Home | Chr. Huygens | < Oeuvres II

Briefwisseling met Willem Hesius



Vertaling

[ 516, n.1 ]

Willem Hesius [... 1601-1690] werd in 1617 Jezuïet. Na onderwijs te hebben gegeven in de letteren, wiskunde en filosofie, werd hij overste van de colleges te Aalst, Gent en Antwerpen. Hij was een welsprekende redenaar en elegante Latijnse dichter, en hield zich vooral bezig met architectuur.
[ H.J. Allard, 'Pr. Willem van Hees S.J.: Nederlandsch bouwkunstenaar', 1872, in: Dietsche Warande, 10, p. 279-286.]

[ 517 ]

No 689.

G. Hesius aan Christiaan Huygens.

1 december 1659.
Aanhangsel bij No. 688.

    Christiano Hugenio Guilelmus Hesius S.

titelpagina Systema Saturnium   Wat u aan Gregorius van Sint Vincent hebt gestuurd, Systema Saturnium, een geschenk van uw kennis en welwillendheid, daarvan heeft hij mij hier deelgenoot gemaakt, als liefhebber en beoordelaar van dat vak waarvan hijzelf mij al veertig jaar geleden de eerste beginselen heeft gegeven. Eenzelfde geschenk heeft ongetwijfeld mijn Andreas Tacquet ontvangen; het lijkt me dat ik hem de mijne kan noemen, ik heb hem vroeger als leerling gehad in de Filosofie en in de Wiskunde, maar hij ziet nu in dat hij veeleer boven zijn Docent staat.
Ik heb uw geschrift gretig gelezen, ik heb het beoordeeld en goedgekeurd; en het is het waard te worden goedgekeurd, ook om die reden, dat het degenen van wier mening het afwijkt beleefd behandelt, niet zonder lof. Zo past het iemand die zich niet partijdig toelegt op, en liefhebber is van de Waarheid, ook bij een ander die dwaalt, de fout die deze heeft voortgebracht niet te zien als onwil, die onbuigzamen eigen is, maar als onwetendheid, hoofdzakelijk door gebrek aan de nodige hulpmiddelen van het Ware.
Maar met uw goedvinden, zoals vóór u liefhebbers van het Ware en kenners van de hemel gedwaald hebben door gebrek aan geschikte telescopen, en door u overtuigd worden dat ze hebben gedwaald, misleid door onscherp zicht; zullen zo misschien niet degenen die na u komen, voorzien van betere ogen, door kunst of door de natuur, ook u overtuigen dat u hebt gedwaald? Maar in grote dingen is ook het willen voldoende*). En als er een fout was,
[ *)  Propertius, lib. 2, X, regel 6: "in magnis et voluisse sat est", met ervoor: "quod si deficiant vires, audacia certe laus erit", maar als de krachten ontbreken, is de moed zeker te prijzen. Vergelijk Roemer Visscher, Sinnepoppen (ed. 1949), LIX.]

[ 518 ]

dan had de fout toch goede oorzaken. Och mogen we, wat voor mij een vaak geuite wens is, in een zodanige toestand en op een zodanige plaats zijn, dat we deze sterfelijkheid van een afgelegd blind en traag lichaam, zonder hulpmiddelen van kunstvaardigheid en menselijke kennis, zien zoals het is, en daarmee alles wat het heeft gedaan! Hiernaar past het ons zeker te streven, als naar de korste weg tot al het Ware en goede, tenminste met studie en passende zorgvuldigheid, waarmee we trachten te naderen tot vage en dikwijls verdwijnende schaduwen van menselijke kennis, die meer hebben van het valse dan van het Ware.
Ik heb u mijn indruk van uw werk beschreven, dat de hoogste lof verdient, en ik heb er de wens voor een onvergankelijke wetenschap aan toegevoegd. Het ga u goed, in hem en door hem in wie ons heil en leven is. Dit bidt met een oprechte en volle genegenheid uw [tuus]

Et totus    
Guilielmus Hesius. S. I.
Gandavi Calendis Decembribus
anni Christiani MDCLIX.

[ 540 ]

No 701.

Christiaan Huygens aan G. Hesius. 1)

[december 1659.]

Concept en kopie.

Samenvatting:  Coster. eer geantwoordt hebben ten waer mijne indispositie 't niet verhindert had. dat ick blij ben dat hij mijn boeck approbeert, dewijl ick verstaen dat hij soo verstandigh is en soo geleert, van Tacquet en andere hier.
De objectien of consideratien aengaende die hy heeft, ick geloof wel en hoop het oock datter naeuwer en perfecter observatien hier naer sullen komen, maer daerom en sullen se mijn hypothesis niet om stooten, want daer is voorseecker een waere stelling en een waere reden van Saturnus [Saturnus] veranderingen, waer van soo iemandt rectam conjecturam fecerit, die en sullen de naerder observatien niet wederleggen maer meer en meer comproberen.
En sulcke hoop ick dat de mijne is. waer van de meeste confirmatie sal sijn indien men in 't jaer 71 en 72 de ronde phasis wederom sal sien op de tijden die ick voorseght heb. tot welcke tijdt toe ick hoop dat syn en myn leven mach duren.
Pium certe votum tuum est dat je wenscht quod quam primum emergere optas ex nubula caligine et tenebris hisce et lumine claro cernere verum ut ait ille.
Interea tamen operam demus, ut tenuem illam lucem, quae nobis concessa est, non frustra data videatur. Interim et hic praegustare felicitatem illam aliqua tenus licet miranda dei opera contemplando et causas rerum naturae pro modo ingenij nostri investigando. quo equidem studio nullum melius aut jucundius novi, aut quod deo gratius existimem.

  Later dan behoorlijk antwoord ik, roemrijke heer, maar dit uitstel zult u makkelijk vergeven wegens mijn verzwakte gezondheidstoestand waardoor ik enkele weken heel erg in kwelling heb doorgebracht.
1)  In de 'Apographa' bevindt zich deze brief geschreven aan Coster, de naam staat in de kantlijn. Toch is het zeker een antwoord op brief No. 689, dus gericht aan G. Hesius.

[ 541 ]

Als dit niet zou zijn gebeurd zou ik al eerder ook aan de eerwaarde pater Gregorius hebben teruggeschreven. Maar met loslating van alle zaken moest rekening worden gehouden met de gezondheid, die ik hoe dan ook nu heb herwonnen, behalve dat ik nog dikwijls last heb van hoofdpijn.
Niet weinig heeft mij doen opleven, hoe slecht het toen ook met me ging, uw zeer vriendelijk geschreven brief, waarin u te kennen geeft dat u mijn Systema Saturnium hebt gelezen en dat het u beviel. Hoeveel waarde namelijk aan uw oordeel te hechten was, heb ik zowel begrepen uit de brief 2) die de heer Tacquet aan mij schreef, als vernomen van andere heren in deze stad die u kenden van horen zeggen en uit geschriften, en sommigen ook uit heel goed gestelde, in het openbaar gehouden toespraken. Ik ben dus blij en ik wens mezelf veel geluk, omdat er door u, iemand met de grootste geleerdheid en vindingrijkheid en onder andere met Astronomische zaken zeer bekend, niets absurds is gevonden in dit boekje van mij 3), maar ook niet iets dat iemand aanstoot zou kunnen geven. En ik twijfel er nu niet aan of ik ondervind dat de berekeningen 4) van allen het steunen.

13 vormen van Saturnus   Verder, wat betreft die beschouwing van u, als u denkt dat, zoals ik waandenkbeelden en op goed geluk toegekende vormen van Saturnus met mijn kijkers heb gelogenstraft, het zal gebeuren dat zo ook ik zal worden overtuigd van een fout door hen die na mij de scherpte van de ogen verder zullen verhogen: Ik geloof zeker dat anderen in deze zaak grotere dingen zullen leveren, en dit wens ik ook ten zeerste; maar toch, aangezien er van die Planeet één vorm is en één werkelijke oorzaak van alle verschijnselen, als iemand hierover een juiste gissing heeft gemaakt, is het noodzakelijk dat deze door nauwkeuriger waarnemingen van hen die na ons komen volstrekt niet aan het wankelen wordt gebracht, maar meer en meer bevestigd.

En ik hoop dat het er zo een is, die ik heb aangevoerd, en wel des te meer, naarmate ik duidelijker en klaarblijkelijker de vorm van een ring zie, zodat inderdaad niet veel aan gissing toe te schrijven is geweest. En de meeste geloofwaardigheid zal ongetwijfeld aan onze hypothese worden verschaft, als bevonden wordt dat de ronde fase zoals we hebben voorspeld in 1671 en 1672 te voorschijn komt, en in diezelfde maanden; ik wens u en mij tot die tijd leven en welzijn toe om het waar te nemen.
Vroom is in elk geval uw verlangen, wanneer u wenst zo spoedig mogelijk los te komen uit deze duisternis waardoor we worden omringd, zodat u bij helder licht het ware kunt zien, zoals de dichter*) zegt. Ondertussen is het toch ook hier mogelijk tot op zekere hoogte een voorproefje van dat geluk te hebben, door de wondere werken van god te beschouwen en, naar de mate van het ons door hem toebedeelde verstand, de oorzaken van de dingen der natuur na te vorsen. Zo denk ik namelijk en ik vind niets dat aangenamer is dan deze studie, of dat naar ik meen aan god welgevalliger is. Het ga u goed, beroemde heer en blijf toegenegen aan

Tui observantissimo
        Christiano Hugenio.


2)  Zie brief No. 688.     3Systema Saturnium. Zie brief No. 640, n.2.
4)  Lees: calculos [i.p.v. caculos].
[ *)  Boëthius, De consolatione philosophiae, Antw. 1562, p 15v: "lumine claro cernere verum".]

[ Deze twee brieven worden besproken in:
Georges Monchamp, 'Les correspondants belges du grand Huygens', in Bulletin de l'Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique 1894 - No. 2, p. 253-308, zie p. 290.]




Home | Christiaan Huygens | T. 2 | Hesius, 1659 (top)