In een experiment met botsende bundels worden twee deeltjesbundels zo gericht dat ze elkaar kruisen.
De deeltjes in beide bundels hebben een zeer hoge kinetische energie (bewegingsenergie).
Die energie is in deze opstelling ook beschikbaar voor het creéren van nieuwe deeltjes. Bij een vast doelwit is er altijd nog veel kinetische energie na de botsing, want er wordt dan iets weggeschoten uit de trefplaat (wet van behoud van impuls). De deeltjes hebben ook een zeer grote impuls, dus zeer kleine golflengte, zodat we hiermee een uitstekende sonde hebben. |