|
Erasmus Bartholin, De figura nivis, in: Thomae Bartholini De nivis usu medico observationes, 1661; figuur, beschrijving op p. 5-7 en 38-39.
(De 'nieuwe automaat', genoemd op p. 10, is het slingeruurwerk van Huygens.)
Johannes Kepler, Strena seu De nive sexangula, 1611 (strena: nieuwjaarsgeschenk); het citaat staat op p. 5: "de caelo descendit & stellarum gerit similitudinem".
In het Engels: "it comes down from heaven and looks like a star", in The six-cornered snowflake, Oxford 1966 (ed. and transl. by Colin Hardie).
Zie over Keplers boekje ook: Rob Reijerkerk, 'De sneeuw van Kepler', 2005.
|
Chr. Huygens over de haartjes in Oeuvres complètes, T. XVII, p. 476 (17 jan. 1660):
"Capillamenta foliorum ita disposita erant, ut hac majuscula figura expressa sunt ut nimirum singula radijs proximis essent parallela. quod microscopio clarissime patebat."
De vezeltjes van de blaadjes waren zo opgesteld als ze in deze wat grotere figuur [onderaan, de tweede] zijn weergegeven, namelijk zodat ze elk evenwijdig waren met de dichtstbijzijnde stralen. Wat heel duidelijk bleek met de microscoop.
Chr. Huygens, 3e en 4e figuur onderaan: T. XVII, p. 386.
Bovenste: T. XIX, p. 338 (29 jan. 1695).
|
|