Lepton-verval

De "zware" leptonen, muon en tauon, komen onder normale omstandigheden niet voor. Ze vervallen heel snel in lichtere leptonen, en het tauon soms in een quark en een antiquark. Het elektron en de drie neutrino's zijn de enige stabiele leptonen.

Bij het verval van een zwaar lepton is het bijbehorende neutrino altijd één van de deeltjes die ontstaan. De andere kunnen zijn: een ander geladen lepton met bijbehorend anti-neutrino   positron en anti-elektron-neutrino, elektron en elektron-neutrino , of anders: een quark en zijn antiquark.

Als we een "elektrongetal" toekennen:

  • +1 voor elektron en elektron-neutrino,
  • –1 voor positron en anti-elektron-neutrino,
  •   0 voor alle andere deeltjes,
dan blijft het totale elektrongetal bij alle processen behouden. Dat zie je bijvoorbeeld ook bij bèta-verval van een atoomkern: neutron vervalt in proton + elektron + anti-neutrino.

Evenzo kunnen we een "muongetal" en een "tauongetal" definiëren, en hiervoor geldt hetzelfde. Zo'n getal heet lepton-getal.


Bekijk bijvoorbeeld het verval van het muon: muon geeft muon-neutrino, elektron en elektron-neutrino


Zoals je ziet blijft het muongetal 1, en het elektrongetal nul.

We kunnen spreken van een behoudswet:

  • een lepton kan alleen zó vervallen dat elk leptongetal behouden blijft.


Back naar Quiz
naar Leptonen-tabel