Experiment: in het atoomRond 1900 vatte men atomen op als doordringbare bolletjes. In 1909 werd de geldigheid van deze theorie getest door Rutherford, met het beroemde goudfolie-experiment. Geiger en Marsden deden het werk: lichtflitsjes tellen op een scherm met zinksulfide. |
Het experiment was eigenlijk heel simpel: met een radio-actieve bron werd een stroom alfa-deeltjes geschoten op een heel dun goudfolie (alfa-deeltjes hebben maar weinig massa vergeleken met goud-atomen).
Rondom het goudfolie was een scherm opgesteld, bedekt met zinksulfide, dat microscopisch kleine lichtflitsjes gaf als er alfa-deeltjes op kwamen. |