De wereld waarnemen
De manier waarop we de wereld waarnemen is het meest bekende voorbeeld van dit schema:
- bron - doelwit - detectie ('source - target - detection').
Wat we opvatten als "licht" bestaat eigenlijk uit miljoenen en triljoenen van "fotonen", een soort deeltjes.
Deze fotonen hebben, zoals alle deeltjes, een golf-karakter. Daardoor draagt een foton informatie mee: over de bron waardoor het is uitgezonden, en over een doelwit waardoor het is teruggekaatst.
Stel bijvoorbeeld: er is een lamp achter je, en een tennisbal voor je. Fotonen gaan van de lamp (de bron) naar de tennisbal (het doelwit), en daarvandaan komen fotonen in je oog (de detector). Dan concludeer je, uit de richtingen waaruit de fotonen kwamen, dat er een rond voorwerp voor je is. Bovendien kun je zien, door de verschillende golflengtes van de fotonen, dat het voorwerp groen en geel is.
Je hersenen verwerken de informatie, en geven de indruk van een "tennisbal", op grond van een geheugenmodel van de tennisbal.
Wij gebruiken de informatie van teruggekaatste lichtgolven om onze wereld waar te nemen. Andere dieren, zoals vleermuizen en dolfijnen, gebruiken geluidsgolven die ze uitzenden en detecteren. Elke gereflecteerde golf kan informatie geven over de omgeving.
|