Stevin | Meester Simon | Test

Test

hand, weeghaak

Weeghaak

Bij een weeghaak verschuif je Z (1 pond) over een balk, om evenwicht te maken met een onbekend gewicht aan de haak bij Q.
De balk weegt 6 pond. Aan Q hangt een vast contragewicht van 12 pond.
In de tekening hangt er 1 pond aan de haak.

Vragen:
1.  Welke getallen staan bij V, T, S, R en P?
2.  En als de balk niet 6 pond weegt, maar 1 pond?