Idros wandert inden broec, | De hydrus zwerft in moerasland, |
seit ons Kiramidarium boec, | zegt ons Kyramidarium, het boek, |
ende es .i. serpent, als men segt, | en is een slang, naar men zegt, |
dat hem boven watre te rechtene plegt. | die hoog zich opricht uit het water. |
Ende .i. steen draghet dit binnen | En hij draagt een steen in zich |
dar ment om vaet, wildit kinnen, | waarvoor men hem vangt, weet dit wel, |
jof so berooct dat et en spuwet. | of zo berookt dat hij 'm uitspuwt. |
Met worden datment oec so beduwet, | Met woorden ook krijgt men hem zo ver, |
ende metter name mede van Gode, | en dan met de naam van God, |
dattene spuet, al doetet node. | dat hij die uitspuwt, al doet hij 't niet graag. |
Jeghen rueme ende tranende oghen | Tegen verkoudheid en tranende ogen |
sine macht can hi wel toghen; | kan die zijn werking wel tonen; |
ende dits te ghelovene wel. | en dit is wel geloofwaardig. |
Broeder Aelbrecht sprect over een | Broeder Albert (Magnus) spreekt voorwaar |
dat hi selve proevede den steen, | dat hij zelf de steen beproefde, |
alsi segt, an .i. wijf | zoals hij zegt, bij een vrouw |
die vul waters hadde tlijf. | die aan waterzucht leed. |
Hi gurdetse an haren lachame | Hij gordde die aan haar lichaam |
dar soe hadde die mesquame. | daar waar zij die kwaal had. |
Ende .iii. vingre alle daghe | En drie vingers elke dag |
slancte die lachame, sonder saghe, | slankte het lichaam af, echt waar, |
ontier ende twater es ghedalt | totdat het water weer weg was |
ende hare lachame gnouch ghesmaelt. | en haar lichaam smal genoeg. |
KB, KA 16. |
Tekst in Aberdeen Bestiary - idra:
De hydra is een veelkoppige draak die leefde in een moeras ... voor elke afgehouwen kop groeien er weer drie aan. Maar dit is een mythe, want men is het erover eens dat 'hydra' een plaats was waar water uit gutste, dat een nabijgelegen stad verwoestte; en als één monding afgesloten werd kwamen er weer vele andere. Hercules zag dat en liet het water weglopen. Want 'hydra' komt van 'water'.(Een zeldzaam voorbeeld van ontmythologisering in de Middeleeuwen.)
Afbeelding uit Jonston (1660, tekst): "Zevenkoppige hydra. Naar Gesner en Aldrovandi."
Aldrovandi, Serpentum et draconum historiae, 388 (Im. 396); nog een op de volgende blz.
Zie ook Medieval Bestiary.
Nu is de hydra een zoetwaterpoliep, met een kroon van tentakels om de mond