|
24 | No. 2396 | J. Hudde [<] aan Chr. Huygens | 3 sept. 1685 | |
... zo is geresolveert het Galjoot, dat wedergekeert is met de drie verwachte na-schepen, en hier voor de paalen is aangekoomen, uEd. ten bewusten einde te presenteren ... [ Het ging om een proef met het slingeruurwerk op de 'Zuyderzee' (IJsselmeer), 11 september. Zie de brief aan broer Constantijn, 3 okt. 1685 (p. 31): "na de ervaring die ik had op de Zuiderzee, ben ik er zeker van dat ze gemakkelijk de bewegingen van grote schepen zullen verdragen, bij welk weer ook". Het stormde zo hard dat de schipper niet verder wilde, bang dat het zeil stuk zou gaan, maar een van de twee uurwerken bleef lopen.] | ||||
37 | No. 2406 | Aan J. Hudde [samenvatting] | okt. 1685 | |
Vond hem*) in sijn dingen wel geoeffent. ick wilde wel dat het de slechtste verstanden konden leeren. Hij begint beter te begrijpen en sal dat wel leeren. hij soude geen relatie konnen geven van Dam gesproocke dat het vertreck van 't groote schip onseecker is. die van Zeelandt den 30 dec. bedancken voor d'Ermonville. Smidt heeft sijn geldt. hij moet noch de horologien beter leeren verstaen. | ||||
37 | No. 2407 | Aan J. Hudde [>] [samenvatting] | 26 okt. 1685 | |
Aen de Hr. Hudde geschreven met Thomas Helder*) den 26 Oct. 1685. Wel met hem gecontenteert om met de horologien nae de Caep de Bon Esper. te senden in December. sal naer een horologiemaecker soecken. De instructie en translaet van la Voye sijn reys°) vervaerdigen. *) Thomas Helder, die instructies [>] kreeg over het gebruik van het slingeruurwerk voor de lengtebepaling op zee. Hij overleed kort na het begin van de terugtocht, in april 1687. De brief van 26 okt. 1685 is met Th. Helder meegegeven voor Hudde. [ °) In de instructie wordt gebruik gemaakt van gegevens van De la Voye (1669, reis van Toulon naar Candia op Kreta), zie p. 61, en in een brief aan A. de Graaf schrijft Huygens een kopie gehouden te hebben van de instructie en "van den tocht naer Candia", zie p. 223.] |
42 | No. 2413 | Chr. Huygens aan de Staten-Generaal [<] | 13 maart 1686 | |
Consideratien aengaende het beneficeren der revieren den Neder Rijn en de IJssel, door middel van de doorsnijdinge boven Schenkenschans ontrent den Luijsbos: | ||||
... bij geschrift te stellen de Consideratien die ick d'eere gehadt hebbe van mondeling haere Ho: Mo: voor te dragen ... ... Sijnde daer nevens oock dit voordeel bij de bewuste doorsnijding te obtineren, dat de voorseijde groote ondieptens werden afgesneden, en de verdere ondieptens van den N. Rhijn en IJssel eenighsints gebetert, tot beveijliginge des landts tegen invasie van vijanden. ... Eijndigende sal noch dit seggen, dat het fondament waer op de doorsnijdinghe ondernomen werdt, sijnde het verval tusschen de twee uijteijnden sich verthoonende, Haere Ho: Mo: noch preciser informatie dien aengaende sullen konnen hebben door de waterpassingh die meergemelte Hr. controlleur voornemens is te doen, bij middel van 't instrument daer toe over eenighe jaeren bij mij geinventeert*), 't welck, derf seggen van ongelijck meerder seeckerheit te sijn dan die tot noch toe sijn gebruijckt. *) Het waterpas, gepresenteerd aan de Académie des Sciences op 18 sept. 1679, gepubliceerd in Journal des sçavans, 1680, 21-24 (afb.); zie VIII, 263-266. | ||||
55 | No. 2423 | Chr. Huygens aan Thomas Helder | 23 april 1686 | |
Instructie en onderwijs aengaende het gebruijck der Horologien tot het vinden der Lengde van oost en West. | ||||
[ Vergelijk een dergelijke instructie, gepubliceerd in 1665: 'Kort Onderwys'.] | ||||
292 | No. 2520 | Christiaan Huygens aan Thomas Helder | 1686 | |
XXXVI. Aen de Caep de Bonne Esperance aen Landt wesende of in het schip Heel stil leggende als mede insonderheijt tot Batavia, indien de reijs soo verre valt, sal men observeren door middel van de horologien, hoe langh dat een enkel Pendulum moet wesen om ieder slagh een seconde te doen ... |
192 | No. 2474 | H. Coets aan Chr. Huygens | 20 juli 1687 | |
... dese letteren en nevensgaende bladeren, die al lange voor enegen tijt hadden moeten dienen tot antwoort op die swaricheden, welcke V. WE door een Fransch Heer tegens een van mijne Problemata en mijne nieuws gevonde methode heeft gelieven voor te stellen; en die mede behelsen de ontbindinge van die Aequatie, welcke V. WE heeft believen met sijne hant onder het voorschreven Problema ter neder te stellen. ... ... met ootmoedich versoeck dat V. WE gelieve de moeyte te nemen van het selve noch eenmael te doorsien, en my dan V. WE hoogwijs oordeel over dese manier van resolveren en construeren te laeten toekomen ... ... het welck ick de stouticheyt neme van so veel te ijveriger van V. WE te bidden; om dat in 't korte wel occasie mach voorkomen, waerin V. WE gunstich oordeel my soude konen mijn oogmerck doen bereycken op een Academie, alwaer een Professio Mathematica gesuppleert moet worden. ... Henrick Coets (-1730) werd in 1701 lector in de 'Duitche professie' van de wiskunde te Leiden, en publiceerde Horologographia plana (1689, Ned. 1703/05), Arithmetica practica (1698) en Euclidis Elementorum sex libri priores (1691, Ned. 1702). | ||||
198 | No. 2477 | Chr. Huygens aan H. Coets | 27 aug. 1687 | |
... Ick sende dan UE sijn Tractaet van het beschrijven der kromme linien wederom, en wat aengaet die van de Equatie a14y3 x17 houde mij voldaen door UE solutien daer op gegeven, die mij als in deese materie weynigh geoeffent niet te vooren en was gekomen. ... ... Voorts wat aengaet de utiliteyt van UE methode, die bestaet soo mij dunckt meest hierin om de gedaente van seeckere linien daer van UE de Equatie voorstelt uyt te beelden, en het waer te wenschen dat de methode om sulcx in alle Equatien te doen bekent waer. Het waer oock wel noodigh UE constructie hiertoe te doen dienen om de geheele gestalte der kromme linien voor ooghen te stellen. Als bij exempel in de Equatie aay x3, te doen sien dat de Paraboloides deese figuer heeft en daerom A geen eygentlijck vertex en is. [AO is de Y-as] |
Het is voorts niet te twijffelen of UE manier in 't vinden der puncten is geometrisch, ende oock UE kromme linien alle van die soorte die des Cartes voor Geometrische erkent. doch soo en kan men niet seggen dat het beschrijven van een kromme linie door gevonden puncten geometrisch ofte volkomen sij, of dat sulcke beschreven linien konnen dienen tot geometrische constructie van eenighe problemata, dewijl hiertoe, nae mijn opinie, geen kromme linien en konnen dienen als die door eenigh instrument vervolgens beschreven konnen worden, gelijck den Cirkel door een passer; en de Conische Sectien, Conchoides en andere door de instrumenten daertoe geinventeert. Want de linien met de handt van punt tot punt getrocken alleenlijck de gesochte quantiteyt ten naesten bij konnen geven en dienvolgens niet naer de Geometrische perfectie. Want wat helpt het sooveel puncten te vinden als men wil, indien men dat eene punct dat gesocht werdt niet en vindt? Ende indien dese beschrijvingh door puncten tot de constructie der problemata goedt gekeurt wierdt, waerom en soude oock de deelingh van een circkelboogh in een gegeven reden, door de Quadratrix van Dinostratus, niet voor geometrisch gehouden werden? dewijl men van deese oock sooveel puncten, en soo nae aen 't begeerde vinden kan als men begeert. De constructien van het Problema van 't keerpunct in de Conchoides soo wel de uwe als de mijne*) en moghen voor de rechte niet gehouden worden, dewijl het selve punct kan gevonden worden, sonder eenige conische sectie te gebruycken, als Heuraet over langh getoont heeft°). Ick vinde onder mijne papieren eenighe diergelijcke constructien, die ick eertijds gesocht heb, nae dat de sijne was uijtgekomen ... *) Cf. brief No. 1068, noot 3 [IV, 246-7; en XII, 211-5, in De circuli magnitudine inventa ..., 1654.] °) Zie brief No. 641, n. 6. [II, 443; F. van Schooten, Geometria R. Descartes, 1659, 258-262; No. 306 (I, 439); Geometria, 49-152; No. 263, n. 2 (I, 382).] | |||||||||||||
222 | No. 2488 | Chr. Huygens aan A. de Graaf [>] | 3 okt. 1687 | ||||||||||
Zijnde tegenwoordigh besigh met de Journaelen en de aenteeckeningen, door UE. soon aen mij behandigt te examineren, waerin mij mijne indispositie langh belet heeft, soo vindt ick dat Th. Helder in het boeck van sijne uijtreekeningen als mede in de copije die hij daer van in 't net geschreven heeft, ... ... Dit doet mij dan dencken dat of onder UE. soon ofte iemant anders noch eenigh geschrift bij hem naegelaeten is berustende. ... | |||||||||||||
243 | No. 2501 | Aan Constantijn Huygens jr. (Aanhangsel) | 29 okt. 1687 | ||||||||||
| |||||||||||||
253 | No. 2508 | Chr. Huygens aan mevr. Coyet | 1687 | ||||||||||
Mevrouw en Nichte
Alhoewel ick door mijn langhe absentie in Vranckrijck als andere toevallen noit d'eere gehadt hebbe van de Heer Coyet VEds. man saliger te kennen, soo is mij des niet te minder leet geweest sijn overlijden uijt VEds. brief te verstaen, ...
| |||||||||||||
254 | No. 2509 | Chr. Huygens aan [B. ?] Coyet | 1687 | ||||||||||
Mijn Heer en Neef Ick hebbe met leetwesen verstaen ..., en gelijck mij onlanghs geleden diergelijcke verlies wedervaeren is, kan des te beter oordeelen van de beweginghe en droefheyt die dit aen VEds. moet veroorsaeckt hebben ... |
266 | No. 2516 | Chr. Huygens aan Abraham de Graaf [<,>] | 24 april 1688 | |
VE. soon mij ter handt stellende in 't voorleden jaer de Journaelen bij hem en Thomas Helder op de reyse nae de Caep de B. Esperance... ... hebben mij materie verschaft tot veel meer wercks als ick in 't eerste gedacht hadde. 't Welck nochtans al vrij wel tot mijn vergenoegen uytgevallen ... ... Indien de Horologien weder in zee gesonden werden sullen daer eenighe dingen aen verbetert dienen ... | ||||
267 | No. 2517 | Aan J. Hudde [<,>] | 24 april 1688 | |
VEdt. sal in het hiernevensgaende rapport aen de Heeren Bewinthebberen, sien ... ... Aengaende het gemelte effect van het draeijen der aerde sal VEdt. misschien gesien hebben 't geen onlanghs daervan geschreven is door den Professor Newton in sijn boeck genaemt Philosophiae Naturalis principia Mathematica, stellende verscheyde hypotheses die ick niet en kan approberen, waeruyt dan oock ander besluijt treckt als mijn rekeningh uytgeeft*) ... ... ... Ick heb groot verlangen om eenighe Caerten van de O. Indische Compagnie te moghen sien ..., dewijl ick gemerckt heb uyt het Extract van 't Journael van 't schip Alcmaer dat die Caerten seer differeren van die publiek verkocht werden. ... *) Zie hierover de toevoeging bij 'Discours sur la cause de la Pesanteur' [bij Traité de la lumière, 146, met de waarde 1/289; Newton geeft 1 op 2904/5, zie p. 422]. | ||||
269 | No. 2518 | Isaac Vossius aan H. van Beuningen | 23 febr. 1688 | |
Wat belangt de observatie van P. P. Jesuiten gecalculeert op Cabo de bonne Esperance als ook mede te Siam deselve konnen niet bestaen en accorderen niet wel met de lengte des aerdbodem. ... ... Het uurwerk van den heer Christiaen Huijgens is uijtnemende goet, doch indien men het wil stellen naer de Eclipses, sal in den tijt van een dag en nacht te weten in 24 uuren, niet meer als 22 uuren slaen. ... ... Den koning heeft mij meermael aengesproken en vermaent om een globe te doen maken met de behoorlijcke distantie van landen en waters, ... |
272 | No. 2519 | Aan de Bewindhebbers van de Oost-Indische Compagnie | 24 april 1688 | |
Rapport aengaende de Lengdevinding door mijne Horologien op de Reys van de Caep de B. Espe- rance tot Texel Ao. 1687. | ||||
Gesien ende geexamineert hebbende de Journalen en aenteyckeningen, mij ter handt gestelt, ... ... Ick soude verscheyde redenen konnen bijbrengen, waerom ick hier mede soo langh getardeert hebbe, doch de voornaemste is geweest de difficulteyt om tot het rechte verstandt van dit geheele werck te geraecken, alles nae behooren te overwegen en de noodighe uytrekeningen te doen, alsoo iets meerders daer in verborgen lagh, als mij voor desen bekent was. Doch eyndelijck, nae langh wachten, kan ick seggen seer goede tijdinghe te brengen aengaende dese Inventie, ... En om in 't korte aen UEd. te verthoonen de somme van mijne ondervindinge, soo heb ick de bijgaende Caerte toe gestelt, en daer in aengewesen de Coers van 't schip Alcmaer (in 't welck de Horologien van de Caep herwaerts gevoert sijn) nae drijderhande Lengde Rekeningh. ... ... de observatie der sterretjes rondom de Planeet Jupiter Loopende, en voornamentlijck de binnenste van de vier. ... En het is bij een seer geluckighe toeval gebeurt dat even te voren als de reyse der Horologien nae de Caep is aengevangen, de Lengde deser plaets, door seer naeuwkeurige observatien volgens gemelte nieuwe manier is afgemeten. ... ... Ick sal nu voorts aengaende dese Correctie der Horologien aenwijsen hoedanigh die is, en waer uyt ick der selve noodsaeckelijckheydt ben gewaer geworden. ... ... geobserveert door eenen die met onse Instructie uijt Vrankrijck naer Cayana was gesonden in 't jaer 1671 ... dat een Pendulum doende ieder slagh een seconde, 't welck tot Parijs de Lengde hadde van 3 voet 8½ Linie*), Parijsche maet, aldaer in Cajana korter was om 1/8 duym. Leggende die plaets op 4 graden benoorden de Linie. Waer uijt volgde dat een Slingerwerck dat tot Parijs op de rechte maet der daghen gestelt was, in Cajana komende, het pendulum te langh soude hebben, en daer door meer als 2 minuten daeghs soude verachteren.
Dit scheen vremdt; doch de reden ... dat alle gewight de Linie Equinoctiael naderende ietwes lichter moest werden, uyt oorsaeck van het draeyen des Aerdtkloots. ... ... Journael der weerreys van de Caep ... drijderhande rekeningh...
... een Pascaert van Europa met wassende graden van D. Rembrandts van Nierop, maer in de verdere kusten van Africa heb ick de gemeene Caerten gecorrigeert ... [ *) 1 'lijn' = 1/12 duim, ca. 2 mm; de secondeslinger is ongeveer 1 m, de periode is 2 s.] °) 'Discours sur la cause de la Pesanteur', bij Traité de la lumière, 1690 [secondeslinger, en deze reis, vanaf p. 145; Ned.]. [ #) Figuur: situatie van de Kaap, herleid van een globe van Blaeu van 1645 (geel); de 2 meridianen zijn van 15 en 30° OL, dus de afwijking was 8°. Bron: Restoring the Blaeu's globes.] ... dat nergens in dit Journael gevonden werdt dat door de bewegingh van 't schip de horologien sijn komen stil te staen, alhoewel al veel hard weer en holle zee uytgestaen hebben. Men heeft oock niet konnen mercken, soo mij gerapporteert is, dat deselve eenighsins door roest beschaedight sijn geworden, tegens de opinie van veele.
... dickwils questie ontstaen was aengaende het bewint der horologien. 't welck op een ander tijdt verhoedt moest werden door een precise Instructie en reglement ontrent dit bewint mede te geven. ... stil gestaen heeft, omdat de veer in de kleyne ton gebroocken was, als bevonden wierdt doen men het horologie uijt malkander nam. ... Dese veertjes waren van koper geslaghen, welcke soo ick sedert onderrecht ben, broser sijn als die van stael, ...
Het is seecker, al waer de gangh der horologien volkomen perfect dat nochtans in 't eerste dickwils haer geimputeert sullen werden de fauten die aen de Zee-Caerten in 't stuk der Lengde eyghen sijn. ... dienstigh dat men van eenighe voornaeme plaetsen de rechte Lengde ten respect van de Meridiaen van Texel of Amsterdam ondersocht, door observatie aen de omloopers van Jupiter ...
|
294 | No. 2521 | J. Hudde [<,>] aan Chr. Huygens | 30 april 1688 | |
Ik heb wel ontfangen uEds. missive ... gestelt in handen van de heeren, zomenze noemt, vant pakhuijs, (dat zijn die geene, die onder anderen de Stuurlieden examineren). ... |
310 | No. 2532 | Chr. Huygens aan A. Leeuwenhoek [>] (Samenvatting) | 6 maart 1689 | |
Leeuwenhoeck bedanckt voor sijn wortelboom: gevraeght nae de observatie van 't circuleeren van 't bloedt, waerom niet in druck en komt. geproponeert of men deselve in de vleugens van vleermuyzen, pooten van Endvogels, ooren van ratten &c. niet soude konnen sien. | ||||
319 | No. 2539 | Chr. Huygens aan J. Hudde [<,>] | 25 mei 1689 | |
Naer dat laetstmael de eere gehadt hadde van UEdt. te spreecken ... aengaende den staet der saecke van de Lengdenvinding ... ... het stellen van mijn bewuste bericht in 't voorleden jaer aen de Heeren Bewinthebbers gedaen, in handen van de Heer Prof. de Volder. Waer in ick seer geern bewillighde, als sijnde 't geen ick selfs gedesireert hadde. ... ... hebbe hem mede ter handt gestelt mijn Tractaet van de Reden der Swaerte ... ... genoodsaeckt werdt een reysie naer Engelandt te doen ... | ||||
338 | No. 2546 | De bewindhebbers van de Oost-Indische Compagnie aan Chr. Huygens | 9 sept. 1689 | |
... gaen hier inne gesloten de originele Kaerten en Copia van de schriftuure bij VW. WelEd: opgestelt, raeckende 't geobserveerde met de bekende horologies, mitsgaders de Copia rescriptie en gedaghten van de Heer Proffr. de Volde, over den inhoudt van dien ... ... omme des te eerder de naerder preuve te konnen nemen ... | ||||
339 | No. 2547 | B. de Volder [>] aan de bewindhebbers van de Oost-Indische Compagnie (bij No. 2546) | 22 juli 1689 | |
... een brief en caertie door de Hr. Huijgens aen uw Wel. Ed. gesonden [<] ... mijn gedaghten omtrent het voorsz. ... ... bevonden dat dit ondersoek ten principalen aenquam op dese twee hooftpointen. Voor eerst of de tafel van de Hr. Huijgens tot verbeteringh van sijn Horologien gecalculeert op goede fundamenten steunde, en wel gecalculeert was. En ten tweeden of door de Horologien soodanigh als de tafel vereijscht gecorrigeert in dese reijs van de Caep tot texel de waare lenghte van de Cours van het schip Alckmaer gevonden is. ... ... onderstelt sijnde, dat de aarde in 24 uren om sijn as draayt (gelyck dit het gevoelen is van 't meestendeel van de Astronomi, en 't geen oock met veel redenen soude kunnen bekraghtight werden) ... ... dat hij nogh in sijn stellinge, nogh in de reeckeningh iets in 't minsten toegegeven heeft, om dese gevonden lenghtens goet te maken ... ... Riccioli stelt het onderscheijt tussen Parijs en Amsterdam op 4 gr. andere als de la Hire, op 2 gr. en 32 a 33 min. soo dat het om seecker te gaen wel te wenschen was, dat men dit onderscheyt van lenghte door de observatien van de omlopers van jupiter nauwkeurigh geobserveert hadt. ... In de getallen van dese VIIde colom is een abuys begaen omtrent de 8ste Juny de welcke sigh nootsaekelijck heeft uijtgespreijt op alle de volgende ... ... dat derhalven al 't geen op dese reijs gebeurt is, het gebruijck der Horologien tot het vinden der lenghtens meer voor als tegenspreeckt. ... ... hoewel seer goede hoop ... soo soude ick evenwel twijffelen of men uijt het succes van dese eenige reijs soude mogen absolut concluderen, dat er geen andere oorsaeken in de natuur gevonden worden, die het effect van 't drayen der aarde in de swaarte der lichamen op welck dese correctie der Horologien steunt soude konnen of beletten of veranderen, ... de veranderingh der hitte door dewelcke veele oock harde lichamen uijt geset, en langer gemaeckt worden. ... ... is niet als door de ervarentheijt te determineren, ... een tweede proef ... | ||||
352 | No. 2554 | Balthasar Bekker [>] aan Chr. Huygens | 3 nov. 1689 | |
dese dient sleghs om naast aanbiedinge van mijnen geringen dienst den ingeslotenen van mijnen schoonbroeder Fullenius (met wien ik eens d'ere gehad hebbe uw welEd. in den Hage te spreken) ter hand te brengen: ende hebbe met een de vrijheid gebruikt, daar bij te voegen den tweeden druk van denselven brief, door mij buiten des auteurs communicatie bevorderd, ende met een beright vermeerdt.*) ... *) Bernard Fullenius [<] had een brief geschreven (11 mei 1689) over de lengtevinding van Lieuwe Willemsz. Graaf. [<] [>] |
369 | No. 2562 | Aan J. Hudde [<] [Concept] | 11 febr. 1690 | ||
Sendt hier nevens een Exemplaer van 2 tractatjes nieuwelijcks door mij in 't licht gegeven. Dat ick weet hoe weynigh tegenwoordigh te passe komt aen S. Edt. iets van dese nature te offereren, als die besigh is met seer gewichtige saecken en daer de rust en welvaren van ons vaderlandt aen gelegen is. ... | |||||
390 | No. 2571 | Aan A. Leeuwenhoek [<] [Concept] | 6 maart 1690 | ||
Sendt een Exemplaer van mijn boeck. Heb gedacht op sijn Experiment met de glasen bol in plaets van mijn vlacke cylindrische vat. ... ... een model om te verklaren hoe wolken in de lucht blijven ... | |||||
400 | No. 2578 | Chr. Huygens aan Balthasar Bekker [<] [Samenvatting] | 30 maart 1690 | |
dat hem gelieve te doen weten aen Fullenius dat ick aen hem geschreven heb den 23 febr. en den 21 Mart met de eerste een Exemplaer van mijn boeck gesonden door Vegelin van wie oock geen antwoordt. dat ick Fullenius door deerste brief heb geantwoordt op de sijne waer nevens sijn nodigh Bericht, en Beckers naebericht dat W. Lievens*) al weder antwoord geschreven heeft. *) Het gaat om Lieuwe Willemsz. Graaf, en zijn polemiek met Fullenius Nodig berigt, 1690, ook over: Wasmuth & Graaf, Herstelling des tyds en Bekker, die in zijn Ondersoek van de betekeninge der Kometen, 1692, een 'Berigt en Naberigt' over Graaf publiceerde. [>] | ||||
418 | No. 2588 | Chr. Huygens aan de bewindhebbers van de Oost-Indische Compagnie | 10 mei 1690 | |
Sedert U WelEd. mij in Sept. des voorleden jaers de Horologien tot de Lengdevindingh gedestineert, beneffens het oordeel van de Hr. Prof. de Volder daer ontrent hebben gelieven te laeten toekomen en met eenen te kennen gegeven VWelEd. intentie van een naeder Preuve deser Inventie te nemen, soo hebbe het gheene noodigh was aen deselve doen repareren ... ... door gedurighe observatie haer gangh geexamineert ... Doch terwijl ick hier mede tot nu toe daghelijx besigh ben, soo weet niet wel of den tijdt niet te verre verstreecken sal sijn, om gemelte Horologien met de Oostindische schepen die dit voorjaer vertrecken mede te senden ... | ||||
452 | No. 2602 | Chr. Huygens aan S. van de Blocquery | 1 aug. 1690 | |
... aengaende de aenstaende proeve der Horologien ... ... om de ongelijckheydt van wegen het draeyen der Aerde op de reijse waer te nemen ... dat ick met Mr. de Graef dien aengaende conferere ... | ||||
467 | No. 2609 | J. de Graaf aan Chr. Huygens | 23 aug. 1690 | |
Zedert ik met de horologien van uw. E. zeer geëerde inventie alhier ben comen te arriveren, ... ... daar op ik beijde de horologien tot mijn E. vaders heb opgehangen, ... liet ick een knicker op het horologie vallen. maar de knicker zoo menigmaal als er op viel, rolden ser aff. ... ... bevond ik dat de 2 gaaties, die in de achterste zijde van de voornoemde raam sijn, niet komen te corresponderen op de 2 penneties ... ... het mancqueert mij aan de Tafel van de vereffeningh des tijt, mijn staat noch voor dat se in een gedruckt boekje*) uw E. wel bekent wort gevonden; verzoekende om er een; want in de Instructie se niet en is; gisteren avont was hier de roep van dat de Oostind retour schepen voor het land zijn ... [ °) 'Kort Onderwys'. ] | ||||
476 | No. 2613 | Chr. Huygens aan van Hoste | 24 aug. 1690 | |
Door UE. laetste van de 5 Jul. verstaen hebbende dat geen occasie voorgekomen was om mij de 13 ggl. van de Rentmr. Cools*) door wissel over te maecken, ... ons leste slot is niet van veerder als het jaer 1686. ... *) Adriaan Cools, administrateur van Zeelhem, zie No. 2502 [p. 245]. [ Zie over Zeelhem ook: A. D. Schinkel, Bijdrage tot de kennis van het karakter van Constantijn Huygens (1842), p. 17 e.v.] | ||||
477 | No. 2615 | Chr. Huygens aan S. van de Blocquery | 29 aug. 1690 | |
Alhoewel ick onlanghs uyt Mr. de Graef verstaen hebbe, dat de Horologien niet eer als met de schepen, die in October aenstaende naer Indien gaen, sullen vertrecken ... ... nae een Horologiemaekers knecht te vernemen, om op dese langhe reys Mr. de Graef te accompagneren. De geene die ick van intentie was om te employeren dewijl hij kennis van dese wercken hadde, alhoewel anders niet sonderling verstandigh, kan van sijn vader geen permissie krijgen, ...
Hoe grooter schip daer men de Horologien mede uytsendt, hoe beter die de bewegingh van de zee sullen konnen verdraegen. Ick soude daerbij wenschen, dat een redelijck en discreet man voor schipper daer op voer, die sorghe draeght, dat Mr. de Graef ongemolesteert zijn dinghen konde verrichten. ... | ||||
491 | No. 2620 | J. de Graaf aan Chr. Huygens | 14 sept. 1690 | |
... de cleynigheden aan de horologien, als mede aan de cas en ramen om die daar wel te doen inpassen, zijn nu herstelt zoo dat het nu cant en claar is, nergens meer aan hapert als aan een horologiemakers knecht, caarte bij de oostind: stierlieden gebruyckelijck en een graatbooch ... ... onder alle heb ik er een gevonden en zijn meester gesproken, die goede getuijgenisse van hem laat gaan ... | ||||
492 | No. 2621 | Chr. Huygens aan J. de Graaf | 28 sept. 1690 | |
... De maent van October is nu heel naebij, ... ... eerst het horol. A aen de sijde koorde op te hangen, en B in sijn ijsere raem ... verseeckert dat aen de koorde hangende de netste gangh heeft, indien het de bewegingh van 't schip kan uytstaen. ... | ||||
494 | No. 2622 | J. de Graaf aan Chr. Huygens | 4 okt. 1690 | |
... hr. van de Blocquerij ... mij berichtede als dat er generalijck niet in gedaan zal worden, voor al eer de rethour vloot sal gearriveert zijn ... ... vorders verwacht ik nieuwe geboden, om mijn iver in die te volbrengen niet onvrughbaar te laten ... ... uE wel verzekeren kan als dat het de bewegen van het schip niet sal konnen uijtstaan alzoo ik daar noch een levendige verbeeldingh van de vorige reijze heb. ... | ||||
527 | No. 2629 | W. van Lith [>] aan Chr. Huygens | 16 okt. 1690 | |
... de stucken vant proces ... ... dat ons door het geright van Zuylichem ongelijck was gedaen ... | ||||
XXII, 152 | LXXV | Chr. Huygens aan Const. Huygens | 1690 | |
... 't gerecht van Zuylichem ... ... Wat sal het hof van Gelderlandt voor sententie geven? ... | ||||
528 | No. 2630 | Jan de Graaf aan Chr. Huygens | 18 okt. 1690 | |
Uijt uE. a: Laatste schrijvens van den 13 deser, heb ik gesien, de maniere om de flauwe gangh van B wegh te nemen en daarvan het pendulum zoo ver te doen doorslaan als die van A, ... hoorde geen clank in de ontsluijtingh ... ... als het geschieden, dat uE. a: eens de reijs hier na toe nam, wel van noden was, onse woonplaats mede aan te doen, om het mancquement daar van te suppleren en met een dan te sien de wijse en maniere om de horologies uijt en in malkandere te nemen; sullende daardoor de schroom, die ik hebbe ommer eenigh ongemak aan te brengen, geheel verdwijnen. ... ... omse met een van dese twee schepen te versenden, daar en boven laat het sich aansien als of er van dese toekomende winter geen schepen meer sullen gaan, ... ... niet anders wenschende als uE: achtb. te betonen dat ik eer met er daat als met woorden, ben uE: gestr: seer onderdanigen dienaar Jan de Graaff. | ||||
553 | No. 2637 | Jan de Graaf aan Chr. Huygens | 26 nov. 1690 | |
... besendingh van de naast volgende Oostindische Carguasoen schepen, die nu ook ophanden is, en zonder uytstel in 2 a 3 weken staat volvoert te worden, op een van welke de horologien gevolgelyck sullen geplaast werden ... | ||||
554 | No. 2638 | S. van de Blocquery aan Chr. Huygens | 27 nov. 1690 | |
De Tijt gekomen zijnde dat mons.r de Graef nu met de bewuste horologien nae de kaap zoude vertrecken, ... ... de moeijte wilde nemen van eens herwaerts te komen, om alles op de vereyschte ordre te stellen, en nevens ons die sorge helpen draegen, dat 'er nu niets aen mag komen te haperen, ... Notitie: "J. de Graaf met de 2 Horologien vertrocken naar de Caap de Bonne Esp.c den 28 Dec. 1690." | ||||
567 | No. 2642 | Chr. Huygens aan J. Hudde*) | 14 dec. 1690 | |
Die UEd. desen behandigen sal, is Orgelist alhier in de Fransche Kerck ende is genaemt Blankenburg ende mij over veele jaeren wel bekent [>], ... ... Eer ick laetstmael van Amsterdam vertrock hadde ick het ontstelde Horologie in soo goeden staet als het andere doen brengen; ... in 't Schip Brandenburgh ... [ *) Handschrift: Leiden UB, in HUG 45.] | ||||
577 | No. 2645- | J. de Graaf aan Chr. Huygens | 20-26 dec. 1690 | |
Nadat ik alhier in Texel op het schip Brandenburgh den 17e deser lopende maant ben komen te arriveren ... ... wij soo verre van lant Leggen, dat de slach van het geschut (volgens het seggen van de Loots) alleen bij stil weer sal konnen gehoort werden ... ... de cas met het loot daar het horologie A ten huijsen van mijn Erw. vader ingehangen heeft, heb ik vergeten aan uEdl. achtb.r over te senden ... voor mijn vertrek zulx aan vader had versocht ... [21 dec.] ... een hockie voor de horologies, ... aen de solderingh van de cajuijt wel hecht en sterk ... ... de zon van middagh te crygen, maar de schipper secht dat het te hard wayt om met de schuyt na Land te roeyen ... [23 dec.] ... een groff schut aan Lant te stellen, opdat men het geluijt van het geschut aan 't schip zoude mogen horen als men doende was door twe opgerechte draden de son in de meridiaan waar te nemen ... ... ik heb ook zoeken de zon in 't op of ondergaan te krijgen, maar door betogen Lucht niet konnen daar toe komen zijn ... [26 dec.] ... tot noch toe geen de minste observatien konnen doen, alzoo het altijt betrokkenen lucht geweest is ... | ||||
581 | No. 2649 | A. de Graaf [<,>] aan Chr. Huygens | 24 dec. 1690 | |
... van hem ontfangen 3 Brieven, de twee van daag, en de eene omtrent 2 dagen, welke eene ik uE meende toe te senden beneffens het kasie en het loot, maar hebbe zoo veel te lopen gehad dat het niet wel hebbe konnen bijbrengen ... | ||||
583 | No. 2651 | Chr. Huygens aan J. de Graaf (Samenvatting) | 26 dec. 1690 | |
... Laet Mr. van Laer de instructie copieren. In 't weeromkomen met meer gemack alles doen. ... Geluck op de reys, en aen Mr. van Laer en Meybosch. Te meer gerust om dat een discreet en verstandigh Schipper hebt aen Verbrugge 't Schip Brandenburg. Schelpen van de Caep, indien ze verschillen van die hier te lande. | ||||
583 | No. 2652 | Chr. Huygens aan A. de Graaf [<,>] (Samenvatting) | 26 dec. 1690 | |
Antwoord gesonden aen zijn zoon op 3 brieven. Nochmaals bedanckt voor zijn Mathem. wercken, dat daer al veel in te studeren vinde en alles zeer perfect en kostelijck begrepen. | ||||
584 | No. 2653 | J. de Graaf aan Chr. Huygens | 29 dec. 1690 | |
Voor het Laatste voor ons vertrek ... hadde wel gewenst, dat de horologies op de uren van de zon gestelt waren ... geenige observaties aan Land ... wensche uE veel heyl en zege van de here onse God amen |