Home | Verhandelingen | < Houttuyn
Uit

Uitgezogte Verhandelingen

 1 , 2 , 3 , 4 , 5 , 6 , 7 , 8 , 9 , 10




Deel 7, 1762
Inhoud

7, 116
   -121

Job Baster, Brief .. over de by Nagt lichtende Vonkjes in het Zee-Water  [z.o. 255 en 6, 407]

117   ... dat het veel waarschynelyker is, dat deze Vonken leevendige Diertjes zyn, dan iets anders. ... Phosphorieke Stoffen .. eens haar kragt verlooren hebbende, krygen die niet wederom.

118   ... als men, in Zomerse Nagten, maar een Steentje by hoog Water in de Havens dezer Stad [Zierikzee] werpt, worden die Diertjes onthutst en bevreesd gemaakt, en geeven dan dit Licht van zig.
121   ... daar zyn zeer veelerhande Zee-Insekten, die deze lichtende eigenschap bezitten. (*)
   (*)  Zie daar over myne Natuurkundige Uitspanningen, Eerste Stukje, pag. 36. Tab. IV. Fig. I en 1, 2, 3, 4, 5. [uitleg p. 50.]

7, 122
   -137

[K.], de Naauwkeurigheid van de Reden, welke Adriaan Metius heeft gevonden .. omtrek van het Rond .. tot deszelfs Middellyn

124   Als 113 staat tot 355, alzoo staat (by voorbeeld) .. 1. tot 3.14159292035 enz. Dit vergelykende met de proportie, die L. VAN  KEULEN .. gevonden heeft, en zo na aan de waarheid is, dat het op een Cirkel zo groot als die, welke de Planeet Saturnus in omtrent 30 Jaaren om de Zon beschryft, nog minder dan het negentien duizendste deel van de dikte eens Zandkorrels verschilt (naamelyk als 1. tot 3.14159265358979323846) zo ziet men aanstonds, dat METIUS tot in de zevende Cyferletter met VAN  KEULEN overeenstemt ...

137   ... gebleken, dat de Proportie van 113 tot 355 .. nog geen 11 Voeten op den Omtrek des Aardkloots verschilt ...

7, 138
   -144

N. Struyck, de Jaarlykse Geboorenen ... in eenige plaatsen van Holland  [z.o. 2, 507]

138   Men heeft ligtelyk kunnen zien, dat ik de Besluiten, in myn Nader Ontdekkingen noopens den Staat van 't Menschelyk Geslagt (*), niet aanmerkte altyd stand te zullen houden.
    (*)  Uitgegeven te Amsterdam, by den Boekverkooper I. Tirion, Anno 1753. Bl. 87.

7, 255
   -270

Godeheu de Riville, Vertoog over het Vuuren der Zee  [z.o. 116; 10, 327; Verh. Holl. Mij, 23: B, 3]
( Memoir. de Mathem. & de Physique, Tom. III. Paris 1760. p. 269. [fig.])
[ 'Mémoire sur la mer lumineuse', vert. H.]

257   Den 14 July des jaars 1754, te negen Uuren 's avonds, zynde op 8 Graaden 47 Minuuten Noorder Breedte, in Lengte 73 Graden beoosten de Meridiaan van Parys, kwam men my aandienen, dat de Zee geheel in 't Vuur scheen te staan. ...
De Zee, welker Oppervlakte flaauwtjes werdt bewoogen, scheen met kleine Sterretjes bedekt te zyn. Ieder Golf, die rondom ons bruischte, verspreidde een zeer helder Licht, 't welk in kleur geleek naar die van eene Zilver-Stoffe, in de duisternis ge-elektrizeerd. De Baaren, die in elkander scheenen te versmelten, naar reden van den afstand, op welken wy ze zagen, formeerden aan de Kimmen, als 't ware, een Vlakte met Sneeuw bedekt, en het Zog van ons Schip, 't welk zyne helderheid zeer lang behieldt, was blinkend wit en lichtende, doorzaaid met glinsterende en hemelschblaauwe Stippen.

258   ... deed ik Water scheppen, 't welk men, door zeer fyn Linnen, in een Vat doorzeeg. Na deeze bewerking wierd ik gewaar, dat het doorgezeegen Water byna in 't geheel geen Licht gaf, maar dat de Zakdoek bedekt ware met glinsterende Stippen, die zig daar hadden aangehegt. ...

Nieuwsgierig om 'er een, by 't Licht van de Kaars, te onderzoeken met een sterk Vergrootglas .. op myn Nagel, in 't midden van een Waterdruppel ...
259   ... ik nam het op met het end van 't Penseel, en, naauwlyks was het onder 't Mikroskoop geplaatst, of het gaf nog een groote veelheid uit van dat zelfde hemelschblaauwe Vogt. ...
261  [Noot]  ... Afbeeldingen .. getekend door den Heer de Noirefosse, Officier der Troepen van de Indische Kompagnie [Compagnie des Indes] ..

263   Dat hemelschblaauwe Vogt schynt even de zelfde eigenschappen te hebben als Olie of Vet, dewyl het zig niet volkomen vermengt met Water, en daar op kleine bolletjes formeert. Dit heb ik gelegenheid gehad op te merken met behulp van 't Mikroskoop ...

265   De Bonite, een soort van Visch die naar de Tonynen zweemt, schynt ook eene Olie te verschaffen, welke van zig zelve glinstert ... Wy kennen veele andere Soorten van Visschen, die deeze Eigenschap hebben (*).
    (*)  [Noot van H.] .. ADANSON, in zyne Inleiding van de Natuurlyke Historie van Senegal .. "Op 't Eiland Gorée zynde, en 's nagts wakker wordende, verschrikte hy zeer, doordien het geheele Vertrek in Vuur scheen te staan. De levende Visschen niet alleen, die hy 'er in Bakken zwemmende, hieldt, maar zelfs de Bokaalen met Schulpen gevuld, en de Visschen, die dood op Tafel lagen, verspreidden zo veel Lichts, dat hy derzelver gedaante in den donker volkomen kon onderscheiden. ...
    [ Histoire naturelle du Sénégal (1757), p. 100A voyage to Senegal (1759), p. 182.
    1759, p. 25: 'Luminous sea', 102: "we saw a light, which the mariners call the fire of St. Elme", 166: 'Shining flies', 176: 'Sea extremely luminous'.]

fig. 5: zeediertje 267   Onder de buitengewoone Insekten, die ik in 't Zeewater gevonden heb, verdient het gene, waar van ik hier (in Fig. 5) de Afbeelding geve, bekend te zyn aan de Liefhebbers der Natuurlyke zaaken. ...
268   Alle de genen, die deeze soort van Zee Paauw*) met het Mikroskoop gezien hebben, stonden over derzelver zeldzaamheid verwonderd. Welke Ontdekkingen moet men voortaan niet verwagten in de Natuurlyke Historie, daar men gepluimde Visschen vindt!
UITLEGGING der Afbeeldingen van Plaat XLVI.
    [ *)  De naam 'Paon de mer' was al in gebruik voor een vis, zie Belon, 1551, f. 18 en Dict. rais. (1800) X, p. 72.]
    [ W. Baird: Cyclopsina Rivillii, zie The Zoologist, jan. 1843, 55-61, fig.. Slabber [>], Natuurkundige verlustigingen (1778), pl. 17, fig. 3, tekst.]

    [ Vgl. M. Houttuyn, Natuurlyke Historie, 1-14 (1770), p. 239-44.]

7, 285
   -300

le Gentil, ... des Aardkloots Schaduw in de Maan-Eklipsen
( Hist. de l.Acad. Royale des Sciences, de l'An 1755. a Paris 1761. p. 85.)
[ Hist. p. 85: 'Sur la grandeur de l'ombre de la Lune dans les Éclipses de Soleil', en Mém. p. 36: 'Sur la grandeur du demi-diamètre de l'ombre de la Terre dans les Éclipses de Lune, à l'occasion de l'Éclipse du 27 Mars 1755', vert. H.]

285   ... de buiging, welke de Zonnestraalen in het doorloopen van den Dampkring ondergaan ...
287   ... schoon alle Astronomisten overeenstemmen omtrent de noodzaaklykheid, van de halve middellyn des Aardkloots met zekere veelheid te vergrooten, om de halve middellyn van de Schaduw te bepaalen; zyn zy omtrent de grootte van dit byvoegsel niet even eenpaarig.

289   ... de verschillende digtheid van de Lugt, die de verscheide Streeken van onzen Aardkloot omkleedt.
290   ... in de Partiaale Eklipsen wordt het gedeelte van de Schaduwe, 't welk de Eklips maakt in de grootste Verduistering, altoos veroorzaakt door het gedeelte van den Dampkring, dat de nabuurschap der Poolen beslaat.

292   ... heeft de Heer LGENTIL dezen Tafel [p. 293] opgemaakt, die te kennen geeft, volgens de standplaats van de Zon en het gedeelte van de Maan, dat verduisterd moet worden, hoe veel 'er te voegen zy by des Aardkloots Schaduw, voor de hoogte van den Dampkring, in 't Begin en End van de Eklips: en de toepassing, welke hy 'er van gemaakt heeft op de Eklips van dit Jaar (1755), doet een Feil verdwynen van verscheide Minuuten, welken de gewoone Rekening daar aan toegebragt hadt.

Zal 'er ooit wel een tyd komen, wanneer alle Feilen, die men te vreezen en te vermyden heeft in de Sterrekunde, bekend zyn?

294   ... toegepast op de Eklips van den 27 Maart 1755, als volgt. [Mém. p. 50]
295   "... dat de halve Duuringen van deeze Eklips zeer ongelyk waren."

298   De Heer DE  LA  LANDE heeft goedgevonden deeze Verbeteringen van den Heer LGENTIL toe te passen op de Maan-Eklips van den 17 Maart des Jaars 1764, gelyk ik zulks den Leezer mededeele (*).
    (*)  Zie de Connoissance des Mouv. Celestes, pour l'An 1763. p. 196.
300   "... dat men, om het juiste Midden te hebben van de Eklips, wanneer dezelve zal waargenomen zyn, een Minuut tyds voegen moet by het Midden, genomen tusschen de oogenblikken van het waargenomene Begin en End."

7, 373
   -392

Bertrand, Belemniten of zogenaamde Dondersteenen
( Excerpt. Helvet. Ann. 1759. Tom. I. p. 159.)
[ Excerptum totius Italicae nec non Helveticae literaturae, 'Dissertatio de belemnitibus ex helmento lithorum genere' (1759, II), Vert. ?]
    [ Vgl. Elie Bertrand, Dictionnaire universel des fossiles propres et des fossiles accidentels (1663), 'Belemnites", p. 65-89.]

373   ... Belemnites .. een Woord van de Latynen ontleend, doch die hetzelve uit het Grieksch in hunne Taal hebben overgebragt. Het heeft zyne afleiding van Belemnon, 't welk het Yzer van een Pyl en ook den Pyl zelf betekent; zynde daarop toegepast, wegens de gelykheid die de Steen met een Pyl heeft.

375   In byna alle Taalen worden de Belemnites Dondersteenen getyteld; een benaaming die afkomstig is van het valsche denkbeeld, als of zy, in de Wolken geformeerd zynde, met den Bliksem te gelyk op het Aardryk nedervielen.

390   ... dat het grootste deel der Menschelyke kundigheden hier in bestaat, dat wy de fouten van anderen kennen mogen en ons daaar voor wagten.

... ik moet nog een vry algemeene dwaaling wederleggen. ... Los-steen .. Lyncurium ...
391   ... aantrekkende of Elektrieke kragt ... Barnsteen ...
392  [Noot van vert.]  ... Philos. Transact. van 't jaar 1759. Vol. LI. Part.I. [p. 394] .. WATSON .. of het niet de Tourmalin zy ... nazien het VI. Deel deezer Uitgezogte Verhandelingen, bladz. 133, enz.
    [ Maerlant: ligurius.  Donderstenen besproken in Verh. Zeeuws Gen. 6, lxiii.]

7, 393
   -417

M. G. Pfann, omtrent den doodelyken Waasem van Gloeijende Kolen
( Nov. Act. Physico-Med. Nat. Curiosor. Tom. II. p. 101, 401.)
    [ 'De perniociosissimo prunarum vapore' en Chr. Jac. Trew, 'De venenatis prunarum effluviis', vert. H.]

7, 422
   -454

Chappe d'Auteroche, Vertoog noopens de verschyninge van Venus in de Zon ... 1761 .. Tobolsk in Siberie  [z.o. 6, 59 en 8, 315]
( Aan de Keizerlyke Akademie te Petersburg voorgelezen, den 8 January 1762.)
[ Memoire du passage de Venus sur le Soleil, vert. H.]

422   "De Abt CHAPPE  D'AUTEROCHE, op zyne terugkomst uit Rusland .. de Geleerden in Nederland, en in 't
423   "byzonder te Amsterdam, in 't laatst van July deezes Jaars, met zyn Bezoek vereerende, gaf aan den Heer N. STRUYCK .. een gedrukte Memorie .. die ik waardig oordeelde uit het Fransch te vertaalen ... begint met eene Inleiding .. en vervolgt dan aldus." [p. 7]

... beschryvinge der Werktuigen ...
Myn Observatorium ... Kwadrant .. twee Slingerwerken, waar van het eene gemaakt is door Julien le Roi. Het Kwadrant heeft drie voeten straals, en een Verrekyker van die zelfde langte, met
424   een Mikrometer daar aan gevoegd. De twee Slingerwerken waren, ieder op zig zelf, vervat in Kassen van zes Voeten hoog ...
Ik had een Verschilzigts-Werktuig doen maaken, om daar in te kunnen plaatzen een Verrekyker van tien Voeten. Deeze Verrekyker hadt een Mikrometer, met twee Oogglazen, het een op het ander, ten einde het Veld van den Verrekyker de geheele Schyf der Zonne bevatten, en ik dus daar mede haar schynbaare middellyn bepaalen zoude kunnen.
... een Verrekyker van zes en een van negentien Voeten.

428   Bepaaling der Breedte van Tobolsk.
430   ... zal ik de waare Pools hoogte van die plaats neemen op 58 Gr. 12 Min. 22 Sekonden.
430   Waarneeming van de Maan-Eklips den 18 Mey. [z.o. 10, 15]
431   Op de Zon-Eklips van den 3 Juny.
432   ... het Uurwerk [van J. le Roi] .. liep in een Etmaal 18 Sekonden te ras.
434   ... het verschil der Meridiaanen van Tobolsk en Parys op 4 Uur. 24 Min. 12 Sek. genomen ...

fig. 1: Venus bijna geheel voor de zon 434   De Passagie van Venus over de Zon, den 6 Juny.
... myn grooten Kyker van negentien Voeten (*) ...
    (*)  Het Voorwerp-glas van deezen Kyker is van den vermaarden CAMPANI. ...

440   Laat in de Waarneeming van 's morgens, A, B, (Plaat XLVIII. Fig. 1.) [Orig. p. 23] een gedeelte zyn van de Schyf der Zonne, V, Venus byna geheel ingegaan. Op dat oogenblik was 't, dat ik den Ring E, gewaar wierd, die my al te kwaalyk getermineerd voorkwam, om my te kunnen verzekeren, of zyne grootste uitgestrektheid naar 't Noorden of naar 't Zuiden ware: doch by den uitgang (Fig. 2) zag ik den Ring, in de gedaante van een wassende Maan, zo duidelyk als ik kon wenschen ...
... den voortgang van dit Maantje had ik onophoudelyk nagegaan ...

444   ... vindt men een verschil van 7¼ Sekonde in de schynbaare middellyn van Venus, zo als die onmiddelyk na den Ingang, en eenige Minuuten voor den Uitgang, is waargenomen.
447   Ik zal dan de middellyn van Venus stellen op 1 Min. 4¼ Sekonden .. en die van de Zon op 31 Min. 38 Sekonden ...
... het waarneemen van de schynbaare middellyn van Venus met verschillende Verrekykers ...

452   Waarneemingen op de Miswyzing van de Compasnaald.

    [ 10, 1-30: Chappe d'Auteroche, Reistogt naar en door Siberie ...
    Mem. de l'Ac. 1761, 337, met op p. 353: 'Observations astronomiques' (fig.), en p. 373-7: 'Addition .. sur les Remarques qui ont rapport à l'Anneau lumineux, & sur le diamètre de Vénus, observé à Tobolsk le 6 Juin 1761'.]

7, 455
   -458

N. Struyck, Bepaaling der Wegen van eenige Komeeten  [z.o. 596 en 5, 564]

455   De Waarneemingen van den Komeet, die zig in 't Jaar 837 vertoond heeft, zyn zeer kwaalyk beschreeven door den Autheur van 't leven van LOUIS le debonnaire, die zig niettemin een Sterrekundigen noemt. De Uitrekening van den Weg van deezen en de volgende Komeeten, is gedaan door den Heer PINGRÉ, .. Brief .. 7 September laatstleeden ..

456   De Komeet van 't Jaar 1231.
457   De Komeet van 't Jaar 1299. ... 1336.
458   Deeze Komeet is uit de Sineesche Waarneemingen berekend.
... zeven-en-vyftig Komeeten of Staartsterren.

7, 551
   -561

Himsel, Koude door Konst gemaakt, en de bevriezing van 't Kwikzilver te Petersburg  [z.o. 6, 74]
( Phil. Transact. Vol. LI. Part. 2. for the Year 1760. p. 670.)
[ Ph. Tr. Abr. XI (1809) 480: 'Of Artificial Cold produced at Petersburg', vert. H.]

551   Op den 14 December des Jaars 1759 ...
553   Den 25 December .. stondt de Thermometer van de l'Isle op 199 Graaden Koude, en de Heer BRAUN, zo wel als Professor ÆPINUS, namen 'er toen weder de Proef van.
554   Hy [Aepinus] goot Kwik in een Glazen Buis, welke de dikte van een Vinger hadt ... Het Kwikzilver bevroos in deeze Cylinder, die ongeveer anderhalf Duim lang was, in drie vierendeelen van een Minuut .. het kromp geduurig in ... Deeze Cylinder van bevroozen Kwik zonk in vloeibaar Kwikzilver tot op den bodem ...

7, 596
   -606

N. Struyck, Komeet of Staartster ... 1762 [z.o. 455 en 9, 157]

596   Deze Komeet werdt, zo veel my bekend is, eerst ontdekt door den Heer KLINKENBERG .. 17 Mey ... Berigt .. aan de Fransche Astronomisten .. te Parys .. den 28 Mey ...
597   De Komeet heeft zig zeer flaauw vertoond, als een Wolkagtig Sterretje, dat naauwlyks zigtbaar was, met een klein Staartje: ook schynt men hem in Engeland niet gezien te hebben.
598   ... Mr. MESSIER ...

7, [611]

Bladwyzer





Deel 8, 1763   (^)
Inhoud

8, 67   
   -94

Rob. Symmer, Elektriciteit van het Menschelyke Lighaam ... Zyde en Wol  [z.o. 9, 509]
( Philosoph. Transactions for 1759. Vol. LI. [1759] P. I. p. 340.)
[ 'New Experiments and Observations concerning Electricity, I. Of the electricity of the human body, and the animal substances, silk and wool', 348-358: 'II, Of the electricity of black and white silk', vert. H.]

67   Voor eenigen tyd had ik waargenomen, dat by het uittrekken van myne Kousen, des avonds, zig dikwils een kraakend of knappend Geluid deedt hooren, en in de duisternis zag ik ze Vonken uitgeeven.
68   ... ik kon niet bespeuren, dat eenig Mensch, tot nog toe, dit Verschynzel op eene Natuurkundige wyze hadt nagegaan. ... onderzoek waardig ... groote gemakkelykheid in het doen der noodige Proefneemingen ...

69   ... beproefde ik enkelde Kousen van verscheiderley soort; te weeten Garen, Katoen, Zyde en Wol; doende die aan en draagende ze eenigen tyd.
70   ... welk eene Elektriciteit de enkele Kous [van zijde of wol], 't zy door wryving of anderszins ook verkryge, zy raakt dezelve, zo dra zy afgezonderd is van het Been, op staande voet kwyt ...

71   ... bedoel ik zulk een kragt van Elektriciteit, welke blykbaar is en voor de Zinnen gewaarwordelyk: dermaate, dat de Kous, uitgetrokken zynde, zig meer of min opgeblazen vertoone; een Elektrikaalen Wind uitgeeve, die aan het bloote Been gevoelbaar is; een andere Kous zigtbaarlyk aantrekke of wegstoote, en, op het aanraaken, knappe, door het uitgeeven of inneemen van Elektrikaal Vuur.

71   ... twee Kousen aan één Been. ... van verschillende stoffe ... Zyden en Wollen Kousen, over elkander getrokken aan myn Been; en daarin vertoonde zig, inderdaad, de Elektrikaale kragt vry sterk.

74   In het uitdoen, dan, moet men ze niet elk in 't byzonder, maar beiden te gelyk uittrekken; anderszins ontsnapt de Elektriciteit. De beste manier is, dat men de hand tusschen de Kousen en het Been insteeke, enze dus te samen uitdoe. Niets blyft verder over, danze van elkander af te scheiden; welk geschiedende zy beiden een trap van Elektriciteit te voorschyn brengen, die, op 't hoogst zynde, inderdaad verbaazend groot is.

75   Ik was toen in de Rouw, zo dat myne Zyden Kousen zwart en de Onderkousen, die ik altoos aan had, dunne Wollen Kousen waren.

77   Toen ging ik over tot de beslissende Proef. Ik trok een witte [zijden] en een zwarte [zijden] Kous aan myn Been, en hieldze insgelyks twee Minuuten aan. Met eenig ongeduld wagtte ik den uitslag af: doch tot vergoeding had ik het genoegen van te zien, wanneer zy van elkander gedaan werden, dat ieder Kous een sterker trap van Elektriciteit verkreegen had, dan ooit te vooren door my waargenomen was ...

79   Bevonden hebbende, hoe lastig het ware, de Kousen Elektriek te maaken, door dezelven zo dikwils aan myn Been te doen, als tot het neemen der Proeven vereischt werdt; heb ik die Manier geheel verlaten ... dezelven over de Hand te trekken ...
... zy moeten, gelyk alle andere Toestellen der Elektriciteit, zuiver en schoon, en vry van alle vreemde Stoffen gehouden worden; men kan 'er den meesten staat op maaken, wanneer zy nieuw of versch gewasschen zyn.

81   ... Zak-Elektrometer van den Heer CANTONs uitvinding .. (*)

    (*)  Phil. Transact. for 1754. Vol. 48. P. II. p. 780.
[Noot van H.:] ... twee Balletjes, omtrent van grootte als de kleinste Erwten, gedraaid uit Kurk of de pit van Vlierboom-Takken .. opgehangen, door middel van Linnen Draaden, die zes Duimen lang zyn. Deeze Balletjes droeg hy by zig in een klein Doosje ...

elektrometer: 2 balletjes aan draden
Uit: Phil. Trans. 48

88   ... Wanneer deeze Proefneeming gedaan wordt met twee zwarte Kousen in de eene en twee witte Kousen in de andere Hand, zo levert zy een zeer aardige Vertooning uit. ...

    [ Vervolg: Phil. Trans. vol. 51 (1759), 359: 'III. Of electrical cohesion', 371: 'IV. Of two distinct powers in electricity', 390-3: 'A letter .. concerning the force of electrical cohesion' (John Mitchell).
    Zie ook:  I. Bernard Cohen, Revolution in science (1985), 512.]

8, 99  
  -100

. . ., Brandblussching, als men geen Water heeft
( Hist. de l'Acad. Royale des Sciences de Paris, de l'An 1756. p. 27.)  [vert. H.]

99   De Heer HALES .. een Middel .. om den voortgang van Brand te stremmen, door .. alle de brandbaare Lighaamen, die naby het Vuur zyn, met Aarde te bedekken ... [Ph. Tr. vol. 45 (1748) 277-9]
... PORTER, Resident van 't Hof van Londen te Konstantinopolen .. de laatste zwaare Brand, die in de Maand July des Jaars 1756 voorviel ... schoot iemand de Manier van HALES te binnen, en dezelve werdt in 't werk gesteld aan de Grieksche Patriarchaale Kerk, welke door dit Middel behouden bleef.

100  [Noot van H.:]  Ik meen in de Verhandelingen der Koninglyke Akademie van Stokholm een Voorstel gelezen te hebben, om Brand te blusschen, door middel van Zand ...
    [Gerhard Meyer, 'Bericht und Gedanken vom Feuerlöschen', in Der Königl. Schwedische Akademie .. Abhandlugen, B. 16 (1754) 3-19 — zouten; z.o. Jacob Faggot in B. 1, 193.]

8, 101
   -122

Nollet, Middelen om het gebruik van Ys te vervullen
( Hist. de l'Acad. Royale des Sciences de Paris; de l'An 1756. p. 2.)
[ 'Sur les moyens de suppléer a l'usage de la glace', vert. H.]

101   Het is gemeenlyk noodig in de heete Landen, dikwils nuttig en altoos aangenaam, zelfs in de gemaatigde Lugtstreek, waar in wy leeven, naar ons believen de Vogten te kunnen verkoelen, die tot onzen Drank moeten dienen.

102   ... voordeel te trekken, dat mooglyk is, van de koelheid der Putten, Fonteinen, Kelders, Grotten, enz. ... het voortbrengen van eene Koude door Konst ...
105   ... dat de trap van Verkoeling volstrektelyk afhangt van de evenredigheid van 't verkoelende Lighaam, in grootte of Stoffelyke Inhoud, tot dat, welk men verkoelen wil ...
108   ... de voorzorge, om in een Kelder een of verscheide Bakken, met Water gevuld, te houden ...

110   De Ondervinding heeft de Scheikundigen geleerd, dat zekere Zouten de bekwaamheid hebben, om het Water, waarin menze smelten laat, te verkoelen ...
111   ... Armoniak-Zout en Salpeter ...
113   ... de Zouten .. in Water gesmolten zynde, kunnen daaruit, byna zonder eenig verlies, wedergekreegen worden, door uitdamping van het Water.

116   Eene weezentlyke oplettendheid, en die natuurlyk uit de vastgestelde Grondbeginzelen voortvloeit, is, dat men zig, om het Water te bevatten, waar in men het zout zal doen, bediene van Vaten, die zo dun en ligt zyn, als mooglyk is; vooral, wanneer de bewerking in 't klein geschiedt. ... Emmers van Blik ...

117   Hoe warmer het Water is, hoe meer het ontbinde, zo wel van de Salpeter als van het Armoniak-Zout; en dus wordt het ook in grooter trap verkoeld.

122  [Noot van H.:]  ... de Omstandigheid, dat men, door schaarsheid van Water, zelfs zou kunnen genoodzaakt worden tot het gebruik van Ys: waarvan de Voorbeelden deeze Winter, zo hier ter Stede als elders, menigvuldig zyn geweest: wel niet tot Verkoeling (waarlyk!) maar tot Huiselyke behoeften en zelfs tot Drank. ...

8, 144
   -154

B. Martin, Het Engelsch Oktant of Hadley's Spiegel-kwadrant, door middel van een artificieelen horizon tot een algemeen gebruik bekwaam gemaakt
( Zynde de Beschryving hoofdzaakelyk uit het Engelsch vertaald, en met aanmerkingen vermeerderd door W. A. WILLEMS, te Middelburg in Zeeland.)

octant
Uit: Mörzer Bruyns, 2003

144   Dewyl ik voor het tegenwoordige geen ander oogmerk heb, dan de verbetering, aan dit zo nuttig Werktuig gedaan, te kennen te geeven, zo heb ik alleen maar dat gedeelte vertaald,
145   merkende, voor 't overige, het Oktant, dat by ons ten volle bekend is, en thans by de Zeevaarende voor het beste Werktuig, om op Zee de Breedte te neemen, gehouden wordt, als genoegzaam beschreeven aan (*).
    (*)  Die eene omstandige beschryving van het gebruik des Oktants begeert, zie de Philosoph. Verhandelingen, by I. Tirion [1734, 1736 ...], tweede Deels eerste Stukje, van pag. 5 tot 32 ... Volkomen Samenstel der Optica of Gezichtkunde, door den Heer R. SMITH, Amsterd. 1753, bladz. 588.
    [ Zie: W.F.J. Mörzer Bruyns, Schip Recht door Zee (Amst. 2003) 29- Hadley, 51- bij ons bekend, 35: figuur.]

146   Tot bekwamer gebruik is dit samengesteld Oktant geplaatst op een Stander of Voet, voorzien met een Loodlyn of Waterpas ...
[Willems:]  "Behalve den Toestel, boven gemeld, is het Oktant, daar ik my van bedien, en dat
147  "van twee Voeten Straals is, door B. MARTIN tot London zelf of immers onder zyn opzigt gemaakt, ook nog voorzien van een in Graaden verdeelde Horizontalen Koperen Cirkel ... een Kompas ..."
150   "... het examineeren van de Oktanten voor de Oostindische Kompagnie, het geen ik met mynen Vriend, den Examinateur der Stuurlieden, DANIEL PRUYMELAAR, meest altoos heb gedaan."

152   "Aan het Oktant zoude men zeker nog veel kunnen verbeteren, maar voor al en boven al is noodig het aanvoegen van een Verrekykertje ...
153   "om de afstanden der Maan van de Vaste Sterren of van de Zon te meeten, en daardoor op Zee die lang gewenschte Lengte te bekomen°) ...
"... DE  LA CAILLE in zyne Ephemerides .. 1755 ...
"... het IV. Deel deezer Uitgezogte Verhandelingen, bladz. 495 [<] ...
"... het Kort Begrip van den Heer Bouguers Traité de Navigation,
154   "door den Heer DE  LA CAILLE .. 1760 .. uitgegeven ...
"... Connoissance des Temps van 1761 en 1762 ..."
    [ °)  W. A. Willems, Eenvoudige en teffens naukeurige manier om de Lengte op Zee te vinden (in-4, 10 blz) werd besproken in Vaderlandsche letteroefeningen, 1775-1, 411-2.
    W. A. Willems, Verhandeling over tijdrekenkunde, wordt genoemd in Nat. Arch., 'Inventaris van het archief van S.C. Nederburgh {1762-1811}'.
    Een Willem Adriaan Willems komt voor in Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap, 1781, ledenlijst p. 59; in De Maandelykse Nederlandische Mercurius, 46 (1779) 174, bericht uit Batavia; en in Utrechts archief, akte U229a013-112 (1785): invordering soldij VOC te Middelburg.]

8, 236 
   -252

Chaulnes, Proeven uit de Gezigtkunde van Newton
( Mem. de l'Acad. Royale des Sciences de Paris, pour l'Ann. 1755. p. 136) [fig., ook hier.]
[ 'Observations sur quelques Expériences de la quatrième partie du deuxième Livre de l'Optique de M. Newton', vert. H.]

236   De eerste Proefneeming, daar ik hier het oog op heb, is op de volgende wyze voorgesteld.
"Een Straal van 't Zonneligt in myn donkere Kamer komende ... Spiegel ..."

237   "Houdende, nu, een ondoorschynend wit Bordpapier, of een boek Papier, in 't middelpunt der Holrondheid, dat is te zeggen, op omtrent vyf Voeten en elf Duimen afstands van den Spiegel; op zulk een wyze, dat de Ligtstraal, van den Spiegel afgekaatst, passeerde door een klein Gaatje in het Bordpapier gemaakt, en vervolgens van den Spiegel naar hetzelve te ruggekaatst werde; zo nam ik op het Papier vier of vyf gekleurde Ringen waar ..."
"Deeze Regenboogen omringden het Gat, byna op de zelfde wyze, als de Ringen, die zig tusschen twee Voorwerpglazen vertoonden (*), een zwarte Vlak omringden ..."
    (*)  Vid. Opt. Libr. II. Part. I. Observ. 4. &c. [1706, p. 164, fig. 2; Engl. 1704, II, p. 5, fig. 2 naast p. 112.]

238   "... (*)."   (*)  Opt. Libr. II. Part. IV. Observ. 1. [p. 246; Engl. II, p. 88]

Als men .. op den Spiegel ademt, zodanig dat zyn oppervlakte daar door een weinig beslagen zy, zo vertoont zig, op het Bordpapier, een tamelyk helder en verspreid wit Licht: ook zyn alsdan de Kleuren der Ringen veel sterker en duidelyker.
... tragtte ik zulks bestendig te maaken ...

239   ... een druppel Melk met tien of twaalf druppelen Waters .. spreidde ik dat Vogt over den Spiegel uit .. opgedroogd ... Ik nam alstoen het Verschynzel standvastig waar.
240   ... Proefneemingen leerden my, dat, hoe loodregter de Straalen vielen op des Spiegels Oppervlakte, hoe sterker gekleurd de Ringen waren.

243   ... deden my twee zaaken vermoeden.
Eerstelyk: dat de Ringen geformeerd waren door de voorste Oppervlakte des Spiegels ...
Ten anderen: dat de tweede Oppervlakte, te weeten die, welke haar terugkaatste na dat zy door de eerste waren heen gegaan, niet diende, dan om 'er een tamelyk getal van te hereenigen op het Bordpapier ...

244   ... ik formeerde de Ringen met allerley slag van Voorwerplazen ...
245   De Heer NEWTON hadt opgemerkt, dat hy, een Spiegel gebruikende .. van dubbele dikte .. de Middellyn der Ringen veel kleiner kreeg ...
246   ... verbeeldde ik my, dat men twee Oppervlakten gebruiken kon, waar van de eene beweeglyk ware ...

Fig. 3: donkere kamer, lichtbundel, spiegel en verschuifbaar plaatje, ringen op scherm Ik nam dan den Spiegel van een Newtoniaansch Teleskoop, gesleepen op een Bol van tien Voeten halfmiddellyn. ... een schuivende Stander .. die een klein Raampje droeg, waar op ik een zeer dun plaatje Moskovitisch Glas hegtte, dat bevlekt was met Melk en Water. ... een Mikrometer ...
247   (.. Fig. 3. ..).
Met dit Werktuig heb ik verscheide Proefneemingen gedaan, welken in 't breede te verhaalen al te langwylig zou zyn; ... uitslag ... Spiegel .. tien Voeten af .. van het Bordpapier en van het Luik ... bestendig Ringen .. welker middellyn op het Bordpapier veranderde naar reden van den afstand van 't Moskovitisch Glaasje van den Spiegel ...

... dat de kleine Straalbondeltjes .. een soort van buiging ondergaan konden,
248   die den Cylinder, welken zy formeerden, veranderde in een geknotten Kegel ...
... in plaats van het bevlekte Moskovitisch Glas, een klein Lapje zeer dun Neteldoek ... zag ik met groot pleizier, dat myn gissing bewaarheid werde: want, in plaats van de cirkelronde Ringen ..
249   .. zag ik 'er, die kennelyk vierkant waren ...
... Zilverdraadjes .. volmaakt evenwydig .. zonder dwarse draadjes ... een Streek van wit Licht .. doorsneeden met verscheide Streepjes zeer levendig gekleurd, en in die zelfde orde als de Ringen Fig. 4, het waren.

Fig. 4: 7 ringen, kleuren in de eerste
Het Gat in 't
Venster- Luik
Violet   Blaauw   Geel   Rood
    Purper   Groen   Oranje

... de Proefneemingen, welken NEWTON omtrent de buiginge des Lichts in 't werk gesteld heeft (*) ...
    (*)  Tot bekragtiging der weezentlykheid van de Soort en Order der Kleuren: kan men inzien NEWTONs Opt. Libr. II. Part. IV. Obs. 2. [Engl. p. 89] & Libr. III. Obs. 3. [Engl. p. 117.]

8, 253  
   -261

. . ., Byzonderheden, raakende een Olyphant, die eenige Jaaren te Napels heeft geleefd
( Hist. de l'Acad. Royale des Sciences de l'An 1754. p. 66.)  [vert. H.]  

8, 262
   -266

Roux, Zonderlinge uitwerkingen van den Waasem der Mieren
( Journal de Medecine, Chirurgie, &c. Septembre 1762. p. 237.)
[ 'Observations de quelques effets singuliers de la vapeur des Fourmis', vert. H.]

8, 275
   -284

. . ., Mynen van Steen-Zout, die 'er by Krakaw in Poolen zyn
( Journal de Medecine, Chirurgie, &c. Aoust 1762. p. 160.)
[ 'Extrait de deux Mémoires sur les Mines de Sel Gemme, publiés par M. Schober', vert. H.]

8, 285
   -314

Bouguer, Zaakelyke inhoud van twee vertoogen over het Regeeren der Schepen in de Zeilagie
( l'Hist. & Mem. de l'Acad. Royale des Sciences de Paris, pour 1754. & 1755.)
[ 1754: p. 91 en Mem. 342, 'Solutions des principaux problèmes de la Manoeuvre des Vaisseaux' (fig.);  1755: p. 83 en Mem. 355, 'Second mémoire' (fig.); vert. H.]

285   Een zeilend Schip is te gelyk bloot gesteld aan de kragt van den Wind, die hetzelve voortdryft, en aan den tegenstand van 't Water, daar het door heen moet dringen. Indien het volmaakt Cylindrisch was, gelyk een Kuip, zou het naauwkeurig den weg inslaan, die uit de werking van den Wind op de Zeilen volgde ...

286   Deeze gemengde werking is zodanig ingewikkeld, dat, schoon veele Geleerden reeds aan die Stof gearbeid hadden [^], nogthans de waare Gronden daar van onbekend waren, tot dat de Heer JOH.  BERNOUILLI dezelven op een vasten voet stelde in zyn Traktaat over het Scheepsbestuur.
    [ Essay d'une nouvelle theorie de la manoeuvre des vaisseaux, 1714.]

287   De Heer BOUGUER .. in zyn Werk over de Schepen*) ... Mechanische Oplossingen ... Hem bleef alleenlyk nog over, dezelven toe te passen op byzondere Gevallen en Omstandigheden, 't welk hy in de twee Vertoogen gedaan heeft ...
    [ *)  De la manoeuvre des vaisseaux, 1757.]

288   Een der voornaamste Voorstellen, die men ter baan brengen zou kunnen, zegt hy, is de plaatsing te vinden van de Zeilen ten opzigt van het Schip, en ten opzigt van den Wind, wanneer men zekeren bepaalden Koers wil houden ...

289   Drie Voorstellen maaken het weezentlykste van zyn Onderwerp uit; naamelyk:
1. Hoe de Zeilen moeten gesteld worden, om met de grootst mogelyke snelheid een gegeven Koers te houden met een Wind, waarvan de Streek bekend is:
2. Om, wanneer de hoek, dien de Zeilen met de Kiel maaken, gegeven is, te weeten, of de schuinsheid, daar zy mede op den Wind staan, de snelheid van het Schip zo groot maaken, als dezelve vallen kan:
3. De manier om het Schip zodanig te stuuren en de Zeilen te zetten, dat het snelst mooglyk van zeker punt afwyke, zonder agt te geeven op eenigen bepaalden Koers.

294   ... brengt de Voortgang van het Schip noodwendig eenige verandering te wege, niet alleen in de snelheid des Winds, maar ook in deszelfs Streek.
Om zig daar van te overtuigen, verbeelde men zig een Pluimpje, dat door den Wind van een Schip, op het oogenblik als hetzelve van den Oever afgaat, wordt weggevoerd, en men stelle dat twee Waarneemers, de een op 't Land, de ander op 't Schip zynde, na verloop van eenige Sekonden, ieder op zyn Kompas, de Streek des Winds of den Koers van 't Pluimpje waarneemen ...

8, 315
   -316

[M. Houttuyn], Uitslag der observatien ... Venus in de Zon  [z.o. 5, 410 en 10, 31]

315   Een naauwkeuriger bepaaling van der Zonne afstand van den Aardkloot was van overlang het doelwit geweest ... 6 Juny des Jaars 1761 ...
Wylen de Abt De  LA  CAILLE schreef aan den Heer STRUYCK, hoe hy meende, dat de jonge Sterrekonstenaars zig in deezen bedroogen zouden zien. De uitkomst heeft zyne Gissingen bewaarheid.
Men ziet, naamelyk, thans, dat de Waarneemingen der Fransche Akademieën, met zo veel moeite en kosten, in de afgelegenste deelen des Aardkloots, op dat Verschynzel gedaan, niets doen dan de onzekerheid vergrooten ...

316   De Waarneemingen van den Heer PINGRÉ op 't Eiland Rodriguez schynen, wegens de onzekerheid van 't verschil der Lengte, niet zeer vast te staan. Misschien deedt men beter, met zig te houden aan die van den Abt CHAPPE  D'AUTEROCHE in Siberie [zie 7, 422] ...

8, 367
   -386

[N.], De Das beschreeven en afgebeeld  [Pl. 54]

8, 444
   -476

J. P. Everhard, Verhandeling over de Kleur der Lugt
( Nova Acta Physico-Medica, Natur. Curiosor. Tom. II. Ann. 1761. Append. p. 259.)
[ I. P. Eberhard, 'Commentatio de Colore Aeris', vert. H.]

444   Verscheide hoedanigheden der Lugt zyn in de Natuurkunde bekend: zy is zwaar, veerkragtig, doorschynend, yl, en misschien ook, gelyk zeer waarschynlyk is, Elektriek.
... Dus bewyst het Water, dat men in een omgekeerd Glas, 't welk enkel met een
445   Papiertje toegedekt is, laat hangen, de Zwaarheid van de Lugt ...

... uit de Zuiging der Pompen .. is het zelfde blykbaar: des het te verwonderen is .. dat de geheele Natie der Natuurkundigen, voor de tyden van GUERICKE, dermaate verblind geweest zy, dat men zulk een Toestel van nooden heeft gehad van Proefneemingen, om eene Wet van de Natuur, die zo baarblykelyk was, te betoogen. Daar in komen thans wel alle Natuurkundigen overeen, dat de Lugt zwaar is en Veerkragtig, doch, of de Lugt eenige Kleur hebbe, dan van alle Kleur ontbloot zy, is een stuk waar in zy merkelyk verschillen.

... Eerstelyk verstaan wy door Kleur eenige byzondere aandoening in het Oog ...
446
... Ten tweeden noemen wy Kleur, een byzondere hoedanigheid van zekere Ligtstraal, welke ik reeds overlang [1749] betoogd heb, in de verschillende snelheid van het Licht te bestaan.
In deeze zin noemen wy het Licht rood, indien de Straal, welke het denkbeeld van roodheid in ons verwekt, afgescheiden zy geweest van de overige Straalen. Nu is 't waarschynlyk dat deeze Straal die zy, welker deeltjes het snelste worden voortgedreeven,
447   of, indien wy met den doorlugtigen EULERUS de drillinge (Vibratio) van het Licht erkennen, die, welker drillingen het snelste op elkander volgen (c).

Ten derden wordt van ons Kleur geheten, zekere hoedanigheid van een Lighaam, welke maakt, dat hetzelve de roode of andere gekleurde Straalen alleen, of terugkaatze, of door Straalbreeking van de anderen afzondere.
Ten vierden wordt Kleur ook in die zin genomen als de Schilders dit woord gebruiken ...
    (c) Zie zyne Nova Theoria Lucis & Colorum. [1746] Opusc. T. I. p. 196 [169].
    [ Casper Hakfoort, Optics in the age of Euler (1995), h4.]

448   ... De Lugt derhalve, zo zy eenige Kleur heeft, zal het vermogen bezitten, om eenigerley gekleurde Straalen sterker te breeken.

449   ... dat Bosschen en Bergen, aan de Kimmen, zig blaauw vertoonen.
... de bloote Hemel vertoont zig altyd blaauw, en die Kleur is, hoe meer naar den Top toe, hoe hooger blaauw; hoe meer naar de Kimmen, hoe bleeker. Want, dewyl de Hemel geen byzonder Lighaam is, als een Gewelf uitgehold of volkomen rond, gelyk de oude Wysgeeren gedroomd hebben, en het Gemeene Volk heden nog van
450   verbeelding is; zo blykt, dat die Kleur geenszins aan den Hemel kan worden toegeschreeven, maar aan de Lugt ...

451   ... Onze geheele Verhandeling over de Kleur der Lugt komt .. daar op uit; dat wy,
1. De Bewysredenen voorstellen van de genen, die de Kleur der Lugt uit vermenging van 't Licht met de Schaduwe verklaaren:
2. Dat wy betoogen, hoe deeze Verklaaring niet genoegzaam is, ten zy men in de Lugt zelve Kleur onderstelle:
3. Eindelyk dit Gevoelen van Tegenwerpingen te bevryden.

... HONORATUS FABRI heeft reeds die blaauwe Kleur afgeleid (e) van de terugkaatzinge des Lichts, door de Stofdeeltjes en overkleine Lighaampjes, die in de Lugt herom vliegen ...
    (eIn Physica sua Tractatu V. Propos. 221. Lions 1669. [Vol. 3, p. 196]
    [Noot van H.:]  Zie ook Phil. Transact. for the Year 1670. N. 68.

452   ... JOANN. CASP. FUNCCIUS heeft, in een over dit Onderwerp uitgegeven Werkje (f), gehandeld van de Kleuren des Hemels, en verklaart aldaar (p. 99.) de reden van de blaauwe Kleur, leidende die .. af van de samenvoeging van veele Schaduwen met weiniger Straalen; of, gelyk hy (pag, 100) zig uitdrukt, de zwartagtige Æther blinkt door de doorschynende Lugt heen, en vertoont zig daarom blaauw.
Op dezelfde manier, byna ...de zeer doorlugtige WOLFF (g), de hoog vermaarde MUSSCHENBROEK (h), en anderen. MARIOTTE, egter, schryft aan de Lugt een eigen Kleur toe ... (i)
    (fLiber de Coloribus Coeli. Ulmae 1716. Octavo. [J.d. Sç. 62, 582-90]
    (g)  Vernünfft. Ged. von den Wirkung. der Natur. p. 302. [1734: 288]
    (hBeginz. der Natuurk. §. 1123. (Comp. Ann. 1762. §.943.)
    [ Compendium physicae experimentalis, 1762 (zie H.'s vertaling, p. 474n).  Ook: Institutiones physicae (1748) § 1403.]
    (iDe la nature de l'Air. p. 181.

455   Die oorsprong van de blaauwe Kleur door Proefneemingen Betoogd.
457   De blaauwe Kleur der Lugt ontstaat niet van eene vermenging des Lichts met de Schaduwe.
459   ... de Beschouwkunde der Kleuren volgens NEWTON ... worden de roode Straalen, door de dikte van 6¾ duizendmaal duizendste deelen eens Londenschen Duims, teruggekaatst in het Water, en het blaauwe Licht door de dikte van 1 4/5 der gemelde deelen (*).
    (*)  [Noot van H.:]  Zie Newtons Optice, transl. per S. Clarke. Londini. 1706. pag. 195, 217 ... [p. 194: "decies centies mille partes", p. 217: "/100000 partes"]

460   ... zou de Kleur der Lugt van blaauw in groen .. moeten veranderen, 't welk wy nooit waarneemen.
461   ... dat het Water, met een heldere Lugt, even zo blaauw ziet, als de Hemel zelve.
463   ... dat de Kleuren des Regenboogs, zonder verandering, van het Water worden terug-gekaatst ...

465   Proefneemingen, waar door de opgegevene Theorie bekragtigd wordt.
... Schaduw .. groenagtige Kleur ... scheen zy blaauw te zyn
    [ Vgl. de Buffon in Mem. de l'Ac. 1743, 157.]
467   Het waare Gevoelen voorgesteld.
468   ... dat de kleinste deeltjes der Lugt met de blaauwe Straal meer samenkleeven ...

473   Een zeldzaame Aanmerking.
De Meetkonstenaars zyn gewoon, wanneer zy de hoogten van Bergen afmeeten, een Straal, die van den top des Bergs tot aan het Oog komt, te neemen voor een regte lyn ... Dat deeze Onderstelling valsch zy wordt uit de Gezigtkunde betoogd. ...
474   Tegenwerpingen beantwoord.
    [Noot van H.:]  ... MUSSCHENBROEK .. (in de nieuwe Uitgaave van zyn Comp. Phys. Exper. Leiden 1762, pag. 389) aldus. "Indien wy de Oogen om hoog heffen ... worden wy, den Hemel of de zwartheid met vermenging van wit Licht beschouwende, een blaauwe Kleur gewaar ... stel ik het liever onder de onzekere en tot nog toe onbekende dingen."
475   ... blyft nog de tamelyk vernuftige Tegenwerping over, van den hier voor [463] aangehaalden LIEBERKUHN, die meent, dat de Vlakken van de Maan zig ten minste blaauw zouden moeten vertoonen; maar ... wegens het weinige Licht ...

476   Besluit.
... zeer waarschynlyk .. dat de Lugt met een flaauwe blaauwe Kleur aangedaan zy. ...
    [ Huidige verklaring: Verstrooiing van licht;  zie Wikipedia, Blauwe lucht.]

8, 481
   -505

. . ., Levensbeschryving van den vermaarden Cassini
( Hist. de l'Acad. Royale des Scienc. de Paris, de l'An 1756.) [p. 134]
[ 'Éloge de M. Cassini', vert. H.]

481   JACQUES CASSINI .. kwam .. 1677 ter wereld. ...
482   Het Voorbeeld van zodanig een Vader was een geduurige Les, zo veel te kragtiger, als het minder een Les scheen te zyn.
483   ... de Hemelsbreedte van verscheide Steden ... in Holland ... ontdekte dus eenige Misslagen in de Afmeeting van den Aardkloot door SNELLIUS ... 1702, verslag aan de Akademie*) ...
    [ *)  Hist. de l'Ac. 1702, 82: "... la latitude des mêmes Villes dont Snellius avoit mesuré la distance par ses Triangles", z.o. Mem. 60]

Tegen 't end des jaars 1696 verstoutte hy zig in Engeland over te gaan. Wy zeggen, hy verstoutte zig; want het is met een Akademist geheel anders dan met een gemeen Reiziger: zig te openbaaren in een plaats, daar een bloeijende Akademie is, stelt hem byna onvermydelyk bloot aan een soort van Gevegt. ...
484   ... meer dan honderdvyftig Vertoogen van hem .. in de Verzameling der Akademie gedrukt ...
485   ... bedekkingen van de Vaste Sterren en Planeeten door de Maan ...
487   ... besloot, dat de zestig millioenen Mylen van de middellyn des Jaarlykschen Loopkrings, geene gewaarwordelyke betrekking hadden tot den afstand der Vaste Sterren.*) ... de Inklinatie of Schuinsheid van de Loopkringen der Satellieten°) ...
    [ *)  Hist. de l'Ac. 1717, 62;  63: "M. Huguens, dans son Cosmotheoros, a imaginé un moyen de mesurer la distance des Fixes ...". Zie Ned. p. 191: Sirius 27664 x zo ver als de zon (is 20 x verder).]
    [ °)  Hist. de l'Ac. 1717, 56.]

495   ... de Afmeeting van den Aardkloot ...
496   ... een langwerpig of Eyrond Klootsch Lighaam (Spheroide allongé) ...
498   ... Knolrondheid (Applatissement) van den Aardkloot ...
505   ... de Werken, door hem voortgebragt, [en de ontelbaare Waarneemingen, door hem aan den Hemel gedaan,]*) zyn onwraakbaare bewyzen, dat hy zyn tyd ten nutte wist te gebruiken.
    [ *)  Toegevoeging van H.]

8, [609]

Bladwyzer





Deel 9, 1764   (^)
Inhoud

9, 104
   -111

K. A. de Bergen, Verduistering van 't Gezigt wegens het sterk kyken op de Zon
( Nova Acta Phys. Med. sive Ephem. Nat. Cur. Tom. I. p. 188.)
[ 'De maculis & faculis a Solis aspectu in oculo residuis', vert. H.]

109   ... de Heer DE  BUFFON verhaalt (†), dat hem en veele anderen, door het kyken op de Zon, de indrukzels van zodanige Vlakken, eenige Weeken lang, in de Oogen gebleeven waren.
    (†)  Mem. de l'Acad. Royale des Sciences, de l'Ann. 1743. p. 147.

110   ... de Beelden van Voorwerpen .. voor een tyd behouden; hoedanig een Voorbeeld GASSENDUS bybrengt (*) van den beroemden PEIRESCIUS, die duizendmaal ondervonden hadt, dat, als hy een oogenblik naar een Raam keek, dat uit Houten Roeden
111   en Papieren Ruiten bestond, de gedaante daar van in zyne Oogen bleef; zodanig, dat, als hy dezelven digt hield, de Roeden duister en de Ruiten helder waren, maar, als hy met open Oogen naar den Wand keek, de Roeden helder, en de Ruiten duister zig vertoonden (†).
    (*)  In Vita Peirescii. Oper. Tom. IV. Lugd. 1658. p. 316. [Tom. V, 317]
    (†) [Noot van H.:]  Dit zelfde Verschijnsel, 't welk my menigvuldige maalen is voorgekomen .. JURIN, over het Duidelyk en Onduidelyk Zien, agter de Gezigtkunde van den Heer SMITH geplaatst; Nederd. Vertaaling, bladz. 776. ...]

9, 112
   -129

J. Smeaton, Verbeteringen in de Lugtpomp
( Philos. Transact. for the Years 1751 and 1752. pag. 415.)  [Vol. 47, fig.]
[ 'A Letter ... concerning some Improvements made by himself in the Air-Pump', vert. H.]

luchtpomp
114   De voornaamste Oorzaaken van onvolmaaktheid in de gewoone Lugtpompen ontstaan, voor eerst, uit de moeielykheid in 't openen van de Kleppen aan den Bodem der Pompen, en ten anderen, dat de Zuigers niet naauwkeurig sluiten, wanneer zy digt aan den Bodem neergedrukt zyn ...
120   Ik heb de Peilen, daar men tot dus verre gebruik van gemaakt heeft, om de verdunninge der Lugt af te meeten, zeer onbekwaam gevonden ... eene uitgedagt van een verschillend soort, welke de Verdunning met zekerheid afmeet, tot veel minder dan een duizendste van het geheel.*) ...

122   De trap, tot welken ik in staat ben geweest de Lugt in de Proefneeming te verdunnen, was gemeenlyk omtrent duizendmaal ...
123   ... deeze Lugtpomp naar believen te doen werken als een Lugtverdikkend Werktuig, met alleenlyk een Kraan om te draaijen.

125   Fig. 1 is een Perspektief-Gezigt van de voornaamste deelen der Lugtpomp in elkander gevoegd ... [Pl. 57]
126   GI is de Pomp-Peil ... bestaat uit een Glazen Pyp, digt geblaazen in c, en met Kwikzilver in ieder Arm voorzien. Hetzelve staat, voor dat de Pomp begint te werken, waterpas in de lyn ab; zynde de spatie bc gevuld met Lugt van de gewoone digtheid. ...
129   Fig. 5 verbeeldt de nieuwe Peil, welke ik de Peer-Peil noeme. ...

    [ *)  Heilbron, Electr. 82: Edward Nairne toonde aan dat dit niet juist is, zie Phil. Tr. 1777, p. 614-, met op p. 635 de conclusie: niet minder dan 1/80.
    Smeaton's pomp wordt genoemd in Verh. HMW, 24, 153; z.o. Verh. Bat. Gen. 2, 151.]

9, 157
   -170

N. Struyck, Waarschouwing omtrent de Misslagen ... in de bepaalingen van de Loopkringen der Komeeten [z.o. 7, 596 en 10, 502]

157   De Heer PINGRÉ .. schreef my een Brief, den 4 July des Jaars 1763 gedagtekend .. dat hy een Vertoog aan de Akademie had voorgelezen .. Aanmerkingen over eenige Loopkringen der Komeeten (*),
    (*)  Reflexions sur quelques Orbites de Cometes.
    [ Hist. de l'Ac. 1763, 59, Mem. 15: 'Reflexions sur l'orbite de quelques comètes']
158   en dat hetzelfde met deeze Periode begon: Ik heb deeze Aanmerkingen verzameld uit verscheide Brieven van den Heer STRUYCK. ...

Hedendaags schynt het de manier te zyn, om maar enkel den Weg te bepaalen, zonder dien te toetsen, en somtyds komt het my voor, dat ook wel sommige Waarneemingen worden uitgemonsterd, om dat men dezelven met de Theorie niet overeenkomstig vindt. Nog erger is 't, wanneer in Zaaken, die zo moeielyk te berekenen zyn, verwarring wordt gemaakt door Drukfouten of onnaauwkeurigheden.
De onlangs overleeden Abt DE  LA  CAILLE heeft in de drie Uitgaven van zyne
159   Leçons Elementaires d'Astronomie, van de Jaaren 1746, 1755 en 1761, telkens een Tafel geplaatst van de Wegen van eenige Komeeten. ...
De Komeet van 't Jaar 1593, die in de Mem. de l'Acad. des Sciences, de l'Ann. 1747. (pag. 825. Ed. d'Amsterd.) [p. 562 ed. Paris] ten naasten by behoorlyk bepaald was ... de Plaats van 't Perihelium, die zyn moest 5 Tek. 26 Gr. 19 Minuuten, staat aldaar 4 Tek. 26 Gr. 19 Minuuten.
Ik kan my niet genoeg verwonderen, dat die Heer deezen grooten misslag niet gezien heeft in zyn tweede Editie, en onverbeterd heeft overgebragt in de derde of laatste [weer in 1764: p. 288]

160   Omtrent den Komeet van 't Jaar 1533.
... dat men in het Berigt van APPIANUS ... in plaats van Juny moet leezen July (*).
    (*)  Zie de Inleiding tot de Algemeene Kennis der Komeeten of Staartsterren. p. 7. [1740]
161   den Weg ... die door den Heer C. DOUWES bepaald is. ...

Omtrent den Komeet van de Jaaren 1729 en 1730.
... heeft de Heer C. DOUWES de Theorie van den Weg berekend .. (*).
    (*)  Vervolg van de Beschryving der Staartsterren, enz. [1753] p. 58.
166   De Heer EULERUS schryft, dat hy bevestigd ware in zyne Gissing, dat geen Komeet van ons gezien kan worden, ten zy die nader aan de Aardkloot zy dan de Zon (*); maar de Berekenng van deezen Komeet toont, dat wy dezelven veel verder zien kunnen. ...
    (*)  Confirmatur ... nullum Cometam nobis esse conspicuum, nisi Terrae sit propior quam Sol. Theor. Mot. Comet. Berl. 1744, pag 96, 97.

170   De moeielyke en met veele zwaarigheden ingewikkelde Berekening der Komeeten, daar ik geduurende myn Leeftyd veel arbeids aan besteed heb, gaf my aanleiding om dit weinige ten dienste der genen, die zig in dit verheven deel der Sterrekunde oefenen, hun voor te dragen: op dat zy niet door 't Gezag van Mannen, die in deeze Weetenschap inderdaad vermaard en van veel verdienste zyn geweest, in verwarringen gebragt mogten worden, daar zy zig somtyds niet ligt uit zouden kunnen redden.

9, 171
   -202

C. Bonnet, over de Vorming van het Kuyken in 't Ey
( Considerat. sur les Corps Organisés &c. Amsterd. 1762. Tom. I. Pref. p. VI. & p. 124.) [vert. H.]

173   ... Baron VAN  HALLER ... (*).
    (*) Memoires sur la formation du Coeur dans le Poulet ... 1758. Mem. I. II.
193   Vergelyking .. HARVÆUS over de Voortteeling der Hinden, voorgesteld door den Autheur van 't Werk, genaamd Venus Physique.
    [ Pierre Louis de Maupertuis (1745), Chap. VII; p. 59: Guillelm. Harvey. De Cervarum & Damarum coitu, Exercit. LXVI.]

9, 222
   -252

Abel Socinus, Elektriciteit ... Lighaamskwaalen
( Act. Helv. Phys. Mathematico-Med. Vol. IV. Anno 1760. p. 214.)  [fig.]
[ 'Tentamina electrica in diversis morborum generibus, quibus accedunt levis Electrometri Bernoulliani adumbratio, et quorundam experimentorum instituendorum ratio', vert. H.]

224   Ik gebruik een Glazen Bol, wiens middellyn is van 11 Paryssche Duimen. Het Werktuig, op een drooge Plaats gesteld, mist naauwlyks ooit in zyne uitwerking, uitgenomen als 't zeer heet Weer is. Met een Metaalen Kloot zyn de Vonken door my, doorgaans tot twee Duimen en somtyds ook tot by de drie Duimen afstands, uit den blooten Arm gehaald.
... als men de Proefneemingen der Elektriciteit op Lighaams-Kwaalen vergelyken zal, dient men zulks te weeten.

elektrometer 240   Waarneemingen omtrent de Elektrische proeven in 't algemeen.
't Is genoeg den zeer beroemden Heer DANIEL BERNOUILLI te melden als den Autheur van eenige Uitvinding in de Natuurkunde, om die Uitvinding ingang te doen hebben: want deeze groote Man is niet gewoon Beekjes na te loopen, maar altoos zelf te putten uit de Bronnen der Natuur. ...

241   Het is een groote Waterweeger, geheel van Metaal gemaakt, welks Lighaam de gedaante heeft van een Ey ... (zie Plaat LIX. Fig.1.) ... een Steel .. dien men in Graaden verdeelt ... een ronde platte Schyf ...
Deeze Elektrometer, gestoken zynde in een wyd Vat, dat met Water gevuld is, zakt daar in tot zekeren Graad neêr ... Op omtrent een Voet afstands hangt aan het Elektrizeer Stel een Metaalen Schyf, die stomp gerand is. Het Werktuig bewoogen zynde, wordt de Schyf van den Elektrometer door de andere aangetrokken, en opgeligt.

242   ... Die beroemde Man heeft daar van gebruik gemaakt, om de Evenredigheid te bepaalen, in welke de Lighaamen van Elektrieke aangetrokken worden, en het scheen hem toe, dat zulks geschiede in de omgekeerde reden van de Vierkanten der Afstanden, indien de kragt der Elektriciteit de zelfde blyft ...

243   ... de Vonken .. vertoonen zig, volgens den Doorlugtigen Heer LOMONOSOW (*), als een gedeelte van een Slangtrek beschryvende.
    (*)  In zyne Redevoering, de Meteoris vi Electricâ ortis, te Petersburg gedaan. [1753]

bliksemstralen op plaat 244   ... BOSIUS de Vonken ontvangende op een Verguld Papier, waar op onvergulde Plekken waren, heeft waargenomen, dat dezelve zig op verscheide wyzen draaiden. De schuinse schitteringen van den Bliksem worden zeer naauwkeurig vertoond door een Plaat, van myn Vriend .. uitgevonden .. Fig. 2 ... schitterende Vonken, die slangswyze dat gedeelte van de Plaat, 't welk met Brons overtoogen is, doorkruipen; by tusschenpoozingen geschiedt eene knapping ...

9, 253
   -270

Johan Lulofs, Aanmerkingen ... Semeyns ... Lengte op Zee ... Kompassen  [^]

257   ... ben ik al te wel overtuigd, dat Arenden geen Vliegen vangen ...
264   ... dat hy gelegenheid gehad heeft om uit de Schriften van den Heer STRUYCK beter onderweezen te worden, zonder zig te kunnen verschoonen met te zeggen, dat hy geen Latyn verstaat ...
265   ... dat men, door middel van den nieuw uitgevonden Zeestoel*), oneindig beter de berekende verduisteringen der Wagters [van Jupiter] in een slingerend Schip kan waarneemen, dan de neêrduikinge van de Magnetische Naald ...
    [ *)  Vgl. 4, 493.]
266   ... de Noorderlichten, die ... dus niet hebben willen luisteren naar de Voorzeggingen, door den Heer SEMEYNS uit zyn Systema en Fabelachtige Onderstellingen opgemaakt ...

9, 307
   -330

[M. Houttuyn], Bedenkingen ... bepaalen van de Lengte op Zee door middel van de Maan: en nader berigt wegens het Zee-Uurwerk ... van Monsr. Harrison  [z.o. 253 en 4, 493]

308   Thans wordt ons behandigd zeker Traktaatje, in 't Hoogduitsch en Latyn geschreeven, 't welk den Tytel voert van Schultziaansche Voorslag om de Lengte op Zee te vinden, door G. F. STENDERUS uit Courland, medegedeeld; te Koppenhagen gedrukt in het thans loopende Jaar 1765 (†).
    (†)  Schulzianum inveniendi Maris Longitudinem consilium, traditum a G. F. STENDERO Curono, cum Figuris. Hafniae 1764 [vol. 2].

309   Terwyl wy het Oordeel van anderen daarover afwagten, zal ik zeggen, wat ons daar in voorgekomen is.
311   ... vereischt twee naauwkeurige Uurwerken ...
Wanneer men van zulke Uurwerken is voorzien, zo heeft men de geheel uitvinding van SCHULTZ niet noodig, en men kan dan ook ligtelyk zyne Werktuigen ontbeeren; zo wel als dat van STENDERUS, 't welk in de Zeemans-Stoel, door IRWIN uitgevonden [zie 3, 493] .. gebruikt zou moeten worden. ...

Het voornaamste, dat zy tegen de Zee-Uurwerken van HARRISON inbrengen, bestaat daar in, dat het onmooglyk zy ...
312   De Reis van Portsmouth naar Jamaica, met dit Uurwerk, strekt, zeggen zy, tot beslissing niet, te minder, om dat hetzelve, zelfs op dien Togt, eenige Minuuten van de Waarheid is afgeweeken .. Wy hebben gezien, dat dit nog geen 2 Minuuten was, doch dat ook tevens de Uitslag van gemelden Togt, door de Gekommitteerden over de Lengte in Engeland, niet voldoende geoordeeld werdt om den Prys .. te verdienen ..
Zie hier, ondertusschen, welk een Denkbeeld men aldaar reeds in den Jaare 1749, toen de Jaarlykse Gouden Gedenkpenning van de Koninglyke Societeit van Londen, deswegens, aan HARRISON vereerd werdt, dien aangaande hadt. De Heer FOLKES .. op den 30 November .. deedt by deze gelegenheid
313   een uitgebreide Redevoering, waar van dit de Korte Inhoud is (§) ...
    (§)  Connoiss. des Mouvem. Celestes pour l'Année 1765. par Mr. DE  LA  LANDE. à Paris 1763.

319   Evenwel kwam zyn derde Uurwerk eerst negen Jaaren daar na tot voltooijing, gelyk ik elders verhaald heb (*) ...
... de volgende Akte ... 1763.
    (*)  Uitgeleezene Filozoofische Verhandelingen, III. Deels 2. Stukje, te Amsterd. by F. Houttuyn, 1764. bladz. 374.

320   Akte tot aanmoediging van John Harrison, dat hy zyne Uitvinding van een bekwaam Werktuig of Uurwerk, om de Lengte op Zee te bepaalen, Wereldkundig mogt doen worden.
328   Ten zelfder tyde .. werdt de .. Ambassadeur van Vrankryk genoodigd, van Parys te laaten komen Luiden, die in staat waren om de Ontdekking van Mr. HARRISON .. te verstaan en te onderzoeken. Dit was een teken van agting en vriendschap, welk men aan Vrankryk gaf, en een middel om 't gebruik van dit Werktuig vaardiger, algemeener en nuttiger te maaken.
329   ...werdt last .. gegeven aan den Heer CAMUS, om naar Londen te reizen met Monsr. BERTHOUD, en zig met my (*) samen te voegen tot het onderzoek van dit Werktuig.
    (*)  ['t Is de Heer DE  LA  LANDE, uit wiens Werk, genaamd Connoissance des Mouvemens Celestes, pour l'Année 1765, ik dit Berigt ontleend heb, die hier spreekt.]
    [ Zie: Richard Watkins, Jerome Lalande, Diary of a trip to England 1763, Kingston (Austr.) 2002 en 'Berthoud, Harrison, and Lalande: A near myth', in NAWCC Bulletin 359, Dec. 2005;  Berthoud, Éclaircissemens (1773), p. 21.]

330   ... zyn wy, in de Maand Juny, weder uit Engeland vertrokken, en de Zaak is aan den spyker blyven hangen ...

9, 488
   -502

W. T. Rav, Bloed-Regen ... den 15 November .. 1755, te Ulm in Zwaben gevallen
( Nov. Act. Phys. Med. sive Eph. Nat. Curios. Tom. II. p. 85.)
[ 'Pluvia purpurea Ulmensi, quae d. XV. Novemb. MDCCLV. ibidem cecidit', vert. H.]

494   De Aarde heeft van dien noodlottigen Dag, den 1 November des jaars 1755, welke aan Lissabon, geheel Portugal en veele andere Landen, door een billyk Oordeel van God, zo verderflyk is geweest, byna zonder ophouden, tot den 27 February van het jaar 1756 toe, gebeefd ...

9, 503
   -508

John Canton, Water niet onsamendrukbaar
( Philosoph. Transact. for the Year 1762. Vol. LII. Part. 2. p. 640.)
[ Ph. Tr. Abr. (1809) XI, 665, 'Experiments to prove that Water is not incompressible', vert. H.]

9, 509
   -537

Nollet, Elektriciteit der Zyden en Wollen Stoffen .. sterke aankleeving  [z.o. 8, 67]
( Mem. de l'Acad. Royale des Sciences de Paris, de l'An 1761. pag. 244.)
[ 'Nouvelles expériences d'électricité, faites à l'occasion d'un Ouvrage publié depuis peu en Angleterre, par M. Robert Symmer ..', vert. H.]

509   Tegen 't end van voorleeden Zomer ontving ik, van de Heer SYMMER, een Werk in 't Engelsch geschreeven, en getyteld Nieuwe
510   Waarneemingen aangaande de Elektriciteit (*) ...
    (*)  [H.:]  Van dienzelfden Engelschman is het Vertoog ... in het VIII. Deel deezer Uitgezogte Verhandelingen, bladz. 67, enz. Dat Vertoog, uit de Philos. Transact. ontleend, schynt een voornaam gedeelte van 't bovengemelde Werk te bevatten.

519   ... beweert dat de Proefneemingen, in 't werk gesteld door den Heer DU  FAY (*), om te bewyzen dat de Kleuren .. geen deel hebben aan de Verschynzelen der Elektrikaale Aantrekkingen, niet beslissende zyn ...
    (*)  In zyn III. Memoire sur l'Electricité. Mem. de l'Acad. Royale des Sciences. Ann. 1733. pag. 224. [234]
521   ... dat in de duisterheid van de Nagt alle Licht uitgebluscht en zonder werking zy, en dat alsdan, niettemin, de Proefneemingen met de zwarte en witte Kous, even zo wel als op den helderen Dag gelukken, en nog veel beter, aangezien de Elektrikaale Vuuring nooit sterker is, dan in een plaats geheel van Licht beroofd.
522   ... dat de zwarte Kous haare Elektrieke Eigenschappen had van de Droogeryen, met welken dezelve door den Verwer was bezwangerd ...

524   ... de gedaante en grootte der Vlammetjes, welken men doet verschynen met deeze Lighaamen [kousen], wanneer men die van elkander afgescheiden heeft. De eerste [witte] Vonkt gelyk een Glazen Buis, als men 'er het end van den Vinger naby brengt; een spitse punt van Metaal, tegenover de laatste gehouden, werpt voorwaards uit een Lichtend Kuifje. Twee Linten, in de zelfde Omstandigheden, zyn zeer bekwaam om deeze Waarheid te bevestigen ...
525   ... een algemeene en nieuwe Regel .., dat twee Lighaamen van aart om zig te Elektrizeeren door Wryving, het eene op de manier van Glas, het andere op de manier der Harsten, eene buitengewoon sterke Elektriciteit aanneemen, wanneer zy, het een op het andere gevoegd zynde, te samen worden gewreeven.

533   ... twee Ruiten van dun Glas gezamelyk te Elektrizeeren, die aan de eene Zyde slegts met een Blaadje Metaal bekleed, en met de bloote Zyden aan elkander gevoegd zyn. .. dat men, door de bovenste slegts aan te vatten, de onderste ook opneemen kan. ...
535   Hoewel ik deeze Uitwerkingen nog niet gezien heb (†), slaa ik 'er doch zeer wel geloof aan ...
    [Noot van H.: ... Philos. Transact. for 1759, Vol. LI. Part. I. pag. 383.]
    (†)  Sedert het leezen van dit Vertoog is het gedagte Verschynsel my ook verscheide maalen gelukt ... omtrent agt Duimen in 't Vierkant .. tusschen welken ik eenige zeer fyne Draadjes Zyde gelegd had, om de volmaakte aanraaking te beletten; welke, gelyk bekend is [<], eene aankleeving hadt kunnen te weeg brengen, buiten en behalve die ik van de Elektrieke kragt verwagtte.

536   ... ik kan niet besluiten .. te zeggen .. twee weezentlyk verschillende Elektriciteiten ...
Het is my leed te zien, dat de Heer SYMMER zelf als zig een speelpop gemaakt heeft, van de losse benaamingen, van magten, kragten, vermogens, te laaten aan Werkers,
537   welker Werktuiglykheid zig in zyn eigen Ondervindingen geopenbaard heeft ...

    [ Nollet, Lettres 3 (1767), p. 1-139: Mémoires (Symmer) I - IV, Remarques, Pl. 1, Pl. 2; 140-151: 'Lettre .. par M. Jean Mitchell', Remarques.]

9, 568
   -596

. . ., Scheykonst op de Huishouding toegepast ... kooken en braaden
( Oeconomische Nachrichten, Leipzig 1762.) [1763, p. 497-]
[ 468: 'Die dritte Fortsetzung des chymischen Lehrbegriffs zum Gebrauche des Oeconomen, vert. H.?]

568   Door Kooken verstaat men, in 't algemeen, die Bereiding der Spyzen, waar door dezelven Smaakelyk en Verteerbaar gemaakt worden. In die zin is 'er het Braaden en Bakken ook onder begreepen; doch in 't byzonder wordt de natte toebereiding Kooken genoemd, gelyk de drooge Braaden en Bakken.

576   Ik moet dieshalve een Kookpot aanpryzen, welke men de Papiniaansche noemt.
577   Maar men heeft groote voorzichtigheid te gebruiken, dat deeze Papiniaansche Pot van goede Stoffe gemaakt en in een niet te sterk Vuur gezet worde; dewyl zy anders door de Lugt, daar in vervat, ligt
578   springen en de Omstanders groot nadeel toebrengen zou kunnen (*).
    (*)  ['t Is bekend hoe deerlyk de groote BOERHAAVE zig, toen hy uit Liefhebbery daar in Beenderen tot Pap kooken wilde, gebrand heeft. Doch hy gaf de schuld daar aan, dat het Werktuig niet wel gemaakt was. Hoe hy zig genas kan men vinden in het I. Deel der Handleiding tot de Chirurgie of Heelkonst van PLATNER, nu uitgekomen, bladz. 174.]

581   ... het zetten der Koffy ...
588   ... uit welke Stoffe de Kookvaten bestaan en hoe zy gereinigd worden moeten?
590   De Geel Koperen Vaten hebben dergelyke kwaadaardigheid als die van Rood Koper; want het Geel Koper wordt daar van gemaakt (*). De Yzeren, in tegendeel, zyn het allerverkiezelykste.
    (*)  [Omtrent dit alles, wat van het Koperen Vaatwerk gezegd is, kan men omstandiger de nauwkeurige Proefneemingen van den Heer Eller nazien, die in het II. Deel deezer Verhandelingen medegedeeld zyn.]

9, [601]

Bladwyzer





Deel 10, 1765   (^)
Inhoud (No. 37-40)

10, 1
   -30

Chappe d'Auteroche, Reistogt naar en door Siberie  [z.o. 7, 422]
( Mem. de l'Acad. Royale des Sciences de Paris, de l'An 1761. pag. 337.)
[ 'Extrait du voyage fait en Sibérie, pour l'observation de Venus sur le disque du Soleil, faite à Tobolsk le 6 Juin 1761', vert. H.]

10, 31
    -56

James Short, Vergelyking der waarneemingen van Venus in de Zon  [z.o. 8, 315]
( Philosoph. Transact. for the Year 1762. Vol. 52. Part. 2. p. 611.)
[ 'The observations of the internal contact of Venus with the Sun's limb, in the late transit, made in different places of Europe, compared with the time of the same contact observed at the Cape of Good hope, and the Parallax of the Sun from thence determined', vert. H.]

32   ... MASKELYNE en WADDINGTON [^] .. naar het Eiland van St. Helena ... MASON en DIXON .. naar Bencoolen, een Vastigheid aan de Oost-Indische Kompagnie toebehoorende, op 't Eiland Sumatra. Twee reflekteerende Teleskoopen, ieder van twee Voeten Brandpunts langte, met een Voorwerpglas Mikrometer van veertig Voeten Brandpunt, tot een derzelven gepast; een Astronomisch Uurwerk en een Werktuig van gelyke Hoogten, waren door de Societeit voor ieder van deeze Plaatsen geschikt. ...
... Mr. MASON en zyn Assistent .. opgehouden .. beslooten zy aan de Kaap te blyven, en aldaar hunne Waarneemingen te doen; 't welk zeer gelukkig uitviel: want, door een Wolkige Lugt, werdt Mr. MASKELYNE belet om op St. Helena behoorlyke Waarneemingen in 't werk te stellen, en, in
33   dat Geval zou de Waarneeming der inwendige Raaking by den Uitgang te Bencoolen, vergeleeken met die zelfde Waarneeming te Greenwich, niets hebben kunnen bepaalen ten opzigt van het Verschilzigt van de Zon.

figuren 1 en 2
Uit: Phil. Trans. 52

35   Een reden, zo ik vermoed, dat de Waarneemers, zelfs op een zelfde plaats, eenige Sekonden in de tyd der Raaking verschillen, kan hier uit ontstaan, dat eenigen hunner de Raaking verbeeldden plaats te hebben, wanneer 'er geen Licht was tusschen den Rand van Venus en dien van de Zon; anderen zulks niet oordeelden, voor dat zy een gedeelte van den omtrek van Venus uit het Gezigt hadden verlooren.

46   De Waarneemingen te Tobolsk en Kajaneburg merk ik aan, als zeer goed zynde ...
47   De Parallaxis van de Zon, derhalve, door de Waarneemingen van de inwendige Raaking by den Uitgang, gevonden zynde = 8".52 op den Dag der Passagie, zo is het middelbaare Horizontaale Verschilzigt van de Zon = 8".65 (*).
    (*)  [Op deeze onderstelling dan, van 8½ Sekonde voor het Verschilzigt van de Zon, die meest met de Waarneemingen schynt te strooken, zou de afstand der Zon van den Aardkloot nog byna een zesde grooter zyn, dan die te vooren, in het V. Deel deezer Verhandelingen, bladz. {416} is bepaald: te weeten, dezelve zou zyn ongeveer twintig millioenen Duitsche Mylen.]

53   Laat, in Fig. 1 (Pl. LXIII.) FG den Horizon verbeelden ...
54   ... laat, in Fig. 2, ECP het Taanrond [de ecliptica] verbeelden; OrB den Weg van Venus over de Zon als uit het middelpunt van den Aardkloot gezien ...

    [ Z.o. The transit of Venus, historical observations en Chasing Venus.]  [2012]

10, 57
    -62

de la Lande, Aanmerkingen ... over Sterrekundige Waarneemingen
( Philos. Transact. for 1762. Vol. LII. Part. 2. p. 607.)
[ 'Extract of a letter ... to the Rev. Mr. Nevil Maskelyne ... dated Paris, Nov. 18, 1762'. vert. H.]

57   ... de naauwkeurigheid der Waarneemingen op den afstand der Maane van de Vaste Sterren, tot het vinden van de Lengte op Zee ...

58   In de Sector, welken de Leden van onze Akademie met zig naar 't Noorden namen, hangt de Loodlyn uit een hoek, gelyk in de Afbeelding (Pl. LXIII. Fig. 3.), zo dat dezelve genoodzaakt is te vallen in den top van den hoek, en zy loopt bovendien over een Stip A, daar men ze regt op houdt door middel van een Vergrootglas. ... De Sector, met welken de Heer DE  LA  CAILLE al zyne Waarneemingen deedt, en die in myne Handen gekomen is sedert zyn Overlyden, heeft een fyne Naald in het middelpunt, daar het Zilverdraad, met een Lits, aan is opgehangen.

Monsr. PINGRÉ, die van 't Eiland Rodriguez terug gekomen is, heeft het Verschilzigt van de Zon eveneens bevonden als ik, namelyk 9 2/5 Sekonden. "t Verwondert my niet dat UEd. het slegts 8 3/5 Sekonden bevindt te zyn ... Deeze onzekerheden komen daar uit voort, dat wy het verschil der Meridianen van de Kaap, Rodriguez, Tobolsk, Parys en Londen, nog niet genoegzaam naauwkeurig bepaald hebben.

59   Waarneemingen van den Eersten Satelliet van Jupiter, te Parys.
... Den 19 July zullen wy hebben een bedekking van Antares door de Maan; den 2 November een bedekking van Mars; den 8 September een van Mercurius. ...
60   ... het verschil der Meridiaanen van deeze twee Steden [Londen en Parijs] .. in 't welk wy ons wel schaamen mogen te bekennen, nog tot over de 20 Sekonden onzeker te zyn ...

... Ik nam den Uitgang van Venus te Parys waar met een Kyker van 18 Voeten, een Oogglas van twee en een half Duim Brandpunt ...
61   Monsr. MESSIER heeft geobserveerd met een Gregoriaansch Teleskoop van derdehalf Voet, vergrootende byna evenveel als myn Kyker ... Monsr. DE  LA  CAILLE hadt een Verrekyker van DOLLANDs maakzel, die niet wel te samen gezet was ... [Dollond]
Ik nam voor het oogenblik der Raaking het eerste oogenblik dat de rand van Venus den rand van de Zon het allerminste deedt uitzetten. Een Berigt van deeze Waarneemingen zal men vinden in de Memoriën der Akademie van 't jaar 1761, die bykans zyn afgedrukt.
    [ Zie Hist. de l'Ac. 1761, 98 en Mem. 81 — op p. 112 van Hist.: "M. Huppé, à Franékère", d.i. Nicolaas Ypey, zie Klinkenberg in Verh. HMW, 6, 895.]

10, 63
    -68

Samuel Dunn, Waarneemingen, dienende tot bevestiging, dat de Maan een Dampkring heeft
( Phil. Transact. for 1762. Vol. 52. Part. 2. p. 578.)
[ 'Certain reasons for a Lunar atmosphere', vert.]

63   ... zo veel ik door leezen of mondelyke overspreeking heb kunnen te weeten komen, hangt dit geding nog aan den spyker.
64   ... begon ik by my zelven te overweegen, door welke Manieren, nog niet voorheen gebruikt, dit Voorstel waarschynlyk opgelost zou kunnen worden ... een naauwkeurige beschouwing der beide enden van Saturnus Ring, ten tyde wanneer deze Planeet zig bevindt aan den duisteren rand van de Maan.
... uit zulk een Verschynzel, besloot ik, dat men een sterk vermoeden zou kunnen opvatten voor de bestaanlykheid
65   van den Dampkring der Maan ... (*).
    (*)  [... Onderzoek over de Maans Atmosphaera of Dampkring, reeds vyf-en-twintig Jaar geleden, omstandig angetoond door den Heer N. STRUYCK, die dezelve waarschynlyk stelde.]
    [ In: Inleiding tot de algemeene geographie, benevens eenige sterrekundige ... verhandelingen, 1740.]
68   Plaat LXIII. Fig. 4. wyst aan, de agtereenvolgelyke Vertooningen ... zynde de breedte van de Plaats der Waarneeming 51 Gr. 29 Min. 5 Sek. en de Lengte 41 Sekonden tyds bewesten het Koninglyke Observatorium te Greenwich.

10, 69
    -76

de Romas, Nieuw berigt wegens den Elektrikaalen Vlieger  [z.o. 3, 107]
( Mem. de Math. & de Phys. Tom. IV. Paris 1763. p. 514.)
[ 'Copie d'une Lettre écrite à M. l'Abbé Nollet' ... le 26 Août 1757, vert. ?]

70   Vuurlemmers [lames de feu] ... van negen of tien voeten langte en een Duim breedte, die zo veel of meer geraas maakten dan Pistoolschooten; in minder dan een Uur had ik zekerlyk dertig Lemmers van die grootte ... Doch, het gene my de meeste voldoening gaf in dit nieuwe Schouwspel, was, dat de grootste Lemmers van zelf kwamen, en dat deeze .. onophoudelyk op het nabuurigste niet-Elektrieke Lighaam vielen. Deeze bestendigheid gaf my zo veel veiligheid, dat ik niet schroomde dit Vuur met mynen Verwekker te verwekken ... en het gebeurde dat, toen het Glas, uit het welke dit Instrument gemaakt is, niet meer langte dan van twee Voeten had, ik Vuurlemmers van zes of zeven Voeten langte, waar ik wilde, bragt, zonder de allerminste beweeging in myne Hand te voelen

71   ... eenige Gissingen ... of 'er geen middel ware van zig voor de Donder te beveiligen, door het Vuur, dat zo geleidelyk is, ergens heen te doen loopen; mids dat men 'er een genoegzaamen Geleider aan verschaffe

74   ... zyn sommige Onweeren van meer hevigheid dan anderen ... Byna altoos verheft zig de Wind niet, dan wanneer het Onweer reeds zeer naby is en het begonnen heeft te Regenen; in één van deze beide Gevallen zou het ten uitersten gevaarlyk zyn den Vlieger op te schieten; dewyl men, om hem op te krygen, noodwendig het Touw in de Hand moet houden.

75   Hebbende zulks den 21 Juny van 't voorleeden Jaar willen doen, op een tyd dat 'er in 't geheel geen Regen viel, rammelde de Donder slegts boven myn Hoofd; kreeg ik een zo verschrikkelyken Slag, (zonder het Vuur eenigzins te zien,) dat ik agterover op den Grond viel ... of 'er geen middel zoude zyn om de Vlieger op te schieten, zonder ooit te raaken aan het Touw ... Werktuigje ... Wagentje ...
    [ Priestley (1767), 357: ook anderen kregen zo'n verschrikkelijke slag, "lightning .. proved a little untractable in their hands".]

10, 170
    -187


[Pl. 65, fig. 1]


E. F. Runeberg, Elektrizeeren ... Groey der Plantgewassen te bevorderen
( Der Kön. Schwed. Acad. der Wissensch. Abhandl. auf das Jahr 1757. XIX. Band. pag. 15.)
[ 'Versuche, mit Beyhülfe der Electricität, Gewächse zu treiben', vert. ?]

172   Om de betrekking van verscheide Elektriciteiten tegen elkander te vinden, heb ik een zo genaamde Elektrometer vervaardigd, wiens beschryving, om de wydloopigheid te vermyden, van my hier nagelaten wordt. Ik zal slegts gewagen, dat de Elektrometer van NOLLET, welke, door middel der schduw van twee hangende Draaden, de sterkte der Elektriciteit afmeet, zeer konstig en onbekwaam is. Die van WAIZ toont het gene daar van vereischt wordt niet volkomen ...

179   Deeze Order in de Wasdom der Planten werdt vervolgens nog naauwkeuriger agtervolgd, uitgenomen wat de plant K betreft, die den 17 Augustus onvoorziens van eene Vonk beschadigd werdt, welke digt aan het bovenste van de Plant uit een Yzer sprong, dat over het Vat zou geheven worden. Vermoedelyk heeft dit veroorzaakt, dat de Plant naderhand niet voort wilde, buigende zig op verscheide plaatsen om.

180   ... het is waarschynlyk, dat de Amandelen minder tyd noodig hebben, om uit te spruiten, met behulp der Elektriciteit, dan zonder dezelve, en in zo verre wordt 'er de Groey der Planten door bevorderd.
181   Het kwam den Heer NOLLET in zyne Proefneemingen voor, als of de ge-elektrizeerde Planten zwakker dan de onge-elektrizeerde waren: doch het is zeer zeker, dat van deeze Amandelplanten de ge-elektrizeerde oogschynlyk sterker en schooner zyn geweest.
185   ... verscheiderley soort van Bloemen de-elektrizeerd ...

186   Volgens de onderscheiding van de Elektriciteit in innerlyke en uiterlyke ... of eigentlyk, naar de bekwaamere Verdeeling van den Heer Kanselary-Raad KLINGENSTIERNA, in overschietende en gebrekkige (excessiva & defectiva), bevinden wy, dat de Elektriciteit, welke deeze Planten bekomen hebben, overschietende [plus] zy geweest. ... (*)
    (*)  [Wy voegen 'er .. de Woorden plus en minus by; omtrent welker betekenis .. men de voorige Deelen van deeze Uitgezogte Verhandelingen kan nazien.]

10, 188
    -204

Wargentin, Schepen van vuile Lugt te zuiveren
( Der Kön. Schwed. Akad. der Wissenschaften Abhandl. auf das Jahr 1757. XIX. Band. pag. 77.)
[ 'Von den neuesten Erfindungen, Abwechslung der Luft auf den Schiffen zu erhalten', vert. H.]

189   ... zulk een Schikking, als dagelyks in de Woonvertrekken en Keukens gebruikt wordt. De Schoorsteenen en Kachelpypen zyn niets anders dan een soort van Trekbuizen, dienende om de Rook weg te voeren ... de oude Lugt tevens uit de Plaats getrokken ...
190   ... wanneer het Vuur op verscheide plaatsen nevens elkander, daar Deuren tusschen zyn, aangestoken wordt .. dan neemt het eene Vertrek, dat de sterkste Zuiging heeft, het andere de Lugt weg: zo dat de Rook dan ook derwaards moet trekken.

192   ... hadt men .. geen Ongemak van vervuilde Lugt onder de Dekken van het Schip, zo lang de Kombuis onder in de Schepen stondt.
... dat Vuur of Warmte, aan het bovenste end van een Pyp gevoegd, veel zekerer een trekking maakt ...
... TRIEWALD [^] heeft zelfs, in 't jaar 1721, met groot voordeel hier van gebruik gemaakt, om de ongezonde Lugt uit een Engelsche Steenkolen-Groeve te haalen. ... Hy liet een Pyp van Hout maaken, waar van het eene end diep neerwaards in de Put ging, en het bovenste end werdt, in de open Lugt, in het Aschgat van een Windfornuis ingemetzeld ...
193   ... in de Verhand. van de Koningl. Akad. der Weetenschappen van Stokholm, op het jaar 1740 ... 1741 ...

kombuis met 2 vloeren 194   Een Engelschman, genaamd SUTTON .. hadt een gelukkig gebruik daar van op Schepen gemaakt: doch het kostte hem ongelooflyke moeite, om toestemming te verkrygen. ... 1739 ... [Phil. Tr. 42 (1742-3), 42, 62]
195 ... Dr. MEAD [Historical account] ...
SUTTONs Toestel, tot verandering van de Lugt, is als volgt. De Haardstee van de Kombuis heeft op de Engelsche Oorlogschepen (gelyk Pl. LXV. Fig. 2) twee Vloeren ...
196   Wanneer het Vuur aangestooken is, wordt de bovenste Opening met een Deurtje c geheel digt toegeslooten, doch het onderste d laat men open staan ... Zo dra nu het Vuur, onder den Ketel, aangestoken en wel in brand geraakt is, sluit men ook de onderste Opening of het Aschgat d, zo dat alsdan geen andere Lugt by het Vuur kan komen, dan de gene die uit het Schip door de Pypen gg getrokken wordt ...
199   Op een Engelsche Vloot, die in 't voorgaande Jaar kruiste, bleef het Volk op de Schepen, welke deeze Togtpypen hadden, volkomen gezond; terwyl de andere Schepen, welke daar mede niet voorzien waren, door Ziekte en Sterfte byna reddeloos gemaakt werden.

... hier in Sweeden .. het laatst verloopen Jaar ..
200   .. gaf zyne Koninglyke Majesteit bevel dat de Oorlogschepen, die de Machine van TRIEWALD reeds gebruikbaar hadden, zig daar van bedienen zouden, doch dat op de overigen de Trekpypen van SUTTON zouden ingevoerd worden.
Het ge-eerde Medelid der Akademie, de Scheepsbouwmeester, SHELDON, heeft my vervolgens het Berigt medegedeeld, hoe de Pypen aan de Sweedsche Haardsteden worden aangebragt, die geen dubbelde Vloeren hebben .. (Fig. 3) ...
202   ... de zo diep ingewortelde schrik voor 't gevaar van Brand onder onze Zeelieden ... een andere Manier ... (Fig. 4)

10, 238
    -260

Du Tour, Hoe het bykomt, dat men, met beide Oogen te gelyk, de Voorwerpen enkeld ziet  [vervolg van 6, 543]
( Mem. de Mathem. & de Physique. Tom. IV. Paris 1763. pag. 499. &c.)
[ 'Addition au mémoire intitulé, Discussion d'une question Optique', vert. H.]

239   27. Ik nam twee platte Schyven Glas, van een Duim breed, de eene blaauw, de andere geel gekleurd, en die, te samen gevoegd zynde,
240   de Voorwerpen, welken ik door beiden te gelyk beschouwde, groen gekleurd vertoonden. Deeze zette ik ieder aan 't end van een Papieren Buis, van binnen zwart gemaakt, en van gelyke wydte als de breedte der Glazen was.
... met beiden te gelyk kykende op een Blad wit Papier op vier of vyf Voeten afstands gespannen, vertoonde hetzelve zig nu blaauw, nu geel; doch nooit groen ...

251   ... dat men twee Soorten van Gezigt onderscheiden kan, het eene naauwkeurig, en, om zo te zeggen, werkzaam; het andere verward, en, om zo te zeggen, lydelyk.
253   ... dat, schoon beide Oogen te gelyk geslagen zyn op een Voorwerp, dezelven egter gewoonlyk niet dan beurtelings, en één te gelyk, worden gebruikt tot de oefening van het duidelyk Gezigt ...
255   ... volgens de Onderwyzingen van den Heer JURIN ...
258   Deeze onovereenkomstigheid van Maakzel der beide Oogen kan dus algemeen worden geagt ...

10, 299
    -314

Bosc d'Antic, Oorzaak der Blaasjes, die 'er in het Glas zyn
( Mem. de Mathem. & de Physique. Tom. IV. p. 553.)
[ 'Mémoire sur la cause des bulles qui se trouvent dans le verre', vert. H.]

299   De Konst van 't Glas maaken is eene der fraaysten en waardigsten om de regte Natuurkundigen bezig te houden ... Egter is deeze Konst, op ver naa, zo grondig niet beoefend, als zy konde zyn ... naauwlyks eenig Grondbeginsel op vaste voeten gesteld, naauwlyks eenig Verschynzel duidelyk verklaard. ...

301   In de gewoone Werkhuizen zyn de Streeken [traits] der Natuur niet kenbaar: in de kleine Glasblaazeryen zyn deeze Streeken nog te fyn, om gemakkelyk bespeurd te worden. In de allergrootste Werkhuizen, in de Fabrieken van Spiegels; daar openbaaren zig die Streeken ten duidelykste.

303   De belletjes of blaasjes, gelyk de Glas-Fabrikeurs spreeken, die men niet zelden gewaar wordt in allerley soort van Glas, zyn altoos
304   gehouden voor een uitwerkzel der Lugt (*).
    (*)  Zie POLINIÈRE, pag. 137 de sa Physique & le Mem. de Mr. LE  CLERC over de Spiegel-Fabrieken.

308   ... dat de Glasgallen, in Damp veranderd, de oorzaak der Blaasjes waren ...

309   ... Ik dagt dat de Hollandsche Traanen (*) de kleinste veelheid van den Damp van 't Zout van Glas kennelyk maakten ... dat, zo ik Knaptraanen wist te maaken zonder Blaasjes, ik daar door myne ontdekking zou brengen tot den hoogsten trap van zekerheid ...
    (*)  [Dit zyn de bekende Knapglaasjes, die men in Vrankryk noemt Larmes Bataviques of Larmes d'Hollande.]  [<]
310   Ik liet dan, op de gewoone manier, verscheide druppels van ons Glas werpen in een Emmer van koud Water, en de Traanen, die ik op den bodem vond, hadden geen Blaasjes; zy borsten evenwel met een Slag en verspreidden zig in ontallyk veel kleine deeltjes, als men 'er de Staart van brak. Ik heb, in 't voorgaande Jaar, de Eer gehad, om 'er van te laaten zien aan de Heeren NOLLET en CAMUS. ...
311   Voor den Abt NOLLET was de Eer overgelaten, om de regte verklaaring daar van te geeven. ... (*).
    (*)  [Zie Het IV. Deels 2. Stukje der Natuurkundige Lessen ... bl. 768.]

312   In de Glas Fabrieken ... Indien 'er geen Blaasjes zyn in het Glas, of zo 'er weinig zyn, ontstaat dit niet uit de verdryving van de Lugt, maar daar uit, dat de Zoutige Damp zig niet heeft kunnen vergaderen, en egaal verspreid is door de geheele Klomp van 't Glas.
314   ... dat het Zout van Glas niet minder de oorzaak is van de Blaasjes in 't Amailjeersel [^], dan in het Glas.

10, 327
    -334

A. R. Martin, Natuurlyke Phosphorus ... Visch en Vleesch die in 't donker Licht geeven
( Der Kön. Schwed. Akad. der Wissenschaften Abhandl. auf das Jahr 1761. XXIII. Band. pag. 224.)
[ 'Natürlicher Phosphorus, oder Versuche mit Fischen und Fleische, so im Finstern leuchten', vert. H.?]

328   ... nu onlangs bevonden, dat het Vuuren van de Zee, ten minste voor een gedeelte, door zekere Insekten veroorzaakt wordt (*).
In 't jaar 1759 kwam my het Licht geeven der Visschen in 't donker als een nieuwe zaak voor ...
    (*)  [By LINNÆUS worden deeze Insekten genaamd Neris Noctiluca [^], en zy strekken tot Onderwerp van een Vertoog, onder zyne Voorzittinge verdedigd, dat den tytel voert van Noctiluca Marina. Amœn Acad. Tom. III. p. 202 {C.F. Adler (^)}. Verscheiderley zodanige Lichtgeevende Insekten meent de Heer Doktor BASTER in het Zeewater gevonden te hebben; doch anderen ... door zekere Phosphorieke Stoffe in het Zeewater veroorzaakt ... Heer LE  ROY in het VI. D. deezer Uitgezogte Verhand. bl. 407. Waar tegen gemelde Zeeuwsche Doktor ... in het VII. D. bladz. 116 {<}. ... het gene wy uit ADANSON bygebragt hebben, op het Vertoog van den Heer DE  RIVILLE, over het Vuuren der Zee: in het VII. Deel deezer Verhandelingen, bladz. 264. ...]

330   2. Alle Visschen uit de Zee geeven Licht, maar de Visschen van binnenlandsche Wateren schynen deeze Eigenschap niet te hebben. Ik heb egter, daar omtrent, nog niet meer dan twee Proefneemingen in 't werk gesteld; aan den Berg-Salm, namelyk, der Laplanderen (*) ...
    (*)  [Een Visch in Sweeden genaamd Reuding ... een roode of Goud-Forel. Zie de Natuurl. Historie. VIII. St. bl. 190.]

332   11. Men kan de Schubben van de Visch op een Papier afschaaven; alsdan glinsteren zy, zo lang zy vogtig zyn ...
334   ... het Licht, dat men in de Grafsteden der Ouden gezien, en voor altoos brandende Lampen gehouden heeft.

10, 365
    -370

J. Beccaria, Berigt aangaande de dubbele Straalbreeking in Krystallen
( Philos. Transact. for the Year 1762. Vol. 52. Part. 2. p. 486.)
[ 'An account of the double refractions in crystals', vert. H.]

prisma Uit: Phil. Trans. 52

365   ... een Prisma van Berg-Krystal, 't welk ik zodanig heb laten houwen, dat het zeer bekwaam wierdt tot verklaaring van de Wet, volgens welke het Licht in zodanig een doorschynend Lighaam wordt gebroken. Dit Prisma (Plaat LXVI. Fig. 4) ...
366   ... verscheide Bergkrystallen hebbende doen polysten in haare natuurlyke gedaante, vertoonde zig, zo menigmaal ik door eenigerley hoek van dezelven keek, dien derzelver regthoekige Vlakken met elkander maaken, het Voorwerp altoos dubbeld, en altoos ieder Beeld van 't zelve gekleurd, wanneer ik door een der driehoekige Vlakken keek, die aan den top zyn, en door een der regthoekigen, die nevens den As leggen.

368   HUIGENS spreekt in zyn Werk over 't Licht, in het Vyfde Hoofdstuk, welks Opschrift is: Van de wonderbaare Straalbreeking in 't Yslandsch Krystal: aldus. "En dit was, dat in het Bergkrystal ook een dubbele Straalbreeking ware, gelykerwys in het Yslandsche Krystal; hoewel baarblykelyk kleinder", enz. [p. 59]
NEWTON, in het XX. Vraagstuk zyner Gezigtkunde, zegt: "Het Rots-Krystal heeft, op dergelyke wyze, een dubbele Straalbreeking; maar het verschil der Straalbreekingen is kleiner en niet zo duidelyk, als in het Yslandsche Krystal". [Engl. 1721, p. 330]
De dubbele Straalbreeking, egter, van het Bergkrystal, komt niet dan in dubbelheid overeen met die van het Yslandsche. ...

369   Maar, zyn 'er nog geen andere Lighaamen, in welke of een dubbele of ook meervoudige Straalbreeking plaats grypt? De Heer 's GRAVESANDE heeft, immers, in een gelykhoekig Prisma uit een Brasiliaanschen Keysteen, een dubbele Straalbreeking gevonden in ieder hoek; maar in ieder hoek verschillende (*). ...
    (*)  [Ik heb doorschynende Keysteenen, met een Rug gesleepen, door welken de Voorwerpen, daar men ze op legt, zig dubbel en in hunne natuurlyke Kleur vertoonen.]
    [ 's-Gravesande, Physices elementa mathematica (1742), II, 896-.]

370   ... het is my nu ten uiterste waarschynelyk, dat alle de Breekingen en Buigingen der Lichtstraalen voortkomen uit de kragt van dat Elektrikaale Vuur, waar door de Middelstoffen, die ongelyke Straalbreekende of Straalbuigende Vermogens hebben, van een gescheiden worden.
    [ Voor 'buigingen' staat er in het origineel: reflexiones. "... est mihi longe verisimilum: refractiones et reflexiones omnes radiorum lucis contingere vi ejus ignis electrici, a quo dirimuntur media, quae habent vim refringentem, aut reflectentem inaequalem."]

10, 502
    -505

N. Struyck, Berigt wegens den Komeet ... 1764  [z.o. 9, 157]

502   In 't begin van 't gemelde Jaar is een Komeet verscheenen, waar omtrent my de Heer MESSIER, op myn Verzoek ... Waarneemingen heeft medegedeeld ...
504   By deeze Waarneemingen was gevoegd de Bepaaling van den Weg door den Heer PINGRÉ ...


10, 506
    -516

[M. Houttuyn], eenige vreemde Visschen  [Pl. 67]

10, 517
    -518

M. Houttuyn, Na-Berigt

10, [519]

Algemeen Register der Tien Deelen


    Bespreking van No. 37 en 38 in Vaderlandsche letteroefeningen, 6-1, p. 252, 290.




Opmerking

Hierboven staan vooral uittreksels van 'Uitgezogte verhandelingen' op het gebied van wis-, natuur- en sterrenkunde, ongeveer een derde gedeelte van het totaal (zo'n 400 stukken). Zie de Inhoud van elk deel voor andere onderwerpen.
    Andere tijdschriften die digitaal beschikbaar zijn.
    Populaire werken.
    Genootschappen.
    Geschiedenis van de sterrenkunde.
    Geschiedenis van de elektriciteit.


Home | Verhandelingen | < Houttuyn 7 - 10 (top)