Chr. Huygens | Oeuvres I >

[ 215 ]

No 148.

Christiaan Huygens aan D. de Vogelaer.1)

1 januari 1653

Concept en kopie in Leiden, coll. Huygens.

D. de Vogelaer.

1 Jan. 1653.

        Mijn Heer ende beminde Neef.

    Hebbende door mijn Heer Edelheer [<] Pensionaris van Antwerpen eenige onderrechtinge gekregen aengaende de verkijckers die in Duytsland gemaeckt werden, hebbe ick niet willen naerlaeten UE t'ghene ick van hem verstaen heb mede bekent te maecken. de naem vande meester te Ausburg is Joannes Wiselius 2), bij den welcken men van allerleij soorte en grootte van verkijckers kan bekomen, die alle seer excellent sijn. Die van vier glasen sijn bysonder om in verre distantien op der aerden te gebruijcken, van twee glasen dienen beter om inde sterren te sien. daer sijnder mede daer men met beyde d'ooghen gelijck door siet, het welck vermaeckelijck is en voor 't gesight seer gemackelijck, naer het seggen van welgemelten Heer Pensionaris.   Hij heeft mij belooft sijn verkycker te sullen van Antwerpen hier ontbieden, dewelcke van den voornoemden meester gekregen heeft, sijnde van vier glasen. Indien die lieden de rechte proportien hadden die ick aen Meester Paulus 3) gegeven heb, ofte desen haerlieder wetenschap int curieus slijpen, ick meijn dat er noch al meer uytgerecht soude konnen werden.   door desen ingesloten sende ick yets 4) aen Mijnheer de Bie onse kunst aengaende het welck ick hem lestmael belooft hadde, waer tegens hij mij weder seeckere demonstratie schuldigh is. Indien Mijn Heeren van Amsterdam soo een man Professor maeckten, en lieten hem lessen doen in onse Tael, gelijck oock te leyden geschiet, het soude aen geen studenten noch toehoorders gebreecken. Ick hoope dat het daer noch toe komen sal*); en om UE niet langer op te houden, versoeck alleen mijne ootmoedighe gebiedenisse te willen doen aen alle de vrienden die ick voor haer beleeft onthael naest UE ten hooghsten geobligeert ben; sonder te vergeten de Heer Revius 5). Ick wensche UE ende haer allen een geluksaligh nieuwe Jaer en blijve

        Monsieur mon Cousin

UE ootmoedighe Dienaer ende Neeve.
C. Huygens.        


1)   Daniel de Vogelaer (derde zoon van Marcus de Vogelaer, geboren in 1554, neef van Constantijn Huygens sr.) werd geboren te Amsterdam in augustus 1599 en overleed er op 24 juni 1669; hij trouwde in juli 1632 met Barbara van der Perre. Zij gaf hem 2 dochters en overleed op 10 augustus 1668.
[ Op 2 aug. 1662 was Chr. Huygens bij de begrafenis van zijn broer Johannes de Vogelaer, zie No. 1041.]

2)   Johann Wiesel. [Zie No. 206-208, p. 308-311]
3)   Paulus van Aernhem was draaier en fabriceerde kijkerlenzen.
4)   De voorgaande brief. [No. 147, Ned.]
[ *)  Het kwam er inderdaad van, zie Tobias van Domselaer, Beschryvinge van Amsterdam, 1665, 4e boek, p. 196: "Alexander de Bye, navolger van Martinus Hortensius, naderhant noch bevelende de Wis- en Meetkunst neven zijn latijnsche lessen (voor de genen die die tale onkundig zijn) tweemaal ter week (als Donderdaghs en Vrydaghs) in 't Nederlandts voor te lezen."]
5)   Jacques de Rives (Jacobus Revius) [... 1586 - 1658 ...] reisde veel, werd daarna predikant te Deventer (1614); in 1641 vestigde hij zich in Leiden als Regent van het Staten-college en hij behaalde de graad van doctor in de Theologie. Hij was vurig tegenstander van Desartes, en liet ons verscheidene bijbelverklarende werken na.





Home | Christiaan Huygens | I | Vogelaer (top)