Fr. van Schooten aan Christiaan Huygens.17 januari 1660.
Clarissime Vir
Zie, hier biedt zich bij u aan de zeergeleerde Heer Johann Joachim Becher 1), een Wiskundige uit Speyer, en Medicus aan het hof van de Keurvorst van Mainz 2), die zoals hij me vertelde zich gedurende 8 jaar in de Mechanica geoefend heeft, en waarin hij ook uitstekende dingen heeft gedaan. Er wordt namelijk gezegd dat hij een Perpetuum Mobile 3) heeft uitgevonden dat al een half jaar lang is doorgegaan, en dat het ook nu nog beweegt is in Mainz te zien, het is vervaardigd op kosten van de Keurvorst. 1) Johann Joachim Becher, zoon van een Lutherse dominee, werd in 1635 geboren te Speyer, en overleed in 1682 te Mecklenburg. Hij werd hoogleraar in de medicijnen te Mainz en geneesheer van de Palatijnse graaf, keizerlijk raadgever van de kamer van koophandel, ging daarna op reis naar Zweden, Holland en Italië. Hij heeft veel geschreven, zowel over alchemie als over allerlei soorten fabrieksprojecten, over de kolonisatie in de Indiën, landbouw, handel, mijnbouw. Hij werd de voorloper van Stahl in de flogiston-theorie. In 1680 begaf hij zich naar Engeland en in 1681 naar Mecklenburg. 2) Johann Philipp von Schönborn werd in 1601 geboren te Eschbach en overleed in 1673. In 1643 werd hij prins-bisschop van Würzburg en in 1647 aartsbisschop en keurvorst van Mainz. [In 1654 kreeg hij de luchtpomp van Otto von Guericke, zie G. Schott, 1657, Ned.] 3) Zie het werk van G. Schott, Technica curiosa, p. 712. (Zie brief No. 498, noot 4.) [ Caput 1 van liber X van dit werk (1664), p. 732-746, gaat over het toestel van Becher, zie figuur, met links een uurwerk (nog zonder slinger), rechts wordt steeds wat regenwater ingelaten; p. 743 (Annotationes): in deze ondermaanse wereld is wrijving niet te vermijden]. 4) Franciscus de le Boë Sylvius, zoon van Isaac de la Boe en Anna de Vignette, werd in 1614 te Hanau geboren en overleed op 10 nov. 1672 te Leiden. Hij studeerde medicijnen in Leiden en werd in 1637 doctor in Basel; na zijn vak een jaar in Hanau te hebben uitgeoefend, keerde hij terug naar Leiden, ging toen naar Amsterdam; in 1658 werd hij benoemd tot hoogleraar in Leiden. In 1665 trouwde hij met Magdalena Lucretia Schietzer, die overleed in 1667. |
[ 11 ]
aan wie hij door anderen was aanbevolen; u zult het, hoop ik, niet bezwaarlijk vinden zijn gedachten precies te weten te komen, om u ook uw mening over die Hypothesen erbij te kunnen voegen, aangezien hij bovenal veel waarde hecht aan het oordeel van zeergeleerde Wiskundigen in Batavia [Holland], en vooral ook aan het uwe, daar hij immers het feit dat u in de Mechanica geprezen wordt om het Uurwerk dat door u is uitgevonden 5) heeft vernomen 6). Overigens ben ik u dankbaar voor het aan ons gezonden boek van de Heer Tacquet 7) dat ik ook naast de verhandeling van de Heer de Dettonville 8) onlangs aan de Heer Heuraet heb aanbevolen om de moeite te nemen die in te zien, waarin hij veel uitstekends vindt naar hij me vertelde, en daarom heeft hij ze ook nog niet naar mij teruggebracht. Scherpzinnig noemt hij uw uitvinding bij het Uurwerk, namelijk die u niet zo lang geleden hebt gevonden. Ik betreur de dood van de voortreffelijke vakman Samuel Coster 9), zaliger nagedachtenis, vooral daar het bereiken van vervolmaking van uw Uurwerk bovenal aan hem was toe te vertrouwen en daar hij al zeer ervaren was in het bouwen ervan volgens uw bedoeling. Als u een andere vakman verlangt, die uw uitnemende vondsten verder tot stand brengt, zou u in plaats van de overledene kunnen nemen onze Jacob de Steur 10), die tegenwoordig niet alleen de volmaaktste is in het bouwen van Uurwerken, zoals u weet, maar ook in de constructie van Wiskundige instrumenten, en die zich onlangs via mij ook heeft aangeboden om voor u te gaan werken. Als u hem dus aanneemt zou ik denken dat er zowel door uw bespiegelingen als door zijn handigheid nog veel uitstekends kan worden verwacht, dat voor de mensen voordelig zal zijn. Opdat dit gebeurt bid ik de Allerhoogste God dat met ingang van dit jaar u alles naar wens en tot welzijn van de geest zal gelukken. Het ga u goed. 17 Januarij 1660.
5) Zie brief No. 511, noot 2 [Becher stond op de verzendlijst voor Huygens' Horologium, 1658]. 6) Later werd Becher een tegenstander van Huygens, zie zijn werk De nova temporis dimetiendi ratione, Londen 1680. 7) Cylindricorum et annularium Liber quintus. Zie brief No. 102, noot 5. 8) Lettres de A. Dettonville. Zie brief No. 560, noot 32 [en No. 622]. 9) Van Schooten vergist zich hier in de voornaam: het is Salomon Coster. 10) We weten niet of Chr. Huygens ooit werk heeft gegeven aan deze Jacob de Steur. Hij was geboren te Leiden en trouwde in juni 1655 met Marya van Deyl, weduwe van Cornelis van Duyn. De Steur woonde in Leiden dichtbij de Pieterskerk, en in 1674 op het Rapenburg dichtbij de universiteit.
|
[ 41 ]
Fr. van Schooten aan Christiaan Huygens.14 maart 1660.
Kijk, ik stuur U, weledele Heer, de Verhandeling 1) waarover ik vroeger gesproken had, over het opstellen van meetkundige bewijzen uit een algebraïsche berekening, die ik zou sturen zoals onze Ducquius 2) onlangs heeft aangekondigd. Ik vraag dus of u de moeite wilt nemen deze zorgvuldig door te lezen, zo spoedig mogelijk, aangezien de Drukker verlangt haar aan de drukpers toe te vertrouwen, opdat hij een eind kan maken aan het werk. En als u overal 1) Dit werk van Fr. van Schooten werd later gepubliceerd door zijn broer en opvolger, Pieter van Schooten: Francisci à Schooten ... Tractatus de concinnandis demonstrationibus geometricis ex calculo algebraïco ..., 1661, in-4 [in Renati Des-Cartes Geometriae pars secunda, p. 341]. 2) A. Duyck. Zie brief No. 165, noot 2. |
[ 42 ]
de door mij begane fouten met Spaans lood of in rood aantekent, of wat u oordeelt dat beter anders kan zijn, zult u iets doen dat mij werkelijk heel dankbaar zal stemmen, daar ik immers altijd zal zijn
Uw meest toegedane [Tibi devinctissimus] die 14 Martij 1660.
|
[ 43 ]
Christiaan Huygens aan Fr. van Schooten.19 maart 1660. 1)
Zie, ik stuur het geschrift 2) terug dat u mij wilde laten lezen, het is zeker geleerd en nuttig, waarvoor studerenden in de Meetkunde zeer veel aan u verschuldigd zullen moeten zijn. De nieuwe uitgave van de Oefeningen 3) heeft Ducquius 4) namens u naar mij gebracht. Ik ben u dankbaar voor het geschenk, en voor de betoonde zorg bij mijn commentaartje 5). In het voorwoord zou ik willen dat u mij met een minder afgunst verwekkende 1) Het is de laatste brief die we bezitten van de briefwisseling van Huygens en Fr. van Schooten: deze overleed eind mei [1660], zoals recent onderzoek heeft vastgesteld, en niet in januari 1661, zoals we tot nu toe hebben geloofd. Hij werd begraven op 5 juni 1660 in de Hooglandsche kerk te Leiden. Zie brief No. 4, noot 2. 2) Tractatus de concinnandis demonstrationibus geometricis. Zie brief No. 729, noot 1 [hierboven]. 3) Het gaat hier om de tweede uitgave van de Mathematische oeffeningen, gepubliceerd in 1660. Zie het werk aangehaald in brief No. 282, noot 1. 4) A. Duyck. Zie brief No. 165, noot 2. 5) Het gaat om zijn verhandeling 'Van rekeningh in spelen van geluck'. Zie brief No. 282, noot 1. |
[ 44 ]
titel had getooid*), en veeleer de werkelijkheid dan uw genegenheid jegens mij had geraadpleegd. In Voorstel 4 hadden die woorden Om nu tot de eerst voor gestelde questien &c. onmiddellijk vooraf moeten gaan aan dit voorstel, en ik meen ook dat ik het zo heb geschreven. De Heer de Witt schonk me zijn boek 6) dat elegant is gedrukt, en ook zoals het behoorde bij iets dat geschreven is door zo'n man en over zo'n onderwerp. Als u vraagt wat ikzelf nu doe, moet u weten dat ik een of ander toevoegsel bij de vorige beschrijving 7) van het uurwerk voorbereid waarin ik het bewijs zal geven over die lijn als beteugelaar van de slinger en enige andere dingen. Het ga u goed.
In de verhandeling zult u vinden dat ik enige weinige dingen heb aangetekend met Spaans lood, en die zijn ook niet van zeer groot belang. Ik heb me gehaast bij het doornemen omdat u te kennen gaf dat de drukkers geen uitstel verdragen.
19 Martii 1660.
[ *) Op p. 485-6: "door den Wel-Edelen en Wijtberoemden Heer Christianus Hugenius".] 6) Elementa curvarum linearum. Zie brief No. 597, noot 1. 7) Zijn Horologium. Zie brief No. 511, noot 2. 8) Waarschijnlijk heeft Huygens het over het werk De cycloide. Zie brief No. 690, noot 3. 9) Samuel Broun was de boekhandelaar van Rotterdam, aan wie de Engelse werken werden toegestuurd. Zie brief No. 307, noot 1.
|
1648 (T. I) No. 53, 3 juni vS (Ned.) No. 56, 20 juni vS (Ned.), No. 57 App. 1650 No. 85, 27 sep. vS No. 85a, sep. CH No. 86, sep. CH No. 87, CH No. 89, 21 nov. vS (Ned.) 1651 No. 91, 26 feb. vS No. 92, 31 mrt. vS (Ned.) No. 93, 13 mei CH No. 94, 30 juni vS No. 95, 20 sep. vS (Ned.) No. 97, okt. CH (No. 98 App.) No. 103, 11 nov. CH No. 104, 13 nov. vS No. 108, 28 dec. CH 1652 No. 110, 2 jan. vS xxxi, juli CH (in T. XXII) No. 128, 28 juli vS No. 129, 13 aug. CH No. 130, 29 okt. CH No. 131, 4 nov. vS. No. 135a-b, nov. CH (in T. III) No. 143, dec. CH No. 144, 26 dec. CH 1653 No. 149, 13 jan. vS No. 150, 17 jan. CH No. 155, 7 apr. CH No. 158, 5 juni vS No. 159, 8 juni CH No. 163, 20 sep. CH No. 164, okt. CH No. 165, 23 okt. CH (No. 166 App.) No. 168, 10 dec. CH No. 169, 13 dec. vS (No. 170 App.) 1654 No. 179, 3 mrt. vS No. 181, mrt. CH (No. 182 App.) No. 185, 1 apr. CH No. 189, 17 apr. CH No. 190, 19 apr. vS No. 191, 1 juli CH No. 199a, 7 okt. CH (in T. III) No. 201, 25 okt. vS No. 203, 29 okt. CH (No. 204 App.) No. 209, 23 dec. vS No. 212, 27 dec. CH 1655 No. 219, 25 mrt. CH No. 220, 27 mrt. vS No. 221, 26 mei CH No. 222, 29 mei vS No. 223, 5 juni CH 1656 No. 263, 11 feb. vS No. 264, 15 feb. CH No. 269, 10 mrt. CH No. 282, 20 apr. CH (No. 284 App.) No. 285, 25 apr. vS No. 286, 3 mei vS No. 288, 6 mei CH (No. 289 App.) No. 293, 30 mei vS No. 298, 2 juni CH No. 307, 28 juni CH No. 313, 13 juli vS No. 317, 25 juli CH No. 320, 28 juli vS No. 334, 26 sep. CH No. 335, 27 sep. vS No. 340, 6 okt. CH No. 341, 8 okt. vS No. 343, 13 okt. vS No. 346, 19 okt. vS No. 349, 20 nov. vS No. 353, 29 nov. vS No. 356, 6 dec. CH Bo. 358, 12 dec. vS 1657 (T. II) No. 368, 12 jan. CH No. 369, 28 jan. vS No. 375, 9 mrt. CH No. 376, 13 mrt. vS No. 380, 18 mrt. vS No. 386, 21 apr. CH No. 408, 28 sep. CH (No. 409-410 App.) No. 411, 1 okt. vS No. 419, 29 okt. vS No. 431, 23 nov. CH No. 434, 11 dec. vS (No. 435-437 App.) No. 440, 22 dec. vS (Ned.) No. 444, 28 dec. CH 1658 No. 456, 4 feb. vS (No. 457 App.) No. 463, 21 feb. vS (No. 464-5 Heuraet) No. 491, 15 juni vS No. 501, 22 juli vS No. 517, 19 sep. vS No. 523, 4 okt. CH (No. 524-530 App.) No. 531, 5 okt. vS No. 534, 13 okt. vS (Ned.) No. 535, okt. CH (Ned.) 1659 No. 582, 7 feb. CH No. 587, 13 feb. vS No. 588, 13 feb. vS No. 622, 6 juni CH No. 624, 7 juni vS No. 642, 26 juli CH No. 653, 15 aug. CH No. 664, 10 sep. vS No. 691, 6 dec. CH 1660 (T. III) No. 709, 17 jan. vS No. 729, 14 mrt. vS No. 731, 19 mrt. CH Aantal brieven 1648: 2, 1650: 5, 1651: 9, 1652: 9, 1653: 10, 1654: 11, 1655: 5, 1656: 23, 1657: 13, 1658: 9, 1659: 9, 1660: 3 totaal 108 (CH: 52). |
C. de Waard, Schooten, Frans van (2), in Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, deel 7 (1927).
Jantien Dopper, A life of learning in Leiden : The mathematician Frans van Schooten (1615-1660), 2014.
Joella Yoder, Catalogue of the Manuscripts of Christiaan Huygens, Brill 2013 (preview). |