valentijnsconcert
Jan Pieter Karman
De sopraan Sonja Roskamp ontving haar zangopleiding van Rom Kalma te Hilversum en van Marianne Blok aan het Utrechts Conservatorium, waar zij ook interpretatiecursussen volgde bij Jos Burcksen, Udo Reinemann en Bernard Kruysen. Zij was prijswinnares van het Internationale Nico Dostal Operetteconcours in Lippstadt. Daarna nam ze op uitnodiging deel aan een concours in Wenen, waar zij finaliste werd. Zij treedt vaak op als soliste, zowel in Nederland (o.a. Sonestakoepel, Westerkerk in Amsterdam) als in het buitenland (Duitsland, Italië). Zij maakt deel uit van het "Quatarijne Quartet", een vocaal ensemble dat (a capella)-muziek brengt in concerten en huwelijksvieringen. Verder is zij werkzaam als zangpedagoge en koordirigente in Utrecht: zij is o.a. dirigente van het Drieslagkoor, een liturgisch kerkkoor in Utrecht-Zuilen. Zij wordt ook vaak gevraagd voor het geven van koorscholing. Verder is zij bestuurslid van het ISOK (Interkerkelijke Stichting Opleiding Kerkmusici) en secretaris van het bestuur van de Nederlandse Sint-Gregoriusvereniging. Op een in 1996 verschenen CD zingt zij een liederen-cyclus van Louis Vierne. SONJA ROSKAMP
Jan Pieter Karman heeft orgel en kerkmuziek gestudeerd in Arnhem, haalde het diploma uitvoerend musicus in Amsterdam bij Hans van Nieuwkoop en de aantekening improvisatie in Den Haag bij Jos van der Kooij. Voorts studeerde hij muziekwetenschap in Utrecht, welke studie hij afsloot met een orgelbouwkundige scriptie teneinde de reconstructie voor te bereiden van het Flaes-orgel in de Grote Kerk te Driebergen. Hij werd finalist op zowel interpretatie- als improvisatieconcoursen (het NCRV-orgelconcours in de St.-Laurens te Rotterdam 1994, en de internationale improvisatieconcoursen van Knokke-Heist 1995 en Haarlem 1996). Als concerterend organist heeft hij grote voorliefde voor het romantische orgelrepertoire, zowel van Franse als Duitse origine. Ook richt hij zich met anderen op een herstel van vespervieringen als een liturgisch-kerkmuzikale traditie met antifonale zangpraktijk. Als organist is hij verbonden aan de Breukelse Pieterskerk, waar hij het fraaie Bätz/Witte-orgel uit 1787/1867 bespeelt. JAN PIETER KARMAN