Home | Varia | Handschrift lezen

Castellum Hoge Woerd

Tekst op een zuil



Aan de noordkant van Castellum Hoge Woerd staat een wachttoren, en daarnaast een zuil (afgeknotte piramide) met naar het lijkt Latijnse graffiti. Het is duidelijk dat die niet oud zijn.
Maar onderaan zie je twee regels die echt in oud handschrift lijken te zijn geschreven:

virtute ... batavi
Foto: José Davidse-Dieten

Wel een beetje vreemd: de bekortingen (abbreviaturen), met tekens boven sommige letters, zoals ze voorkwamen in oude boeken: hier is toch ruimte genoeg?
Toch is het een uitdaging om na te gaan wat er staat en waar het vandaan komt. Eerste poging:
  virtute p'[prae]eipui batavi no[n] multu[m] a[?] repa [of: ripa] sed i[n]sula[m]
  rheni amniscolu[n]t cattoru[m] q'nd pplus.. et seditio[n]e[m] [?]

Gezocht met "bataui non multum", en gevonden bij DBNL:
  virtute praecipui Bataui, non multum ex ripa sed insulam
  Rheni amnis colunt, Cattorum quondam populus, & seditione
in een citaat uit Tacitus:
  "Omnium harum gentium virtute praecipui Bataui, non multum ex ripa sed insulam Rheni amnis colunt, Cattorum quondam populus, & seditione domestica in eas sedes transgressus, in quibus pars Romani Imperij fierent, manet honos & antiquae societatis insigne."
van: Hadrianus Junius, Batavia (1588), p. 2 (ook in Cap. V, p. 34).

Vermeld wordt: Tacitus, 'De Germanorum moribus'. dat is: De origine et situ Germanorum (ca. 98 n.C.), § 29.

Vertaling in: Caj. Corn. Taciti Germania, vert. J.M. Schrant, Leiden, A.W. Sythoff, 1855, p. 211:
  "XXIX.  De voornaamsten van al deze stammen door dapperheid, de Bataven, bewonen niet veel van den oever, maar een eiland van den Rijnstroom: eertijds een Chattenstam, en, wegens eene inlandsche tweespalt, naar die zeten overgestoken, waar zij een deel van het Romeinsche rijk worden zouden. Nog blijft de eer en het kenteeken des ouden bondgenootschaps."  (Oudere vertalingen hierna.)

Waar staat de oorspronkelijke tekst?
Wel gelijkend, maar niet exact hetzelfde, in een oude druk:

oude druk
Tacitus, De situ. moribus. et populis Germanie Aureus libellus, Lips. 1502, p. [25]. Met behalve "non" i.p.v. "nõ" de afwijkingen: "amnis colunt. Catthorû quõdã pplos ... transgressos".

Maar er is meer informatie beschikbaar:

virtute ... batavi (geschilderd)
Foto D.C. Goosen (detail)

Een andere foto van dezelfde tekst werd gevonden met de term 'obelisk', gehoord tijdens een rondleiding. Zie Het Utrechts Archief:
fantasie-obelisk
Foto D.C. Goosen
 

"851344   Afbeelding van de fantasie-obelisk, met pseudo-Latijnse teksten, bij de toegangsweg aan de noordzijde van het Castellum Hoge Woerd (Hoge Woerdplein 1) te De Meern (gemeente Utrecht).
N.B. De obelisk is beschilderd door kunstenaar Jos Peeters."

Jos Peeters geeft een verwijzing naar een artikel van de Historische Vereniging Vleuten De Meern (04 2008), 'Obelisken op de Hoge Woerd (1)', van C.W.M. Rasch, over de zuil bij de ingang aan de Burg. Middelweerdbaan.
Hierin staat een afbeelding van het tweede gedeelte van bovenstaande zin (vertaling: zie hierboven):
"domestica in eas sedes transgressus, in quibus pars Romani Imperij fierent, manet honos & antiquae societatis insigne.".
En er staat dat deze tekst is overgenomen uit een middeleeuws handschrift (11e - 12e eeuw).*)

Vervolg: 'Obelisken op de Hoge Woerd (2)': mrt. 2009, over de zuil bij de wachttoren, geeft het eerste gedeelte: "Virtute praecipui Batavi" en (bij de verklaring van de graffiti — geen pseudo-Latijn!): 'Fletione' staat op de Tabula Peutingeriana, Peutingerkaart (even zoeken, maar het is te vinden).

'Obelisken op de Hoge Woerd (3)': juni 2009, over de 'mijlsteen' met afstanden (foto). Namen van plaatsen staan uitgelegd, zodat de wegen vanaf 'Fletione' op de Peutinger kaart duidelijker worden: naar Londen via Laurium (Woerden), Matilo (Roomburg in Leiden), Lugdunum (Brittenburg aan zee) en naar Rome via Levefanum (Wijk bij Duurstede) en Noviomagus (Nijmegen).

Fletione op Peutingerkaart


*)  De Germania van Tacitus is overgeleverd via de 'Codex Hersfeldensis', een manuscript uit de vroege Middeleeuwen. In de 15e eeuw was het in Hersfeld, nu bestaat het alleen nog in afschrift.
Het verhaal ervan is te vinden in:
Adolf Holtzmann, Germanische Alterthümer mit Text, Übersetzung und Erklärung von Tacitus Germania (Leipzig 1873), p. 20-21.
Een Duitse monnik in Fulda, Ruodolf († 865), had waarschijnlijk een Codex met werken van Tacitus.
(In de elfde eeuw zou het deel zijn overgeschreven, dat na 1500 in Italië kwam.)
Germania zal door een Duitse monnik zijn overgeschreven, en uit Hersfeld zou een afschrift naar Italië zijn gegaan [1455].
Nieuwere gegevens in: Dieter Mertens, 'Die Instrumentalisierung der "Germania" des Tacitus durch die deutschen Humanisten', in: Heinrich Beck (Hrsg.), Zur Geschichte der Gleichung "Germanisch - Deutsch" ..., Berlin 2004, p. 37-101 (m.n. 40, 59).
Op p. 59: editio princeps van Germania (volgens Poggio) was een aanhangsel bij Diodorus Siculus, Bibliotheca 1-5, Bologna 1472, fol. 97r-102v (ook Ven. 1476). Andere ed. (Puteolanus): Milaan 1487, Ven. 1497.


Oude vertalingen

Johannes Fenacolius (Vennekool) in De hoochberoemde historien van C. Cornelius Tacitus (Delft 1616), 'Vande seden ende manieren der Duytsche', Fol. 370-370.v:
Doch van alle dese volckeren zijn de Batavieren (nu
ter tijt Hollanders) de voornaemste ende bysonderste in strijdtbaerheyt ende vromicheydt. Dese selfde en woonen niet wijdt van den Rhijncant / want sy bewonen het Eylandt van de Riviere den Rhijn.
Eertijdts nochtans zijn sy gheweest een volc van de Cattische Duytschen / nu ter tijdt Hessen / welcke volckeren door inlantsche beroerte verdreven zijnde uyt haer Vaderlant / zijn overghetoghen in dese Landen om aldaar een ghedeelte (soo als het schijnt) van het Roomsche Rijck eyndtlijcken te werden.
Johan van Groenewegen, in d'Ovrige werken van Gaius Cornelius Tacitus. Romeinscher Geschiedenissen (Delft 1630), met apart Germanien (Delft 1628), 'Gewoonten gelegenheyt ende volkeren van oud Duytsland', § 29, fol. 246v:
Al deser volkeren de voornaemste zijn in manhaft diemen Betauwer noemt: bewonen des sooms niet veel; maer het eyland by Rhijns armen omvangen, eertijds der Hassens een spanschap*) / ende mits inlandsche beroering herwaerds verhuyst / om aldaer deel te werden des Romeynschen Rijcx. Behouden onder ons hun achting / ende kenteyken des ouden Genootschaps.
*)  Niet in WNT, maar zie: 'gespanschap'. Wel 'spanschappen' in: Nic. van Wassenaar, Historisch verhael, 18, fol. 66 (dec. 1629).
Latijn (zoals hierboven):
Omnium harum gentium virtute praecipui Bataui, non multum ex ripa sed insulam Rheni amnis colunt, Cattorum quondam populus, & seditione domestica in eas sedes transgressus, in quibus pars Romani Imperij fierent, manet honos & antiquae societatis insigne.
Deze twee vertalingen zijn vergeleken door Theo Hermans, in 'Tolken en vertalen', Colloquium Neerlandicum, 14 (2000), p. 384. Het verschil is opvallend, Groenewegen laat zien dat het anders kan, dichter bij het origineel, veel minder woorden, maar minder makkelijk te begrijpen.

Zie ook Geraard Brandt, 'Voorrede' in P.C. Hooft (vert.): Tacitus, Jaarboeken en Historiën (Amst. 1684), p. 44: "D'eerste werdt te laf door zyn langkheit, en week dikwils van den zin: maar de tweede, die (dit moet men bekennen) meer lofs verdiende, en den Latynschen Schryver beter verstondt, was t'eenemaal onsmaakelyk, door zyn schorre en afgebrooken kortheit."

P. C. Hooft, Jaarboeken en Historien, ook zyn Germanië ... (1684), § 29 op p. 497:
De Batavieren oovertreffende, in vroomheit, alle deeze volken, bewoonen niet veel van den oever, maar een eilandt des Rynstrooms, zyn eertydts een volk der Catten geweest, en om inlandtsche muitery oovertreeden te dier zeete, daar zy een gedeelte des Rommschen Ryx te worden hadden. Zy blijven noch in eere, en by 't teeken des aalouden bondtgenootschaps.
Vergelijk: Hugo de Groot, Tractaet vande oudtheyt vande Batavische nu Hollandsche republique (1610), p. 4:
... de Bataviers / dewelcke daer te voren een gedeelte waren van de Catten / die nu Hessen werden genoemt / gelijck Tacitus ghetuygt ... int eylandt het welcke vande groote zee / ende vanden Rijn omringt werdt ...
Op p. 13: "... int nederste deel vant eylandt Lugdunum Batavorum / dat nu Leyden werdt genaemt / ende int boven-quartier Batovodorum / nu Wijck ter Duyrstede
... Peutingeri caerten ..."
DBNL: De oudheid van de Bataafse nu Hollandse Republiek (ed. G.C. Molewijk), Weesp 1988, Tweede Hooft-stuck.
Tacitus wordt ook genoemd in een eerder werk van Hugo de Groot:
Parallelon rerumpublicarum liber tertius: De moribus ingenioque populorum Atheniensium, Romanorum, Batavorum (1602), vertaald als:
Vergelijking der Gemeenebesten, ed. Johan Meerman, Derde deel (Haarlem 1802), p. 75.




Home | Varia | Handschrift lezen | Castellum Hoge Woerd (top)