Deel 1, 2, 3, 4, 5, 6, Bladwyzer (1-6), 7, 8, 9, 10, 11, 12, Nieuwe Het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte is opgericht in 1769 door de uurwerkmaker Steven Hoogendijk onder de zinspreuk: "Certos feret experientia fructus" (de ondervinding zal betrouwbare voortbrengselen geven). Het genootschap heeft nu een website. De titelprent (zie hierboven) is van R. Vinkeles. |
Deel 1, 1774 (^) | ||
i | De Oprigting en Handelingen van het Bataafsch Genootschap | |
i ... heeft de STICHTER van dit Genootschap deszelfs onderzoekingen en bedoelingen alleen willen bepaalen tot de ondervindelijke Konsten en Wetenschappen ... ii Zijn voorneemen om dusdanig een Genootschap op te rigten, ontdekte hij in de maand Maart 1769. het eerst aan de Heeren L. BICKER en M. SCHOUTEN, en vervolgens aan de Heeren S. DE MONCHY, L. PATYN en C. NOZEMAN, geevende hun te kennen, dat hij ter goedmaakinge van de kosten, die tot zulk eene onderneeming vereischt worden, eene genoegsaame somme Gelds bestemd hadde; dog dat hij verkozen hadde om, geduurende zijnen leeftijd, bij het Publijk als Stichter dezes Genootschaps niet bekend te wezen; hen tevens verzoekende om hem in hoedanigheid van Directeuren daar in de behulpsaame hand te bieden. iv ... de groote Zaal van de Beurs dezer Stad ... v ... op eenen en denzelfden grond te vestigen die twee voornaame Zuilen van Neerlands welvaaren, den winstaanbrengenden Koophandel en de nutte Konsten en Wetenschappen. xxviii-xxxv [uit Plan en Grondwetten] ... Oogmerken des Genootschaps. ... ... de Stichter ... aandagt op den grooten overlast en de veelvuldige schaade, welke onze Binnenstad telkens lijdt, en van jaar tot jaar meer lijdt, van het hoog opgemaalen Polderwater, dat, bij gebrek van Sluisgang, niet kunnende ontlast worden, de laage Straaten en Wooningen maanden lang onderzet ... xliv ... ALLAMAND .. heeft de Vergaderinge [10 aug. 1772] het Model van eene VUUR-MACHINE, naar de laatste verbetering vervaardigd, vertoond, en deszelfs samenstelling en werking verklaard; waarna hij ze heeft laaten werken, wijzende ook bij deze gelegenheid aan het groot nut dat 'er ons Land uit trekken zoude, indien men Vuur-Machines in plaatze van Water-Molens gebruikte. [ Lissa Roberts, 'Mapping steam engines and skills ...' in The mindful hand, 205: "it ran out of steam after only a few strokes" beter model van Jan Paauw.] | ||
xlix | Naamlyst | |
lix | Inhoud | |
1 | L. Bicker, Rivierkundige Grondwaarheden ... | |
i-xiv Voorrede. vi ... C. VELZEN [Velsen] in 't jaar 1749 .. Rivierkundige Verhandeling ... vii ... BEYERINCK [1770] ... viii ... toen het Genootschap de eerst ontworpene Rivierkundige Stellingen [1770] ter beoordeelinge en verbeteringe voorstelde. ... ix zoo veele en verscheidene byzonderheden, zulke verschillende gevoelens van zoo veel kundige Mannen over een en het zelfde onderwerp ... 15- Grondwaarheden I-CCCXXVII. 86- Aanmerkingen ter ophelderinge. ... Konsttermen ... 149- Nader elucidatie ... Door den Landmeeter D. KLINKENBERG ... [z.o. 2, 199] | ||
213 | S. Hoogendyk, Beschrijving van eenen nieuwen Pyrometer, of Vuurmeeter | |
Om de Uitzetting der Vloeistoffen te onderzoeken, baande de vernuftige DREBBEL een gereeden en gemakkelijken weg door zijne uitvinding van den Thermometer ... [ Zie Is. Beeckman, 'Journal', II, 441.] 214 ... MUSSCHENBROEK .. den naam gaf van Pyrometer of Vuurmeter, en waarvan hij in 't Jaar 1731. 't eerst de Beschrijving mededeelde in zijne Bijvoegselen op de Latijnsche Vertaalinge van de Proefneemingen van de Academia del' Cimento ... |
Uit: Tentamina ... (1731) Add. 12, Tab. XXX, p. 16* |
215 ... in de laatste Latijnsche Uitgaave van zijne Proefondervindelijke Wijsbegeerte in 't Jaar 1761. eene nieuwe Afteekening ... [ Introductio ad philosophiam naturalem (1762), 610 en Tab. XXXIII, Fig. 3.] ... ik meen verscheidene verbeteringen op dit Werktuig gevonden te hebben ... 217 ... den koperen Lamp met 7 Pijpjes [zie 1e fig.] .. met een dekzel openstaat, om 'er Alcohol of Olij in te gieten, en de pitjes katoen in de Pijpjes te doen. 220 ... tot hoe verregaand klein gedeelte de verlenging en verkorting van een Staafje van 10 duimen, door middel van dezen Wijzerplaat, te kennen zij ... zoo zal .. den Wijzer, éénen graad voortgegaan zijnde, aanwijzen, dat het Staafje .. 1/5760 van ééne geheele linie [0,4 μm] verlengd is; en, gemerkt men den Wijzer een halven graad kan zien voortgaan ... [ Musschenbroek 1762, 610: 1/12500 duim = 2 μm.] 221 DE is een Thermometer [fig.], waar van de bol, die omtrent 6 duimen lang en van 3 of 4 linien middellijns is in het Bakje op dezelfde hoogte van het Staafje hangt ... | |
235 | P. Camper, Verhandeling over het Zaamenstel der Groote Beenderen in Vogelen ... |
235 Dikwerf heb ik het zeggen van den Grooten GALILÆUS A GALILÆO bewaardheid bevonden; dat men naauwelijks eenige deelen der Dieren door Ontleeding kan naspooren, zonder duizenderleij wonderen der Voorzieninge en wijze Natuur, dat is van den Schepper, te ontmoeten (a). Verscheiden voorbeelden van deszelfs verbaazende grootheid heb ik reeds omtrent de Voortteeling der Padden [<], en de Gehoortuigen in verscheidene Visschen [<] en andere Dieren gegeven ...
(a) Syst. Cosmicum Dial. 2. pag. 210. [Leiden 1699] quis nescit, in resecandis animalis alicujus membris posse sexcenta providae, sapientissimaeque Naturae miracula detegi. [ Dialogues (transl. Th. Salusbury, 1661) 197: "who knoweth not, that in the dissection of the members of a beast, there may be discovered infinite wonders of provident and prudent Nature".] 236 ... de Beschouwing der ledige holtens van de groote Beenderen der Vogelen, en de wijze hoe dezelve door de gemeene lugt vervuld worden. GALILÆUS (a) en BORELLUS (b), hebben wel omtrent de Beenderen der Vogelen aangemerkt, dat zij fluitagtig hol, en dun van zelfstandigheid .. zijn ... (a) De Mechanica Dial. 2. pag. 132. [Engl. (1914) 150, fig. 37: "men have discovered, therefore, that in order to make lances strong as well as light they must make them hollow".] (b) De Motu Anim. Prop. 194. pag. 156. [1685, p. 231: "ossa Avium fistulosa" (fistula - fluit), Tab. XI en XIII.] | |
245 | P. Camper, Aanmerkingen over het Gezang der Mannetjes Kikvorschen |
245 Wandelende in het Voorjaar heb ik dikwerf met verwondering gezien, dat onder de Kikvorschen in den teeltijd, zommige met groote uitgezette witte blaazen, aan beide de zijden van het hoofd, onder het maaken van een schel geraas, over het water huppelende, naar 246 hunne Egaas voortsprongen ... SWAMMERDAM ... de XLVI. Tafel ... 248 pag. 792. Bibl. Nat. Tom. II. ... 249 De groote HARVEY ... De Gener. Anim. Exerc. III. pag. 5. [Amst. 1662] ... PLINIUS ... De Vocibus Lib. XI. C. 51. [Lyon 1587, p. 292; Engl.: "Frogs keepe a croaking after their kind ... not framed in their breast or stomack."] Wij hebben in .. het VI Deel der Haarl. Verhand. I Stuk Bladz. 277. opgemerkt, dat de Tong van dit Gedierte als omgekeerd .. was ... 250 ... PLINIUS ... Lib. XI. Cap. 37. .. De Lingua Anim. ... "Als dan wordt, zoodra .. een weinig Waters .. opgeslorpt is, door de beevende beweeging van den Tong, het geschreij gemaakt." [1587, p. 279; Engl.: "their tongue quavereth withall".] Deeze Blaasjes heeft hij zeer wel gekent, uit mijne Beschrijving nogthans schijnt het opslorpen van het Water hier toe niet noodig te zijn. 252* Plaat X [figuur hierboven]. | |
277 | J. F. Hennert, Eerste Verhandeling over de Acromatique of Dollondsche Verrekijkers ... [Z.o. Uitgez. Verh. 5, 554.] |
277 ... Verrekykers of Telescoopen .. bijzonder die van GREGORI .. de geleerde Konstenaar SHORT ... 278 Volgens de nieuwste Berigten van den Heere J. BERNOULLI .. (a), zijn de Telescoopen van SHORT, van verbaazende vermogens. (a) Zie zijne Lettres Astronomiques, Berlin 1771 [p. 87]. Telescoopen van 1 .. 4 .. en 12 Voeten vergrooten de middellijnen der Voorwerpen, 110 .. 400 .. en 1200 maalen. Indien men, volgens de Tafel van HUYGENS*), Astronomische Verrekykers van zulke Vergrootingen wilde vervaardigen, zoo moesten zij de lengte van 30 .. 410 .. en 3460 Voeten hebben; zulke gedrogtelijke gevaarten zouden zelfs den begeerigsten om de Steden in de Maan te zien, den moed beneemen. De grootste Verrekykers, die men in Engeland en Frankryk gebruikt heeft, zijn slegts van 120 Voeten geweest, dewelke maar 218 maalen, bijgevolg niet meer dan een Telescoop van 19 Duijmen vergrooten. [ *) Opuscula postuma (1703) 212; vgl. O.C. XIII, 499.] Ons Nederland pronkt ook met een voortreflijk Konststuk ... Dit Telescoop is negen Voeten en vergroot 5 tot 600 maalen. .. van zijnen Bezitter den Heer VAN DE WAL te Amsterdam .. met eigen handen vervaardigd ... in mijne Elementa Optices [1770] nader beschreeven. [ Zie: H.J. Zuidervaart, 'Zo'n mooie machine ...', in Gewina 26 (2003) 148-165 en Id. 'Reflecting popular culture', in Ann. of Sc. 61 (2004) 407-452.] Nochtans zijn de Telescoopen van ongemakken niet bevrijd. 279 ... beweeging van den Voet ... heeft men het Voorwerp verlooren, is het niet zoo ligt het zelve weder in het Telescoop te brengen. Egter kan men eenen Verrekyker van twintig Voet taamelijk wel tot zijn oogmerk beweegen. De Telescoopen ontbreekt het ook doorgaans aan helderheid en klaarheid ... ... zoude men zich doch daar mede moeten behelpen, indien ons niet EULER .. met de hoop tot eene onverwagte verbeetering der Verrekykers hadde verrascht. 280 NEWTON .. Optica (a) .. straalen door twee Middelstoffen ... Wet .. dat het verschil van de sinus der breekinge van straalen van verscheidene kleuren, als blaauwe en roode, in twee verschillende Middelstoffen in eene gegeevene reden blijft. EULER toonde aan (b), dat deeze Wet geen plaats konde hebben omtrent straalen, die uit een digter in één ijler Middelstof vallen. ... (a) Zie NEWTON Optica Lib. I. Pars II. Exp. VIII. [Opticks (1704) I-2, Exp. 8.] (b) Zie Memoires de l'Académie des Sciences de Berlin [BBAW, Histoire] van den Jaare 1747 [p. 274-96, fig.] en 1753 [p. 294-309; de verhouding van de logaritmen der brekingsindices voor rood en violet blijft constant (p. 308)]. 381 [281] Acht slaande op het gebruik der verscheidene Vogten in het Oog .. het wegneemen der kleuren ... [Euler 1753, 303] 382 [282] DOLLOND .. bewees de onmooglijkheid van een Acromaticq Glas te maaken. Doch. door de nadere Poogingen van EULER en KLINKENSTIERNA (a), wierd hij in zijne stellingen aan het wankelen gebragt ... (a) Zie Memoires de l'Academie des Sciences de Paris Anno 1756. pag. 405. 383 Nu ziet men waarom de Acromatique Verrekykers, thans Dollondsche genoemt worden. Zij zijn door EULER uitgevonden; DOLLOND heeft alleen in de plaats van Water het Flintglas gebruikt. 384 Was DOLLOND niet zoo ver in de Optica geoeffent geweest ... Zonder dien geleerden Konstenaar zouden wij niet zoo ver gevordert zijn. Ik heb voorgenomen de Leer der Acromaticque Verrekykers in drie Verhandelingen voor te draagen, zoo wel tot onderrigting van den Wiskundigen als van den Kunstenaar. 396 Het duijdelijk zien door de Verrekijkers word niet alleen verward door de afdwaaling der Kleuren, maar ook nog door eene afdwaaling des Brandpunts, welke uit de Figuur der Glazen voortspruit. 401 [301] ... zal ik veel bruikbaare en naauwkeurige formulen opstellen .. tot het vinden van de groote der boogen van de Glazen ... Fig. 8. 408 Alle de Meetkundigen zedert HUYGENS, hebben geleerd, dat eene Lens van de afdwaaling des Brandpunts, uit de Figuur van het Glas spruitende, niet bevrijd kan worden. Zij hebben daarom maar de radien der zijden der Lens voor de kleinste afdwaaling bepaald. 409 Ik zal nu tot de tweede Hoedanigheid der Verrekijkers, namentlijk tot de vergrooting overgaan. 415 Ik ga nu over tot de derde Eigenschap der Verrekykers, namentlijk tot het Veld. 420 ... zocht ik het Veld met behulp van de tijd des doorgangs van Jupiter door den Verrekyker naauwkeuriger te bepaalen. Ik deed deeze Waarneemingen op den Starre-Toorn van onze Hooge Schoole, den 18. en 19. September 1771, wanneer Jupiter kort voor de Maan door de Meridiaan passeerde. 421 Over de Helderheid der Verrekykers. 426 Over de verscheidene soorten der Verrekykers. 430 De Opera-Kyker moet de nabij zijnde Voorwerpen niet veel vergrooten ... zeer groot Veld hebben. 432 De Katten-Oogen ... om bij nagt de Voorwerpen te onderscheiden ... groote helderheid ... De Engelsche Kaapers hebben in den laatsten Oorlog den goeden uitslag van het Katten-Oog in het neemen van Fransche Prijsen ondervonden. Ook gebruiken de Starrekundigen het met voordeel om de Comeeten te ontdekken. [ J. F. Hennert, 'Dissertation sur les Moyens de donner la plus grande perfection possible aux Lunettes dont les objectifs sont composés de deux matières', Berlijn 1773.] | |
455 | C. Nozeman, Het Rhabarber van de echtste soort |
477 | D. de Gorter, Beschrijving van een Bloem-Horologie |
477 ... dat 'er zeer veele soorten van Bloemen op gezette uuren des daags open gaan, en zig wederom sluiten ... | |
523 | C. Vaandrager, Antwoord ... Is 'er eenig middel om onze Landen, die door Regen- of Opperwater overstroomd zijn, en het Water uit zig zelve niet loozen kunnen, op eene spoediger en gereeder wijze, en met geen meerder kosten, dan tot hier toe door Wind- en Molenwerk geschied is, van het zelve te ontlasten? zoo ja, welk? |
526 Naardien mij verscheide Werktuigen bekend zijn tot verschillende verrigtingen dienende, welke door het bewogene Water van Ebbe of Vloed, in beweeginge worden gebragt .. hebbe ik overwogen of men niet het zelve vermogen zoude kunnen aanwenden, tot het doen beweegen van een Werktuig, bekwaam om het Water uit deze laage Landen op te maalen en in de gemeene Rivier uit te brengen. 527 ... een genoegsaam grooten Boezem, bestaande in een zekere uitgestrektheid Lands .. met een Dijk omringd .. eene zekere opening .. welke met een Schuif naar begeeren kan gesloten en weder geopend worden ... Wanneer men nu in deze opening plaatst een Water- of Onderslag-rad ... 528 ... het Polderwater ... nog een kleindere Boezem .. waarin het opgebragte Water gestort en vergaderd word ... ... het Onderslagrad, regts door den Vloed of links door de Ebbe, omgevoerd word. 530 Pl. XVII. A vertoont zoodanig een Boezem ... 531 Pl. XVIII. Fig. I. vertoont dit Rad van vooren te zien bij A. Het zelve is groot 24 voeten middellijns en breed 6 voeten. ... Aan dezen Wateras is nog gevoegd een Spoorwiel d .. Kammen vattende in nog een ander Spoorwiel e .. gevoegd aan een anderen Wateras f. Om dezen Wateras hangt het Schep- of Trommelrad g ... Deze Trommel ... word gehangen in het Polderwater ... 532 De Ontlastopening in den omtrek van den As des Trommels by i te zien, staat .. 5 voeten boven de oppervlakte van het middelbaare Polderwater, tot welke hoogte het zelve opgebragt en vervolgens gestort word in den kleinen Boezem. .. in Pl. XVII. B ... 533 ... een gelijke werking met de Ebbe te kunnen doen .. de aanvoeging van een enkele Schijfloop. .. Fig. III. .. B de Schijfloop ... 535 De Werktuigkundigen hebben bevonden, dat een Waterrad de grootste magt oeffent, wanneer het een derde van de snelheid des Waters heeft, door 't welke het bewogen word, en dat de grootste magt, die zoodanig Rad kan oeffenen, gelijk is aan een zesde van de kragt des Waters, 't welk tot deszelfs beweeging word aangewend (a); wijders dat de snelheid des Waters, vallende van twee voeten hoogte, gelijk is aan elf voeten in één seconde tijds (b). (a) Zie Disaguliers 3. Deel Pag. 17. [Desaguliers, 1751] (b) Denzelfden pag. 15. 538 ... de redenen, welke mij bewogen hebben in dit geval het Trommelrad te verkiezen boven het Scheprad. Het Scheprad heeft, om met vrugt te werken, noodig een zekere snelheid, het zelve moet ten minste zesmaal in ééne minuut omgevoerd worden .. daar het Trommelrad, hoe traag ook deszelfs beweeging zij, altoos zijne volle laading bij iederen ommegang uitstort ... | |
Bespreking van deel 1 in Hedendaagsche Vaderlandsche letter-oefeningen, 3-1 (1774) 595-600. |
Deel 2, 1775 (^) | |
xxi | Inhoud |
1 | J. van der Linden, Antwoord ... Dewijl de Rivieren de Merwe van Loevestein af, en de Oude- en Nieuwe Maas voorbij den Briel ... vernaauwd en ondiep geworden zijn ... welk is het beste Middel om dezelven te verbeteren ...? |
19 Aanmerkingen ... | |
27 | R. Jelgerhuis, Antwoord ... Verbeteringen ... omtrent de Vorm en den Toestel der Vaten, Fornuizen of Stookplaatsen en Vuurgangen ... Brandstoffen, in ... gevallen, waarin vogten moeten heet gemaakt, gekookt ... |
27 Rienk Jelgerhuis, Schilder, Katoen- en linne gaaren roodverwer, te Leeuwaarden. 29 Naardien ik verbeteringen van dien aart als in deze Vraag bedoeld worden zelf behoeftig, en om dezelve te bekomen reeds voor lange bezig geweest was .. zoo was de voorgestelde Vraag .. mij een sterke prikkel tot uitgebreider onderzoek ... 31 ... waarom ik mij benaarstigde de werking van het vuur en de vlamme naauwkeurig gade te slaan, en ik wierde proefondervindelijk op 't allerduidelijkst gewaar, dat het Vuur of deszelfs voornaamste hitte verticaal, regtstandig naar boven, werkt, zoo en in diervoegen, als .. MUSSCHENBROEK, het zelve beschrijft en met proeven bewijst. Zie bij hem §. 991 32 en 992. in zijne Beginzelen der Natuurkunde [1739], handelende van het Vuur, als mede N. LEMRY [Lemery] Philosoph. labor. of Chimisten Stookhuis [1725], Hoofdstuk 28. Bladz. 119. en volgende, handelende van het Koper. .. Dat zelve vond ik bevestigd in een Bier-Brouwers Eest [drooginrichting, L: aestus - hitte] ... ... in de Zout-Keeten ... in de Tichelsteen Ovens ... 33 Waar uit blijkt, dat het Vuur in den laagsten gloed niet het heetste is; maar bijna aan de punten der vlammen ... 34 Het beantwoorden van die Vraage is egter niet zonder zwaarigheid, naardien het onderwerp meest voorkomt bij eerste knegts, of 35 zoodanige handwerkslieden, die, hoe volmaakt zij het ook verstaan, veelal te ongeöeffend zijn, om zig behoorlijk te kunnen uitdrukken, en verstaanbaar te schrijven; 't welk misschien eene reden is dat men over deze stoffe zoo weinig in 't licht ziet. ... het teekenen van Figuren ook voor bekwaame wel bevattelijke woorden konde dienen ... 38 En naar deze opgave diende men .. zoo veel mogelijk in te rigten alle Vaten of Ketels, voor Brouwers, Teerkookers, Verwers van Lakenen, Saaijen en Baaijen, Katoendrukkers, Kostketels in Combuisen op Schepen, in Gast- Leproos- en Weeshuizen, Smeer- en Traansmelterijen, Water-Ketels op Bleikerijen en Lijmzieders; ook zulke en zoodanige als men op Scheeps-Timmerwerven bezigt om het Hout leenig te kooken ... | |
50 | A. Roskam Kool, Verhaal van twee Proeven met gezaait en geplant Koolzaad |
79 | C. Bloys van Treslong, Beschrijving van eene nieuw uitgedagte en beproefde Hooij-Egge |
147 | L. Bicker, Beschrijving van eene Nieuwe Dubbelde Lugtpomp, die zelve haare Kraan opent en sluit, uitgedagt door Jacob Kogel, de Jonge |
147 Gelijk de Lugtpomp zekerlijk eene der bekwaamste Sleutels is, die de Konst uitgedagt heeft, om voor zig de toegangen tot de geheimen der Natuur te openen, zoo is zij buiten twijffel ook een der nuttigste en aangenaamste Werktuigen voor den Natuurönderzoeker ... 148 ... OTTO GUERICKE, Burgemeester van Maagdenburg, welke in den jaare 1654. de eerste Lugtpomp voor den dag bragt [<] ... ... dat die Lugtpomp de volmaaktste is, .. door middel van welke men de Lugt, in een glazen Klok of ander Vat besloten, op de spoedigste en gemakkelijkste wijze het meest verdunnen kan .. en welke tot het neemen van allerleij proeven, zoo wel met verdikkinge als verdunninge der Lugt, de bekwaamste is. 149 ... het meest is men onbeslist geweest omtrent het gebruik der Kraanen en Kleppen, aan welke van beiden men de voorkeur behoorde te geeven. De beroemde BOYLE .. (*), die reeds in 't jaar 1669. zijne eerste verbeterde Enkele Lugtpomp te voorschijn bragt, is mede de eerste geweest, die 'er Kleppen in gebruikt heeft, en wel in zijne Dubbele Lugtpomp, die hij, met behulp van den vermaarden PAPIN, ook 't eerst uitgedagt, en vervolgens openbaar gemaakt heeft. (*) ... zijne Continuatio prima & secunda Experimentorum Physico-Mechanicorum [fig.] ... 150 ... 's GRAVEZANDE, het voordeel der Kraanen .. vond 'er indedaad een middel toe .. doende door dezelfde werking, die de Zuigers doet op- en nedergaan, de Kraanen der beide Pompen beurtlings en van pas openen en sluiten. Men vindt het zelve afgebeeld en beschreven in zijn Elementa Mathematica Physices Tom. II. pag. 502. Tab. LXIV en LXV [1725, Tab. XXXIX, XL], en in de Beschryving der Nieuwe soorten van Lugtpompen, door JAN VAN MUSSCHENBROEK (*), welke natuurkundige Konstwerker dat middel .. 't eerst gemaakt heeft. ... NOLLET had 'er zeer veel mede op ... Memoires de l'Academie Royale des Sciences de 1740. pag. 575 [fig.], in 4o. In Engeland egter nam men deze verbetering der Kraanen niet zoo gereed over .. of dat men moeite vond om de Konstwerkers van den ouden slender af te brengen ... (*) Deze Beschrijving vindt men agter het geächte Werk van deszelfs Broeder, den wijdberoemden Natuurkundigen P. VAN MUSSCHENBROEK, genaamd Beginsels der Natuurkunde. [ Foto: Museum Boerhaave, V09625.] 151 ... SMEATON ... in de Uitgezogte Verhandelingen IX Deel, Bladz. 112 ... 152 ... JACOB KOGEL ... 153 ... Dubbele Lugtpomp ... bestelde dezelve aan Jonathan Cuthberson, een zeer bekwaam en vernuftig Konstwerker in Natuur- en Wiskonstige Werktuigen ... 154 ... de VI. [figuur hiernaast] en VII. Plaat ... 171 De redenen van de samenstellinge dezer Lugtpomp. 181 De wijze van de werkinge dezer Lugtpomp. 191 De Voordeelen van deze Lugtpomp boven anderen. ... bevonden, dat de Lugt ten minsten twee duizend maalen verdund was ... |
Deel 3, 1777 | ||
xix | Inhoud | |
1 | G. G. Ten Haaff, Eerste Antwoord ... Welke zijn de Redenen of Oorzaaken waarom 'er op de uitgaande Schepen der Nederlandsche Oost-Indische Maatschappije ... thans meerder volk sterft, dan voorheen ... | |
5 Verhandeling over de oorzaaken en behoedmiddelen ter voorkominge van de tegenswoordig meerdere sterfte van het volk op onze Oost-Indische scheepen. [Vgl. Verh. Holl. Mij, 6, 1-185 en Verh. Zeeuws Gen. 6, 3-224.] | ||
45 | D. Schuurman, Tweede Antwoord op dezelfde Vraage | |
87 | J. F. Muller, Derde Antwoord op dezelfde Vraage | |
87 Joachim Fredrik Muller, Burger te Amsterdam [evenals als andere J. F. Muller] | ||
165 | J. Roodenrys, Eerste Antwoord ... Is 'er, in aanmerking nemende de gelegenheid der Stad Rotterdam, eenig Middel ten uitvoer te brengen, om uit derzelver Buitenstad het Water te keeren ... tot 3 à 4 voeten beneden het Peil van den Vloed van den 14 November 1775 ... | |
183 | J. Horsman Hzn., Tweede Antwoord op dezelfde Vraage | |
241-50 Bijvoegzel | ||
Bespreking van deel 3 in Hedendaagsche Vaderlandsche letter-oefeningen, 6-1 (1777) 579-582. |
Deel 4, 1779 (^) | |
xxiv | Inhoud |
136 | A. Roskam Kool, Aanteekeningen van twee proeven, de eene met Garst gezaaid, en geplant ... en de andere met Tarw |
183 | L. Bicker, Verhandeling over de Molenroeden |
183 Ter beantwoordinge van de vraag: Welke middelen zijn 'er, om te voorkomen, dat de Roeden der Windmolens niet zoo dikwijls, als gewoonlijk geschiedt, bij den As breeken ... Uit de op deeze Vraag ingekomen Antwoorden en eigen Bedenkingen opgesteld. 186 ... zestien Antwoorden ... 188 ... nog zeven Antwoorden ... 190 Eene gewoone Molenroede wordt gemaakt uit een Rigaaschen greinen balk, van omtrent 60, 70 of 80 voeten lengte ... hegt men 'er gemeenlijk een greinen of vuuren lasch aan van 10, 11 of 12 voeten ... 196 ... de onderscheiden gedeelten der hekken of zeilen eenen verschillenden hoek of helling hebben ... De reden van deze samenstelling der Roeden steunt op bekende beweegkundige beginselen ... Die van de lengte der Roeden .. dat men grooter kracht oeffent, naar maate men met langeren hefboom, of op grooter afstand van deszelfs steunpunt werkt. 204 ... de krachtgraad, dien de Roeden door de werking des winds verkrijgen, dit is een onderwerp van een zeer verheven en moeijelijk onderzoek. De grootste wiskundigen, PARENT, PITOT, BELIDOR, EULER, MACLAURIEN en DANIEL BERNOULLI hebben 'er hun vernuft op stomp gewerkt, zonder de juiste waarheid te kunnen vinden. De Heer LULOFS, schoon door dezen voorgelicht, heeft .. erkent, dat 'er nog veel in overbleef, waar voor hij stilstond ..; dat de Windmolens veel meer doen, dan de theorie beloofd .. (a). (a) Zie de Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappije II. Deel Bladz. 600. 205 De Heer HENNERT heeft in zijn wiskundig Werk (b) dit onderwerp ook door de verhevener wiskunde onderzogt ... (b) Cursus Matheseos Adplicatae, Part. II. Pag. 176. et seq. [1769] |
Deel 5, 1781 (^) | |
xxiii | Inhoud |
1 | J. R. Deiman, A. Paets van Troostwyk, Antwoord ... Verhandeling over de Vaste Lucht [z.o. Verh. Holl. Mij, 24 (1787) 59-410] |
3 Zeker is 't, dat de kennis der Vaste Lucht, maar seedert eenigen tyd, het onderwerp der Natuurkundige Waarneemingen geweest is. Na de ontdekking der Luchtpomp door den beroemden OTTO GUERICKE, na de verbetering .. scheen de kennis der Lucht volkomen te zijn, en het meerder gedeelte der Natuurkundigen vergenoegde zich, met deszelfs bekende eigenschappen, als zwaarte, veerkragt enz, te weeten. Dan 't waren de Engelsche Wijsgeeren .. nieuwe Proefeneemingen ... Byzonder was dit de Heer BOYLE, die, overweegende of het niet mogelijk zoude zijn, om eene vloeistof van zoo algemeene nuttigheid, gelijk de Lucht, door Konst voort te brengen, de eerste was, die .. eene veerkragtige vloeistof voortbragt .. de Vlam uitblusschende .. 4 .. vaste of gefixeerde Lucht ... ... BROWNRIG .. dat de Mineraale wateren .. eene Lucht bevatten, die merkelijk onderscheiden was van de gemeene Lucht ... LANE en BLACK .. dat deeze Vaste Lucht .. het yzer ontbond ... ... PRIESTLEY en CAVENDISH .. de Proeven met de eigenlijke Vaste Lucht aanmerkelijk verbeterd .. derzelve specificque zwaarte .. hoe met deeze Lucht het gemeen water kon bezwangerd worden, het welk daar door den smaak van 't Pijrmonts verkreeg ... [Priestley, 1772] 6 Wij hebben ons .. ook maar alleen bepaald tot die Konstluchten, welken wij als Vaste of Vastgelegde Luchten konden beschouwen; Namelijk de zoodanigen, welken, het zij door 't water, of door eenige andere bewerking, slegts gedeeltelijk vernietigd worden, als de Vaste, Brandbaare, Salpeter- en Dephlogisticque-Lucht ... 6 DE VASTE LUCHT. 17 DE NITREUSE- of SALPETERLUCHT. 25 DE INFLAMMABLE- of BRANDBAARE LUCHT. 34 DE DEPHLOGISTICQUE- of GEDEPHLOGISTEERDE LUCHT. 47 De Eigenschappen der (eigenlijke) Vaste Lucht. 53 De Eigenschappen der Nitreuse Lucht. 70 De Eigenschappen der Inflammable Lucht. 77 De Eigenschappen der Dephlogisticque Lucht. 85 ... aan te wijzen de voordeelen ... 86 Wat voor eerst de Geneeskunde betreft ... 1. .. een geheel nieuw Geneesmiddel ... 88 2. ... het waare nut der Ademhaaling ... 90 3. ... een middel .. om de gesteldheid van den Dampkring te onderzoeken ... 92 ... welk een nuttigen invloed .. op de Schei- en Natuurkunde ... ... het eerste .. een nieuw Licht .. over de samenstelling der Lighaamen. 94 Een tweede algemeen voordeel ... een opgeklaarder denkbeeld van veele der geduchste Natuurverschijnselen ... vuurspuwende Bergen ... de Aardbeeving ..? 96 .. ten derde ... middelen, ontdekt dewelken de Natuur voorbeschikt heeft, om den Dampkring, die, sedert zoo veel Eeuwen, door het vuur, door Ademhaaling .. en door de verrotting .. bedurven is, wederom te herstellen en te zuiveren; namelijk den groei der Planten, de Dampen, en de beweeging des Oceäans. | |
97 | B. Tiboel, Tweede Antwoord op dezelfde Vraag |
99 De Natuurkundigen verstaan eenparig door de Lucht, dat vlugge, onzichtbaare weezen, 't welk ons, onder de eigenschappen eener vloeistoffe, overal en altoos omringt, 't welk wij bestendig inademen, altoos beweegbaar is, veerkragtig, zuiver in deszelfs natuurlijken staat, en dus niet schadelijk, bezittende eene eigene zwaarte, doch verschillende naar mate zij zuiver is, evenredig drukkende op alle deelen der lighamen, waarin zij zich onthoudt, en welken zij omringt, de oorzaak des leevens, voorzoverre wij ze geduurig in- en uit-ademen, doordringende, en welke eigenschappen 'er meer zijn, die men standvastig daar bij waarneemt. 100 ... niet vermengen met de Lucht, welke, onder den naam van Dampkring, onzen Aardkloot omringt. Deeze, alhoewel haare basis, uit Lucht, bestaat, is een Chaös, of eene Lucht, die met alle soorten van dampen voorzien is ... 101 Reeds voorlang heeft de beroemde VAN HELMONT (*), die veerkragtige vloeistof, welke zich, geduurende de gisting, ontwikkelde, onder den naam van GAS SYLVESTRE, zoeken ter baan te brengen. ... In laatere tijden heeft HALES, met meer geluks, veele bijzondere eigenschappen der Lucht .. naargespoord en opgehelderd. (*) In Complex. atque Mixtion. Element. Figmentum. § 14 [p. 86]. [ § 30: vat aarde van 200 lb, boompje van 5 lb groeit in 5 jaar tot 169 lb, toch weegt het vat nog 200 lb.] 127 GEPHLOGISTICEERDE of BESMETTE LUCHT. 137 BRANDBAARE (INFLAMMABILE) LUCHT. 147 NITERLUCHT. 153 ALCALILUCHT. 155 ZEEZUURLUCHT. 159 DEPHLOGISTICEERDE LUCHT. 163 De voordeelen, welke de Maatschappy trekken kan ... | |
193 | G. G. ten Haaff, Scheikundige Verhandeling over den zouten aanslag der Turfkoolen |
Over de flogistontheorie zie H. A. M. Snelders, De geschiedenis van de scheikunde in Nederland, 1 (1993) 51-82: "Bij verbranding ontwijkt het flogiston uit de brandbare stof onder licht- en vuurverschijnselen." Bespreking van deel 5 in The Monthly review, 67 (1782) 511-520. |
Deel 6, 1781 (^) | |
xx | Inhoud |
1 | M. van Marum, Antwoord ... Door Proeven te toonen, welke Lucht-verhevelingen van de werking der Natuurlijke Electriciteit afhangen ... |
3 Inhoud. 7 Verhandeling over de Electrische Luchtverhevelingen. 8 EERSTE AFDEELING. De Blixem ... 9 Gelijk de Blixem het hout der Gebouwen, Schepen of andere brandbaare lichaamen aansteekt, even zoo worden ook verscheide brandbaare stoffen, en zelfs het hout volgens Dr. FRANKLIN,) door de Electrische stof aangestoken. [ Experiments and observations on electricity, 1751. Ned.] 10 ... dat de Magneetnaalden door den Blixem haare Poolkracht verlooren hebben, of van Poolen veranderd zijn () ... () Ziet hier van een voorbeeld door Capt. W. MAY ondervonden, en medegedeeld in het 12de Deel van de Verhandelingen der Hollandsche Maatschappij, bladz. 405. en een ander in de Vlissingsche Verhandelingen, 3e. deel, bladz. 615. ... mag men het thans voor eene door de ondervinding besliste waarheid houden, dat de Blixem eene ontlaading der Geëlectriseerde Wolken is. Ik zal verder deeze gewigtige waarheid door de duidelijkste Proefneemingen aantoonen. Ten dien einde heb ik den 11 volgenden toestel uitgedacht, en mij laten vervaardigen: AB is een houten geveltje, hoog 15 duimen .. verbeeldende den gevel van een gebouw, langs welke de afgebroken leider CF loopt ... Dit geveltje staat vast op den voet KL. Op deezen voet staat agter den gevel .. loodregt opgericht .. het koperdraad MN gebogen in O en P, zoo dat deszelfs bovenste gedeelte PM loodregt staat, en ten naasten bij regt boven de agter zijde van den gevel. 12 ... glazen plaat ... van agter bekleed met plaatzilver .. aan den voorkant .. zeer dun met Brons bestrooid, welke 'er door Mastikvernis .. is aangehegt. Op het spits van het koperdraad C, zet men een knop W ... ... sterkwerkende Electrizeermachine ... zoo wordt .. de Electrische stof op de plaat geleid, springt .. slangswijze, even als de Blixemstraalen, over deszelfs oppervlakte, en vermits deeze glazen plaat van agter ook een bekleedsel heeft, van het welke de stof .. kan worden afgevoerd, zoo wordt dezelve gelaaden. Het glas 13 genoegzaam gelaaden zijnde, ontlast zich op den knop W ... Deeze plaat verbeeldt eene Wolk ... eene Kunstwolk ... (*) (*) In 't jaar 1772 heb ik reeds te Groningen, met den zeer kundigen Heer GERHARD KUYPER, den Dondergevel van FERGUSON veranderd. ... [ Fig. hiernaast: detail uit An introduction to electricity (1770) Pl. 1, fig. 5.] 14 ... dat de straal somtijds niet regtstreeks, maar meest gebogen, of eeniger maate slangswijze, even als de Blixem, naar beneden loopt. ... op den koperen knop W, en niet op den houten knop ... ... een brokje lampkottoen van zuiveren Alcohol doortrokken .. zoo wordt het zelve bij de ontlasting van de Kunstwolk doorgaans in brand geslagen ... ... het venstertje .. uitgeslagen. 17 Ik zal hier alleen nog eene Proefneming bijvoegen, bij welke de uitwerking van den Blixem op Masten van Schepen zeer eigenaartig wordt naargebootst. ... Het scheepje .. het welk door den Heer CUTHBERTSON te Amsterdam uitgedagt en vervaardigd is, laat ik drijven in een waterbak ... ... dat de van een geslagen stukken doorgaans op verscheiden voeten afstand gesmeten worden ... 19 TWEEDE AFDEELING. Hoe de Blixem .. word voortgebracht. 20 .. dus moet dan de Donderwolk, als zij eene positive kracht heeft, aan de ondergelegene oppervlakte der aarde, zal zij 'er zich op ontlasten, vooraf eene negative kracht doen ontstaan ... 21 Het geëlectriseerde bovenste bord verbeeldt de Electrische Wolk, en het vlak van het onderste bord de oppervlakte der aarde. ... flierpit balletjes ... 22 ... kort voor den Blixem, een vreemd gevoel, even als van spinrag ... 23 Men kan verder vragen, door welke oorzaken de Electrische kracht der Wolken geboren worde? Daaromtrent weet ik niet als gissingen bij te brengen, dan dit zou aanloopen tegen het oogmerk der vrage ... 24 DERDE AFDEELING. Welke de bekwaamste middelen zijn om onze Gebouwen, Schepen en Personen .. te beveiligen. ... gebleken, dat de Blixem aan een Gebouw of Schip geen nadeel doet, zoo ver hij onverhinderd voortloopt ... 25 I. Moet het boveneinde van den Afleider spits of stomp zyn? Omtrent dit stuk heeft men het meest getwist. 30 Spitse afleiders zijn derhalven boven stompen te verkiezen. 33 II. Hoe hoog ...? ... een of twee voeten boven het houtwerk ... III. Welke dikte ...? 37 ... ijzeren staven van een halven duim dikte ... IV. Is het genoeg, dat de stukken .. elkander slegts raaken ...? ... door kettingen .. van schalm tot schalm vonkswijze ... roest ... 40 V. ... het einde van den Afleider .. op den Grond .. laten hangen ..? 41 ... Electrometer van CANTON, uit 2 flierpitballetjes bestaande [<]. 43 ... blijkt .. dat de grond maar een zeer gebrekkige leider is ... VI. ... het Yzerwerk en het Lood op de schoorsteenen ...? 45 VII. ... op een Gebouw meer dan een afleider ..? 46 VIII. ... dat 'er meer dan een Afleider van het dak afloope? 47 IX. ... dat de Afleider vrijgesteld is van het Gebouw of Schip ..? 50 A. Hoe de afleiders aan Gebouwen te plaatzen ... 53 B. Hoe men de Torens op de beste wijze van afleiders voorzien kan. 54 C. Hoe de afleiders aan Molens in te richten. 56 D. Hoe de Schepen door afleiders kunnen beveiligd worden. 57 ... eenige ondervindingen ... 60 Hoe wy ons zelven in alle gevallen tegen de uitwerkzels van den Blixem op de beste wyze beveiligen kunnen? 64 Men verkoopt te Parijs thans Donderschermen, (Paratonnerres). ... Dan dit is beuzelachtig ... kan .. het gevaar vermeerderen ... [ Zie Paulian, 1787, 304, afbeelding in Figuier, 1867, 597; ook bij: Gérard Berger, 2007.] 65 VIERDE AFDEELING. Van den Waterhoos, Dwarrelwind, en het Noorderlicht. De Waterhoos ... voortdrijvende .. dikwijls .. gekromd, en gelijkt dan naar een Walvisch-baard, welks punt naa beneden staat (§). (§) ... DRYFHOUT .. zie Haarl. Verhandel. III. Deel, Bladz. 321. 72 Men heeft waargenomen dat de Lucht ten tijde van het Noorderlicht zomwijlen eene buitengewoone Electrische kracht bezit, en dat ook de Electrizeermachines ongemeen sterk werken (*). (*) Philos. Trans. Vol. LIX. pag., 88. [86: 'An account of a remarkable Aurora Borealis, observed at the observatory of the Marine at Paris' (6 aug. 1768), Messier/Bevis, fig.; 87: 'An account of an Aurora Borealis, observed at Paris, the 5th of December 1768'. By the same.] [ Zie ook: Nat. Verh. 9 (1819) 267-, met 310-45: Bijvoegsel van M. van Marum.] | |
107 | J. Ingenhousz, Verhandeling over de Gedéphlogisteerde Lucht en de manier hoe men dezelve kan bekomen, en tot de Ademhaling doen dienen [Vertaald uit het Frans door J. van Breda.] |
107 ... een zeer eenvoudig en zeer gemaklijk middel meede te deelen, 108 om Zieken zulke soorten van Lucht te doen ademen, van welke men eenige voordeelige uitwerking zoude kunnen verwachten ... EERSTE AFDEELING - Voorafgaande Aanmerkingen. 109 De Heeren PRIESTLEY en FONTANA hebben dikwijls vrij veel van die Lucht ingeädemd, en altijd werden zij eene merkbaare uitwerking gewaar, een aangenaam gevoel ... herhaalde ik die zelve proef .. en ik bevond mij dien dag buitengemeen welgesteld. 110 Tot nog toe heeft men geen, op proeven steunende, redenen om te denken, dat het Ademen van die Leevenvoedende Lucht door langduurigheid nadeelig zoude kunnen zijn; door naamelijk de kracht der Leevensbeweegingen te vermeerderen, en het Leven des te korter te doen zijn, naarmaate het sterker is. De Zeelieden, die in eene Lucht leeven, welke in zuiverheid nader bij gedéphlogisteerde Lucht komt, dan de Lucht op het Land, 111 bevinden zich des te beter, en leeven niet minder lang ... eene Verhandeling over dit onderwerp .. in het LXXste Deel der Transact. Philos. [354-77] ... TWEEDE AFDEELING. ... bekomen ... hoedanigheden ... ... in mijn Werk, getijteld Proeven op Plantgewassen. enz (*) ... (*) ... 1779 .. Experiments upon vegetables, discovering their great power of purifying the Common air in the sun-shine, and of injuring it in the shade and at Night, &c. .. door den Autheur zelven in het Fransch vertaald, en met veele gewigtige bijvoegselen verrijkt .. 1780 .. Expériences sur les végétaux .. .. in het Nederduitsch vertaald door J. van Breda .. [1780] .. welke vertaaling alles bevat, wat de Auteur bij de Fransche Uitgaave gevoegd heeft. 123 DERDE AFDEELING. ... manier ... uit Salpeter ... 129 VIERDE AFDEELING. ... ademen ... kan gezuiverd worden ... 147 VYFDE AFDEELING. ... graad der goedheid ... bepaalen. 155 Verklaring der Afbeeldingen. 156 Fig. II. Vertoond hoe de veerkragtige gomflesch om den neus gesloten gehouden wordt ... 159 BYVOEGSEL. ... Brief .. Professor STOLL ... [ Jacob van Breda vertaalde nog meer van Ingenhousz: Verzameling van verhandelingen, over verschillende natuurkundige onderwerpen, 1785 en: Proeve over het voedzel der planten, en de vrugtbaarmaking van landeryen, 1796.] | |
Algemeene Bladwyzer Over de zes eerste deelen 1784 (30 p.) |
Deel 7, 1783 (^) | |
xxv | Inhoud |
1 | D. Klinkenberg, Verhandeling over eene kleine doch ongewoone Sterre ... |
1 Dewelke het allereerst in ENGELAND is ontdekt in de Maand Maart 1781, en vervolgens in verscheide Plaatsen van Europa is waargenomen. ... Memorie gezonden aan de Koninglijke Academie der Weetenschappen te Parijs.*) [ *) Genoemd in Hist. de l'Ac. 1782, 56: "Les Mémoires ... destinés à être imprimés ... Sur la Planète de Herschell: Par M. Klenkemberg. Sur la Latitude de la Haie: Par le même." en 'Procès-verbaux', 1782, p. 40r (20 Mars): "M. Klunkemberg a envoyé des observations sur la latitude de la Haie et sur la Comette de M. Herschell; M. M. Delalande et Lemonnier ont été chargés de les examiner et d'en rendre compte.".] 2 Het is aanmerkelijk, dat deeze Ster (als een Planeet beschouwd zijnde) die op den 13den of den 17den van Maart des voorleeden Jaars 1781, te Bath in Engeland, door de Heer HIRSCHEL [Herschel] het allereerst met opmerking is waargenomen ... ... dat deszelfs beweging zeer naa bij komt, ja genoegzaam geheel en al overeenstemmend is met de schijnbaare, en ook met de weezenlijke beweging van de Planeeten, dat is, van de zes klootsvormige Ligchaamen, die in gezette tijden ronsom den vuurkloot, welken wij de Zon noemen, haar loop volvoeren ... En 't is te bewonderen, dat .. de omvoering van dit nieuw verschijnsel, als het zevende van het Planetengetal, tot in Maart van het voorleden Jaar, altoos onder de Sterrekundigen is onbekend gebleeven. 3 Dan, de verwondering hier over vermindert, als men let op de kleinheid van deeze Ster ... dat men .. ook nog Vaste Sterren van die kleinere, en zelfs van de 6de grootte, ontwaar word, dewelke tot nog toe in geene Cataloguen en op geene Sterrenplans te vinden zijn, te weeten, op geen van die, welke mij ooit te vooren zijn gekomen; het welk mij gebleeken is, uit de drie Sterren, omtrent de welken ik het onverwagte verschijnsel, deeze Ster, in het eerst meer dan twee maanden waargenomen, en deszelfs schijnbaare voorwaardsche beweging, stilstand, en vervolgens een gedeelte van haar te rug gaande beweging nagespeurd heb ... 4 Toen ik in 't voorleeden Jaar 1781, in ons Nieuwspapier de Hollandsche Historische Courant van den 3den Mey, de Vertaaling vond, bij een artikel uit Parijs van den 26sten April, van een Bericht voor de Liefhebbers der Sterrekunde, was ik wel begeerig om het verschijnsel daar in gemeld te zien, maar vermits het zelve op dien tijd al te naa bij de wester Zonnestraalen gekomen was, heb ik het niet kunnen ontwaar worden. 5 "... op den 23sten April .. haare Ascensio Recta 85 graaden ..." ... vond ik in een ander bovengenoemd Nieuwspapier, van den 9den Augustus 1781, weder een Bericht voor de Liefhebbers der Sterrekunde ... "dat er sommige kundigen waren, die dagten dat deeze nieuwe Ster geen Comeet, maar een Planeet zoude weezen ..." ... na dat ik in Augustus de Ster twee of driemaal .. had gezien, is het mij ook veel meer waarschijnlijk voorgekomen .. dewijl die Ster zich helder en scherp te zien vertoonde ... 7 ... de bepaalinge van dien Cirkel ... Deeze bevond ik dan zoo als ze met een Nader Bericht aangaande de Nieuwe Ster &c. bij een volgende Hollandsche Historische Courant van den 1sten September 1781. .. zijn bekend gemaakt ... "... 81 Jaaren en omtrent 7 Maanden .. in een afstand van de Zon, die nabij, doch een weinig meer dan, 18 4/5 maalen zoo groot is, als de middelafstand onzes Aardkloots van de Zon, dat is, maar weinig minder dan tweemaalen de afstand, welken de Planeet Saturnus van de Zon af heeft ..." [ Huidige gegevens van Uranus: 84 jaar, 19 à 20 AE.] 30 ... zal schijnen stil te staan. Op welke plaats de Aarde in haaren weg weezen moet, als dat tijdpunt voorvalt? is niet zo gereedelijk te bepaalen, en is van dien aart, dat de zeer voornaame Wiskonstenaar van zijn tijd, SIMON STEVIN (dien ik geloof de eerste te zijn geweest, welke over dat stuk in onze taal heeft geschreeven) des aangaande in zijn derde deel des Werrelts Schrifts, van de Hemelloop, (te Leijden gedrukt in 't Jaar 1608,) meer dan zes heele bladzijden met de 221ste beginnende, geschreeven heeft ... om dat het nu veel korter en klaarder gedaan kan worden, zal ik het naar mijne wijze hier laten volgen. 31 ... dx .. dy .. differentiale .. fluxion van y of y punt ... 39 ... van deezen noch niet juist bekende Planeets weg vond ik de Inclinatie weinig min of meer dan 30 minuten te zijn. ... vijfde Figuur .. vertoonende dat gedeelte van den Zodiac, waarin de noch weinig bekende Planeet Ster, haar schijnbaaren weg in het Jaar 1781, en 1782, als ook gedeeltelijk in 1783, zou moeten houden ... 40 A. .. op den 13den of 17den Maart 1781, ... B. .. op den 23sten April 1781. ... 41 ... de Heer DE LA LANDE heeft mij eenige Waarnemingen gezonden .. MECHAIN .. met de Zon in oppositie .. 22 Decemb. [1781] ... 49 KORT BIJVOEGSEL. ... de Historia Coelestis, van TICHO BRAHÉ, door LUCIUS BARRETTUS; gedrukt te Augsburg Ao. 1666 ... een Manuscript dat ik gezien heb en in de Bibliotheecq van Zijne Doorluchtige Hoogheid den Heere PRINCE VAN ORANGE EN NASSAU .. is berustende, waarin de eigenhandige ondertekening van T. BRAHÉ gevonden wordt. 58 ... dat dit verschijnsel een Planeet zal zijn, zo als reeds ook verscheiden Sterrekundigen vaststellen, waarom ze die Ster met de naam van URANUS hebben benoemt; en dat het die zelfde vermiste Ster, die BRAHÉ in 't Jaar 1580 heeft gezien en waargenomen, weezen zal. [ W. Herschel, 'Account of a comet', in Phil. Trans. vol. 71 (1781) 492-501, fig. W. Herschel, 'A letter from William Herschel' en 'On the diameter and magnitude of the Georgium Sidus ...', in Phil. Trans. vol. 73 (1783) p. 1-14 eind: "... 4,454; which number expresses how much the real diameter of the Georgium Sidus exceeds that of the earth." (is 4,28). A. J. Lexell (1783). 'Recherches sur la nouvelle planète, découverte par Mr. Herschel et nommé Georgium Sidus', in Acta academia scientarum imperialis Petropolitanae (Tom. IV), 303-329.] | |
195 | M. van Marum, A. Paets van Troostwyk, Antwoord ... Op te geeven den besten toestel van den Electrophore ... |
197 INHOUD. 201 VERHANDELING over den ELECTROPHORE. Inleiding. Electrophore noemt men een werktuig, het geen eenmaal geëlectrizeerd zijnde, zijne electrike kracht zeer lang behoudt, en, wanneer dezelve verzwakt is, door zijne eigen kracht weder tot zijn grootst vermogen kan hersteld worden. ... benaaming .. welke Electriciteit-drager betekent. Dit werktuig .. ALEXANDER VOLTA .. 1775 .. bestaat uit eene vlakke plaat van eenige electrike zelfstandigheid (het zij van glas, gomlak, zwavel, harst ..) ter weder zijde van eene leidende plaat voorzien .. waar van de bovenplaat .. van de electrike plaat kan worden afgenomen. ... ziet men een vonk, wanneer men de bovenplaat op de geëlectrizeerde electrike plaat legge, en spoedig den vinger .. bij dezelve brenge, en een nog sterkere vonk, wanneer men daar na de bovenplaat .. opligt, en 'er dan den 202 vinger .. bijbrenge. ... Men kan deze bewerking veel maalen herhaalen, zonder dat men veel verzwakking der vonken bemerken kan ... Deeze aanhoudende werking ... hebben de Electrizeerders niet weinig in den war gebracht. ... Theorie van FRANKLIN omver ... Hoewel het tegendeel door de Heeren KRAFT () en INGENOUSZ () is aangetoond .. tot nu toe .. geene volledige verhandeling ... () Acta Petropolitana pro anno 1777, pars prior, pag. 154 & seqq. [W. L. Krafft, 'Tentamen theoriae Electrophori', fig.: 9 voet lang, 4,5 voet breed.] () Philosophical Transactions, for the Year 1778, part 2 pag. 1049-55. [William Henly, 'Observations and experiments tending to confirm Dr. Ingenhousz's theory of the Electrophorus; and to show the impermeability of glass to elevtric fluid.'] Deze Verhandeling .. is door den Heere T. [J.] VAN BREDA, M. D., in 't Neêrduitsch vertaald, uitgegeven te Delft 1780. 204 ... Electrometer van CANTON .. welks balletjes door positive kracht van een wijken ... [zie Uitgez. Verh. 8, 81] ... hebben wij een electrike plaat gebruikt, die uit een mengzel van harst, gomlak, pik en terebintijn bestaat .. de harstplaat ... [Noot] ... wordt men dikwils misleid; vermits een sterker geëlectrizeerd lichaam andere lichaamen van gelijkzoortige kracht aantrekt, wanneer hunne kracht veel zwakker is. 207 ... bovenplaat, zoo dra zij op de harstplaat gelegd is ... De vonken .. gaan uit den vinger .. in de boven plaat over. 208 De vonken derhalven, welken 'er ontstaan, wanneer men bij de opgeligte bovenplaat den vinger .. brenge, gaan uit de bovenplaat in den vinger .. over. 210 ... harstplaat .. door wrijving negatif geëlectrizeerd ... glaazen plaat .. positif ... 214 ... de Frankliniaansche Theorie (zoo als die inzonderheid door AEPINUS is uitgebreid (*) ... ... het Frankliniaansche stelzel .. zullen wij .. grondbeginzelen van hetzelve hier ter nederstellen ... (*) In zijn Tentamen Theoriae Electricitatis et Magnetismi: Petropoli 1759. [ Zie @.Ampère, 'Aepinus: un pas décisif ...'; R. J. Haüy, Exposition raisonnée de la théorie de l'électricité et du magnetisme d'après les principes de M. Aepinus (1787): Gallica, IMSS.] 228 Wanneer men een kleinen wel werkenden Electrophore onder een klok op de schotel der luchtpomp stelt, en vervolgens, de lucht in de klok sterk verijld en weer in gelaaten hebbende, den Electrophore beproeft, bevindt men, dat hij alle kracht verlooren heeft. 229 ... dat de Frankliniaansche leer door deszelfs verschijnzelen zoo zeer bevestigd wordt, dat zij voortaan als eene beweezene waarheid mag worden aangenomen. 243-4 Men mag derhalven den Electrophore .. voor een der beste Electrike werktuigen houden, het welk wegens zijne eenvouwigheid, en mindere kostbaarheid van veel algemeener gebruik kan zijn, dan de gewoone Electrizeer-machine. Het is dan ook niet onwaarschijnelijk, dat dit werktuig tot nieuwe ontdekkingen in de Electriciteitkunde zal aanleiding geeven. [ Wikipedia - Elektrofoor.] |
Deel 8, 1787 (^) | |
lvii | Inhoud |
1 | M. van Marum, A. Paets van Troostwyk, Antwoord ... Welke is de aart van de verschillende, schadelijke en verstikkende Uitdampingen van Moerassen, Secreeten, Rioolen ...
5 ... FONTANA's Eudiometer (a) ... (a) Zie de beschrijving en afbeelding .. bij INGENHOUSZ Experiments upon vegetables, London 1779, pag. 293-296 en 152-160. Of in de vertaaling: Proeven op Plantgewassen .. Delft 1780 bladz. 263-265 en 166-171. 9 De proefeneemingen van Doctor PRIESTLEY .. dat 'er uit rottende dierlijke stoffen lucht voortkomt, die doorgaans voor het grootste gedeelte uit vaste lucht bestaat .. (d). (d) Experim. & observ. vol. 1 pag. 80-81. [^] 32 TWEEDE AFDEELING. .. beste middelen tegen de schadelijke uitdampingen? 43 ... het Blaasrad van Doctor Desaguliers [>] ... 49 DERDE AFDEELING. .. beste middelen om de Gestikten te redden. |
63 | A. Paets van Troostwyk, J. R. Deiman, Antwoord ... Welken invloed heeft de Natuurlijke Electriciteit en derzelver verschillende verdeeling in onzen Dampkring op gezonde en ziekelijke Ligchaamen? ...
66-8 ... drie Hoofdstukken ... 69 VERHANDELING over de GENEESKONSTIGE ELECTRICITEIT. [I-1] Sedert de proefneemingen, welke men op de onderstelling van Dr. FRANKLIN, in 't jaar 1752 en vervolgens, zoo met het oprichten van vrijgestelde metaale staaven, als met het oplaaten van Electrieke vliegers heeft werkstellig gemaakt ... [<] 70 Dat de Electrike stoffe .. door den geheelen Dampkring verspreid is, en dus ook in dat gedeelte deszelfs, waarin wij ons onthouden, is nog onlangs door eene zeer overtuigende proef beweezen: Deze is de ontkennende electriseering van het gedeelte lucht, 't welk eene stellig belaadene Leidsche fles omringt (a). (a) Zie J. CUTHBERTSON Algemeene Eigenschappen der Electriciteit enz. 2 deel [1782] proef 52. 53. 54. 55 [deel 3, 1794]. 72 Bij eene heldere lucht zonder wolken, schijnt de Electriciteit, die in den Dampkring, ter hoogte van 95 voeten boven de oppervlakte der Aarde, gevonden word, zeer bestendig te zijn; en is altoos van eenen stelligen aart, en sterk genoeg om twee vlierpit-balletjes .. hangende aan fijne linnen draaden, te doen verwijderen. 73 Indien het gebeurt dat zoodanige [Donder-]wolken in regen nedervallen, zoo word ieder ligchaam, zonder onderscheid, waarop de regen valt geëlectrizeerd ... 74 [I-2] ... dat de Aarde en de Dampkring maar zeldsaam eene gelijke hoeveelheid Electriciteit bezitten. ... De Heer Lemonnier .. 75 .. eene vrijgestelde metaale staaf (a). (a) Memoires de l'Acadé royale des sciences 1752 [p. 233-243, Ned.]. 81 [I-3] De ongelijke verdeeling der Elektrieke stof tusschen den Dampkring en de Aarde .. kan oorzaak zijn, dat de Elektrieke vloeistof by het menschlyk ligchaam in eene geduurige beweeging en werksaamheid word gehouden. 89 Daar nu tusschen het elementair vuur en de Electrieke vloeistoffe zulk eene groote overeenkomst plaats heeft () ... men zoude dus niet zonder grond kunnen stellen, dat, indien de Electrieke vloeistof, even als het elementair vuur, door de circulatie der vogten word in beweeging gebracht, dat ook deze beweeging in evenredigheid van den vermeerderden of verminderden omloop des bloeds moet toe- of afneemen. () Over deeze overeenkomst tusschen de Electrieke vloeistof en het phlogiston of het Elementair vuur, vindt men eene zeer beslissende proefneeming by J. PRIESTLEY, Verschillende soorten van Lucht, 1 deel 2 afdeeling 2 Hoofdst. [1775, p. 183-6, z.o. 274-286.] 90 [I-4] Alle de gevallen, in welke wij van de konstige Electriciteit eene uitwerking op 't menschlijk ligchaam waarneemen ... 91 Wij hebben meer dan eens beproefd iemand in onmiddelijke aanraaking te brengen met den eersten geleider van eene sterk werkende Electriseer-Machine, en dikwerf het werktuig, geduurende een half uur tijds, zonder tusschenposing in werking gehouden; dan, noch deze persoon, noch wij konden eenige uitwerking van deze langduurige strooming van zulk eene hoeveelheid Electrieke stoffe bij hem gewaar worden. Maar, wanneer wij die proeven herhaalden, welke door den Heer DEIMAN beschreven zijn (*) naamelijk wanneer wij iemand vrijstelden ... na slegts eenige minuuten tijds de Electrieke stof bij hem opgehoopt te hebben, reeds eene merkbaare versnelling in den omloop des bloeds ... (*) Geneeskundige Proeven omtrent de uitwerking der Electriciteit in verscheidene ziekten. [1779] 98 ... dat ons ligchaam nimmer eenigen wederstand biedt om met de Aarde tot evenwicht of tot eene gelijke verdeeling te geraaken ... 102 TWEEDE HOOFDSTUK. ... in welke ziekten men de konstige Electriciteit .. kan aanwenden ... 103 De Heeren BICKER (*) en J. VAN DEN BOSCH () .. herstelde werking van het dierlijk leeven door middel van de Electriciteit waargenoomen. De Hoogleeraer VERSCHUUR () ontdekte duidelijke saamentrekkingen in de spierveezelen ... (*) Zie Dissert. de Natura Humana [1757] pag. 47. () Zie Specimen Phijsiologico med. de vivis C. H. Solidis. [1757] () Zie Dissert. inaug. de arteriar. & venarum vi irritabili. [1766] Cap. II. pag. 97. 104 Uit de proeven van de Hr. DEIMAN *) blijkt, dat de polsslagen in een minuut tot 10 slagen vermeerderen. ... in twyffel .. of ook wel misschien het denkbeeld van geëlectriseerd te worden .. niet wel eenigen invloed .. konde hebben. ... de volgende proefneeming ... Twee Persoonen .. in een afgelegen vertrek, waar men zelfs het draaijen der Electrizeer-Machine niet konde hooren, geïsoleerd, en door middel van een kooper-draad met de Machine in aanraaking gebragt ... [ *) Zie p. 97, noot. Vgl. M. van Marum in Verh. Teyler's 2e Gen. 9, 53.] 105 ... ruim 8 slagen vermeerderd ... 107 [2-2] ... in welke ziekten .. als een geneesmiddel ... 131 DERDE HOOFDSTUK. ... beste wijze ... 132 ... eenen genoegzaam digten en aanhoudenden Electrieken stroom .. van zeer grooten dienst bevonden ... De grootste en sterkst werkende werktuigen zijn tot dit einde waarschijnlijk nooit te sterk, 133 dan die welke met gemak kunnen gebezigd worden .. zijn die met 2 Schijven van 18 duimen middellijn, zoodanig toegesteld, dat men 'er zoo wel ontkennend als stellig mede werken kan. 137 [3-2] ... wijze van behandeling ... 140 Het gebeurt echter somtijds, dat men vonken uit deelen, welke te dik met kleederen bedekt zijn, trekken moet, als dan bedient men zich van den toebrenger ABCD (fig. 6). ... 146 [3-3] ... hoe men zich van deze verschillende wijzen van electriseeren .. kan bedienen. |
155 | H. Verhees, Antwoord ... een Kanaal te graaven van 's Hertogenbosch af tot aan of nabij de Steden Maastricht of Luik ... |
158 Reets in het Jaar 1612 heeft men bedagt geweest, om het Land met Vaarten of Kanaalen te doorsnijden ... 159 Men had altoos verlangd den Oceaan verëenigd te zien met de Middelandsche Zee ... | |
173 | D. Radermacher, Berigt wegens de uitwerkingen van den Donder op een Oost-Indiesch Schip [z.o. Verh. Holl. Mij, 12, 391 en Nat. Verh. 9, 333] |
liv N. B. Op bladz. 173 is bij abuis een verkeerde naam gezet. Extract uit het Journaal van het Compagnie's Schip Het slot ter Hooge ...20 Februarij 1785 ... 178 Zulke gebeurtenissen zijn verder zeer sterke drangredenen voor het gebruik der bekende Donder-Afleiders op onze Zee-Schepen. 179 Extract uit een Brief, geschreven uit Lisbon den 11 April 1787, aan boord van 's Lands Schip Thetis. | |
Bespreking van deel 8 in Nieuwe algemeene Vaderlandsche letter-oefeningen, 3-1 (1788) 437-440. |
Deel 9, 1790 (^) | |
iii | Bijzonderheden betrekkelijk den Stichter van het Bataafsch Genootschap ... |
iii ... de Heer STEVEN HOOGENDYK, op den 3 Julij des Jaars 1788 in den ouderdom van ruim 90 jaaren overleden zijnde ... door eene korte letterschets en het bijvoegen van Deszelfs welgelijkende afbeelding nader bekend te doen worden ... [ Vgl. portret door Dionys van Nijmegen.] ... gebooren te Rotterdam den 1 April 1698; zijn Vader, de Heer ADRIAAN HOOGENDYK, Mr Horologiemaker aldaar ... Zijne Moeder was Jufvrouw ELISABETH THRASI, mede in de Konst van Horologiemaken ervaaren, welke Zij van Haaren Vader geleerd iv en, nog ongehuwd zijnde, bij Denzelven beöeffend had. ... De Vader van deze Jufvrouw is geweest de Heer STEVEN THRASI, naar wien de Heer STEVEN HOOGENDYK zijnen doopnaam gekregen heeft. Deze STEVEN THRASI was een voornaam Meester in het Horologiemaken, en bragt door Zijne begaafdheeden Konstwerken voort, welke niet dan zeldzaam onder het bereik van de beoeffenaars dezer Konst vallen. Dit getuige de Sphaera armillaris automatica, dat wonder van Europa en cieraad van 's Lands Bibliotheek te Leijden ... [ Zie: Leidsche sphaera.] Zelfs mag het Museum van het Bataafsch Genootschap heden nog pronken met een allerschoonst Konststuk van dezen zelfden Heer THRASI, zijnde een Hemelglobe*), zig beweegende door een daar binnen in gevoegd Uurwerk, waar aan na Deszelfs dood, die in het jaar 1702 [1703] is voorgevallen, Zijn Zoon (een Moeders Broeder van den Heer S. HOOGENDYK), die mede verre gevorderd was in de Konst van Horologiën te maken, het ontbreekende voegde, eenige kleinigheden uitgezonderd, die naderhand nog door den Heer S. HOOGENDYK zijn vervaardigd. [ *) Zie het portret van Thrasi/Tracy.] ... de loffelijke gewoonte, welke in vroegere jaaren onder onze Landgenooten meer dan tegenwoordig plaats had, te weeten, dat de kinderen veelal tot dezelfde handteeringen als die van hunne ouderen wierden opgeleid, v waar door lieden van meer vermogen en deftiger afkomst ambachten en konsten beoeffenden, en in staat waren om meer tijd en vlijt daar aan te besteden, en zig beter daar in te volmaken. vii ... eene zeer kostelijke verzameling van Natuurkundige Werktuigen, gekogt van een eertijds hier bestaan hebbend aanzienlijk Gezelschap van Liefhebbers der Natuurkunde*), waar van Hij ook Lid geweest was ... een deftig Museum ... lessen in de Natuurkunde ... [ *) Het 'Collegium Physicum' of 'Fysisch Gezelschap', zie M.J. van Lieburg, 'De geneeskunde en natuurwetenschappen binnen de Rotterdamse genootschappen uit de 18de eeuw', in Gewina 1-3 (1978), p. 136-138.] viii ... de oprichting eener groote Vuur- of Stoom-Machine ... volgens de uitvinding en samenstelling van NEWCOMEN ... ix ... eene gantsch nieuwe, schoon kleinder dan de vorige te bouwen, ingevolge de vindingen van de Heeren WATT en BOULTON ... | |
xxi | Naamlyst |
xxxv | Inhoud |
1 | L. Bicker, Antwoord ... Brengen de Droogmaakerijen, onder de Bewoonderen derzelve, doorgaande Ziekten van eenen bijzonderen aart voort ... |
1 VERHANDELING over de doorgaande NAJAARS-ZIEKTEN der DROOGMAAKERIJEN. | |
107 | C. Zillesen, Antwoord ... Welke zijn de beste middelen, om de overstroomingen der Rivieren te bepaalen ... [vgl. Verh. Holl. Mij, 19, 1] |
114 door den Heer Raadpensionaris BLEISWYCK, in zijn Edeles Natuur- en Wiskundige Verhandeling over het aanleggen en versterken der Dijken [1778] 145n In een Werkje, gedrukt bij Arrenberg te Rotterdam in 1772 [Steven Hoogendijk], over de voordeelen der Vuurmachines, word aangetoond, dat een Vuurmachine in denzelven tijd zo veel water opbrengt, als 4 Schepradmolens. | |
155 | G. Coopmans, Antwoord ... Welke zijn de Oorzaaken van het Beslag op de Tong? ... |
242 | C. Nozeman, Verhandeling over de inlandsche Zoetwater-Spongie ... |
Deel 10, 1796 (^) | |
ii | Inhoud |
1 | D. Heilbron, Antwoord ... Welke zijn de Oorzaaken van het Beslag op de Tong? ... |
67 | J. Blanken, Welke zijn de Oorzaaken van het Aanwassen der Plaat op de Reede van Helvoetsluis ... |
70 MEMORIE over de Rivier het Haringvliet en de Reede van Hellevoetsluis ... 73 ... de doorgraaving van het Pannerdensche Kanaal, in het begin van deze Eeuw. De Landmeeter BOLSTRA .. in 1754 [Verh. Holl. Mij, 1, 779] ... 92 Vervolg op de Memorie ... 119 Aanmerkingen en uitbreidingen ... 140 Korte aanmerkingen raakende den tegenwoordigen staat van het Haringvliet ... | |
151 | A. F. Goudriaan, Antwoord ... wijze, om de Fondeerings-putten of Kolken ... tot de noodige diepte te graaven ... |
155n BELIDOR, Science des Ingenieurs [1729], Livre I. pag. 29. 188n DESAGULIERS Natuurkunde uit Proefondervinding opgemaakt [1736-], I. Deel, pag. 121 [1751, p. 124]. 202 MUSSCHENBROEK, Beginselen der Natuurkunde, pag. 319 en 323. [fig.] 222 ... Ketting- en Vijzelmolens .. (z) (z) BELIDOR, Architecture Hydraulique [1737], Tome I. Chap. 4. [fig.] |
Deel 11, 1798 (^) | |
liv | Inhoud |
127 | J. Rochussen, Verhandeling over het Vervaardigen van Teekeningen voor den Conus-spiegel |
127 In alle de voorwerpen, die wij op het Tooneel der Natuur geplaatst vinden, ziet het doorzigtig oog alom het schoone met het nuttige vereenigd; en de Kunsten volgen dit met recht na: niet slegts de Dichter voegt het stigten en vermaaken te samen, maar zelfs de Natuurkundige rekent het niet beneden zich, om ons, bij de verklaaring der eigenschappen van den hefboom, door de valsche voorstelling van buitengewoone menschenkragt te vermaaken, bij de verhandeling der vloeistoffen, voor ingegoten water wijn uitschenkende, te doen lagchen, bij het onderzoek der Zeilsteenkracht, door kunstige schijnvertooningen te begochelen en van de verklaaring des donders afstappende, ons een electrike poets te speelen. 128 ... Conus- en Cijlinder-spiegels ... ... Leupold zoo in de Actis Erud: Lijps. van 1712*), als in .. Anamorphosis Mechanica nova 1714 [1713] ... NOLLET, GUIOT°) en anderen ... ... rondom de Spiegel zoodanige figuren te trekken, dat de straalen daar van op den Spiegel vallende en naar het oog gekaatst wordende, juist dezelfde afteekening vertoonen, als een gegeeven beeltenis op de basis des Spiegels geplaatst. 132 ... men kan voor die gegeeven Spiegel en veronderstelde hoogte van het oog .. een werktuig vervaardigen, waar door de moeite aanmerkelijk verligt word. [ *) Acta Eruditorum, 1712, p. 273, fig.; 367, fig. °) Guyot, Nouvelles récréations physiques et mathématiques, T. 2 (1786) Pl. 29, 30. Zie ook: Thoman Weynants, 'Early visual media'; Wikipedia, 'Anamorfose'.] | |
135 | J. Floryn, H. W. Rouppe, Bericht wegens de Waarneeming der Zons-Verduistering van den 5den September 1793 ... |
136 .. gedaan op eene der vertrekken van het Bataafsch Genootschap ... 137 ... een Instrument, geschikt om eene Middaglijn te trekken .. naar het voorschrift en de afbeelding van den Heer LOUS (*) (*) C. LOUS Tent. Exper. ad Compassum perficiendum, Hafniae 1773. | |
145 | W. H. van Haaften, Antwoord ... Welke teekens of verschijnsels doen 'er zich op in de ... Oogen der Menschen ... waar uit men ... heete Ziekten (Morbi acuti) kan onderkennen ... |
151 VERHANDELING over de ZIEKTETEEKENEN uit de OOGEN. | |
219 | D. Heilbron, Antwoord ... Idem |
307 | P. J. van Maanen, Antwoord ... in hoeverre de Brillen en soortgelijke Glazen ... wezenlijk nuttig en zelfs onvermijdelijk noodig zijn ... |
311 VERHANDELING over het GEBRUIK der BRILLEN en OOGGLAZEN. 343 ... een Vergrootglas ... 344 ... dat alle Glazen op tweeërleije wijze kunnen gebruikt worden, te weeten als Voorwerpglazen, welke verder van het Oog, maar digter bij het voorwerp geplaatst worden, of als Oogglazen ... ... Presbyopes, of Langzichtigen ... 345 ... de uitwerking .. bestaat niet slegts in de voorwerpen te vergrooten .. maar ook in eene grootere hoeveelheid lichtstraalen naar het Oog te voeren ... ... wanneer men het als een Oogglas bezigt ... 346 ... door eene vermeerderde prikkeling eenig nadeel tewege brengen, zoo zal men met zeer veel vrugt groene Glazen kunnen gebruiken ... 347 ... moet ook noodzakelijk de Langzichtigheid toeneemen, het welk egter zoo veel te spoediger gebeuren zal, wanneer het verkeerde gebruik van Glazen .. plaats hebbe. ... eene allernadeeligste gewoonte .. bij Kaarslicht het een of ander leezen .. de Kaars tusschen hunne Oogen en het voorwerp te plaatsen ... 349 ... het gebrek der Kortzichtigen ... 351 ... niet zelden ziet men, dat zij, die in hunne jeugd Kortzichtig waren .. in eenen meer gevorderden ouderdom veel beter kunnen zien, dan gewoonlijk aan dien leeftijd eigen is. 353 ... al te groote gevoeligheid van de Retina .. het voorwerp minder te verlichten ... 354 ... groene Glazen ... 355 Zeer algemeen zijn indedaad deze gebreken .. doch veel algemeener is, helaas! het gebruik van Brillen, waar dezelve niet te passe komen, waar ze veelmaalen nadeelig zijn ... 358 ... de steeds plaats hebbende begeerte van anderen naartevolgen. ... Kijkglaasjes (Lorgnettes*)) ... 361 ... dunkt mij de volgende Stellingen hieruit te kunnen afleiden. [ *) Het lorgnet is van omstreeks 1780 en wordt al genoemd in De Poetische Spectator van 1784: "Is hij, die een gezond en sterk gezigt heeft en een Lorgnet gebruikt, is die niet dwaas?". De naam komt van Fr. 'lorgner' - steelsgewijs kijken naar. 27 lorgnetten zijn er in de collectie van Museum Boerhaave. V. Ilardi, Renaissance vision from spectacles to telescopes, 2007.] |
Deel 12, 1798 (^) | |
xv | Inhoud |
1 | J. Blanken, Verhandeling over het Aanleggen en Maaken van zoogenaamde Drooge Dokken in de Hollandsche Zeehavens, bijzonder te Hellevoetsluis |
9 ... Stoom-Machines ... [ Bespreking in Algemeene Vaderlandsche Letter-oefeningen, 1797, p. 35-9.] | |
21 | P. Glavimans, Verhandeling over de Nuttigheid en Noodzakelijkheid der Drooge Dokken |
43 | A. van Stipriaan Luïscius, Verhandeling ... Oorzaaken der Verrotting in Plantaartige en Dierlijke zelfstandigheden? |
155 | A. F. Goudriaan, Antwoord ... aanleg van Paal- en Rijswerken ... bestand tegen den slag en aandrang van het water en de kruijing van het ijs |
215 | J. de Gelder, Tweetal Wiskunstige Verhandelingen ... stelkunstig Betoog van het Theorema van Newton, a priori ... over de Reeksen ... |
217 BERICHT ... Ofschoon het BATAAFSCH GENOOTSCHAP .. geen gebruik kan maaken van zuiver Wiskundige Stukken .. gewigt der daarin voorkomende zaaken .. van den uitersten dienst te zijn in veele Natuurkundige naarspooringen ... 219 ... hij, noch SEWELL, spreeken een woord van .. JOHN LANDEN .. 1758 ... vervolgens, in 1764, zijn groot Werk, onder den tijtel van 220 The Residual Analysis, zelve uitgegeeven ... Ook heeft hij daarin het bewijs gegeeven van een zeer algemeen Lemma, of Voorstel, waarop de geheele Methode berust ... ... GUIL. HALES .. Analysis Equationum, Dubl. 1784 .. het bekende Binomisch Theorema van NEWTON geheel en al stelkundig bewezen .. ontbreekt .. hetzelve hier bij te plaatzen, zoo als het in dit Werk van HALES, bladz. 35 en 36, gevonden wordt. 221 LEMMA. 223 VERHANDELING over het THEOREMA van NEWTON ... 227 ... SEWELL .. het eerst .. bekend gemaakt, en .. toegepast (a) ... (a) Philosophical Transactions, 1796. pag. 382. [ William Sewell, 'Newton's Binomial Theorem legally demonstrated by Algebra'.] 239 VERHANDELING over de REEKSEN ... ... Reeksen .. de Sinus, Cosinus, enz. van eenigen boog in eene functie van dien boog .. |
Nieuwe Verhandelingen (^) Deel 1 (1800) .. 12 (1865). 2e reeks, 1 (1868) .. 7-2 (1917) .. 12 (1946). 3e reeks, 1 (1948) .. 4 (1995) .. | |
Deel 1, 1800 | |
Bespreking van deel 1 in Algemeene Vaderlandsche letter-oefeningen, 1800, p. 546-550: Dit eerste Deel der Nieuwe Verhandelingen van 't Rotterdamsch Bataafsch Genootschap bevat eene verzameling van stukken, betrekkelyk tot de Vuurmachines; behelzende derzelver geschiedenis hier te lande; drie bekroonde Antwoorden, en drie Rapporten over dezelve; de beschryving van een Stoommeter; eene lyst der byzonderheden van verscheidene Vuurmachines, en tien Natuurkundige Leezingen over de Stoom-Machines van de oude en nieuwe vinding, door L. BICKER. ...Een literatuurlijst over de stoommachine staat in: Repertorium commentationum a societatibus litterariis editarum, 7 (1808) 295-7, 'Machina ope Ignis seu Vaporum mota' (machine die m.b.v. vuur of stoom bewogen wordt). | |
Deel 2, 1801 | |
xxvi | Inhoud |
1 | C. L. Brunings, Proeve eener nieuwe Theorie nopens de Uitwerking der Staande Schepradmolens |
69 | Chr. Brunings, S. Kros, D. Spruitenburg, Verhandeling over de Vierdeelige Molenassen |
83 | W. Byen, Antwoord ... Verhandeling over de Pompmolens |
101 | J. J. Duister, Tweede Antwoord op die Vraag |
107 | A. F. Goudriaan, Aanmerkingen op dit Antwoord |
225 | P. Glavimans, Antwoord ... Verhandeling over de Zamenstelling van de Masten voor groote Schepen |
255 | P. Glavimans Janszoon, Tweede antwoord op dit onderwerp [Bij Inhoud:] NB. Voor de Verhandeling is bij abuis gezet: P. Glavimans, Corneliszoon; moet zijn: Janszoon. |
Deel 3, 1803 | |
xii | Inhoud |
1 | J. Rochussen, Iets over de Uitwaterende Sluizen |
26 | C. L. Brunings, over de Zijdelingsche Drukking der Aarde, enz. |
133 | Idem, Bijvoegsel tot de Proeve eener nieuwe Theorie nopens de Schepradmolens |
161 | A. van Stipriaan Luiscius, Antwoord ... Welke nuttige kundigheden kan de Geneeskunde trekken uit de nieuwe Scheikundige kennis van de verrotting ... Rotziekten? |
249 | J. Floryn, Waterweegkundig Onderzoek over de verschillende wijzen, waarop onderscheide vaste Ligchaamen, hoewel van dezelfde grootte en gedaante, in eene Vloeistof drijven |
285 | J. J. Duister, een Werktuig tot een rondgaande beweeging voor een Stoommachine van een dubbel vermogen |
Plan en grondwetten, 1788 (1843, 1890) | |
Herdenking, 1919 | |
24 | H. A. Lorentz, De electrische stroom. Oude en nieuwe denkbeelden |
Gedenkboek, 1919 |