Stevin | Meester Simon | Hefboom 6 , 7


Was dat niet toevallig, met die getallen 4 en 2?

2e Voorbeeld  (1e vorm):

hand, balk aan touw Gegeven een andere balk, verdeeld in een groot en een klein stuk. K en L zijn de zwaartepunten.

Te bewijzen (zonder getallen): gewicht omgekeerd evenredig met arm.


Stevins woorden:


Maer op datmen niet en dencke dit daer also by ghevalle ghesciedt te sijne, wy sullender Wisconstich bewys af doen aldus:

I Ie   V O O R B E E L T. {I. Ghestalt.}

  T G H E G H E V E N.   Laet ABCD wederom een pilaer sijn [...], ende het swaerheyts middelpunt van het deel EFDA sy K, int middel van GI, ende van het deel EFCB, sy L int middel van IH, ende des heels ABCD sy M int middel van GH, ende MN sal der deelen EFDA ende EFCB handthaef sijn, daer an sy evestaltwichtich hanghen.

  T B E G H E E R D E.   Wy moeten bewysen dat ghelijck het lichaem ofte de swaerheydt (twelck hier een selfde is [...], overmits den pilaer door tghestelde overal eenvaerdigher swaerheyt is) van EFDA, tot EFCB, alsoo den langsten erm ML, tot den cortsten MK.



Vorige | Hefboom 6 | Volgende