Christiaan Huygens aan Thevenot.juli 1662 Aanhangsel bij No. 1038.
&emsp: Nankin°) de 2de hooftstad in China 32 graden altitudinis poli 25 mylen vande zee. 5 uren gaens wel betimmert maer den omringh van haer mueren 6 duytsche mylen, *) In druk: Johan Nieuhof, Het gezantschap der Neêrlandtsche Oost-Indische Compagnie, aan den grooten Tartarischen Cham, den tegenwoordigen Keizer van China ... 1655 tot 1657 ..., 1665. [ Van de figuren waren gekleurde originelen door "M. de Zulcon" gezonden aan Thevenot, volgens Monconys in het verslag van zijn bezoek aan huize Huygens in aug. 1663 (Journal des Voyages ..., 1666, p. 145) ook de porceleinen toren wordt vermeld. Het reisverhaal van Nieuhof werd eerder genoemd op p. 153 (<).] [ °) L'ambassade de la Compagnie Orientale des Provinces Unies vers l'empereur de la Chine, 1665, p. 131-.] |
[ 185 ]
behalven de voorsteden daer 't eijnde van te soecken is. straeten meest recht uijt, 28 treden breed en met steenen beleydt. borgers huysen slecht gebouwt, hebben gansch geen gerief. doch de winckels seer net en vol komanschappen. 10 duysend mael duijsend menschen dat is 10 millioen. land rontom seer vruchtbaer. een syde van 't palleijs 20000 treden lang. daer hanght een klock boven een der poorten van 2 mans lenghten hoogh, 32 vadem in 't rond. ¼ el dick. doch slecht van klanck. Buijten de stadt aen de suydsijde is de groote pagode Paolinxi*). 1000 priesters: hebben daer een gebouw daer juijst 10000 beelden in sijn. In 't midden van de plaets staet een tooren van porceleijn die over 700 jaer van de Tartaren getimmert is. heeft 9 verwulfde verdiepingen, is 184 trappen hoogh. andere vind ick leegher. aen alle hoecken van 't dack hangen kopere klockjes. Jesuiten hebben te Nankin een kerck. |
&emsp: Pekin°) de hooftstad daar den Keijser resideert. is het rechte Cambalu en gelegen in Cathaya. Leydt een weijnigh landwaert in, op de hooghde van 40 graden. de muren vande binnestadt dicht vol bollewercken en een rivier voor een gracht. (andere steden van China meest sonder grachten.) de straten niet geplaveijt. Somers schrickelijck stof. van de heuvelen aen de slinckersyde in 't uijtkomen van de stadt
[ *) Porcelain tower; zie ook figuur in: M. Thevenot, Relation de divers voyages curieux, T. 3, 1666.] [ °) L'ambassade..., p. 200-.] |
[ 186 ]
kan men de groote muer sien hoe die over de bergen loopt. het paleijs midden in de stadt recht vierkant, begrijpt binnen de 2de muer 12 ly dat is ¾ uijrs. &emsp: Tamerlan heeft dese stadt vermeestert gehad en 80 jaer in gehouden. Naderhandt van den Roover Lij ingenomen, om van welcken verlost te sijn de Chinesen den Tartar haer onderworpen hebben, die nu alles in China besit. Is niet den grooten Cham, maer een van de kleynste Koningen uyt Tartaria. Daer synder 8 verscheyden waer van ieder souverain is. Komen bij desen om van hem beschoncken te worden, synde alle arm. &emsp: Den rijxraedt van China plagh voor desen te bestaen uijt 6 personen. hier van hadde elck buyten desen raedt sijn eygen bedieningh. en tot de selve sijn particulieren raedt daer in hy presideerde. d'eene was over den staet van 't rijck ofte saecken van staet. de 2de over de kryghsmacht. de 3de opper bouw heer en hooge heemraedt. de 4de over de tollen en schattingen des Coninx. de 5de over het hals gericht. de 6de over de officien in Politie die hy alle vergaf. dese regeeringh heeft den Tartar onverandert aldus gelaten, alleenlijck een Tartar by ijder byvoegende, die mede sijn eygen raedt magh houden. In den voorseyden eersten raedt sijn oock de Nederlandsche saecken verhandelt. Bestaet uyt Oost Tartaren, West Tartaren en Chinesen. Besluyten met eenparicheijt van stemmen. gelijck oock in alle d'andere Collegien. |
[ 187 ]
&emsp: Als de Keyser uyt rijdt kan men van wegen de ketel-trommels trompetten Gommen &c. hooren noch sien. 2000 Tartarische ridders vergeselschappen hem. rijdt neffens noch 4 andere heeren. Heeft in sijne haven 10000 schepen ieder niet min als van 50 last. geniet het 5de deel van al 't porseleijn. een toll van alle inkomende schepen in Canton. &emsp: Heeft nu geen vyanden als den See Rover Coxinja die inde Provincie Sincheo somwylen invallen doet. Sijn vader Iquam sit te Pekin in sijn eygen huijs gemetselt en aen kettingen om hals en beenen, die gedurende het aenwesen onser gesanten*), verswaert wierden tot 15 toe, op seeckere quaede tijdingh van sijn soon. &emsp: Sij vonden daer een ambassadeur uyt Moscovien, die in 6 maenden gereijst quam te lande en in de somer in 4 maenden soude konnen overkomen. en maeckten het te bont°), en wierd den 14 september 1656 ledigh en onverhoort wegh gesonden, deden de onse adieu seggen. De Tartars quaemen bij ons nae de gelegentheijt van de Moscoviten ondervragen. *) Pieter de Goyer en Jacob de Keyzer, 1655-57. °) Hij weigerde zich te onderwerpen aan de voorschriften van het Chinese hof. |
[ 188 ]
&emsp: Den voornaemste van de Tartarische Koningen die in de stad Samercando sijn hof hout hadde desen Moscoviter 30 personen by gevoeght om hem te geleyden, die met schenkagien weer om gesonden wierden. &emsp: De moren hebben over lange jaeren getracht de Mahometaensche Religie in China in te voeren. dese komen uyt het lant vanden grooten Mogol. den Tartarischen Keijser vernomen hebbende dat sij in seeckere stadt inde provincie Xensi seer machtigh wierden en alle met Chinesche vrouwen getrouwt waeren, geboodt haer uijt het landt te vertrecken sonder eenighe van haere vrouwen mede te mogen nemen. de moren haar daer tegen stellende wierden meest doot geslagen. &emsp: Evenwel in 't jaer 1656 den 3 Augustus quam tot Pekin weder een Ambassadeur van den Mogol met geschenken, als 300 gemeene paerden. 2 persiaensche paerden. 10 picol Coldrijnsteen. 2 struysvogels. 200 moorsche messen. 4 drommedarisen. 2 arenden. 2 Alcativen [tapijten]. 4 boghen. 1 zadel met sijn toebehooren. 8 Rhinoceros horens. |
[ 189 ]
&emsp: daer komen oock jaerlijx om haer tribuijt te betalen gesanten uyt de quartieren van Tartaria aen de Noordzij gelegen ontrent Eso. dese brengen allerhande pelterijen. Daer waerender doenmaels aengekomen met 300 arme huysgesinnen, alle met visch vellen bekleedt, om in Canton en elders verplaetst te werden. &emsp: Word oock jaerlijx begroet uyt Corea. &emsp: de doden werden bijnae met sulcke cerimonien als in Europa begraven. het lijck van veele gevolght werdende, die in oude swarte kleederen gekleedt sijn. &emsp: De Keyser hadde tot noch toe 21 vrouwen gehadt. doch door aenstoockingh van sijn raden was geresolveert dit getal te vergroten tot op 107, gelyck altijdt de Chinesche Koningen gehad hebben. die sijn dochter de Keyser geeft, mach rekeningh maecken van die noyt weer te sien, om de naeuwe bewaering. die hem niet aen en staen moeten dien selven nacht gedoot werden. &emsp: De Jesuiten hebben te Pekin en elders kercken daer sij haer godsdienst oeffenen. seggen dat de Keyser daer oock selfs eens in geweest is. T'is altijdt seecker dat sij over al in China seer gesien sijn. Den Jesuit Adam Schall is soo gemeen met de Keyser dat hij by hem magh komen alst hem lust a). Doch onder de oorsaecken waerom sij soo veel vryicheydt in China genieten is dese oock wel een van de voornaemste, dat sij inde Sterrekunde ende den loop des hemels wel ervaren sijn, daer in dese Keyser en al sijne grooten een sonderlingh vermaeck scheppen, en haer selven oeffenen.*) &emsp: Behalven de Portugiesen sijn de Chinesen van Sincheo aen de onse meest in de weegh. &emsp: a) Desen Jesuit is al 46 jaar in China geweest, en nu op de Tartarische wijse geschoren, is van Ceulen. &emsp: [ *) Noël Golvers, 'Wetenschappelijke literatuur in het Latijn door de Jezuïeten in 17e-eeuws China: een overzicht', in De zeventiende eeuw, 7 (1991) 81-91.]
Opmerkingen: |
Het werk van Johan Nieuhof werd in het Frans vertaald door J. Le Carpentier. Het verscheen ook in het Duits (1666/1669), Engels (1669/73, transl. John Ogilby), en Latijn (1668, vert. Georg Horn, descr.). Facsimile-editie (Ned.): 1991. &emsp: Recensie van de laatste in Literatuur, 10 (1993), p. 307, met een kritiekpunt dat aandacht verdient: "... nauwkeurig de 'Druk-fauten en misslagen' door een eigenaar zijn gecorrigeerd. Even zorgvuldig als deze verbeteringen zijn aangebracht, zo stipt zijn ze in de facsimile-uitgave weer verwijderd. ... eeuwenoude correcties ...". In een brief aan broer Lodewijk, die toen in Parijs was, schreef Chr. Huygens op 13 juli 1662 (IV, 169):
Gegevens uit het uittreksel zijn terug te vinden in:
Chr. Huygens zegt in een brief aan Ph. Doublet van 3 aug. 1668 (VI, 247):
Drie exemplaren (Fr. 1665, Lat. 1668, Ned. 1670) komen voor in de veilingcatalogus van 1695 (>) en het origineel (Ned. 1665) in die van 1701 (>). |