Onzekerheidsprincipe
In 1927 formuleerde Werner Heisenberg een fundamentele quantummechanische eigenschap van de elementaire deeltjes:
- het is onmogelijk van een deeltje exact de plaats èn de impuls te meten,
hoe nauwkeuriger we de ene grootheid bepalen, des te minder weten we over de andere.
De wiskundige relatie is:
In woorden: de onzekerheid in de plaats (x) maal de onzekerheid in de impuls (p = massa maal snelheid) is groter dan of gelijk aan h-streep gedeeld door 2
( = h / 2 , waarin h de constante van Planck is).
Dit principe kan ook anders geschreven worden:
- het is onmogelijk van een deeltje exact de energie te meten èn de tijd waarin het deeltje deze energie heeft.
In woorden: de onzekerheid in de energie van een deeltje maal de onzekerheid in de tijd is groter dan of gelijk aan h-streep gedeeld door 2.
Dit betekent dat gedurende een zeer korte tijd de onzekerheid in de energie heel groot kan zijn. Dit leidde tot:
- de verklaring van de alfa-radioactiviteit door George Gamow en anderen, in 1928,
- virtuele deeltjes.
De twee formules heten de onzekerheidsrelaties van Heisenberg.
|