Stevin | Meester Simon | Hefboom 8 , 9


OK, het klopt bij een balk die netjes verdeeld wordt. Maar hoe weet je of het een algemene wet is?

hand, balk aan touw

2e vorm

Stel dat je EF doorzaagt, en de stukken lager of hoger hangt.

Zolang K en L horizontaal even ver van elkaar blijven is er evenwicht.


Stevins woorden:


Nu mocht yemant segghen, ghy hebt dat voorstel wel bewesen in deelen die tsamen een heel pilaer maken eenvaerdigher swaerheyt, maer wie weet of dat also plaets sal houden in allen anderen [...]:

{2. Ghestalt.}

Laet ons achten dat [...] het stick EFDA neerghetrocken wordt, ende dat het blyve hanghende met een lini uyt sijn swaerheydts middelpunt an tpunt K, ende [...] het ander stick EFCB [...] an tpunt L, [...]
Nu doen het lichaem in d'eerste ghestalt hinck ande hanthaef MN, alsdoen was EFDA evestaltwichtich met EFCB; Maer tghewicht EFDA in dees tweede ghestalt neerghetrocken synde, en brengt an KL gheen meerder noch minder swaerheyt dan in d'eerste ghestalt [...]. Sghelijcx [...]. De sticken dan des pilaers blijven soo wel evestaltwichtich verscheyden, als doen sy an malcanderen waren, ende de ermen oock inde selve reden.



Vorige | Hefboom 8 | Volgende