Latijn , Grieks
Vertaling van de gedichtendoor O.J. SchrierAan de tekst van De Beghinselen der Weeghconst van Simon Stevin gaan twee gedichten vooraf, een in het Latijn, en een in het Grieks, beide geschreven door Jan de Groot, de vader van Hugo de Groot. Jan of Johan Cornets de Groot (1554 - 1640) woonde in Delft en werd later burgemeester van deze stad. Hij kende uitstekend Latijn en blijkt een bekwaam dichter [zie ook zijn poëma bij L'Arithmétique]. Met Grieks lijkt hij minder vertrouwd te zijn geweest.
Het Latijnse gedichtZo, suggereert De Groot, moet ook het werk van Stevin gezien worden. Het leert ons dat de krachten der natuur te berekenen en dus beheersbaar zijn: 'wonder en is gheen wonder'. Op deze lijfspreuk van Stevin zinspeelt De Groot verscheidene malen. Wij moeten ons niet verbazen over wat we niet begrijpen, we moeten op onderzoek uitgaan. Dat, zegt De Groot, biedt ongekende perspectieven, niet alleen op technisch gebied: het bevrijdt ons ook van onnodige angsten.
De opmerkingen in de marge zijn door De Groot zelf toegevoegd, zoals blijkt uit de noten bij r. 51 van het Latijnse en r. 14 van het Griekse gedicht. Een vertaling vindt men in de voetnoten [ met * ]. De eerste opmerking, over Lochtwight, verdient aparte aandacht 1. Blijkbaar was De Groot bij het schrijven van zijn gedicht er van uit gegaan dat dit werk, dat over het gewicht van de lucht zou handelen, tegelijk met Weeghconst en Waterwicht zou verschijnen. Toen dat niet het geval was, heeft hij zijn gedicht onveranderd laten afdrukken, maar er in de marge een verklarende noot aan toegevoegd.
|
O M D E W E E G H C O N S T,W A T E R W I C H T, E N D E* L O C H T W I G H T.
| |
[ 5] |
Rhodos, beroemd door de Clariër2, houd op de beroemde Colossus3 Te verheerlijken; zo'n klein gevaarte heeft niets dat zo'n bewondering Verdient, ook al was het (het resultaat) van twaalf jaar arbeid. Vijf keer zo lang had het nog niet gestaan*, toen een luchtstroom Die de ingewanden der aarde inwendig bewoog de reusachtige leden uiteenstiet.5 |
[10] |
Het stortte ineen. Daar lag, eerloos, het lijf op het strand, Naast een voet, en het hoofd, en andere delen, niet meer te benoemen. Dwaas, wat kijkt ge toe, en vraagt verbaasd wie toch de liggende (gedaante) Opgericht heeft en op welke wijze en manier (dat gebeurd is)? Zeg eens, hoeveel verbazender, hoeveel ontzagwekkender |
[15] |
Is dít niet, hoe een lichte bries het hele gevaarte Uiteengeblazen heeft?6 Hoe een lichte bries het zozeer geheel uiteengeblazen heeft! Maar zelfs dit moet u niet met verbazing of dwaas ontzag vervullen: Als ge in staat zijt achter de dieper gelegen oorzaken der verschijnselen te komen Zult ge nog grotere dingen zien en u geenszins daarover verbazen. |
[20] |
"Zeer grote lasten moeten op kleine lasten steunen, Zodat door de kleinste verschuivingen het allerstevigste verzet wordt".7 Dit heeft moeder Natuur en de Geest die aan de Natuur vooraf ging8 In alle dingen bepaald, en zij houdt aan het bepaalde vast. Zie slechts: dit grote gewicht van de Moeder der goden9 en al wat zij voortbrengt, |
[25] |
Het steunt op de blauwzwarte Vader*, hij torst het. En deze11 wordt, Al bezwaard met zo'n groot gewicht12, omhoog gehouden door de lucht! Een luchtstroom, zacht en licht, kan zulke massa's aan, En naar de lichte lucht schikken zich zulke massa's! Zoveel Vermag hier de Natuur. Zoveel (vermag), in navolging der Natuur, ook Kunde. |
[30] |
Zeg eens: Stel dat een Almachtig* opgesloten zou zijn in een donkere kerker, En daarbuiten huizen en tempels begonnen te bewegen, En bossen, ja, bergen zich gingen verplaatsen, als ge dat zag, Welke gesteldheid zou dan heersen in uw geest, welke gemoedsrust?14 Op juiste wijze Wordt met de Natuur gehandeld, en handelt de Natuur met U, als ge |
[35] |
Aanneemt dat dit volgens wetten die de Natuur vrijstaan15 gegaan is. Omdát dit gaat volgens wetten die (haar) vrijstaan, moet ge ook het volgende vatten. Stel Dat er naast deze aarde, als (je dat) mag (veronderstellen), een tweede aarde zou bestaan: stel Dat men mij hierop met stevige enkel zou doen staan, dan mag ik werkelijk doodvallen, als ik Niet dit hemelgewelf met de aarde*, en (zelfs) de Acheron in beweging zal krijgen18. |
[40] |
Dit leert ons de Weeghconst. Zij wijst er ook op dat alles Overal uit lasten bestaat19, en dat zonder last Niets bestaat*, de lucht niet om ons heen, noch ook de lucht in de aether21. Ook al zijn er opmeters van de zee en van het land en van het talrijke zand22, En hebben ze elders ook bestaan, toch hebben ze niet |
[45] |
De ruimte van de lucht doormeten of daaraan druk van gewicht toegekend21. Zeker, u, Alhazen24, zie en vereer ik als iemand die van dat gebied dat de wolken doorkruisen Heeft opgemeten in welke hemelstreek de kleur* van de regenboog te zien is, of Daarachter het Zuiden, en Westen, of Noorden of Oosten (ligt), Of de kometen een vaste plaats hebben, en hoe dan. |
[50] |
(Maar) iemand die op belangrijker dingen wijst, zoudt ge, Geloof ik, eenvoudigweg gevolgd zijn. Niet goed is door u het luchtruim bemeten. Juister heeft Stevin deze gewogen door een juiste meetmethode*, Zelf van u, geleerde grijsaard, een geleerd bewonderaar. |
[55] |
Dus schrijdt hij als eerste* door deze gebieden: ze zijn Door geen voet nog betreden. Hij komt, ziet, en dringt de diepe Krochten der Natuur binnen, zodat wij bevrijd worden van angstig ontzag Voor die dingen waarvoor het leek dat we slechts in verbazing konden staan. "Zich over niets verbazen is het belangrijkste28, Lezer, maar dat |
Hield dit in: de oorzaken te achterhalen die het 'wonder' teweeg brachten".29 |
les subtilz Problemes & Theoremes Catoptriques d'Alhazene, Vitelle, & d'Euclide, ne vous pouuoient contenter, sans veoir par l'experience leurs rares effects, preparant, & faisant preparer en toute diligence, les appareils y necessaires.De Groot heeft niet alleen werk van Alhazen bestudeerd, hij heeft ook experimenten gedaan! Twintig jaar later behandelt Stevin de 'Catoptrica' in zijn Beginselen der Spieghelschaeuwen.]
(top) Het Griekse gedichtDe gedachtegang is als volgt: De blik van de Muze, de Griekse godin van kunsten en wetenschappen, reikt tot ver in het verleden. Zij kent de werken van de grote geleerden uit de Griekse oudheid en stelt moderne geleerden (zoals Stevin) daarvan op de hoogte (regel 1-2). Haar kan dus ook gevraagd worden de prestaties van oude en moderne geleerden onderling te vergelijken (3-4). Daartoe is zij als Griekse godin bij uitstek in staat, omdat weliswaar verschillende volkeren kennis hebben verworven (5-6), maar de Griekse filosofen en geleerden toch de absolute top vertegenwoordigen (7-14). Na die vaststelling kan de vraag van r. 3-4 herhaald worden: is er een groter werk denkbaar dan dat van Stevin (15-16)? De Groots antwoord volgt, ook in de vragende vorm, in de regels 17-20.
[ Afbeelding ] |
[ 5] |
Om werk te beginnen is een verziende blik nodig. Daartoe zijt gij alleen, honingstemmige muze, in staat1. Zeg dus of er ooit van een groot man een groot werk geweest is Dat groter zou kunnen zijn dan het werk dat Stevin gemaakt heeft2. Immers, ook de Chaldaeën verwierven wijsheid, en de Hebreeën, |
[10] |
En ooit de Romeinen3. Maar gij, Muze, zijt een Griekse: Pythagoras, Plato4 en Aristoteles kent ge, De stralende ster van de natuurwetenschap5. Zij zeggen wat de aarde is, wat de wijdse hemel daarboven, De zee en de zon en de nevelige onderwereld. |
[15] |
Gij kent Euclides, het geliefde hart van Mathematica6, De stralende ster van de puur-wetende wetenschap7, Die alles gemeten heeft8. En het zand vond zijn getal Van andere zijde, maar tevergeefs zal ik zijn naam in verzen noemen*. Zeg dus of er ooit van een groot man een groot werk geweest is |
[20] |
Dat groter zou kunnen zijn dan het werk dat Stevin gemaakt heeft.
"Als water het beste is10, en van bezittingen goud (het beste) |