§ 1 - 3 (hier niet opgenomen): figuren en berekeningen aangaande elliptische en hyperbolische lenzen. Deze plannen werden niet uitgevoerd. § 4 - 7: praktisch werk van Christiaan Huygens en broer Constantijn voor 1666 1. § 8, 9: tekeningen van slijptoestellen. |
[ 293 ]
§ 4. 20 Oct. 1658 een goed glas geslepen van 4½ voet, inde schotel van 9 voet 2. Het sandt eerst droogh kleijn geslepen tot dat het aen 't glas bleef hangen, dan is men met geen santjes daer nae gequelt. |
[ 294 ]
Altijdt redelijck nat gehouden om te beter de stof te bewaren, Doch in 't eerst niet al te veel waters, want anders stoot het aen. Altijdt dencken om gelijck te drucken, en dickwils de hand af gelicht en weer gelijck aen geset. t'Is best alleen te sijn. Het quaed end van de schotel naer mij toe geteijckent met , en daer elcke reijs het glas over gesleept sonder drucken. Met een stijven arm geslepen om te gelijcker met de vingers te douwen. Om te polijsten plackten ick het papier tusschen de vier gaetjes die op het loot van den rand geteyckent staen. Het glas op buffels leer geplackt. De eerste sijde begon in 't midden te blincken sonder dat ick sonderling gedruckt hadde. |
[ 295 ]
De andere sijde sleep ick eerst eens mis: daer de oorsaeck van was, of dat ick in 't eerst te veel water nam of dat ick niet op de goeije plaets en polijsten. Ick verbeterdense eerst wat met op de rechte plaets noch eens te polijsten; daer nae met noch meer polijsten wierd het weer erger. Doen versleep ickse observerende hetgeene voors., en was heel goet. Om niet te veel af te slijten maeckten ick met een ander glas eerst de stof fijn droogh. Dese sijde begon niet soo schielijck te blincken als de eerste, evenwel bleven de kanten tot het eijnde toe wat doof. In 't polijsten druckten ick soo veel mogelijck was op het midden. De loper hadde dit fatsoen. De vingers op de hoecken a b.
[ houdt, seemleer, glas.]
|
[ 296 ]
51/10 diameter van het kleijn-holle ijsere. Aen een sij alleen in het schoteltie van 3¾ sal branden op 7½ duijm, aen 2 sijden in het metale brand op de selve distantie van 7½ duijm schaers.
|
[ 297-8 ]
[ 299 ]
Het sant eerst droogh fijn gemaeckt met de hand sonder instrument. Wierd eerst rouw aen de kanten om dat de schotel nu plat gesleten was, zijnde te vooren eenigsins bol geweest. Met het instrument droogh slijpende druckte het noch meer over de kant.
De stock maeckten ick in 't eerst evenwightigh met het loot B. Tot dat de stof al heel fijn wierd, wel een paer uren. Daer nae een kerfje verder en hoe langs hoe naeder aen A. Daer nae over de andere sijde, en eijndelijck dicht aen de stock. Daer naer noch wat meer als eens soo veel gewicht bij gehangen. En voor het leste met de hand een tijdt lang hard gedouwt aen de stock. |
[ 300 ]
Daer nae een van bruijne stof welcke stof scheen goet te sijn, maer misluckte evenwel. Hier van sleep ick ieder sij in 6 uren, wat meer haestende met het gewicht te vermeerderen. En eyndelijck noch 8 of 10 pont meer daer by hangende, in plaets van met de hand te douwen. Oock proefde ick een inventie om sonder nae het glas te sien te slypen. Dit en het voorgaende misluckte dat ick mede in 6 uren ieder sij sleep, begosten veel eer te blincken als het eerste goedt glas. Sij gingen oock niet soo glad over de schotel als dit. Hier door schijnt datse bolder werden, en daerom lichter in 't midden blincken. Of misschien ist beter met de hand in 't eynde te drucken als de 10 pont gewicht bij te doen. En beter lang te slypen als kort. |
Het ijserdraet klemt nocht' in de stock nochte in de looper, en belet alleenlijck dat het glas niet om en draeijt. Want sonder dit ijserdraet draeijt het van selfs en wierdt maer op een kleijne plaets blinckende. De pen most wat dichter op 't glas komen, anders is dit nae de maet. Het buffels leer is een schijf met een rond gat in midden, daer door de looper tot dicht aen het glas komt maar magh niet raecken. Vgl. de figuren in T. 21, p. 269, 275. |
[ 301 ]
§ 8A (uit Ms B, waarschijnlijk uit 1662 of 1664). Een instrument dat lijkt op dat van p. 299.
|
Vandaag ben ik een toestel aan het maken voor het slijpen van glazen voor grote kijkers, zonder dat men de hand anders gebruikt dan om een wiel te doen draaien ... Het is 2 dagen geleden dat broer Zeelhem en ik er een model van maakten dat heel goed gelukt was, ten vervolge waarvan we het met de vereiste perfectie laten bouwen en het zal nog deze avond klaar zijn. ... als ik me niet vergis zal het met twee derde de tijd verkorten die we gewoonlijk gebruikten om een van die grote glazen te maken. |
Misschien de definitieve vorm (uit 'Glazen slijpen', Chartae astronomicae [HUG 28, 140]). Het glas en de 'schotel' worden beide rondgedraaid, de assen liggen niet in elkaars verlengde. |
[ 302 ]
Tekening van een dergelijk apparaat (uit Ms C [HUG 3, 18r], maart 1665). |
Eveneens uit 1665 (uit 'Glazen slijpen', Chartae astronomicae [HUG 28, 135v]). |
[ 303 ]
§ 9. Waarschijnlijk 1665 (uit 'Glazen slijpen', Chartae astronomicae [HUG 28, 136r]). Weer met een lange stok (die nu rondgedraaid wordt) en een contragewicht bovenaan, zoals op p. 299. Rechts een detail, met de woorden 'rond' en 'vierkant'. De 'schotel' is duidelijk hol getekend. |
[ 304 ]
Febr. 1655: de lens waarop gegrift staat: "Admovere oculis distantia sidera nostris", de verre sterren dichter bij onze ogen gebracht. De lens heeft een brandpuntsafstand van 10 voet (3,14 m), een diameter van 5,7 cm en bevindt zich in het Universiteitsmuseum Utrecht, zie Huygens Discovers Luna Saturni. Museum Boerhaave heeft van Huygens uit 1656 een objectief-lens (10 voet 8 duim, diameter 9,5 cm) en een bijbehorende oculair-lens (diameter 3,5 cm), beschreven in: A.C. van Helden & R.H. van Gent, De Huygenscollectie, Leiden 1995: "... blijkt uit de opgemeten kromtestralen van de lens dat deze met dezelfde slijpschalen is geslepen als de Utrechtse lens van 1655". |
In een brief van 9 oktober 1675 aan Fr. Smethwick (van wie hij 2 lenzen had ontvangen) zegt Huygens: |
... objectiefglazen, en vooral voor die van lange telescopen van 20 of 30 voet; en als u daaraan hebt gewerkt zal ik heel blij zijn te vernemen welk succes het heeft gehad. Ik weet welke moeite ik vroeger heb genomen, en ik ben nog altijd buitengewoon gesteld op deze kunst, die ons zoveel wonderen in de natuur heeft doen ontdekken. |