Home | Huygens,  1,  2,  3,  4,  5,  6,  7,  8,  9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 1-22, Varia

uit

Œuvres XXI

Oeuvres Complètes de Christiaan Huygens, T. XXI   (dbnl)

Kosmologie




In het Nederlands

slijptoestel voor lenzen Praktijkervaring van Christiaan en broer Constantijn:
  • Memorien aengaende het slijpen van glasen tot verrekijckers (1685).
Noeste arbeid: "Een glas van 5 of 6 duijm diameter heeft al ontrent 3000 streecken van nooden om wel schoon te sijn, dat is te seggen aen ieder sijde.", p. 289.

English: Robert Smith, 1738 , Français: 1767.




406 Notitie over de Mercator-projectie (1685)
aarde   In de Caerten met wassende graden, sijn de ruijten van meridianen en parallelen gemaeckt gelijcformigh aen de ruijten door de selve op de globe gemaeckt. ...
  Om dat de distantien vergrooten hoe verder van den aequator hoe meerder soo is noodigh om die in mylen te konnen afpassen, dat men een schale hebben tot dese reductie ...



Vertaald

Een weinig bekende publicatie (bij Traité de la lumière): experiment met draaiende vloeistof Bij de poging tot mechanische verklaring van zwaarte wrijf je je soms de ogen uit: een subtiele materie, die door heel snelle cirkelbewegingen zware lichamen naar het middelpunt van de aarde duwt; meende Huygens dit echt? Maar hij baseert zich wel op een experiment, en in het voorwoord staat:
dat, als de voornaamste hypothese waarop ik me grond niet de werkelijke is, er weinig hoop is dat men die kan aantreffen als men blijft binnen de grenzen van de ware en gezonde filosofie.*)
In 1669 was er een stevig debat geweest in de Académie des Sciences, maar Huygens bleef bij zijn theorie, ook toen hij in 1687 Newton had gelezen (zie p. 473 e.v.).
Aan het eind van de Cosmotheoros beschrijft hij nog eens het verschil tussen zijn 'vortex' (Draaykring) en die van Descartes, en daarbij verwijst hij naar zijn 'Schrift van de Oorzaken der zwaarte', zie p. 197- (Lat. p. 140).

In het bijvoegsel heeft Huygens veel waarderende woorden voor Newton, en hij toont zich er weer "the most elegant of any mathematical writer of modern times, and the most just imitator of the ancients", zoals deze hem genoemd schijnt te hebben. (Pemberton, 1728,  txt.)


*)  Pas in de 21e eeuw komt er zicht op een nieuwe verklaring van de zwaartekracht als emergent verschijnsel: Entropic gravity.



Christiaan Huygens als filosoof (1686-91):

•  Que penser de Dieu? •  Wat te denken van God?
•  Pensees meslees. •  Gemengde gedachten.
•  De rationi imperviis. De gloria. De morte. •  Waarin de rede niet doordringt. Roem. De dood.
•  Etres vivants sur les autres planètes. •  Leven op andere planeten.

In de voorstudies voor Cosmotheoros lezen we dat "we nu pas naar waarheid weten wie we zijn, en welk stukje van de wereld" [553]. En ook wat Huygens beschouwde als "het hoogste en grootste van alle dingen die ik ooit verlangd heb te weten": hoe levende wezens gemaakt zijn [557].


Al in Systema Saturnium (1659) had Huygens gespeculeerd over eventuele bewoners van Saturnus, zie de opdracht aan prins Leopold (Ned.):
Met behulp van deze uitvinding [de telescoop] ben ik nu het verre rijk van Saturnus dichter genaderd dan iemand voor mij, en zo zeer ben ik voortgedrongen dat van heel de lange weg nog slechts een honderdste deel resteerde. Als ik op een of andere manier ook dat restant had kunnen overbruggen, wat zou ik dan, grote goden, allemaal voor dingen te vertellen hebben gehad!
En op p. 76 (Ned.):
... hoe voor de bewoners daar het heelal er uit moet zien; wat toch wel de tijdsspannen moeten zijn van jaren, maanden en dagen; hoe de afwisseling van zomer en winter verloopt; en vooral welke dingen er voortvloeien uit de ring die de planeet omgeeft.

Gianfranco Mormino, 'The Philosophical Foundations of Huygens 's Atomism', in De Zeventiende Eeuw, 12 (1996), p. 74-81.
In spite of its multifarious and rigorous 'technicality', Huygens's scientific activity is always supported by a definite philosophical orientation, which is shown by his predilection for physico-mathematical subjects, by his firm refusal of teleological explanations as well as of occult causes and, finally, by his keen sense for the possibilities and limits of human knowledge.



planetarium, buitenkant Gepubliceerd in Opuscula postuma, 1703: Het planetarium van 1682 is bewaard gebleven, en aanwezig in Museum Boerhaave. In Parijs was het projekt begonnen, maar als gevolg van het overlijden van Colbert (6 sept. 1683) is het planetarium niet aan het Franse hof beland. De beschrijving is opgesteld na 1690, blijkens een brief aan Philippe de la Hire.
XXI, 111:  inleiding bij het planetariumprojekt.
VIII, 375, 27 aug. 1682:  het planetarium is klaar (brief aan Colbert, met beschrijving).
VIII, 408, 6 feb. 1683:  Huygens' schets en beschrijving voor Alberghetti, wiens oom in 1634 een Copernicaanse sfeer had gemaakt [<].

Gemengde gedachten (1686):

§ 24.   Nu ik kort geleden een automatisch toestel heb uitgevonden en laten maken, dat de bewegingen van de Planeten voorstelt ... hebben verscheidenen van degenen die het gezien hebben mij aangespoord en me verzocht er de beschrijving van te geven, opdat de uitvinding niet verloren gaat met het enige model dat ervan gemaakt is, maar dat men te allen tijde gelijkvormige zou kunnen laten bouwen. En te meer doe ik het gaarne, omdat dit werkstuk een kort begrip van de gehele sterrenkunde bevat ...

IX, 262-4, 15 febr. 1688: H. de la Chapelle Besse vraagt om een beschrijving, en 3 maart: Ph. de la Hire.
IX, 376, 1 maart 1690:  Ph. de la Hire vraagt om een beschrijving, en wil die laten drukken.
IX, 400, 30 maart 1690:  Huygens schrijft terug dat hij zijn beschrijving gaat maken.

In 1657 maakte Huygens al melding van een "tabula lignea" (houten tafel) waarop de standen der planeten zichtbaar gemaakt konden worden, geïnspireerd door de 'Planeetwyser' van Dirck Rembrantsz van Nierop.
In 1673 was er sprake van een publicatie van figuren die "voorstellen de banen, verhoudingen en afstanden van de aarde en de andere planeten rondom de zon volgens Copernicus met hun excentriciteiten en aphelia, en dienen als een blijvende ephemeride voor minstens 200 jaar".
1657: XV, p. 56 en XXI, p. 131-132.   1673: VII, p. 270-276.

Later:
Het planetarium is nagebouwd volgens de beschrijving, zoals Uffenbach vermeldt in zijn reisbeschrijving, 1 maart 1711 bij David Bramen te Amsterdam:

Er ist ein Uhrmacher von Profession, wegen Schwäche seiner Augen aber ist er nunmehro Buchhalter worden.   Sein Vater ist auch ein Uhrmacher gewesen, von welchem er noch zwei Systemata Planetarum Copernicana, nach Huygens Invention, wie er selbige am Ende seiner opusculorum posthumorum beschreibet.   Das eine ist grösser als das andere.   Sie sind in einem zierlichen Kasten, von gebeiztem Holz, so allein hundert und zwanzig Gulden gekostet haben soll.   Sie waren nicht mehr im Gang, er versicherte aber, dass sie bald reparirt werden könnten.

Z. C. von Uffenbach, Merkwürdige reisen (Ulm 1753-54) III, p. 582.
Misschien is zo'n 'Systema' in het bezit gekomen van Abraham Edens, blijkens de Verzameling van een party konst-gereedschappen ... (1765), zie Paul Hoftijzer, 'An eighteenth-century amateur of books and science', in Living in posterity (2004), p. 153 en Maria Roosenboom, Bijdrage tot de geschiedenis der instrumentmakerskunst ... (1950), p. 37.

Uffenbach, p. 495 (2 febr. 1711, in Leiden): Jacques Bernard, predikant en schrijver van de Nouvelles de la Republ. des Lettres (van 1699 tot 1710) had Huygens gekend, roemde het planetarium, maar wist niet waar het was gebleven.
C. C. Hoppenstedt, Specimen mathematicum de machina planetaria (1714), p. 10 verwijst naar de beschrijving in Opuscula postuma en beschrijft een eigen ontwerp (dat niet uitvoerbaar is volgens King 1978, p. 228). Op p. 26: Huygens' figuur voor de grootte van zon en planeten.




Elders

Over lenzen slijpen:

Leonardo da Vinci tekende al een slijptoestel voor brandspiegels, zie BL, notebook, page 7.
Bij Isack Beeckman: notities van C. de Waard.


Over zwaarte:

Isack Beeckman heeft ook nagedacht over de oorzaak van zwaarte.
Isaac Newton, Philosophiae naturalis Principia mathematica, Lond. 1687.  Ook te vinden in het Engels (1846, naar 3e ed. 1726);  en in het Frans (1759).
Wikipedia, Mechanical explanations of gravitation.
Bernard Gagnebin, 'De la cause de la pesanteur. Mémoire de Nicolas Fatio de Duillier ... 1690', in Notes and Records of the Royal Society of London, Vol. 6, No. 2 (May 1949), pp. 105-124.  Cf. O.C. XXI, 495-6.
Georg Bernhardt Bülfinger (1693-1750) had een demonstratiemodel voor de theorie van Huygens.
Chr. Huygens, Abhandlung über die Ursache der Schwere, ed. R. Mewes, 1893, 1896.


Over het wereldbeeld:

Galilei's 'Dialogen' (1632) in Mathematical collections and translations van Thomas Salusbury (1667). Ned. vert. Hans van den Berg, 2012.
John Wilkins, Discovery of a new world ... another habitable world in the Moon (1638/84).
Francis Godwin, The Man in the Moone, or a Discourse of a Voyage thither, by Domingo Gonsales (1638).
Pierre Borel, Discours nouveau prouvant la pluralité des mondes, 1657.
Bernard le Bovier de Fontenelle, Entretiens sur la pluralit  des mondes, 1686.

titelpagina 1698 Christiaan Huygens, Kosmotheoros, sive De terris coelestibus earumque ornatu conjecturae (1698/1699, Ff. & Lips. 1704, Prag. 17—).
  ,,   , De wereldbeschouwer, of Gissingen over de hemelsche aardklooten (vert. P. Rabus, 1699/1717/1754/1989), txt.
  ,,   , The Celestial Worlds discover'd (1698/1722/1968).
  ,,   , Nouveau Traité de la pluralité des mondes (1702).
  ,,   , Cosmotheoros oder Welt-betrachtende Muthmassungen (1703/1774).
  ,,   , Cosmotheoros, eller Werlds Beskådare, Upsala 1774.
Bespreking in: Bibliotheca librorum novorum, Utr. 1698 (juli & aug.), p. 514-526.
Gegevens gebruikt in de Atlas Coelestis van Johan Gabriel Doppelmayr (Norib. 1742): 'Systema solare et planetarium : ex hypothesi Copernicana secundum elegantissimas Illustrissimi quondam Hugenij deductiones / novissime collectum & exhibitum à Iohanne Bapt. Homanno'.
Huygens' werk had invloed op Thomas Wright, die bedacht dat nevelvlekken melkwegstelsels kunnen zijn, zie An original theory or new hypothesis of the Universe (1750) 83-4, citaat Huygens in Preface, p. V.  Immanuel Kant, 1755, noemt Wright.  
Joas van der Schoot, 'Interpreting the Kosmotheoros (1698). A historiographical essay on theology and philosophy in the work of Christiaan Huygens', in De Zeventiende Eeuw, 30-1 (2014) pp. 20-39.


Over planetaria:

Tellurium van Adriaan Anthonisz: beschrijving in Nicolai Copernici ... Astronomia instaurata (1617).
W. J. Blaeu - Tellurium.
Leidsche Sphaera.
Henry C. King, Geared to the stars (1978), uittreksel uit bibliografie.


Over het portret van Constantijn Huygens jr (naast de titelpagina):

Van het originele medaillon-portret (in ivoor) staat een kopie afgebeeld in:
Rudolf Dekker, Family, culture and society in the Diary of Constantijn Huygens jr (Brill 2013), p. 85.




Home | Huygens | uit Oeuvres XXI (top) | Sommaire , Inhoud