Jonston, detail

Mantichora

Der Naturen Bloeme,
boek 2:

Mantichora mach wel .i. wonder sijn De mantichora is echt een monster
als Plinius scrivet, ende Solijn.zoals Plinius schrijft, en Solinus.
Gheansict als die man,Het aangezicht als van de mens,
mar oghen ghelu hevet nochtan;maar wel heeft hij gele ogen;
roet van hare, ghelijc den lioenrood van haar, als de leeuw
esi ghemaect bi na in al sijn doen;is ie gemaakt bijna in al zijn doen;
so scaerp ghestaert dat wonder es.

met wonderbaarlijk scherpe staart.

Soeten luud hevet, des sijd ghewes,Een zoet geluid heeft hij, gewis,
datte scijnt die warheit daszodat het werkelijk schijnt
al oftet conste al pipe gheblas.alsof hij op een schalmei blaast.
Vor des menscen vleesch alleneBoven mensenvlees alleen
sone minnet groot no clene.verkiest hij anders geen.
So snel eist in sire vluchtZo snel is hij in zijn vaart
alse de voghel in der lucht.zoals een vogel in de lucht.
Drie rekede staen hem int hovetIn drie rijen staan in zijn hoofd
sine tande, des ghelovet.zijn tanden, dat kun je geloven.


mantichora
KB, KA 16.  



  Zie ook Medieval Bestiary.


  Afbeelding uit Jonston (1660):

Jonston, mantichora

  Op de achtergrond is een mantichora bezig met het verorberen van een mens.
  Jonston noemt ook de 'Cercopithecus major' een 'Manticora' (Cercopithecus: meerkat).


  Meer gegevens: All about manticores.



Fabeldieren , Der Naturen Bloeme