uvres XXIOeuvres Complètes de Christiaan Huygens, T. XXI (dbnl)Kosmologie
In het Nederlands
English: Robert Smith, 1738 , Français: 1767. |
404 | Notities over uurwerken op zee (1687 of 1688) | |
Te gelyck de Lengden gevonden en een bewijs van 't draeyen der aerde. 'T eenigh waernemelijk effect van dit draeijen.*) Als men de grootheyt der aerde naar Picardi maete neemt, komt de wegh nae de horologien ietwes dichter bij die van de stuyrluijden, en evenwel in de lengde tusschen de Caep en Texel geen merckelyck verschil. Manuscript F, p. 316 (HUG 1, f. 166v). Zie T. 9, p. 272-291: 'Rapport aengaende de Lengdevinding door mijne Horologien op de Reys van de Caep de B. Esperance tot Texel Ao. 1687', 24 April 1688. *) Dichter bij de evenaar wordt de slingertijd iets groter, het uurwerk loopt niet meer gelijk. |
406 | Notitie: Mercator-projectie verbeteren (1685) | |
In de Caerten met wassende graden, sijn de ruijten van meridianen en parallelen gemaeckt gelijcformigh aen de ruijten door de selve op de globe gemaeckt. ... Om dat de distantien vergrooten hoe verder van den aequator hoe meerder soo is noodigh om die in mylen te konnen afpassen, dat men een schale hebben tot dese reductie ... |
Vertaald
Een weinig bekende publicatie (bij Traité de la lumière):
dat, als de voornaamste hypothese waarop ik me grond niet de werkelijke is, er weinig hoop is dat men die kan aantreffen als men blijft binnen de grenzen van de ware en gezonde filosofie.*)In 1669 was er een stevig debat geweest in de Académie des Sciences, maar Huygens bleef bij zijn theorie, ook toen hij in 1687 Newton had gelezen (zie p. 473 e.v.). Aan het eind van de Cosmotheoros beschrijft hij nog eens het verschil tussen zijn 'vortex' (Draaykring) en die van Descartes, en daarbij verwijst hij naar zijn 'Schrift van de Oorzaken der zwaarte', zie p. 197- (Lat. p. 140). In het bijvoegsel heeft Huygens veel waarderende woorden voor Newton, en hij toont zich er weer "the most elegant of any mathematical writer of modern times, and the most just imitator of the ancients", zoals deze hem genoemd schijnt te hebben. (Pemberton, 1728, txt.) *) Pas in de 21e eeuw komt er zicht op een nieuwe verklaring van de zwaartekracht als emergent verschijnsel: Entropic gravity. Christiaan Huygens als filosoof (1686-91): |
In de voorstudies voor Cosmotheoros lezen we dat "we nu pas naar waarheid weten wie we zijn, en welk stukje van de wereld" [553]. En ook wat Huygens beschouwde als "het hoogste en grootste van alle dingen die ik ooit verlangd heb te weten": hoe levende wezens gemaakt zijn [557].
Al in Systema Saturnium (1659) had Huygens gespeculeerd over eventuele bewoners van Saturnus, zie de opdracht aan prins Leopold (Ned.):
Gianfranco Mormino, 'The Philosophical Foundations of Huygens 's Atomism', in De Zeventiende Eeuw, 12 (1996), p. 74-81.
Gepubliceerd in Opuscula postuma, 1703:
XXI, 111: inleiding bij het planetariumprojekt. VIII, 375, 27 aug. 1682: het planetarium is klaar (brief aan Colbert, met beschrijving). VIII, 408, 6 feb. 1683: Huygens' schets en beschrijving voor Alberghetti, wiens oom in 1634 een Copernicaanse sfeer had gemaakt [<]. Gemengde gedachten (1686):
IX, 262-4, 15 febr. 1688: H. de la Chapelle Besse vraagt om een beschrijving, en 3 maart: Ph. de la Hire.
Z. C. von Uffenbach, Merkwürdige reisen (Ulm 1753-54) III, p. 582.
Over lenzen slijpen:
Leonardo da Vinci tekende al een slijptoestel voor brandspiegels, zie BL, notebook, page 7.
Isack Beeckman heeft ook nagedacht over de oorzaak van zwaarte (Journal, I, p. 25).
Galilei's 'Dialogen' (1632) in Mathematical collections and translations van Thomas Salusbury (1667). Ned. vert. Hans van den Berg, 2012. Bespreking in: Bibliotheca librorum novorum, Utr. 1698 (juli & aug.), p. 514-526. Gegevens gebruikt in de Atlas Coelestis van Johan Gabriel Doppelmayr (Norib. 1742): 'Systema solare et planetarium : ex hypothesi Copernicana secundum elegantissimas Illustrissimi quondam Hugenij deductiones / novissime collectum & exhibitum à Iohanne Bapt. Homanno'. Huygens' werk had invloed op Thomas Wright, die bedacht dat nevelvlekken melkwegstelsels kunnen zijn, zie An original theory or new hypothesis of the Universe (1750) 83-4, citaat Huygens in Preface, p. V. Immanuel Kant, 1755, noemt Wright. Joas van der Schoot, 'Interpreting the Kosmotheoros (1698). A historiographical essay on theology and philosophy in the work of Christiaan Huygens', in De Zeventiende Eeuw, 30-1 (2014) pp. 20-39.
Tellurium van Adriaan Anthonisz: beschrijving in Nicolai Copernici ... Astronomia instaurata (1617).
|