De 'vliegende draak' van Burattini wordt genoemd in: brief van Constantijn Huygens aan Mersenne, 6 april 1648 (OC II, 565); brief van Mersenne aan Constantijn Huygens, 17 maart [april] 1648 (OC I, 85); brief van Mersenne aan Christiaan Huygens, 22 mei 1648 (OC I, 94). Correspondance du P. Marin Mersenne: XV, 561: Desnoyers aan Roberval (4 dec. 1647); XV, 581: ? aan Renaudot (22 dec. 1647, A paris ... 14 jan. 1648, publ. 1649) XVI, 39-43: Desnoyers aan Roberval (14 jan. 1648), notities; XVI, 122-126: Desnoyers aan Mersenne (29 feb. 1648), tekening; e.a. |
[ 270 ]
? aan ThevenotAanhangsel bij No. 858. [Thevenot aan Huygens, 7 mei 1661.]Wij hebben hier een wiskundige heer Buratin 1) die aan de koning van Polen 2) heeft laten zien de tekening, en het model in het klein, van een Machine om iets op te heffen en te maken dat een mens kan vliegen. Ik zend u de tekening 3) die hij me gegeven heeft, en wat betreft het model kan ik u zeggen dat wat hij aan de koning heeft gepresenteerd een lengte had van 4 of 5 voet, met de staart. Dit model heft zich door middel van een touw dat hij onder de staart laat uitkomen in de lucht, waarbij het touw de veren en de raderen laat bewegen die er in zijn. En dit model heft een kat op die men erin zet, en blijft vanzelf in de lucht zolang men door middel van het touw de raderen doet bewegen, en daarvoor moet men even hoog zijn als de machine. Men weet blijkbaar dat als de kat zou besluiten arbeid te verrichten (want zijn krachten zijn toereikend) hij zichzelf in de lucht zou kunnen heffen. Hij stelt dus voor er één te maken dat in staat is een mens te ondersteunen en te dragen, om te ondervinden of het de werking zou opleveren die men wenst, en die hij niet wil beloven, vanwege het feit (zegt hij) dat men niet de krachten en de beweging als geheel kan vermenigvuldigen in de verhouding die nodig zou zijn. Maar gezien de werking die zijn model oplevert kan hij het niet van zich af zetten als hij de grote machine niet heeft gemaakt. [Daarvoor vraagt hij vijfhonderd daalders, daar hij niet de middelen heeft om deze onkosten te maken. Ik weet niet of onze prinsen nieuwsgierig genoeg zullen zijn om die te voldoen;]*) Hij vraagt tien maanden de tijd om haar te voltooien. De raderen ervan maakt hij deels van hout, deels van baleinrib, alle vleugelklappen van balein. Er zijn vier vleugels die alleen dienen om te ondersteunen, twee andere dienen om te ondersteunen en voort te duwen, en de twee van de kop om voort te duwen; als de vleugels zich opheffen trekken ze zich samen en maken ze zich smaller, en als ze omlaag gaan verbreden ze zich. De kap die op de Draak is kan zich, door een veer los te laten, heel wijd uitspreiden; en dat is zo gemaakt opdat hij, als de vleugels in de lucht zouden breken, de machine zou ondersteunen door de weerstand van de lucht, zodat ze slechts heel zacht zou vallen. De staart draait in alle richtingen om als roer te dienen; en wanneer de Draak in het water zou vallen zou hij als schip dienen. Hij denkt dat hij niet zou kunnen voortgaan bij tegenwind. Tenslotte spreekt hij er niet over als een oplichter, en hij geeft er blijk van heel goed de mechanica te kennen. [Bij dat alles is hij arm.]*) [ Figuur uit: Corresp. Mersenne XVI, 122 b; Bibl. nat. f. lat. 11195, fol. 56r.] |
[ *) Pierre Desnoyers aan Mersenne, 29 febr. (!) 1648: "ik denk dat u de tekening gezien zult hebben van een vliegende draak, die een wiskundige hier voorstelde, met het stukje dat hij erover in het Italiaans heeft opgesteld, om te laten zien aan onze koning. Deze man dan die me heeft beloofd er een tekeningetje van te maken om aan u te zenden, en die Burattin heet, heeft een model gemaakt van vier of vijf voet lengte, met de staart. ...".] 1) Tito Livio Burattini [1617 - 1681]. Zie brief No. 758, noot 12 [p. 94]: Hij correspondeerde later ook met Boulliau [die hem noemt in brief No. 872 aan Huygens (11 juli 1661), III, 293; over lenzen zie V, 550]. Hij publiceerde: Misura universale o vero Trattato nel quale si mostra come in tutte li luoghi del mondo si può trovare una misura, & un peso universale..., Vilna 1675 [^]. 2) Wladislas IV [1595 - 1648]. 3) Deze tekening is niet gevonden. [ Karolina Targosz, 'Le dragon volant de Tito Livio Burattini', Annali dell' Istituto e Museo di Storia della Scienza di Firenze, Anno II, fasc. 2, 1977, p. 67-85 (figuren tussen p. 80 en 81). Voor d'Esson (of: Deson, de Son, du Son) zie V, 87 en: M. Keblusek, 'Keeping it secret', in Hist. of Sc. vol 43, p. 37-56. R. Taton, 'Le dragon volant de Burattini, Revue des Sciences humaines de Lille, 1982-3, no. 186-7, p. 45-66. Idem, 'Nouveau document ...', Annali dell' IMSS di Firenze, Anno VII, fasc. 2, 1982, p. 161-8. De vlieger van Kircher heette 'draco volans': Ars magna (1646), 826.] [ Burattini wordt genoemd in: John Greaves, Pyramidographia (1646), p. 86 en zie ook p. 96. In de Franse vertaling in M. Thevenot, Relation de divers voyages (1663), p. XIV staat er in de marge bij:
'Lettre du Sieur Tito-Livio Burattini, contenant une description des Momies d'Egypte', in Thevenot 1663, p. XXV. #) Leibniz maakte er een notitie van, zie Otium Hanoveranum: sive, Miscellanea (1718), p. 199 (CXXII). |
[ 302 ]
Christiaan Huygens aan [M. Thevenot].Den Haag, 21 juli 1661. MijnheerIk hoop dat u de brief ontvangen hebt die ik u uit Londen schreef de dag voor mijn vertrek, waarin ik u bedankte voor het uittreksel van de brief uit Polen betreffende de vliegmachine. [...] |
[ 303 ]
[...]
Ik heb u in mijn andere brief de moeilijkheid genoemd die ik aantrof in de beschrijving van de machine, te weten dat men om de vleugels te doen klapwieken aan een touw moet trekken*); ik begrijp niet hoe dit gedaan kan worden, en dat de machine toch de lucht in gaat. Het blijkt wel dat dit niet zo'n automaat was die in staat was zich door eigen kracht op te heffen, zoals ik denk dat ik er een zou kunnen maken, en misschien binnenkort ga maken voor mijn plezier, naar het voorbeeld van de goede Archytas°). [ *) Desnoyers aan Roberval, 21 okt. 1648 (Corr. Mers. XVI, 520): "... in plaats van dat touw dat ik u noemde, om de vleugels te doen bewegen, is er een stok aangebracht, en als deze bijvoorbeeld in het lichaam geduwd wordt doet hij de vleugels omhoog gaan, en als er aan getrokken wordt doet hij ze omlaag gaan, zodat de vleugels even snel slaan als dat men trekt en duwt met deze stok, en er gaat maar heel weinig kracht in om deze beweging (die vrij hevig is) te maken. ..."] [ Literatuur:] Friedrich Hermann Flayder, De arte volandi (Werlin 1627). P. 12: "Currus velivolus a quodam ingeniosissimo Stephino inventus": vliegende zeilwagen, uitgevonden door ene zeer vernuftige Stevin. P. 39-40: "Imò, & ego talem Columbae volitantis machinulam, cujus Architam tradunt authorem, vel facillimè profiteri audeo, inquit Scaliger": Ja zelfs, ook ik durf zo'n machientje van een vliegende Duif, waarvan men zegt dat Archytas de uitvinder is, beloven, zegt Scaliger.°) Mersenne, Novarum observationum ... Tomus III (1647), 73: "Wie de kunst van het vliegen wil ontwikkelen, moet de verhouding van alle lichaamsdelen van vogels onderzoeken; ... een vleugel van een mens die 5 voet hoog is, moet van 10 voet zijn ... ik vrees dat het ons aan spieren ontbreekt". John Wilkins, Mathematical magick (1648/80), Cap. VII: Concerning the Art of flying. Charles F. Partington, The century of inventions of the marquis of Worcester [ca. 1601-1667], 1825, p. 69-75: 'How to make a man to fly'. Francesco Lana, Prodromo, overo, Saggio di alcune inventioni nuove (1670), cap. VI: "Fabricare una nave, che camini sostentata sopra l'aria a remi, & a vele ..." (Een schip maken dat in de lucht vaart met roeriemen en met een zeil; Engl.), fig.; cf. O.C. XXII, 257. Isack Beeckman had al in 1632 het idee (Journal, III, p. 253):
Joh. Chr. Sturm, Collegium experimentale (1676), Tent. X (figuur rechts: p. 64), met Auctarium X: p. 96-106.
B. Faujas de Saint-Fond, Description des expériences de la machine aérostatique de MM. de Montgolfier (Paris, 1783; Ned. 1784), 'Discours Préliminaire', p. XIII: Joseph Galien; p. XXX: Scaliger (zie hierna).
[ °) De duif van Archytas (ca. 400 v.C.) wordt genoemd in de 2e eeuw n.C. door Aulus Gellius, Noctes Atticae, Lib. 10, cap. 12:
|
Een schetstekening voor een duif van Archytas (Gr.: Archutou peristera) staat op p. 316 in deel 22 van Oeuvres Complètes; de noot bij p. 318 verwijst naar - J. C. Scaliger, Exotericarum Exercitationum ..., Exerc. 326,
Zie ook de tekeningen in T. XXII, p. 198-200.] |