BasiliskDer Naturen Bloeme,boek 6: |
Basilius int Latin | De basilisk in 't Latijn |
mach in Dietsch .i. coninc sijn, | kan in 't Diets een koning heten |
want ets coninc boven allen venine. | want het is koning over alle vergiften. |
Dese ertsce plaghe pliet te sine | Deze aardse plaag is gewoonlijk |
half voets lanc, ghespeket wit. | een half voet lang, wit gespikkeld. |
Up sijn hovet hevet dit | Op zijn kop heeft dit dier |
spekelkine in der gebare | spikkeltjes op zo'n manier |
als oft .i. crone ware. | dat het wel een kroon lijkt. |
Al serpente sijn vor em bloed, | Alle slangen zijn er bang voor, |
want etse metten ademe doet. | want het doodt ze met zijn adem. |
Met up siene doetet den man. | Door te kijken doodt het de mens. |
Wie dat andren eerst sien can | Wie door de ander eerst gezien wordt |
hi blivet doet, hoe so et si. | die blijft dood, hoe het ook zij. |
Dus scrivet Jacob van Vitri. | Zo schrijft Jacob van Vitry. |
Ende Plinius doet oec verstaen: | En Plinius geeft ook te verstaan: |
niet allene magt verslaen | niet alleen kan het verslaan |
den mensce, mar aldat levet. | de mens, maar alles dat leeft. |
Ja tlant, dart sine wone in hevet, | Ja het land, waarin het woont, |
dat veninet al ut ende ut, | dat vergiftigt het door en door, |
ende doet verderven bome ende cruud | en 't doet verdorren bomen en gewas |
ende aldat wast groot ende clene. | en alles wat groeit, groot en klein. |
Het scort met sinen ademe stene, | Het breekt stenen met zijn adem, |
ende venijnt die lucht oec mede. | en vergiftigt bovendien de lucht. |
Vlieghet .i. voghel dar ter stede, | Vliegt een vogel daar ter plekke, |
hine mach niet min verdinghen | die kan niet wegkomen met minder |
dan dat hem sine vedren besinghen. | dan dat hem zijn veren verschroeien. |
Sijn wispelen alle serpente onsien, | Voor zijn sissen zijn alle slangen bang, |
dar sijd vernemen, si vlien. | zodra ze het horen vluchten ze. |
Londens handschrift (uit PB)
Allene de wesel verwinnet. | Alleen de wezel overwint het. |
Want alsment in dat lant kinnet | Want als men in dat land weet |
in wat hole dat si wonen | in welke holen ze wonen |
comen de liede, metten gonen | komen de mensen, met zo'n wezel |
met ruten al omme behanghen, | met wijnruit helemaal overdekt, |
ende doense in den holeganghen. | en ze doen deze in een gang van het hol. |
Dar bitise doot ter stede, | Daar bijt hij het dood ter plekke, |
ende dan moeti sterven mede. | en dan moet hij zelf ook sterven. |
Nochtan, al eist dood, | Nochtans, al is het dood, |
hem blivet macht so grot: | er blijft zo'n grote kracht van uitgaan: |
war dat men bestrijct .i. maisire | waar men een muur bestrijkt |
met pulvere van sire maniere, | met pulver van zijn soort, |
niet ghevenijns comter inne, | daar komt niets giftigs in, |
niet selves spinter in die spinne. | daarin spint ook zelfs geen spin. |
In Grieken, als wi horen spreken, | In Griekenland, naar we horen zeggen, |
es .i. monster der mede bestreken. | is een kloosterkerk ermee bestreken. |
Men segt ens gheen huus mede, | Men zegt ook van elk huis |
esser in .i. stic van sinen lede | waarin een stuk van zijn lichaam is |
die serpente vlien danen. | dat slangen er vandaan vluchten. |
Noch doet men ons te verstane | Verder geeft men ons te verstaan |
dat men met sine pulvre strijct | dat men met pulver ervan bestrijkt |
zelver, ent gout dan blijct. | zilver, en dan blikkert het als goud. |
Vlieghende vint men oec mede, | Er zijn er ook die kunnen vliegen, |
die God niet laet ute hare stede | die laat God niet uit hun eigen plek |
verre varen, om die sake | naar verre streken gaan, omdat |
want si soudent al woeste maken. | ze alles levenloos zouden maken. |
Mar andre basiliske, ic wane, | Maar andere basilisken, naar ik meen, |
vindmen die comen van den hane. | vindt men afkomstig van de haan. |
Diet weten wille lese hir voren, | Wie het wil weten leze het na in boek 3, |
dar machi sine maniere horen. | daar kan hij vernemen hoe die is. |
KB, KA 16. |
| |
"Basilisk die in de verlatenheid van Afrika leeft.
Naar Aldrovandi." Te vinden in diens Serpentum et draconum historiae, 363 (Im. 371). | |
bij Aldrovandi: Monstrorum historia, 388 (Im. 395) en Serpentum ..., 62 (Im. 71). Gaspar Schott, Physica curiosa (1662) 714. | |
Afbeelding uit Jonston (1660): |
"Basilisk uit rog gemaakt, staand en liggend afgebeeld. Naar Aldrovandi." in diens Serpentum ..., 364 (Im. 372).
Meer afbeeldingen in: | |
|