unde patet Jacobum Metium non esse primum inventorem telescopij. sed potius Lippershemium Middelburgensem.
[ Kopie van een kopie, overgelegd door Hadr. Van der Wal in 1682, |
der Verenighde Nederlanden. Verthoont met behoorlijcke Eerbiedinge ende reverentie Jacob Adriaenssoon, zoone van M.r Adriaen Anthonissoon oudt borghemeester der Stadt Alkmaer, Uw Ed. Mog. onderdanigen dienaer, hoe dat hij Supp.t omtrent die tijdt van 2 jaeren besigh geweest zijnde, om den tijdt die hem van sijn handwerck ende principaele beroepinghe mochte overigh sijn te emploieren in 't nae soucken van eenige verborgen konsten, die met het gebruijck ende appropieeren van 't glas, bij eenighe ouden te weghe gebracht sijn geweest, gekomen is in ondervindinghe dat bij middel van seecker instrument, 't welck hij Supp.t tot een ander eijnde ofte intentie onder handen was hebbende, 't gesichte van de gheene die 't selve was gebruyckende konde uytstrecken *) Het stuk is geheel in Huygens' handschrift [zie het origineel op de IMSS-tentoonstelling Galileo's telescope, met ook andere documenten; enkele woorden staan hieronder verklaard]. Het stuk werd voor het eerst gepubliceerd in 1831. |
[ 592 ]
in sulcker voegen dat men daer mede seer bescheydelijck dinghen konde sien, die men anders mids de distantie ende verheijdt van de plaetse, niet of gansch duysterlijck ende sonder kennisse ofte bescheydt soude konnen sien. 'T welck hij Supp.t vermerckende, heeft hem principaelijck naer dien tijdt geoeffent omme 't selve noch te verbeteren, ende eyntelijck soo verre gebracht, dat men met sijn Instrument een dingh soo verre kan sien ende klaer bekennen als met het Instrument U. Ed. Mog. onlanghs verthoont bij een borgher en Brillemaecker van Middelburgh, volgende het oordeel selve van sijne Exc.tie en andere die de respective Instrumenten tegens malkander hebben geproeft.°) Niet tegenstaende sijns Supp.ts Instrument maer en is gemaeckt van seer slechte stoffe, ende alleen tot een proeve. 't welck hij Supp.t niet en twijffelt of en soude met verbeteren van de materie oock in 't gebruijck seer gebetert werden, behalve dat hij mede gelooft ende verhoopt metter tijdt de voorschreven inventie in sich selfs soo te verbeteren dat daer noch meerder dienst en vruchten te verwachten sullen sijn. dan alsoo hij Supp.t beducht is dat middelertijdt iemandt hem soude moghen onderwinden de voorschreven sijne instrumenten nae te maecken ofte te imiteren, bouwende op de fondamenten die den Supp.t met sijn vernuft, grooten arbeijdt en hooftbrekinghe (door Gods zegeninge) geleijdt heeft, ende hem Supp.t daer mede soude frustreren ende beroven van de vruchten die hij met recht en goede apparentie daer van te verwachten heeft. Soo keert hij Supp.t hem tot U. Ed. Mog. ootmoedelijck versoeckende dat deselve gelieve hem Supp.t te vergunnen Octroy, daer bij eenen iegelijck, de voorschreven inventie voor desen niet gehadt ofte in 't werck gestelt hebbende, verboden werde de voorschreven instrumenten in 't geheel ofte deel nae te maecken, of die bij soodanighe onvrije personen gemaeckt soude moghen sijn, te koopen of te verkoopen, sonder expres consent van hem Supp.t op de verbeurte van deselve instrumenten, en daer en boven noch van eene somma van hondert car. guld. van 40 grooten 't stuck op elck instrumente contrarie diens gemaeckt, gecoft ofte vercoft, ende dat voor den tijdt van 20 jaeren, of andersins hem Supp.t ten aensiene van de nutheijdt, ende dienste van de voorschreven inventie voor 't gemeene Vaderlandt, toe te leggen alsulcke vereeringhe als U. Ed. Mog. nae haere gewoonlijcke goedertierenheijdt en discretie bevinden sullen te behoren, 't welck doende &c. °) Onderstreping van Huygens. |
[ 593 ]
Woorden | ||||||
accordeeren | overeenstemmen | actum | gedaan | |||
apostille | kanttekening | apparentie | waarschijnlijkheid | |||
approp[r]ieeren | geschikt maken | bescheydt | onderscheid | |||
gecoft, vercoft | gekocht, verkocht | Collatie | vergelijking van teksten | |||
consent | toestemming | contrarie | tegenover | |||
discretie | beoordeling | disponeren | verordenen | |||
Ed. Mog. | Edele Mogendheden | sijne Excellentie | prins Maurits van Oranje | |||
goedertierenheijdt | welgezindheid | hem | zich | |||
inventie | uitvinding | Not.s | notarius, schrijver | |||
onderwinden | zich verstouten; pogen | principaele | voornaamste | |||
Quod attestor | waarvan ik getuige ben | requeste | verzoek | |||
respective | onderscheiden, elk voor zich | slecht | niet uitstekend | |||
Suppliant | indiener van verzoekschrift | verheijdt | verte | |||
voorschreven | bovengenoemde |
Eerste publicatie in: G. Moll, 'Geschiedkundig onderzoek naar de eerste uitvinders der verrekijkers, uit de aanteekeningen van wijle den hoogleeraar Van Swinden zamengesteld', in Nieuwe verhandelingen der eerste klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut, 3 (1831) 103-209. Idem, 'On the first invention of telescopes, collected from the notes and papers of the late professor Van Swinden', The Journal of the Royal Institution of Great Britain, 1831-1, 319-332, 483-496 reactie in 1831-2, 267-271: S. P. Rigaud, 'On Harriot's papers'. Jacob Metius wordt genoemd in het voorwoord van 'De telescopiis' [<]. Zijn uitvinding staat vermeld in werken van zijn broer Adriaan Metius: - Fondamentale ende grondelijcke onderwysinghe van de Sterrekonst, 1621 (1e ed. 1614), p. 3 waar het gaat over de pas ontdekte 'planeten' dichtbij de zon, d.w.z. zonnevlekken:
|
- Tractatus de genuino usu utiusque globi (1624/26), p. 2, hetzelfde in het Latijn (met de toevoeging dat broer Jacob eeuwige lof verdient):
- Doctrina Sphaerica (1631/33), p. 3, over het aantal sterren:
In La Dioptrique (txt) van Descartes (1637) wordt Jacob Metius genoemd als eerste uitvinder, zie p. 55 van de vertaling uit 1659 van J. H. Glazemaker.
Le Mercure françois van 1611, p. 338-9: telescopen in april 1609 te Parijs (spiegels van Caesar: 'specula' is ook een wachttoren). |