(Rijksmuseum, 1603) zeilwagens van Maurits van Nassau Met de grote werd een tocht gemaakt in 2 uur van Scheveningen naar Petten met 28 personen Eén van hen was Hugo de Groot hij schreef er vele gedichten over (Univ. Leiden)
| |
So d'eene Wagen is te sien op t'Hollandtsch strandt, So d'ander in de plaet van konst seer eener handt. Dien heeft Stevijn (die t'Wicht, en t'wercken der getalen Eerst sach, en hoe de Zeen door vloedt en ebbe dwalen, T'eerdcloot stof roersel mee) gevonden en verzint: En over t'zandich veldt doen zeylen met de Windt. De konstigh' handt de Geyns heeft dese doen gelijcken, Voor alle Koningen, en alle Koninckrijcken. Ick acht aen t'zeyl de Windt bedrogen komen sal, Altijdt te lande vlieght oock desen over al. |
Gelukkig Nieuwjaar
Ad en Cathie Davidse - Schrier |
| |
In het Latijn van Hugo Grotius: Alter in antìquo Cattorum littore Currus, Alter in hâc tabulâ visitur, arte pares. Illum qui numeros & rerum pondera novit, Qui fluxum aequorea comperit unus aquae, Et motus terrae varios Stevinius auctor jussit arenosae credere vela viae. Egregius veri simulator Geynius istum Spectandum magnis regibus aere dedit. Iam puto decepti venient ad suppara*) venti: Hoc scio, per terras non minus iste volat. *) Supparum: top- of bramzeil. |
Meer over zeilwagens in: Stevin en de zeilwagen - bronnen (niet vermeld in diens werken). |