Tome I: 1604 - 1619
Om te weten hoe hooghe dat de wolken vlieghen, so laet a Ziriczee syn ende b Montauban*) ofte eenighe andere plaetse, ende ick neme dat b van a licht 90 graden. Laet d een hagelwolcke syn, ofte eenich ander dync in de wolcken, dat men bekennen kan, ende recht over Zyriczee na b toevliecht. Nu d is recht over a ten 10 uren voormiddach ende is recht over b ten 2 uren namiddach: naerdien dan dat b 6 uren westelicker licht dan a, so heeft de wolcke 10 uren gevloghen tusschen ab. Voorder, als de wolcke een ure gevloghen heeft, so sie ick hoeverre sy is van myn hooft, dat is den hoeck dae. Ook nademael dat df , 10 uren vlieghens, eenen hoeck maeckt van 90 graden als dcf, so maeckt dan de, een ure vlieghens, eenen hoeck van 9 graden als dce, so de wolck eenparich vliecht. Ergo in den driehoeck aec syn de dry hoecken bekent en de halfmiddellinie des eertcloots, waeruyt bekent wort de hooghte ec, ergo oock ad.
*) B.'s vriend Jacques Schouten [>] studeerde aan de protestantse universiteit te Montauban, zeker sinds jan. 1613, en stuurde hem weerkundige waarnemingen. [>] |
VerglazenVergelasen van potten.De potten vergelaest men met minium*) of eertloot, als men dat met water menght, so dun als verkenspoelinghe, ende die daerin spoelt als het potteeerde droghe is, ende drooghe geworden synde, in den hoven sedt.
[ *) Menie, een helderrode verfstof; van 'minium' is afkomstig: 'miniatuur'.] Wonderlijk kleinParvitas rerum quae sit.Miranda est subtilitas rerum in rebus. [ Verwonderlijk is de fijnheid van dingen in de dingen.] Want een dinck in een man, dat maer een aesken en weecht, en weecht qualick het 2413de deel van een aesken in een puero primum conformato. [... voor het eerst gevormd kind.] Denckt hoe kleyn dat moet syn, ende denckt, hoe kleyn dat is datter alle ure aenwast totdattet so groot is als in een volwassen man. Ita ut Anaxagorae sententia: "Omnia sunt in omnibus" mirabilior non esse videatur. [ Zodat de mening van Anaxagoras: "Alle dingen zijn in alle dingen" niet wonderlijker lijkt te zijn.] |
Om wercktuychelick te vinden hoe hooghe dat de wolcken dryven [<], so bemerckt een wolcke, die recht over u hooft is, of komen sal, ende staet gelyck de wint waeyt. De wolcke in d sy boven u hooft ende sy vliecht in een ure in c ende in noch een ure in e. Ergo de hoecken dfc ende cfe syn bekent. f is u ooghe ende a het middelpunt des eertcloots. Ende treckt voort uit a eenighe omloopen ontrent so hooghe als de wolcken vlieghen, gelyck ki en gh en ed; daernaer uyt a treckende twee linien tot aen de linien bf ende fl, also dat sy, die rakende, juyst op eene van de omloopen de hoecken dac ende cae even groot syn, in die omloop vliecht de wolcke. Ofte siet, om gemackelicker te doen, in welcken omloop dat de linien df, lf,bf even wyt van malkanderen staen: daer is dan de wolcke. Al en kan ick dit teghenwoordich niet wiskonstigh doen, so sal ick nochtans wat stellen, dat ymant misschien soude moghen helpen om daertoe te geraken. Eerst dan so syn de hoecken mfa ende nfa bekent: daernaer ut fa ad ac sic acf ad mfa propter obliquangulum ad f, ende ut fa ad ae, sic aef ad nfa. At ae et ac aequalia sunt, ergo ut mfa ad nfa, sic fca ad fea. [ Vgl. hoe Simon Stevin het beschreef in Eertclootschrift 'Damphooghde'.] GeldValuatie vant gelt verandert.Hoe kompt het, dat het goudt nu hoogher gaet dant pleecht? Ist omdat de stuyvers etc. altyt min weert geweest syn naer advenant als het goudtgelt etc.? ende dat men heeft beginnen meer profyt met stuyvers te doen dan met goudt? Of ist omdat de muntmeesters de stuyvers etc. allyns so slechter slaen, dat daerdoor het goudt etc. meer stuyvers weert wort? StratenStraten beter aen deen syde.Waerom gebeurt het dickwils, dat de een syde van sommighe straten meer begaen wort dan dander syde? Ist omdat de straten krom loopen ende dat de luyden den kortsten wech soecken? Ofte ist omdat aen deen syde beter straten ligghen ofte marckten dan aen dander syde? MeetkundeDiametri reliquum invenire calculo.Si adiametri dimidium quadretur, quadratumque diametri (recte secantis adiametrum) altera parte dividatur, quotus est reliquum diametri? Ram. 9, XV. Geom.*) [ Als van een koorde de helft gekwadrateerd wordt, en het kwadraat wordt gedeeld door het ene deel van de middellijn (die de koorde loodrecht snijdt), het hoeveelste deel is dan het andere van de middellijn? Ram. 9, XV. Geom.*) ] *) Petrus Ramus Arithmeticae Libri duo, Geometriae septem et viginti (Bazel 1569). [<] Zie tekening hiernaast en 'Hoogtelijn': h2 = pq in een rechthoekige driehoek.] [ Petri Rami Meetkonst in XXVII boecken vervat, Amst. 1622 (Dirck Houtman, W. Snellius), p. 126: "9. Indien twee ingheschreven linien van malcander ghesneden werden, de rechthoeck uyt de deelen van d'eene, is zo groot als den rechthoeck uyt de deelen van d'ander".] RefreinRefereynen in twee soorten.Het schynt datter twee soorten van refereynen gemaeckt worden. De eerste is, dat men alleenlick acht op de mate, gelyck men die in de musike slaet, niet achtende hoeveel woorden in elcke mate of slach kommen; dit alleen aenmerkende, dat indien den eersten regel van een veers vier slaghen doet ende den tweeden dry slaghen etc., so moeten al d'ander veersen oock so gaen. D'ander soorte is die in dewelcke elcken slach maer één syllabe en heeft, gelyck de psalmen Aldegonde*), waerin sommighe beginnen van een korte syllabe, sommighen van een langhe ende so voorts, overhands dan een korte ende dan een langhe synde, gelyck: Wie is die ons gehoor sal geven en: Ick wil mynen liefsten singen. *) Philips van Marnix, genaemt van Sint Aldegonde, Het boeck der Psalmen ... Mitsgaders de heylige schriftuerlicke lofsangen (Antwerpen 1580; Middelburg 1591). [>] |
Accenten voor klemtoonScriptura belgica etc. accentus desiderat.Daer is een gebreck in de talen, dat sy de mannieren van spreken int schryven niet uytdrucken en konnen, sodat men niet en kan weten met wat een affectie dat een dynck gesproken geweest is. Twelck men, naer myn oordeel, wel soude eenichsins konnen beteren, somen op de die syllaben, die met een 'emphasis', dat is die styf gepronuncieert werden ende die men int spreken meest gehoort begeert te syn, dat men daerop sedt sulck een streepken: /, gelyck alsmen seght: "Kondt ghy dat doen?" ende dat men op die syllaben, die clemachtich gesproken worden, sedt: ~, gelyck als men seght: "Men moet niet Claeys Claeys eten, maer Wouter Wouter", dat is niet traech, maer rasch [eten]. Indeling van geschriftenScriptorum dividendi ratio.Om een oratie ofte eenighe andere schrifte af te deylen aen den kandt met wejnich schrift, om die met profyt te lesen, voor ooghen altyt hebbende in wat deel dat men is ende in wat deelsdeel, atque etiam argumenta apte possint designari, ita ut in separata charta scribi apte possit ex quo argumento logico singula petita sint doet so: [... en ook onderwerpen passend te kunnen afbakenen, zo dat op een apart papier passend geschreven kan worden aan welk logisch onderwerp afzonderlijke dingen ontleend zijn ...] Stelt voor het eerste deel aen den kandt een a, voor het tweede deel een b, voor het derde een c etc. Wilt ghy dan weten, waervan dat a spreeckt, int generael, so scryft op een ander pampier de a alleen ende schryft daeraen den inhoudt van dat deel. So nu het eerste deel noch deelen heeft, so set neffens dese a noch een a voor het eerste deel des eersten deels, also aa, ende voor het tweede deel des eersten deels stelt ab ende op het ander pampier sal men, om te weten wat dat in het tweede deel des eersten deels staet, setten ab ende daeraen den inhoudt. Ende so voort, al moet ghy ab noch eens verdeylen, voort eerste deel daer noch een a by doende als aba etc., als by exempel rekent, dat ymant schryft: |
aaa | Van een quepeereboom. | |
aab | van een gemeyne peereboom. | |
aba | van duytsche appelen. | |
abb | van engelsche appelen. | |
abc | van oraingappelen. |
a | is van vruchten op het velt. | |
aa | van peereboomen. | |
aaa | van quepeereboomen. | |
aab | van gemeyne peereboomen. | |
ab | is van appelen of appelboomen. | |
aba | van duytsche appelen | |
abb | van engelsche appelen. | |
abc | van oraeinge appelen. |
baa | Van honden. | |
bab | van katten. | |
bba | van musschen. | |
bbb | van krayen. | |
bbc | van kievitten. |
b | is van beesten. | |
ba | is van beesten des velts. | |
baa | van honden. | |
bab | van katten. | |
bb | is van voghels. | |
bba | van musschen. | |
bbb | van crayen. | |
bbc | van kievitten. |
ca | Van gout. | |
cb | van silver. | |
cc | van koper. | |
cd | van loot |
c | is van metalen. | |
ca | van goudt. | |
cb | van silver. | |
cc | van koper. | |
cd | van loot. |
Op die manniere sal men bequamelick onthouden ende verstaen dat men leest, alsmen een wejnich deese afdeelinghe gewent is. [>] Hierna ontbreken in het manuscript 3 bladen (fol. 8, 9, 10), waarvan de binnenmarge behouden is. Volgens een verwijzing [>] was er ook over muziek geschreven. Het volgende blad (fol. 11) bevat weerkundige waarnemingen: Tempestatum collectio en Journael vant jaer 1613 te Zierickzee a me (8 maart - 26 juli 1613). [ <,>] |
Kaarsstomp als kogelCandelâ ex sclopeto ejectâ, januam penetrat.Alsmen een endeken keerse in een roer steeckt ende daemede schiet, so vliecht het wel door een deure, bert, etc. Dichtheid van grafietEertloots swaerte.Eertloot, daer de pottebackers de potten mede verlooden, weecht ruym soveel als loot, hetwelck men seght, dat uyt het eertloot gepurgeert wort. Ick dede in een glas evenveel by beurte ende daer ginck minst water by alser eertloot in was. LoodhagelLoot tot hagel te maecken.Ist dat ghy loot smelt en in een pot met assen doet ende so tsamen schudt, het loot sal so kleyn worden als buspoer, segt den potbacker. EierenEyers ongekoockt lichter.Een ej ongekoockt weech 26 kl., 4 asen, hetwelck, int water gesoden synde, scheen 3 asen swaerder te weghen. BoterBoter van hoy ende het eerste gras, niet vet.De witte boter, komende swinters als de koyen hoy eten, en is so vet niet als de somerboter ende en streckt soverre niet int smelten, segghen de vrouwen. Oock de grasboter, die eerst uytkompt als de koyen eerst int gras beginnen te gaen, en kan men niet bewaren, maer wort terstont sterck. OpstaanExcitari certo tempore aliquem.Hoe kompt het, dat een mensche, die gewent is op een seker ure op te staen, al gaet hy tsavons later te bedde dan hy gewoon is, dat hy nochtans op syn ure wacker wort? Heeft de veranderinge des tyts aen hem eenighe macht, als hy slaept? Of kan hy die al slapende gevoelen? NierstenenCalculi renum curatio.Een weynich haer van een hase gegeten, is goet teghen het graveel, seght cosyn Lieven de Weert. |
TonenTonorum inter se proportio geometrica.Stevyn in syn boeck van het Eertclootschrift, fol. 21 seght, dat de luytslaghers door t'gehoor de halftoonen al evenredich slaen, dat is: tusschen twee heele toonen en setten sy maer eenen halven toon, also dat den eenen toon tot den halftoon deselve reden heeft, dien den halftoon heeft tot den anderen toon.*) Oock so seght hy, dat de ware achtste reden heeft gelyck van één tot twee. Naerdien dan dat de achtste bestaet uyt twee halftoonen ende vyf toonen, dat is ses heele toonen of twaelf halftoonen, malcanderen evenredich naderende. Ende syn dese ten naestenby in getal gebracht:°) |
*) Vgl. pp. 88, 180. [ °) Stevin werkt in de 'Singconst' met 12√ 2 (= 1,05946); dit geeft: 100, 106, 112, 119, 126, 133, 141, 150, 159, 168, 178, 189, 200.] |