Eale dats ene beeste | Eale dat is een beest |
ghelijc den parde, segt de jeeste. | dat lijkt op 'n paard, zegt het verhaal. |
Als d'olifant eist ghestart, | Met een staart zoals de olifant, |
ende hets pecswart ghehart, | en het is pikzwart behaard, |
ghekinbacht als .i. everswijn; | met kaken als een everzwijn; |
ende hevet horne, die langher sijn | en het heeft hoorns, die langer zijn |
dan .ii. voete, dart mede doet | dan twee voeten, en daarmee doet het |
menech vreselic ghemoet. | veel gevaarlijke aanvallen.
|
Dit spreket Solinus, ende Jacob segt | Dit zegt Solinus, en volgens Jacob (van Vitry) |
alst wille, dattet achter legt | kan het naar wens de ene hoorn |
den enen horen, ende orebard | naar achter leggen, en het gebruikt dan |
den andren te stride ward; | de andere om te strijden; |
ende als die plonc es, ofte moede, | en als deze bot is, of vermoeid, |
rechtet den andren up met spoede, | richt het de andere op met spoed, |
ende laet dit ligghen na sire maniere. | en legt de eerste gewoon weer neer. |
Dit dier es gherne bi riviere. | Dit dier is gaarne bij rivieren. |
KB, KA 16. |
Zie ook Aberdeen Bestiary: yale en Medieval Bestiary.
Afbeelding uit Jonston (1660):
Op de achtergrond is te zien dat de eale in de strijd één hoorn in reserve houdt