Kleurafwijking , electrica , valtijden , Aarde , logica , kaarsvlam , stem , lichtsnelheid , stergrootte
KleurafwijkingOorzaak van regenbogen in een telescoop.De oorzaak van een regenboog in een buiskijker, wanneer het bolle glas teveel wordt vergroot, lijkt afkomstig te zijn van een fout in het heel nauwkeurig samenkoment. Als namelijk alle stralen van één punt die door het bolle glas gaan, keurig zouden samenkomen, zou met dit punt hetzelfde gebeuren als met een punt van een vlo, gezien door een zeer bol glas. Want zoals alle stralen vanuit één punt van een vlo die te dicht bij ons oog is, en die daarom teveel divergeren, wanneer ze door een bol glas gaan zo convergeren dat ze precies samenkomen in een of ander punt van het netvlies, zo zou (zoals kort hiervoor [<] is gezegd) een bol glas, geplaatst even achter*) het punt van samenkomst, ook hier onze ogen dezelfde dienst bewijzen. Als dus zo'n hyperbool gemaakt wordt die alle stralen nauwkeurig verenigt [<], zal het mogelijk zijn het bolle glas naar believen te vergroten, zodat dingen in de verte met een kortere buis nauwkeuriger zullen worden gezien, dan nu met een heel lange buis met bolvormige glazen.°) [ *) Beeckman was bijziend.] °) Toch zou de chromatische aberratie onvermijdelijk zijn, aangezien de brandpuntsafstand bepaald wordt door het brekend vermogen van het gebruikte glas. Er kan dus slechts één brandpunt zijn voor stralen van dezelfde kleur. |
Barnsteen en kafHoe electrische dingen kaf aantrekken.Electrische dingen trekken aan omdat de warmte die daar uitgaat, de lucht tussen kaf en barnsteen uiteen werpt en deze daar dan ijler maakt; dit ijler maken voelt de lucht achter het kaf niet. Dus óf de dichte lucht drukt sterker tegen het kaf, als lucht ijler is gemaakt, dan de stoot van warmte, dat is van vuurdeeltjes, tegen het kaf kan doen; óf die vuurdeeltjes, deels er ingaand, bewerken binnen de poriën dat die stoot zo groot is als hij zou zijn wanneer er helemaal geen poriën zouden zijn in het kaf. Als die stoot dan bij het drukken zoveel zou kunnen doen als de ijlheid van de lucht heeft verloren, lijkt nu, hoewel het kaf binnen zijn poriën veel vuurdeeltjes ontvangt, de kracht van de stoot op deze manier te worden verkleind. Want ook al komen de vuurdeeltjes, binnen de poriën van het kaf ontvangen, tenslotte alleen vaste kanten tegen, er zijn er veel die, door het hele kaf heengaand, gebroken en gedivergeerd, doordringen tot de lucht er achter, zodat ze deze niet ijler kunnen maken zoals toen ze verenigd en regelmatig uit het barnsteen naar het kaf voortgingen. Hierbij was er namelijk een enkele lijn die ijler werd; maar daar, veel breder verspreid dan het kaf, |
omvatten ze bij het eruit gaan terstond veel lucht. Ja zelfs zijn vuurdeeltjes opzij, het kaf niet rakend, helpers bij het ijler maken, omdat de lucht tegen het kaf, door de nabijheid ijler gemaakt, makkelijker uiteengeworpen wordt; en die vuurdeeltjes die verder komen dan waar het kaf ligt, worden meer en meer van elkaar gescheiden. Als dit minder bevalt, laten we het er dan op houden dat de stoot van de vuurdeeltjes niet evenveel toevoegt bij het drukken, als het ijler maken wegneemt, omdat tussen het kaf en het barnsteen de lucht ijler wordt gemaakt door veel vuurdeeltjes, die toch niet, vanaf de ijler gemaakte lucht, het kaf bereiken. Deze hebben immers hun werk verricht bij het ijler maken, maar dragen niet bij aan het stoten. Er wordt dus meer werk geleverd door de vuurdeeltjes van barnsteen bij het ijler maken dan bij de stoot. |
Kring om vlamOorzaak van regenboog rondom kaars.De iris van het oog is vocht van het hoornvlies, hangend aan de holle kant van zijn pupil, een omzoming makend (waar licht dat vochten ontbindt zwakker is dan in het midden), dat wil zeggen bedekkend. Hieruit volgt dat een regenboog, gezien rondom een kaars, of wat voor licht dan ook dat groter is dan de pupil, des te groter wordt gezien naarmate dat licht verder van het oog verwijderd is. [<] Laat ab een licht zijn dichterbij, cd hetzelfde verder weg, ef de pupil. gh het netvlies. Je ziet dat de stralen aei en bfi na de breking minder ruimte innemen op het netvlies dan cek en dfk.*) *) Descartes schreef over dit verschijnsel, in brieven aan Mersenne (18 dec. 1629, 19 mei 1635), zie Oeuvres, I (1897), p. 83, 97, 318; en in Discours (1637), les Météores, 278 [Ned. (1659) p. 301, figuur]. |
VallenGrotere steen valt sneller, maar moeilijk te zien en toch te onderscheiden.Lucht schijnt niet veel te verschillen van vacuüm. Daarom kan daarin niet gemakkelijk worden waargenomen of een grotere bol niet sneller valt dan een kleinere van dezelfde stof; beide vallen immers zo snel, dat de tijd nauwelijks opgetekend kan worden. Voor deze zaak is water dus geschikter, waarin je zonder twijfel zult bevinden dat grotere stenen sneller dalen dan kleinere. Bovendien wordt zo de heer Mersenne weerlegd, die het tegendeel volhoudt [<]. Ja ook in de lucht zelf, als je twee bollen van ongelijke grootte verbindt, zal de grootste onderaan vallen. [>] SamenhangSamenhang van lichamen uitgelegd.Iets warms, in vacuüm geplaatst, verspreidt zich als de delen van het samengestelde niet anders samenhangen dan met samendrukking van een omgevend lichaam. Warmte is immers beweging van vuur. En samengestelde dingen, in vacuüm geplaatst, wijken bij zelfs de lichtste aanraking, en wanneer ze binnenin door vuurdeeltjes aangeraakt worden, gaan alle delen van elkaar af, tenzij stralen van de sterren ze samendrukken. |
Aangezien dus de Aarde, getroffen door de stralen, niet anders kan dan bewegen, beweegt ze volgens dat deel dat in evenwicht staat, wat alleen is volgens de as die door deze twee middelpunten gaat. Want alle andere middellijnen maken haar aan één kant zwaarder niet dat de Aarde daar gewicht heeft, maar meer lichamelijkheid die voor haar in de plaats komt van gewicht, in de ene zowel als de andere helft of als je de as alleen door het middelpunt van zwaarte laat lopen, zal de ene helft meer grootte hebben dan de andere. |
JichtHoe jicht ontstaat.De tartarus van Sennert*) die hij tot materie van jicht maakt, gesteld die dingen die hij stelt, wordt uit de aderen naar het hele lichaam verdreven, tussen spieren en onder de huid via openingen in de aderen, doordat hun membranen erdoor geprikkeld worden; vandaar valt hij vanzelf, omdat hij door een andere maar heel krachtige beweging van handen en voeten naar de gewrichten wordt geworpen. Wanneer immers een hand beweegt, beweegt alles wat in de arm is mee. Maar wanneer een hand of het lichaam plotseling, zoals het gaat, tot rust komt, komt wat erin zit nog niet tot rust, maar dat gaat door met bewegen en zo bereikt dan geleidelijk al het vreemde de extremiteiten van het lichaam.
*) Daniel Sennert, de Arthritide Tractatus (Wittenberg 1631). [>] [ Op p. 11: "tartarum ... samengesteld uit zout en aarde, ja zelfs ook zwavel"] |
LogicaOntkende begrensde uitspraak gelijkwaardig met onbegrensde.Een ontkende begrensde propositie, dat wil zeggen uitspraak, is gelijkwaardig met een ware onbegrensde, dat wil zeggen wanneer het hele predikaat onbegrensd is, dat wil zeggen wanneer het partikel van ontkenning onmiddellijk volgt op het koppelwerkwoord. Want in de voorbeelden die Burgersdyck*) aanvoert: Adam kón niet zondigen, en Adam kon niét zondigen, daar wordt de ontkennende uitspraak niet omgezet in een onbegrensde, omdat slechts een deel van het praedicaat onbegrensd is; kón is namelijk ook een deel ervan. Gezegd moest namelijk worden: Adam was zo iemand die niet kón zondigen; dan is elk van beide onwaar.
*) Franco Petri Burgersdijk, Institutionum Logicarum Libri duo (Leiden 1626), p. 175 [hier een verkeerde volgorde: 172-173 na 174-175]. |
Claudius kan niét lopen, en Claudius kán niet lopen, zijn niet hetzelfde. Het ene is namelijk niet het onbegrensde van het andere. Maar los het raadsel op met het koppelwerkwoord is: Claudius ís niet in staat te lopen, en: Claudius is niét in staat te lopen zijn hetzelfde. En nu blijkt dat wat van belang was in kón een deel was van het predikaat. Waar ik dus leer dat bij het omzetten van een ontkennende uitspraak in een onbegrensde, altijd het hele predikaar onbegrensd moet worden. |
GifAard van vergiften.Een vergif lijkt niets anders te zijn dan vuur dat zulke deeltjes van zich uitwerpt, dat ze wanneer ze in poriën van een lichaam zijn gegaan. weer uiteenspringen, en zo daar een brand veropwekken. En hoewel ik hiervoor [<] heb gezegd dat de aard van vuur zodanig is, dat het bij het gaan naar lucht enz. altijd tot de uiterste ontbinding uiteenspringt, toch kan het daarin verschillen van vergif, dat de deeltjes van vergif zo stevig samenhangen dat ze niet uiteen kunnen springen als ze niet door onze warmte weer zouden worden verwarmd. Hieruit kan een verschil van vergiften gehaald worden, dat sommige deeltjes sneller uiteenspringen, andere langzamer, vaker, minder vaak, dichter opeen, verder uiteen, enz. RookVerschil van rook en vlamZo zien we dat de rook van een kaars veel kwaadaardiger is dan de vlam, ook om deze reden omdat de homogenea [<] van rook, binnen de hersenen gekomen en daar verwarmd, in meer en veel dichtere deeltjes worden ontbonden dan de homogenea van een vlam. |
Dauw
*) Libertus Fromondus, Meteorologicorum Libri sex (Antwerpen 1627). SneeuwWaarom sneeuw vuil bevat.Sneeuw heeft vuil in zich, omdat zowel het waterachige dat door koude apart was samengebonden tot regen (als de koude niet zo hevig was dat hij juist damp samenbond), als het aardachtige enz., dat in winden of iets anders was terechtgekomen, tegelijk samengebonden in damp, in de vorm van sneeuw neervallen. KompresWaarom kompressen dikwijls te vernieuwen.Kompressen moeten dikwijls vernieuwd en warm op gezwellen gelegd worden. Zo dringt namelijk warmte die fijnere deeltjes van het kompres meeneemt, hiermee binnen de poriën van het gezwel; en als de warmte dan verdwijnt, gaat in het gezwel niet meer naar binnen dan wat de warmte van ons lichaam rondom het gezwel meeneemt. Bovendien worden de fijnere delen in het begin meegenomen door de warmte, maar als ze al grotendeels zijn meegenomen, blijven alleen dikkere over. Daarom moet niet preceis het zelfde kompres verwarmd worden, maar er moet een geheel nieuw kompres worden aangemaakt. |
StemHoge en lage stem, hoe in mond gevormd.Een hoge en lage stem wordt niet teweeggebracht door vergroting en samentrekking van de mond, maar door grotere en kleinere opening en sluiting van de keel. Eén letter immers die met de mond gevormd wordt, dat is terwijl de mond in dezelfde vorm blijft, ondergaat alle variaties in hoogte en laagte; dat wil zeggen, met de letter A kunnen we alles zingen. De keel nu is hol en de holte kan groter en kleiner gemaakt worden. [<] |
ValsnelheidSnelheid van vallende lichamen te onderzoeken.Wie de verschillende snelheid wil onderzoeken van voorwerpen die over grotere en kleinere afstanden vallen [<], moet loodrechte buizen oprichten en die met water vullen; daarin moet een steen afdalen of een ander lichaam dat zwaarder is dan water. Je zult zien in hoeveel tijd die over twee, drie, vier afstanden valt enz. LichtsnelheidOnderzoeken hoe snel licht beweegt.Evenzo kan iemand met een horizontale buis, vol helder water en aan weerszijden met klaar glas afgesloten, onderzoeken hoeveel sneller het licht van een kaars of vonkjes van een steen, gaat door lucht dan door water. [>]
In 1839 stelde Arago zo'n meting voor om uit te maken of licht uit deeltjes bestaat (Descartes, Newton) of een golf is (Huygens). In 1850 bleek: in lucht sneller dan in water, dus een golf. Beeckman nam aan: deeltjes, minder makkelijk bewegend in dichtere materie [<,>]. |
StergrootteMiddellijnen van vaste sterren met kaarsvlam onderzocht.Een kaarsvlam, van zo ver mogelijk gezien [>], is een zodanig deel van die omtrek, waarvan de halve middellijn de afstand is van het oog van de waarnemer tot de vlam, als een vaste ster is van zijn cirkel. Hierbij beweegt het licht van de vaste sterren voortdurend in het luchtledige, afgezien van hun eigen lucht en de onze; het licht van de vlam daarentegen over de hele reisafstand door de lucht. Bijgevolg zijn de zichtbare middellijnen van vaste sterren veel kleiner dan men meent.*)
*) Zie ook p. 225 hiervoor, en ook de brief van 13 dec. 1632 in T. 4, p. 211 [Hortensius, Dissertatio, p. 63 e.v. (vertaling), datum: p. 94], en hierna p. 321. |
VogelsWaarom vogels in de hoogte beter vliegen, slecht bij Bruno.Bruno Nolanus, pag. 213, lin. 10*), geeft mijns inziens niet de ware reden waarom vogels boven in de lucht beter vliegen. En ik heb elders gezegd dat dit zo is omdat de lucht daar dichter is wegens de koude. [<,>]
*) Giordano Bruno, de Monade ... de Universo et Mundis Libri octo (Frankfurt 1591), 'De maximo et immenso Liber II', de uitweiding in proza van cap. 3. [ Bruno's reden: omdat ze meer lucht onder zich hebben, zie p. 254 hierna.] Klein uurwerkWaarom het heen en weer gaan van kleine uurwerken vaker gebeurt.Bij kleinere uurwerken, zoals vooral die welke in een zak op de heup worden gedragen [<], moet het heen en weer gaan heel vaak en heel snel gebeuren, opdat de beweging ervan niet wegens de geringe lichamelijkheid door het tegenkomen van lucht geheel wordt opgeheven of teveel belemmerd. BloedneusBloedverlies van de neus stelpen.Om bloedverlies van de neus te stelpen [<,>] moet uitgeademd worden door de open mond, en ingeademd door dat neusgat waaruit bloed vloeit, met gebruik (als dit alleen niet heeft geholpen) van geschikte dampen. En van tijd tot tijd moet op de neusgaten worden gedrukt; want zo worden de doorgangen nauwer, en stolt het bloed daarin makkelijker, en koudere lucht drijft het meer terug door nauwe openingen, of brengt het tot stilstand. WindenWelke winden de beweging van de Aarde veroorzaakt.De beweging van de Aarde veroorzaakt in de herfst noordelijke winden, 's avonds en 's ochtends, maar midden op de dag N. O., te middernacht N. W. Dan hebben namelijk delen van de zee door voorafgaande warmte fijnere deeltjes uitgewasemd, die vanzelf westelijke winden zouden veroorzaken bij ons, voor wie de zee in het westen is. In werkelijkheid komen winden van zee samen met die welke ontstaan door de beweging van de Aarde; vandaar dat er dan zoveel stormen zijn. [<,>] |
DrijvenWaterhoogte doet er niet toe bij drijven.Bruno, pag. 213 [<,>], zegt ten onrechte dat er des te grotere gewichten kunnen drijven naarmate er meer water onder is. GeluidGeluid komt niet tot de Maan.Een sterk geluid dat de lucht van beide kan doordringen, zal niet van hier naar de Maan komen, tenzij het ook zo sterk is, dat het vanwege de afstand niet teveel verstrooid is. |