Jonston, harpijklauwen

Harpij

Der Naturen Bloeme,
boek 3:

Arpia, als Adelinus candeDe harpij, als Adelinus kon melden,
es .i. voghel van verren lande.is een vogel van verre landen.
Te Strapidos inde wostineBij Strapinos in woest gebied
pleghen harpien te sine.houden harpijen zich op.
Met hongre altoes verladenAltijd met honger zo groot,
cume machmense versaden.nauwelijks is die te stillen.
Si hebben clawen crom ende wreetMet klauwen krom en wreed
en te gripene ghereet.en om te grijpen gereed.
't Anscijn heveti na den man't Gezicht is als van de mens
maer lettel dogheden der an.

maar weinig welwillends daarin.

Wien bediedet bet die harpieWie is meer als de harpij
dan dien God vermaledie:dan de door God vervloekte
den woekerare, die nacht ende dachde woekeraar, die dag en nacht
gapet ende niet versaden mach.inhalig is en onverzadigbaar.
Al es hi ghelijc den manOok al is hij als een mens
dar nes ghene menscheit an.

hij kent geen menselijkheid.

Harpia pleghet, ne twifelets niet:De harpij doet dit, betwijfel het niet:
den eersten mensche, die so sietde eerste mens, die zij ziet
wanderen inde wostine groot,gaan in de woestenij zo groot,
vermach soene, so slatene doot.kan ze 't, dan slaat ze hem dood.
Alsoe te watre comt na dienAls ze bij 'n water komt nadien
dar soe hare selven mach gesien,waarin ze zichzelf kan zien,
ende soe siet dat soe hevet doten ze ziet dat ze heeft gedood
van anscijn hare ghenoet,één die is naar gezicht haar genoot,
werd so drouve ye lanc so meerewordt ze bedroefd, hoe langer hoe meer
om dat so doot hevet haren hereomdat ze heeft gedood haar heer
(ende oec somwile selve doot blivet).(en ook zelf gaat ze dood soms al gauw).
Ende emmer vort soe rouwe drivet.

En voortaan is ze in diepe rouw.

Somwile ghevallet, horic lien,Soms gebeurt het, hoor ik vertellen,
dat men ghetempmet hevet harpien.dat men harpijen getemd heeft.
Ende die oec spraken na den man,En die spraken ook net als een mens,
mar gheen bescheet so nesser an.maar 't is geen betrouwbaar verhaal.


arpia
KB, KA 16.  



  Afbeelding uit Jonston (1660, tekst):


Jonston, harpij

  Vergelijk Aldrovandi, Monstrorum historia, 337 (Im. 344): Harpya.
  En nog vier op de volgende blz.


  Tegenwoordig is de harpij de grootste arend van Zuid-Amerika, met krachtige klauwen.



Fabeldieren , Der Naturen Bloeme