Tekenaar
|
[ 97 ]
Slingeruurwerk | [ 183 ]
Sympathie | ||
|
|
Hij ging deze wonderbaarlijke eendracht ('concordia') onderzoeken: afstand vergroten, eendracht verstoren, een klok met de wijzerplaat naar achter, of naar opzij, ..., en op 1 maart tekende hij de onderzoeksopstelling, zie de linkerfiguur: A (rechts) en B elk aan een eigen balk op twee stoelleuningen. |
Zijn verklaring was (zie rechterfiguur): de slingers voelen elkaars beweging ('sympathie'). Stel dat slinger B op de loodlijn BD is en slinger A nog maar op AC, en dat B naar links gaat en A naar rechts; dan wordt ophangpunt A naar links geduwd, zodat de slingering van A versneld wordt. Als daarna B in stand BE is en A op de loodlijn AF, dan wordt het ophangpunt van B naar rechts geduwd, dus slinger B wordt vertraagd. Enz.*) De slingers waren maar 7 duim lang (p. 184). Zie ook de brief aan Moray van 6 maart 1665 en Het slingeruurwerk, 1673. [ *) De verklaring is niet helemaal juist: op de loodlijn is de versnelling van het slingergewicht centripetaal, naar boven gericht, dus de kracht op dit gewicht ook; de balk ondervindt dan geen horizontale kracht. Het rechtergewicht trekt de balk alleen naar links als het van D naar E vertraagt of van E naar D versnelt.]
|
[ 278 ]
Vallende kogelHoe ver komt een vallende kogel in een halve seconde? Een slinger van 3 voet slingert in 1 seconde van links naar rechts ('3 p[edes] - 1 sec'). Huygens neemt een halve slingering: - Hang de slinger aan de wand ('paries'), - houd het singergewicht en de kogel in één hand, - laat ze tegelijk los, - meet de valhoogte waarbij je één tik hoort. Uitkomst: 3,5 voet ('3 1/2 ped.') in een halve seconde. In de Latijnse tekst staat: "3 voet en een halve of ongeveer 7 duim" (1 voet is 12 duim). 1 (Rijnlandse) voet = 31,4 cm, dus: 109,9 cm of 112,5 cm. Het was nog maar een begin; de juiste waarde is: 122,6 cm. 15 november (valtijd 3/4 sec.): "maar ook al wordt de hoogte met 3 duim vergroot of verkleind, ze blijken toch tegelijk te klinken", en: je kunt ze zo niet echt tegelijk loslaten, "vertrouw maar niet op deze proef". Berekening van de kegelslinger had hem toen al opgeleverd*): in 1 seconde valt een gewicht over 15 voet en 7 1/2 duim (491 cm). Zie ook de tekeningen op p. 282 en 283: een toestel om de valtijd zo nauwkeurig mogelijk te meten, en zelfs de val te registreren op een strook papier! (1664) *) Zie p. 281, n. 6 en T. XVI, p. 306, n. 2 en p. 280. 15 voet en 7 1/2 duim wordt ook genoemd in een brief aan Moray van 18 juli 1664, T. IV, p. 84. |
[ 280 ]
1659. Begint een val met snelheid nul? Mersenne en Descartes dachten van niet. Huygens zegt: - houd een grote kogel A in de hand, - een kleine (B) lichtjes tussen de vingers daarop, - houd ze tegen het licht, - geef met een hamer een tikje op A. Je zult zien dat er licht schijnt tussen de kogels. Dus: B begint te vallen met een snelheid die je zo klein kunt maken als je wilt.
|
[ 287 ]
EllipsograafUit Manuscript 17 ('boeckje'), datum onbekend. Een instrument om ellipsen te tekenen (misschien in verband met lenzen die elliptisch geslepen moesten worden): - een schijf met twee sleuven in de vorm van een kruis, - een lat met twee pinnen die in de sleuven passen, - gaten in de lat, voor de tekenstift. Een andere tekening staat in de brief aan Mocchi (1656). Simon Stevin beschrijft zo'n instrument in zijn Meetdaet, en Frans van Schooten in zijn Mathematische oeffeningen, p. 300.
En verder bijvoorbeeld ...
- relativiteit van beweging (1654):
- toestellen: brekingsmeter, slijptoestel, draaibank, kijkermast, planetarium - waarnemingen met een microscoop, en met een telescoop: Saturnus werd vele malen getekend, zie 1658 - portret van zijn (zieke) vader in Koren-Bloemen (1658) - landschapstekening, Scheveningen, Hofwijck e.a. (1658) - plaatjes voor de toverlantaarn (hierbij ook de 'veersandaal')
een sneeuwkristal
- op reis: kasteel van Vincennes, |
- muts van een student in Oxford,
riddermuts, orde van de Kousenband.
- stadsgezicht met ronde toren (1657):
- handen:
in HUG 45, Huygens to Sluse (1657-) - vogelveren (1675): "grosse tige" (grote schacht) supra - dessus de la plume - costè de dessous - kraters op de maan (30 maart 1686?): - rechte muur op de maan (30 mei 1686): Umbra in disco lunae dichotomae. Schaduw op de schijf van de halve maan. Zie OC 15, p. 160, 30 mei 1686: "Op de halve maan, niet ver van de terminator, werd een schaduw gezoen op een helemaal rechte lijn, de zon scheen uit de richting van A ...". 31 mei 1686: "Dezelfde schaduw, lijkend op een degen, waargenomen op de maan, maar zwakker dan de vorige dag, wat overeenkomt met de rede." Nu genoemd: Rupes recta, Straight Wall, Huygens' sword, zwaard van Huygens.
|
In 1664 noemt Christiaan het tekenen in een brief: "Ik schrijf dit alles met een pen van glas, een nieuwe uitvinding ... ze schrijven in elke richting, wat ook heel geschikt is voor tekenen." Huygens kon goed kijken, zie T. XV, p. 34: "het is verbazend te zien hoezeer de schetsen van Huygens [van de planeet Mars] beter zijn dan die van niet alleen zijn tijdgenoten, maar ook van zijn onmiddellijke opvolgers. ... Pas tegen het einde van de achttiende eeuw ... [overtreft men] de getrouwheid en nauwkeurigheid van Huygens in het weergeven van het Mars-oppervlak." Zie de tekening van Mars (1672) in deel XV, p. 113, met poolkap en vlek (nu Syrtis Major. Er staat bij: "situs inversus", omgekeerde stand. In 1656 dacht Huygens een brede donkere band te hebben gezien; 28 nov. - 1 dec. 1659 tekende hij 3 vlekken, met als conclusie: Mars draait rond in ± 24 uur. In '1996/97 Mars Sketch (13) - Huygens versus Dollfus' (met een replica van Huygens' luchttelescoop) wordt een tekening van Mars besproken, ook met 3 vlekken, gemaakt op 7 april 1683 (T. 15, p. 141). |