Een atoom heeft evenveel protonen als elektronen, en is dus elektrisch neutraal.
Dus: er is een elektromagnetische rest-wisselwerking. Die maakt chemische reacties mogelijk: atomen kunnen zich met elkaar binden tot moleculen. En die doet een gas condenseren, een vloeistof stollen.
Deze kracht geeft de veerkracht en de wrijvingskracht die je kunt voelen. *) Dit is niet echt te begrijpen. Je kunt denken aan het 'schillenmodel' van het atoom, maar dan is weer de vraag: waarom die schillen? Antwoord: de energie in een atoom is gequantiseerd, de deeltjes zijn fermionen, en dan zegt Pauli .... |