Home | Beeckman | Appendices

Inleiding , begin , instrumenten , besluit , tekeningen . Vertaling , Noten , figuren


Drebbel aan King James, 1613

C. de Waard, Journal tenu par Isaac Beeckman de 1604 à 1634

Tome III: 1627 - 1634 (1635), Appendice II



[ 439 ]

Cornelis Drebbel, te Londen, aan Jacobus I, koning van Engeland (1613)

[ Drebbel had Praag verlaten in febr. 1613 (na de dood van 'Caes. M.' Rudolph II in januari 1612) en deze brief schijnt geschreven te zijn kort na zijn terugkeer in Londen. Drebbel was in oktober 1610 naar Praag gegaan, en had aan Henry, prince of Wales, beloofd binnen een half jaar terug te komen. De nieuwe keizer Matthias wilde hem pas laten gaan toen hij een brief kon tonen van de prins, die intussen overleden was (nov. 1612).

Beeckman heeft de brief gekopieerd op enkele pagina's van zijn manuscript die leeg gebleven waren (fol. 294v-5v), met erboven:
Ad verbum exscripta epistola Corn. Drebbelij ad Regem Angliae, 15e Meerte 1631.

Op deze datum werd de kopie gemaakt, zoals blijkt uit een notitie [<]. Het is niet bekend waar Beeckman zijn kopie vandaan haalde. Hij zette aanduidingen in de marge [hier als tussenkop], en voegde er drie tekeningen aan toe. ]


De brief met versie in het Engels: A letter from Cornelius Drebbel (bij Voynich, met o.a. de vraag 'The Voynich manuscript: Drebbel's lost notebook?').
Ned. vertaling in: F. M. Jaeger, Cornelis Drebbel en zijne tijdgenooten (Groningen 1922), p. 99-104.




  Ante aliquot annos, Rex serenissime et potentissime, ut opus aliquod artificiale conficerem pro Vestra Majestate, quod V. M. vidit quoque post, Pragam profectus sum consensu et venia Vrae Mtis, sancte promittens Sereniss. Princ. Henrico beatis. mem. (serio mihi mandans) me intra sex menses rediturum. Verum cum Caes. M. impense delectaretur meis inventionibus, quarum specimen vidit, tam brevi temporis spatio ab ipso demitti nequivi, sed me ad mortem usque detinuit suam.

  Interea obitus Caesareus ad aures pervenit principis Henrici nunquam satis laudandae memoriae; igitur per litteras serio mihi in mandatis dedit ad se ut redirem. Quamobrem obnixe supplicavi Sereniss. Imper. Matthiae ut mihi veniam dare dignetur Magnam Brittanniam repetendi; sed petitioni meae annuere noluit, affirmans se opera mea usurum alijs in rebus, nec ullo modo ab aula dimittere me voluit donec accipiam litteras mandatorias a Sereniss. Henrico principe gloriosiss. memoriae. Eas tandem accepi et Caesareae Mti legendas exhibui, quibus perlectis, mihi veniam dedit huc redeundi, honorifico me beans viatico ad inter perficiendum.


[ 440 ]
  Haec dum geruntur, incredibili meo maerore et infortunio, intellexi mortem Ser. mem. principis Henrici. Quapropter, cum maximo desiderio semper flagraverim et etiamnum flagro Sacratiss. Vestrae Majti inserviendi et eam meis inventionibus delectandi, iterum debita animi subjectione mea officia et servitia humiliter offero, optima dimicans spe M. Vam haud exiguam ex ijs capturam delectationem. Quarum hic breviter mentionem faciam.

Horologium Drebbelianum.

[v]   Primo habeo modum omnia horologia perfecte movendi per motum perpetuum, ita ut seipsa dirigant et moveant, aut, quod magis est, si index duabus aut tribus circiter horis plus aequo mane aut sero protundatur vel retrahatur, ille ad veram horam et minutam diei redibit Sole lucente, cujus specimen vidit imperator Rudolphus.

Telescopium Drebbelianum.

[v]   Secundo conficere possum instrumentum quo litterae per miliare Anglicum legi poterunt, nec ambigo quin, si M. Va velit mihi sumptu succurrere (uti spero), fore ut tantum praestando sim, quo litterae legi possint plus minus 5, 6 aut 7 miliaribus; nec literarum caracteres vulgo majores sunto. Cujus quoque instrumenti V. M. ea videre poterit quae circiter per 8 aut 10 miliaria fiunt, aeque bene ac si in proprio V. Mtis cubiculo acciderent. Nec sunt haecce mea instrumenta similia vulgaribus vitreis opticis: non possunt enim multiplicari 1.

Instrumenta Drebbeliana Sole lucente agitata.

[v]   Tertio et notitiam habeo omnis generis componendi instrumenta musica quae zone lucente sponte ludant et suavissimum sonum edant, cujus rude solum specimen Vestra M. vidit, quae, inquam, perfectius et absolutius perficere statueram, eo nimirum modo ut vela et portae dictorum instrumentorum sponte aperiantur et zon splendente suavissimum faciant concentum musicum; ac denuo zon obnubilato, vela et portae eorundem per se sponte claudantur [<]. Praeterea huic musico instrumento (vulgo virginals) jungere decreveram fontem ex quo manarent duae scaturigines perpetuo fluentes, et zon lucente inde prodibunt 100 diversi et varij rivuli aspectu longe jucundissimi; Neptunus etiam prodibit ex rupe vel petra, comitatus Tritonibus et deabus marinis, lavantes se aqua promanante coram altari Neptuni.

[ 441 ]
[v]   Super quod et videri poterit vitrum aqua plenum, fluens et refluens [<] debito tempore ut mare, singulis 24 horis circiter 40 minutis bis ascendens et descendens, ea perfectione ut ex ascensu et descensu aquae agnosci possint hora et minutae diei, semper seipsum sponte dirigens. Verum zone nubilato aut occidente, scaturigines finem fluendi facient, duabus supradictis exceptis quae aeternum manabunt; et Neptunus cum suo consortio se rursus in rupem vel petram conferet tanquam vehementer deflens absentiam et jacturam splendoris zonis. Adhaec Phoebus ex nubibus prodibit cythara ludens, curruique insidens suo cum 4 equis volantibus, qui putabuntur in aere pendere per modum alarum; rotae quoque dicti currus movebuntur; zon obnubilato Phoebus sub nubibus se abscondet. Quae omnia per solos zonis radios absque ulla ope fient. Si V. M. cuperet oculos suos refocillare hisce artificiosis motionibus coelo integro obnubilato, eas agitare nihilominus poterit calida nimirum manu parvum vitrum tangendo 2.

  Si fuissem adeo importunus, ut multi aulicorum consueverunt V. Mti promissum in memoriam revocando, quod mihi ex singulari gratia clementer fecit, jam pridem haec ad oculum omnia perfecte monstrassem magna sane delectatione Mtis V.  Sum et alijs instructus inventionibus, quarum mentionem hic omitto, quia pridem M. V. de ijs certiorem feci 3.

  Conclusionis loco, Ser. potent. Rex, haec volui Mti V. humillime significare ut vel hinc intelligat quanta damna, quamque magna incommoda, perpessus sim morte Serssimi principis Henrici, deserens locum stipendiarij et ministri Caes. Mtis.  Praeterea haec observantur scribo ut certior fieri possim num V. Mti propendeat vel delectetur supra memoratis inventionibus, sperans ulterius Regiam V. Mtem perpensuram. Quam industrius et sedulus fuerim subinde meis inventionibus, ut V. Mti cum jucunda delectatione gratificarer, pro quibus nihil adhuc accepi remunerationis a V. Mte.  Quapropter confido fore ut V. M. non sit plane depositura memoriam clementissimi promissi, sed gratiose me cohonestatura sumptu vel pensione annua qua possim me et familiam meam honeste alere et hac ratione ad majora fructuosiora stimuler inventa quae sint V. M. magis arrisura.

  Tandem humi prostratus, supplico V. Mti me brevi responso fortunare dignetur. Inter ea temporis ego cum meis Dominum junctis precibus invocabimus ut Vestram Majest. tanquam pupillam oculorum suorum tueatur.

  Vestrae Majtis humiliss. et obedientiss.

CORNELIUS DREBBEL.



[ 442 ]
Instrumenta Drebbeliana.  4

3 instrumenten



Vertaling (ged.)

Uurwerk van Drebbel.

Ten eerste heb ik een manier om alle uurwerken volmaakt te laten bewegen door een voortdurende beweging, zo dat ze zichzelf gelijkzetten en bewegen, of, wat meer is, als de wijzer ongeveer twee of drie uur voor of achter gezet wordt door duwen of trekken, zal deze naar het juiste uur en de juiste minuut van de dag teruggaan als de Zon schijnt, waarvan keizer Rudolf een voorbeeld heeft gezien.   «

Telescoop van Drebbel.

Ten tweede kan ik een instrument maken waarmee letters op een Engelse mijl afstand te lezen zullen zijn, en ik twijfel er niet aan, als Uwe Majesteit mij wil bijstaan in de kosten (zoals ik hoop), dat het ervan komt dat ik een zo groot instrument zal kunnen leveren, dat daarmee letters te lezen zijn op zo'n 5, 6 of 7 mijl; en de lettertekens behoeven niet groter te zijn dan gewone. Met welk instrument U. M. ook dingen zult kunnen zien die ongeveer op 8 of 10 mijl gebeuren, even goed als of ze in U. M.'s eigen kamer zouden voorvallen. En deze instrumenten van mij zijn niet gelijk aan de gewone kijkglazen: ze kunnen namelijk niet vermenigvuldigd worden 1.   «

Instrumenten van Drebbel in beweging gezet als de Zon schijnt.

Ten derde heb ik ook de kennis om allerlei muziekinstrumenten samen te stellen die als de Zon schijnt vanzelf gaan spelen en een allerzoetst geluid geven, waarvan U. M. slechts een ruw voorbeeld heeft gezien, waarvan ik me voorgenomen had, zeg ik, ze volmaakter en vollediger te maken, namelijk op die manier dat gordijnen en deuren van genoemde instrumenten vanzelf opengaan en dat ze bij volle Zon de zoetste muzikale samenklank maken; en als de Zon opnieuw achter de wolken is, de gordijnen en deuren ervan zich vanzelf sluiten [<].
Bovendien had ik besloten aan dit muziekinstrument (in de volkstaal virginals [spinet]) een fontein toe te voegen waaruit twee voortdurend vloeiende waterstralen zouden stromen, en bij Zon zullen er 100 verschillende en veranderlijke beekjes uit te voorschijn komen, zeer aangenaam om te zien; Neptunus zal ook te voorschijn komen uit een grot of een rots, vergezeld van Tritons en zeegodinnen, badend in het water dat voortstroomt bij het altaar van Neptunus.   «

[ 441 v ]
Boven dit alles zal ook een glas te zien zijn gevuld met water, dat op gezette tijden vloeit en terugvloeit [<] zoals de zee, elke 24 uur en ongeveer 40 minuten twee keer stijgend en dalend, zo volmaakt dat aan het stijgen en dalen van het water het uur en de minuten van de dag zijn waar te nemen, steeds zich vanzelf regelend. Maar als de Zon achter de wolken is, of bij zonsondergang, zullen de waterstralen ophouden met stromen, behalve de twee bovengenoemde die eeuwig zullen stromen; en Neptunus zal zich met zijn gezelschap weer terugtrekken in de grot of de rots, als het ware de afwezigheid en het verlies van de zonneglans hevig bewenend.
Hierbij zal Phoebus [Apollo, zonnegod] uit de wolken te voorschijn komen, spelend op zijn lier, en zittend in zijn wagen met 4 vliegende paarden, die in de lucht schijnen te hangen door middel van vleugels; ook de wielen van de genoemde wagen zullen bewegen; als er geen Zon is zal Phoebus zich achter de wolken verbergen. Dit alles zal gebeuren door de zonnestraling alleen, zonder enige hulp. Als U. M. haar ogen wil verkwikken met deze kunstige bewegingen bij geheel bewolkte hemel, zal ze die niettemin in beweging kunnen zetten door met de hand, die natuurlijk warm is, een klein glas aan te raken 2.   «




Noten


  1. Cf. p. 367. Gassendi noemt een brief van Rubens die Peiresc bericht "versari apud se egregium probumque pictorem, nomine Heymum, narrantem sibi conspectum fuisse penes Drebelsium opticum tubum diametri palmaris, quo liceret in disco Lunae discernere campos, silvas, aedificia et munimenta locorum nostratibus non absimilia"
    [ dat er bij hem een uitstekende en brave schilder was, Heymus geheten, die vertelde dat hij bij Drebbel een kijkbuis gezien had, een palm in middellijn, waarmee op de maanschijf te onderscheiden zouden zijn velden, bossen, gebouwen en stadswallen, niet ongelijk aan die bij ons]
    (Vita Peireskii, Parijs 1641 [p. 303, bij 1635, "enige jaren geleden"], Den Haag 1651, 447).   «

  2. Voor dit instrument — en al zijn andere beweringen van uitvindingen — zie de autobiografie van Constantijn Huygens (Mijn jeugd, ed. C. L. Heesakkers, Amsterdam 1987, p. 128), die Drebbel bezocht in 1622.   «

  3. Misschien een toespeling op de brief aan James I, gedrukt in de Wondervondt van de eeuwighe beweging (Alkmaar 1607). Ook is er nog een andere brief aan de koning, zie Jaeger, Cornelis Drebbel en zijne tijdgenooten, p. 104 (Groningen 1922).   «

  4. Beeckman voegde de figuren toe, met de oudste tekening van een samengestelde microscoop die we hebben. Willem Boreel zag hem in 1619 bij Drebbel in Londen, met een "tubus insidens tribus delphinis ex aere" [een buis die op drie koperen dolfijnen zit], cf. Borellus, de Vero telescopii inventore, p. 36 (Den Haag 1655). Het kolommetje onder de buis is de objectdrager. Er is nog geen spiegel voor belichting.
    Cf. Tierie, Cornelis Drebbel (Amsterdam 1932) p. 54-58, en Van Seters in Journal of the royal microscopical Society 48 (1928) 385-8.  Peiresc gaf een beschrijving in 1622.
    [ Volgens Boreel was de microscoop anderhalf voet lang, en gemaakt door Hans Jansen en diens zoon Zacharias Jansen, met wie Boreel als jongen in Middelburg had gespeeld. Maar dit verhaal wordt nu sterk betwijfeld, zie Huib Zuidervaart, 'Jansen exit', p. 43 in The Origins of the Telescope (Amst. 2010), pdf bij DWC.]   «

tekst
perspectivum dr j

kijker van Drebbel

microscoop
tekst
stapes

voetstuk


tekst
instrumentum auctae quantitatis

vergrotingsinstrument





eb en vloed in buis; met tekst motus perpetuus
fluxus et re-
fluxus

voortdurende beweging
van eb en vloed

pixis
lignea

doosje
van hout


lat met lens en scherm; tekst
picturae in camera clausa
ut in tabula appareant.

om plaatjes in een gesloten kamer
op een bord te doen verschijnen.



Home | Isack Beeckman | Brief van Drebbel (top)